This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014D0848
2014/848/EU, Euratom: Commission Implementing Decision of 26 November 2014 amending Decision 2010/4/EU, Euratom authorising Bulgaria to use statistics for years earlier than the last year but one, and to use certain approximate estimates for the calculation of the VAT own resources base (notified under document C(2014) 8929)
2014/848/EU, Euratom: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 26 november 2014 houdende wijziging van Besluit 2010/4/EU, Euratom waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen statistische gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te gebruiken (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 8929)
2014/848/EU, Euratom: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 26 november 2014 houdende wijziging van Besluit 2010/4/EU, Euratom waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen statistische gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te gebruiken (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 8929)
PB L 343 van 28.11.2014, pp. 41–42
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
|
28.11.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 343/41 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 26 november 2014
houdende wijziging van Besluit 2010/4/EU, Euratom waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen statistische gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te gebruiken
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 8929)
(Slechts de tekst in de Bulgaarse taal is authentiek)
(2014/848/EU, Euratom)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 4, lid 4, en artikel 6, lid 3, tweede streepje,
Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bulgarije is nu in staat om de indeling van de handelingen per statistische categorie, zoals bedoeld in artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89, te baseren op de nationale rekeningen welke betrekking hebben op het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het begrotingsjaar waarvoor de grondslag van de btw-middelen moet worden berekend. Bulgarije hoeft voor de begrotingsjaren na 2013 niet langer te worden gemachtigd om nationale rekeningen van eerdere jaren dan het voorlaatste te gebruiken. Artikel 1 van het onderhavige besluit moet derhalve in de tijd worden beperkt tot en met 31 december 2013. |
|
(2) |
Op grond van artikel 390 bis van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (2) mag Bulgarije, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van zijn toetreding bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor het internationaal personenvervoer als omschreven in bijlage X, deel B, punt 10, van die richtlijn, zolang dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 31 december 2006 lid van de Gemeenschap waren; die handelingen moeten in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de btw-grondslag van de eigen middelen. |
|
(3) |
Bulgarije heeft de Commissie om toestemming gevraagd om gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw, aangezien het niet in staat is een nauwkeurige berekening te maken van de btw-grondslag van de eigen middelen voor de in bijlage X, deel B, punt 10, van Richtlijn 2006/112/EG genoemde handelingen. Een dergelijke berekening zou wellicht een inspanning van de administratie vergen die buiten verhouding staat tot de impact van de betrokken handelingen op de totale btw-middelengrondslag van Bulgarije. Bulgarije kan deze categorie handelingen becijferen aan de hand van ramingen. Bulgarije moet derhalve worden gemachtigd om de btw-middelengrondslag te berekenen aan de hand van ramingen. |
|
(4) |
Uit overwegingen van transparantie en rechtszekerheid is het aangewezen de geldigheidsduur van de machtiging in de tijd te beperken. |
|
(5) |
Het is derhalve passend Besluit 2010/4/EU, Euratom van de Commissie (3) dienovereenkomstig te wijzigen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2010/4/EU, Euratom wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
De artikelen 1 en 2 worden vervangen door: „Artikel 1 Voor de in artikel 4, lid 4, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 bedoelde indeling per tarief, wordt Bulgarije gemachtigd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2013 gebruik te maken van gegevens die zijn ontleend aan de nationale rekeningen betreffende het derde of het vierde jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar waarvoor de btw-middelengrondslag moet worden berekend. Artikel 2 Bulgarije wordt gemachtigd de grondslag van de btw-middelen van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2018 te berekenen aan de hand van ramingen voor internationaal personenvervoer zoals omschreven in punt 10 van bijlage X, deel B, van Richtlijn 2006/112/EG.” |
|
2) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Republiek Bulgarije.
Gedaan te Brussel, 26 november 2014.
Voor de Commissie
Kristalina GEORGIEVA
Vicevoorzitter
(1) PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.
(2) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).
(3) Besluit 2010/4/EU, Euratom van de Commissie van 22 december 2009 waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen statistische gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te gebruiken (PB L 3 van 3.1.2010, blz. 17).