Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0129

    Besluit 2014/129/GBVB van de Raad van 10 maart 2014 met het oog op de bevordering van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie, ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens

    PB L 71 van 12.3.2014, p. 3–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2017: This act has been changed. Current consolidated version: 04/07/2017

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/129(1)/oj

    12.3.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 71/3


    BESLUIT 2014/129/GBVB VAN DE RAAD

    van 10 maart 2014

    met het oog op de bevordering van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie, ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 26, lid 2, en artikel 31, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (hierna „de EU-MVW-non-proliferatiestrategie” genoemd) aangenomen, waarvan hoofdstuk III een lijst bevat van maatregelen die zowel in de Unie als in derde landen moeten worden getroffen.

    (2)

    De Unie geeft momenteel actief uitvoering aan de EU-MVW-non-proliferatiestrategie en aan de in hoofdstuk III ervan genoemde maatregelen, zoals het opzetten van de noodzakelijke structuren binnen de Unie.

    (3)

    De Raad heeft op 8 december 2008 conclusies aangenomen, alsmede een document getiteld „Nieuwe actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor” (hierna „de nieuwe actielijnen” genoemd) waarin gesteld wordt dat proliferatie van MVW nog steeds een van de grootste veiligheidsproblemen vormt en dat het non-proliferatiebeleid een essentieel onderdeel van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) is.

    (4)

    In de nieuwe actielijnen verzoekt de Raad de bevoegde Raadsformaties en -organen, de Commissie, de overige instellingen en de lidstaten een concreet vervolg aan dat document te geven.

    (5)

    In de nieuwe actielijnen onderstreept de Raad dat het optreden van de Unie ter voorkoming van proliferatie baat kan hebben bij de ondersteuning door een niet-gouvernementeel netwerk inzake non-proliferatie, waarin instellingen voor buitenlands beleid en onderzoekscentra die gespecialiseerd zijn in de strategische domeinen van de Unie, worden samengebracht en dat verankerd is in reeds bestaande nuttige netwerken. Dit netwerk kan worden uitgebreid tot instellingen in derde landen waarmee de Unie een specifieke dialoog inzake non-proliferatie voert.

    (6)

    De Europese Raad heeft op 15 en 16 december 2005 de EU-strategie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (hierna „de EU-SALW-strategie” genoemd) aangenomen, waarin de richtsnoeren voor het optreden van de Unie op het gebied van SALW staan. In het kader van de EU-SALW-strategie worden de illegale handel in en de buitensporige accumulatie van SALW en munitie daarvoor aangemerkt als een ernstige bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid.

    (7)

    Een van de doelstellingen van de EU-SALW-strategie is het in de hand werken van een echte multilaterale aanpak bij de ontwikkeling van internationale, regionale en interne mechanismen in de Unie en haar lidstaten tegen het aanbod en de destabiliserende verspreiding van SALW en munitie daarvoor.

    (8)

    Op 26 juli 2010 heeft de Raad Besluit 2010/430/GBVB (1) vastgesteld, waarbij een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie in het leven werd geroepen, en waarin werd bepaald dat de technische uitvoering van dat besluit zal gebeuren door het EU-Consortium non-proliferatie (hierna het „Consortium” genoemd).

    (9)

    De keuze voor het Consortium als enige ontvanger van subsidie is in dit geval gerechtvaardigd omdat de Unie de wens koestert om - met steun van haar lidstaten - voort te gaan met de vruchtbare samenwerking met een netwerk van Europese denktanks welke bijdraagt tot de totstandbrenging van een gemeenschappelijke Europese non-proliferatie- en ontwapeningscultuur en de Unie terzijde staat bij de uitwerking en vormgeving van haar beleid op deze gebieden en bij de vergroting van de zichtbaarheid van de Unie. Gelet op het karakter van het Consortium, dat zijn bestaan dankt aan de Unie en geheel afhankelijk is van steun van de Unie, is een financiering van 100 % in dit verband vereist. Het Consortium beschikt niet over eigen financiële middelen of over de wettige bevoegdheid om andere middelen te verwerven. Daar komt bij dat het Consortium, los van de vier met het beheer belaste denktanks, een netwerk tot stand heeft gebracht van meer dan zestig denktanks en onderzoekscentra, waarin vrijwel de gehele niet-gouvernementele expertise in de Unie is gebundeld.

