Atlasiet eksperimentālās funkcijas, kuras vēlaties izmēģināt!

Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.

Dokuments 32014R0116

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 116/2014 van de Commissie van 6 februari 2014 tot niet-goedkeuring van de werkzame stof kaliumjodide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen Voor de EER relevante tekst

PB L 38 van 7.2.2014., 26.–27. lpp. (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dokumenta juridiskais statuss Spēkā

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/116/oj

7.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 38/26


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 116/2014 VAN DE COMMISSIE

van 6 februari 2014

tot niet-goedkeuring van de werkzame stof kaliumjodide overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (2), wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft, van toepassing op werkzame stoffen waarvoor vóór 14 juni 2011 een besluit is vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn. Voor kaliumjodide is bij Beschikking 2005/751/EG van de Commissie (3) aan de voorwaarden van artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldaan.

(2)

Nederland heeft op 6 september 2004 overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van Koppert Beheer bv een aanvraag ontvangen om opneming van de werkzame stof kaliumjodide in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2005/751/EG is bevestigd dat het dossier „volledig” is, dat wil zeggen dat het in beginsel geacht kan worden aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG te voldoen.

(3)

Voor die werkzame stof zijn de uitwerking op de gezondheid van mens en dier en het milieueffect overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde toepassingen. De aangewezen lidstaat-rapporteur heeft op 27 juli 2007 een ontwerpbeoordelingsverslag ingediend. Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van Verordening (EU) nr. 188/2011 van de Commissie (4) is de aanvrager om aanvullende informatie verzocht. De aanvrager heeft op 30 mei 2011 meegedeeld dat geen aanvullende informatie beschikbaar was.

(4)

Het ontwerpbeoordelingsverslag is door de lidstaten en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) onderzocht. De EFSA heeft haar conclusie over de risicobeoordeling van de werkzame stof kaliumjodide (5) als bestrijdingsmiddel op 22 oktober 2012 aan de Commissie voorgelegd. De EFSA heeft geconstateerd dat de gegevens diverse leemtes vertoonden die door de aanvrager dienden te worden opgevuld. Bij brief van 27 september 2013 heeft Koppert bv haar goedkeuringsaanvraag voor kaliumjodide ingetrokken.

(5)

Overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 91/414/EEG werd de lidstaten de mogelijkheid geboden om gewasbeschermingsmiddelen die kaliumjodide bevatten voorlopig toe te laten voor een initiële periode van drie jaar. Bij Besluit 2010/457/EU van de Commissie (6) kregen de lidstaten toestemming om deze voorlopige toelatingen voor kaliumjodide te verlengen tot uiterlijk 31 augustus 2012. Bij Uitvoeringsbesluit 2012/363/EU van de Commissie (7) kregen de lidstaten toestemming om deze voorlopige toelatingen voor kaliumjodide te verlengen tot uiterlijk 31 juli 2014.

(6)

Ingevolge de intrekking van de aanvraag dient kaliumjodide derhalve overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 niet te worden goedgekeurd.

(7)

Bestaande voorlopige toelatingen moeten bijgevolg worden ingetrokken en er mogen geen nieuwe toelatingen worden verleend.

(8)

De lidstaten moet voldoende tijd worden gegund om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die kaliumjodide bevatten in te trekken.

(9)

Als de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 een respijtperiode toekennen voor gewasbeschermingsmiddelen die kaliumjodide bevatten, moet deze periode uiterlijk achttien maanden na de inwerkingtreding van deze verordening aflopen.

(10)

Deze verordening laat de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag voor kaliumjodide in te dienen overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 onverlet.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Niet-goedkeuring van een werkzame stof

De werkzame stof kaliumjodide wordt niet goedgekeurd.

Artikel 2

Overgangsmaatregelen

De lidstaten trekken de bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof kaliumjodide bevatten uiterlijk op 27 augustus 2014 in.

Artikel 3

Respijtperiode

Een door de lidstaten overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 toegekende respijtperiode moet zo kort mogelijk zijn en uiterlijk op 27 augustus 2015 aflopen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 februari 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)   PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(3)  Beschikking 2005/751/EG van de Commissie van 21 oktober 2005 houdende principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van ascorbinezuur, kaliumjodide en kaliumthiocyanaat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad, volledig zijn (PB L 282 van 26.10.2005, blz. 18).

(4)  Verordening (EU) nr. 188/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad wat betreft de procedure voor de beoordeling van werkzame stoffen die twee jaar na de datum van kennisgeving van die richtlijn niet op de markt waren (PB L 53 van 26.2.2011, blz. 51).

(5)  EFSA Journal 2013; 11(6):2923. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu

(6)  Besluit 2010/457/EU van de Commissie van 17 augustus 2010 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen Candida oleophila stam O, kaliumjodide en kaliumthiocyanaat te verlengen (PB L 218 van 19.8.2010, blz. 24).

(7)  Uitvoeringsbesluit 2012/363/EU van de Commissie van 4 juli 2012 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen bixafen, Candida oleophila stam O, fluopyram, halosulfuron, kaliumjodide, kaliumthiocyanaat en spirotetramat te verlengen (PB L 176 van 6.7.2012, blz. 70).


Augša