    (10)

    Tot nu toe heeft het Consortium twee uniale studiebijeenkomsten van deskundigen georganiseerd (te Brussel in mei 2011 en juni 2013) en twee grote internationale non-proliferatieconferenties (te Brussel in februari 2012 en september/oktober 2013), terwijl op zijn website 31 gespecialiseerde beleidsdocumenten zijn geplaatst. De website zag het licht in het voorjaar van 2011 en is sindsdien regelmatig geactualiseerd, onder meer via een tweemaandelijkse e-nieuwsbrief, nonproliferation.eu. Sinds de aanvang hebben meer dan zestig onafhankelijke Europese denktanks zich bij het Consortium aangesloten.

    (11)

    Bij Besluiten 2010/799/GBVB (2) en 2012/422/GBVB (3) van de Raad is het Consortium belast met de organisatie van twee studiebijeenkomsten ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van MVW en hun overbrengingsmiddelen, die plaatsvonden te Brussel in juli 2011 en november 2012. Voorts is het Consortium bij Besluit 2013/43/GBVB (4) van de Raad belast met de organisatie van twee besloten studiebijeenkomsten met het oog op de succesvolle afronding van de onderhandelingen over een Wapenhandelsverdrag tijdens de VN-conferentie van maart 2013.

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Met het oog op een verbeterde toepassing van de EU-MVW-non-proliferatiestrategie, die gebaseerd is op effectief multilateralisme, preventie en samenwerking met derde landen, wordt de verdere bevordering en ondersteuning van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie met drie jaar verlengd, met het oog op de volgende doelstellingen:

    a)

    bevorderen van de politieke en veiligheidsgerelateerde dialoog en de langetermijndiscussie over maatregelen voor de bestrijding van de proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor in de civiele samenleving, en meer bepaald onder deskundigen, onderzoekers en academici;

    b)

    de deelnemers aan de betrokken voorbereidende instanties van de Raad de gelegenheid bieden het netwerk te consulteren over met non-proliferatie verband houdende vraagstukken en de vertegenwoordigers van de lidstaten in staat te stellen aan de vergaderingen van het netwerk deel te nemen;

    c)

    een nuttige opstap vormen voor non-proliferatieactiviteiten van de Unie en de internationale gemeenschap, met name door de vertegenwoordigers van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) rapporten en/of aanbevelingen te verstrekken;

    d)

    derde landen meer bewust helpen maken van de problemen van proliferatie en van de noodzaak van samenwerking met de Unie en in multilaterale fora, met name de Verenigde Naties, teneinde zorgwekkende proliferatieprogramma’s wereldwijd te voorkomen, te ontmoedigen, te stoppen en waar mogelijk geheel te elimineren;

    e)

    het leveren van een bijdrage tot de ontwikkeling van expertise en institutionele capaciteit op het gebied van non-proliferatie en ontwapening binnen denktanks en overheden in de Unie en in derde landen.

    2.   In het licht van de EU-SALW-strategie beperken de werkzaamheden van het netwerk van onafhankelijke Europese denktanks inzake non-proliferatie zich niet tot vraagstukken in verband met de door de proliferatie van MVW en hun overbrengingsmiddelen veroorzaakte dreiging, maar hebben zij ook betrekking op kwesties die met conventionele wapens, zoals SALW, te maken hebben. Dat het netwerk zich ook met conventionele wapens zal bezighouden, biedt een uitstekend handvat voor dialoog en aanbevelingen voor optreden van de Unie op dit gebied, binnen het kader van de uitvoering van de EU-SALW-strategie en het Uniebeleid inzake conventionele wapens.

    3.   In deze context hebben de door de Unie te steunen projecten betrekking op de volgende specifieke activiteiten:

    a)

    het verschaffen van middelen voor de organisatie van drie jaarlijkse consultatieve vergaderingen en maximaal zeven ad-hocstudiebijeenkomsten voor deskundigen en mensen uit de praktijk over de gehele non-proliferatie- en ontwapeningsproblematiek, met betrekking tot zowel niet-conventionele als conventionele wapens, met het oog op het voorleggen van rapporten en/of aanbevelingen aan de vertegenwoordigers van de HV;

    b)

    het opzetten van een helpdeskfaciliteit binnen het Consortium, om ad-hocexpertise aan te bieden inzake vragen met betrekking tot de gehele non-proliferatie- en ontwapeningsproblematiek, ten aanzien van zowel niet-conventionele als conventionele wapens, met een antwoordtermijn van twee weken;

    c)

    het verschaffen van de middelen voor het houden van drie grote jaarlijkse conferenties over non-proliferatie en ontwapening met derde landen en het maatschappelijk middenveld, om internationaal de EU-WHV-non-proliferatiestrategie en de EU-SALW-strategie te propageren, evenals de rol op dit gebied van de instellingen van de Unie en de denktanks in de Unie, met het oogmerk het Uniebeleid op dit gebied zichtbaarder te maken en rapporten en/of aanbevelingen aan de vertegenwoordigers van de HV voor te leggen;

    d)

    het verschaffen van middelen voor het beheer en de ontwikkeling van een internetplatform ter facilitering van de contacten en ter bevordering van dialoog over onderzoek binnen het netwerk van denktanks die analyses maken van thema's inzake de preventie van de proliferatie van MVW en conventionele wapens, inclusief SALW, alsmede voor de opleiding van een nieuwe generatie van non-proliferatie- en ontwapeningsdeskundigen;

    e)

    het verschaffen van middelen om aan de problematiek van non-proliferatie een grotere bekendheid te geven en het ontwikkelen, binnen denktanks en bij de overheden in de Unie en in derde landen, van de deskundígheid en institutionele capaciteit op dat gebied;

    f)

    zich buigen over aangelegenheden die door de lidstaten en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) worden voorgesteld in het kader van de totale onderzoeksactiviteiten van het Consortium.

    In de bijlage gaat een nadere omschrijving van bovenbedoelde projecten.

    Artikel 2

    1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit.

    2.   Met de technische uitvoering van de projecten waarin de in artikel 1, lid 3, bedoelde activiteiten vorm krijgen is het EU-Consortium non-proliferatie belast, gebaseerd op de „Fondation pour la recherche stratégique” (FRS), het „Peace Research Institute Frankfurt” (HSFK/PRIF), het Internationaal Instituut voor strategische studies (IISS) en het Internationaal Instituut voor vredesonderzoek van Stockholm (SIPRI). Het Consortium voert deze taak uit onder verantwoordelijkheid van de HV. De HV treft daartoe de nodige voorzieningen met het Consortium.

    3.   De lidstaten en de EDEO doen voorstellen met betrekking tot prioriteiten en punten van bijzonder belang die beoordeeld moeten worden in het kader van de onderzoeksprogramma's van het Consortium, welke behandeld moeten worden in werkdocumenten en tijdens studiebijeenkomsten, overeenkomstig het Uniebeleid.

    Artikel 3

    1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de projecten waarin de in artikel 1, lid 3, bedoelde activiteiten vorm krijgen bedraagt 3 600 000 EUR.

    2.   De financiering van de in lid 1 gespecificeerde uitgaven wordt beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

    3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Hiertoe sluit zij een financieringsovereenkomst met het Consortium. In de overeenkomst wordt bepaald dat het Consortium er zorg voor moet dragen dat de Uniebijdrage zichtbaar is in een mate die overeenstemt met haar omvang.

    4.   De Commissie streeft ernaar de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.

    Artikel 4

    1.   De HV brengt verslag uit aan de Raad over de toepassing van dit besluit op basis van de regelmatige rapporten van het Consortium. Deze rapporten vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.

    2.   De Commissie brengt verslag uit over de uitvoering van de in artikel 1, lid 3, bedoelde projecten.

    Artikel 5

    1.   Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    2.   Het loopt af 36 maanden na de sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst.

    Het loopt echter af zes maanden nadat het in werking is getreden indien de financieringsovereenkomst niet voor die tijd is gesloten.

    Gedaan te Brussel, 10 maart 2014.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    G. VROUTSIS


    (1)  Besluit 2010/430/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 tot instelling van een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 202 van 4.8.2010, blz. 5).

    (2)  Besluit 2010/799/GBVB van de Raad van 13 december 2010 ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, ter ondersteuning van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 341 van 23.12.2010, blz. 27).

    (3)  Besluit 2012/422/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 ter bevordering van een proces dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van kernwapens en alle andere massavernietigingswapens (PB L 196 van 24.7.2012, blz. 67).

    (4)  Besluit 2013/43/GBVB van de Raad van 22 januari 2013 betreffende voortgezette activiteiten van de Unie in het kader van de Europese veiligheidsstrategie ter ondersteuning van de onderhandelingen over het Wapenhandelsverdrag (PB L 20 van 23.01.2013, blz. 53).


    BIJLAGE

    EUROPEES NETWERK VAN ONAFHANKELIJKE DENKTANKS INZAKE NON-PROLIFERATIE, TER ONDERSTEUNING VAN DE UITVOERING VAN EEN EU-STRATEGIE TEGEN DE VERSPREIDING VAN MASSAVERNIETIGINGSWAPENS (EU-MVW-NON-PROLIFERATIESTRATEGIE)

    1.   Doelen

    Doel van dit besluit is de bevestiging en verdere implementatie van de beleidsaanbeveling die de Raad op 8 december 2008 heeft vastgesteld in een document getiteld „Nieuwe actielijnen voor de Europese Unie in de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor”. Volgens dat document kan het optreden van de Unie ter voorkoming van proliferatie baat hebben bij de ondersteuning door een niet-gouvernementeel netwerk inzake non-proliferatie waarin instellingen voor buitenlands beleid en onderzoekscentra die gespecialiseerd zijn in de strategische domeinen van de Unie, worden samengebracht en dat verankerd is in reeds bestaande nuttige netwerken. Dit netwerk kan worden uitgebreid tot instellingen in derde landen waarmee de Unie een specifieke dialoog inzake non-proliferatie voert.

    Dit netwerk van onafhankelijke denktanks voor non-proliferatie zou ook in de toekomst de politieke en veiligheidsgerelateerde dialoog bevorderen, alsmede de langetermijndiscussie in de civiele samenleving, en meer bepaald onder deskundigen, onderzoekers en academici over maatregelen voor de bestrijding van de proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, een impuls geven.

    De werkzaamheden van het netwerk dienen te worden uitgebreid tot kwesties die met conventionele wapens, waaronder SALW, te maken hebben, daaronder begrepen maatregelen om de continue uitvoering van de EU-strategie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in SALW en de munitie daarvoor te bewerkstelligen. Dankzij dit netwerk kunnen nieuwe dimensies van het optreden van de Unie worden ontwikkeld, die zowel de preventieve als de repressieve kant van met conventionele wapens verband houdende veiligheidsaspecten omvatten, onder meer illegale handel in en de buitensporige accumulatie van SALW en munitie daarvoor, zoals bepaald in de desbetreffende EU-strategie. Het voorkómen van de illegale en ongereguleerde handel in conventionele wapens, waaronder SALW, is ook onderkend als prioriteit van de Unie in het kader van het proces voor een wapenhandelsverdrag.

    Het netwerk zou ertoe kunnen bijdragen derde landen meer bewust te maken van de problemen rond MVW-proliferatie en conventionele wapens, onder meer de illegale handel in en buitensporige accumulatie van SALW en munitie daarvoor en van de noodzaak van samenwerking met de Unie en in multilaterale fora, met name de VN, teneinde zorgwekkende proliferatieprogramma’s wereldwijd te voorkomen, te ontmoedigen, te stoppen en waar mogelijk geheel te elimineren.

    De Unie wil dit netwerk als volgt ondersteunen:

    door het regelmatig organiseren van EU-studiebijeenkomsten alsmede, indien nodig, ad-hocvergaderingen van diplomaten en universitaire deskundigen over belangrijke gebeurtenissen en vraagstukken op het gebied van MVW- en SALW-non-proliferatie en -ontwapening, met het oog op het voorleggen van rapporten en/of aanbevelingen aan de vertegenwoordigers van de HV;

    door het organiseren van grote jaarlijkse conferenties en, indien nodig, voorbereidende vergaderingen met het oog op de voorlegging van rapporten en/of aanbevelingen aan de vertegenwoordigers van de HV;

    door het verder onderhouden, beheren en ontwikkelen van een internetplatform en daarmee verbonden sociale netwerken om contacten te bevorderen en de onderzoeksdialoog in het netwerk van non-proliferatie-denktanks te stimuleren;

    door het faciliteren van competentie en de overdracht van knowhow betreffende het non-proliferatie- en ontwapeningsbeleid van de EU binnen de Unie en naar derde landen.

    2.   Organisatie van het netwerk

    Dit netwerk staat open voor alle betrokken denktanks en onderzoeksinstellingen van de Unie en de geassocieerde landen, en eerbiedigt ten volle de verscheidenheid aan opvattingen in de Unie.

    Het netwerk moet ook in de toekomst contacten tussen niet-gouvernementele deskundigen, vertegenwoordigers van de lidstaten en de instellingen van de Unie faciliteren. Het netwerk moet gereed zijn om samen te werken met niet-gouvernementele actoren uit derde landen, conform de EU-MVW- en EU-SALW-strategieën, die gebaseerd zijn op multilateralisme en internationale samenwerking. Tot de taakomschrijving van het netwerk behoren non-proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, ontwapening, en kwesties die met conventionele wapens, waaronder SALW, te maken hebben.

    De deelnemers aan de betrokken voorbereidende instanties van de Raad (CODUN/CONOP/COARM enz.) zullen het netwerk kunnen consulteren over thema’s die met non-proliferatie en conventionele wapens, waaronder SALW, verband houden, en hun vertegenwoordigers kunnen de vergaderingen van het netwerk bijwonen. Indien haalbaar, kunnen de vergaderingen van het netwerk in aansluiting met de vergaderingen van de werkgroepen worden gehouden.

    Het netwerk zal ook in de toekomst onder leiding staan van het EU-Consortium non-proliferatie, dat gebaseerd is op FRS, HSFK/PRIF, IISS en SIPRI, en belast zal zijn met het beheer van het project, in nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de HV.

    In overleg met de vertegenwoordigers van de HV en de lidstaten zal het Consortium deelnemers die over expertise beschikken inzake het non-proliferatie- en ontwapeningsbeleid ten aanzien van MVW en conventionele wapens, uitnodigen voor studiebijeenkomsten van deskundigen en voor grote jaarlijkse conferenties, alsmede tot het delen van hun publicaties en activiteiten op de speciale website.

    3.   Beschrijving van de projecten

    3.1.   Project 1: Het jaarlijks organiseren van drie consultatieve vergaderingen en maximaal zeven studiebijeenkomsten voor diplomaten en deskundigen uit de academische wereld, uitmondend in een rapport en/of aanbevelingen

    3.1.1.   Doel van het project

    Het doel van de jaarlijkse consultatieve vergaderingen en ad-hocstudiebijeenkomsten is het bevorderen van een veiligheidsgerelateerde dialoog tussen deskundigen, functionarissen en universitaire deskundigen van de Unie over de bestaande uitdagingen met betrekking tot non-proliferatie en ontwapening op het gebied van MVW, de overbrengingsmiddelen ervoor en conventionele wapens, waaronder SALW. De studiebijeenkomsten moeten voorts de samenwerking bevorderen in het kader van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie die in de lidstaten van de Unie zijn gevestigd.

    3.1.2.   Resultaten van het project

    Informatieuitwisseling en analyse van de huidige proliferatietrends door mensen uit de beleidspraktijk en universitaire deskundigen uit de lidstaten, alsmede gespecialiseerd personeel van de EDEO en andere instellingen van de Unie;

    Discussie over de beste manieren en middelen voor het implementeren van het Uniebeleid ter bestrijding van proliferatie;

    Bevorderen van een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie;

    Het leveren van constructieve feedback aan de Unie met betrekking tot haar proliferatiebestrijdingsstrategieën voor MVW en SALW door onafhankelijke EU-denktanks, alsmede suggesties van mensen uit de praktijk aan de denktanks met betrekking tot de meest beleidsrelevante onderwerpen voor verder onderzoek;

    Bepaling van de relevante vraagstukken op het gebied van non-proliferatie en ontwapening ten behoeve van beleidsgeoriënteerde rapporten;

    De opstelling van beleidsgeoriënteerde rapporten, vergezeld van een reeks actiegerichte aanbevelingen aan de vertegenwoordigers van de HV. Deze verslagen zouden verspreid moeten worden onder de betrokken instellingen van de Unie en de lidstaten.

    3.1.3.   Omschrijving van het project

    Het project voorziet in de organisatie van jaarlijks drie consultatieve vergaderingen en maximaal zeven ad-hocstudiebijeenkomsten, alsmede de opstelling van rapporten en/of aanbevelingen in dat verband.

    De agenda voor deze evenementen wordt opgesteld in nauwe samenwerking met 's Raads GBVB-groepen op het gebied van non-proliferatie en ontwapening (CODUN/CONOP/CODUN Space), overdrachten van SALW en conventionele wapens (COARM en COARM ATT). Tijdens de studiebijeenkomsten moeten uitdagingen voor de Unie op zowel de korte als de middellange termijn aan de orde komen met betrekking tot non-proliferatie en ontwapening, en wel in de volgende wapencategorieën: MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, conventionele wapens met inbegrip van SALW, en nieuwe types wapens en nieuwe overbrengingsmiddelen. Daarbij moeten besluitvormers van de Unie in het bijzonder de gelegenheid hebben zich te concentreren op de uitdagingen en ontwikkelingen met betrekking tot deze wapens op de langere termijn, alsmede op andere vraagstukken, buiten het kader van hun dagelijkse activiteiten.

    De jaarlijkse consultatieve vergaderingen duren anderhalve dag; er is voorzien in de deelname van maximaal honderd personen uit EU-denktanks, lidstaten en instellingen van de Unie, die gespecialiseerd zijn in vraagstukken op het gebied van non-proliferatie en conventionele wapens, met inbegrip van SALW. Deze studiebijeenkomsten zijn voornamelijk bedoeld als platform voor overleg tussen de EU-non-proliferatiedenktanks, de Unie en haar lidstaten.

    De ad-hocstudiebijeenkomsten duren ten hoogste twee dagen; het ligt in de bedoeling dat daaraan door maximaal 45 personen wordt deelgenomen; hierover wordt per geval beslist. Deze studiebijeenkomsten moeten vooral gelegenheid bieden voor overleg tussen de EU-non-proliferatiedenktanks, de Unie en haar lidstaten om zich, op ad-hocbasis, te beraden op belangrijke evenementen en beleidsopties van de Unie; ook moeten zij de EU-denktanks, de lidstaten en de instellingen van de Unie de mogelijkheid bieden welbepaalde publieksgroepen binnen en buiten de Unie te bereiken.

    De jaarlijkse consultatieve vergaderingen zouden te Brussel moeten plaatsvinden, terwijl maximaal drie ad-hocvergaderingen van deskundigen buiten de Unie gehouden zouden kunnen worden.

    3.2.   Project 2: Organisatie van een jaarlijkse grote conferentie, met een verslag en/of aanbevelingen

    3.2.1.   Doel van het project

    De bedoeling is dat in de grote jaarlijkse non-proliferatie- en ontwapeningconferenties, waaraan zal worden deelgenomen door overheidsdeskundigen en onafhankelijke denktanks en andere specialisten uit de academische wereld van de Unie en de geassocieerde landen alsmede derde landen, verdere maatregelen worden besproken en in kaart gebracht ter bestrijding van de proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor en de daarmee verbonden ontwapeningsdoelstellingen, alsmede om problemen in verband met conventionele wapens aan te pakken, onder meer het tegengaan van illegale handel en de buitensporige accumulatie van SALW en munitie daarvoor. De jaarlijkse conferentie is het meest prominente evenement in het kader van het project, en zal meer internationale aandacht genereren voor de EU-MVW-non-proliferatiestrategie en de inspanningen die de instellingen van de Unie zich voor de implementatie ervan getroosten, alsmede voor de desbetreffende werkzaamheden van onafhankelijke denktanks en universitaire deskundigen in de lidstaten.

    De jaarlijkse conferenties zullen ook de gelegenheid bieden om de rol en de cohesie te bevorderen van de Europese denktanks die actief zijn op aan non-proliferatie gerelateerde gebieden, en zullen bijdragen tot de vergroting van de capaciteit van deze en andere instellingen, ook in delen van de wereld waar geen grote deskundigheid met betrekking tot non-proliferatie voorhanden is.

    Tijdens de jaarlijkse conferenties en de voorbereidende vergaderingen zal de aandacht uitgaan naar afzonderlijke, aan non-proliferatie gerelateerde vraagstukken die relevant zijn voor het werk van de EDEO. Op basis van deze besprekingen en andere werkzaamheden onder auspiciën van het Consortium, worden beleidsgerichte rapporten en een pakket actiegerichte aanbevelingen opgesteld ten behoeve van de vertegenwoordigers van de HV. Het rapport zou verspreid worden onder de betrokken instellingen van de Unie en de lidstaten, en online beschikbaar worden gesteld.

    3.2.2.   Resultaten van het project

    Het in het leven roepen van een grote, door Europa geleide internationale non-proliferatie- en ontwapeningsconferentie die het belangrijkste forum wordt voor het bevorderen van maatregelen voor de bestrijding van de proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor en van de daarmee verbonden ontwapeningsdoelstellingen met het oog op het aanpakken van problemen in verband met conventionele wapens, onder meer het tegengaan van illegale handel en de buitensporige accumulatie van SALW en munitie daarvoor;

    Vergroting van de zichtbaarheid en bekendheid van het non-proliferatiebeleid van de Unie ten aanzien van MVW en SALW en van haar optreden ten aanzien van chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) middelen onder overheidsfunctionarissen, universitaire deskundigen en het maatschappelijk middenveld van derde landen;

    Bevorderen van de rol en de samenhang van het Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie alsmede van de rol van de Unie op dit gebied, en het opbouwen van non-proliferatie-expertise in landen waar die tekortschiet, met inbegrip van derde landen;

    Indienen van beleidsgeoriënteerde rapporten en/of actiegerichte aanbevelingen die de uitvoering van de EU-MVW- en de EU-SALW-strategieën verbeteren en een nuttige opstap vormen voor activiteiten inzake non-proliferatie en conventionele wapens van de Unie en de internationale gemeenschap;

    De instellingen van de Unie, de lidstaten, de civiele samenleving en derde landen meer besef en kennis bijbrengen over de dreiging die uitgaat van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, zodat zij beter kunnen anticiperen.

    3.2.3.   Omschrijving van het project

    Het project behelst de organisatie van twee grote jaarlijkse conferenties, zo nodig met voorbereidende vergaderingen, en het opstellen van bijbehorende rapporten en/of aanbevelingen:

    Een jaarlijkse conferentie van anderhalve dag in Brussel, waaraan wordt deelgenomen door maximaal driehonderd deskundigen afkomstig van denktanks en de academische wereld en de overheden van de Unie en van de geassocieerde staten alsmede van derde landen, gespecialiseerd in non-proliferatie, ontwapening, wapenbeheersing en vraagstukken met betrekking tot conventionele wapens, met inbegrip van SALW;

    Aandacht voor de opleiding van specialisten "van de volgende generatie", ook uit landen buiten Europa en Noord-Amerika, die zullen worden uitgenodigd voor een extra dag voorafgaand aan of na afloop van de conferentie, voor gespecialiseerde opleiding en contacten met relevante instellingen van de Unie;

    Beleidsgeoriënteerde rapporten en/of actiegerichte aanbevelingen die de uitvoering van de EU-MVW- en de EU-SALW-strategieën een impuls zouden geven.

    3.3.   Project 3: Opzetten en beheren van een helpdeskfaciliteit

    3.3.1.   Doel van het project

    Het opzetten en beheren van een helpdeskfaciliteit binnen het Consortium, welke ad-hocexpertise beschikbaar kan stellen voor vraagstukken in verband met het gehele scala aan non-proliferatie- en ontwapeningsvraagstukken, waaronder zowel niet-conventionele als conventionele wapens, zal een bijdrage leveren tot en behulpzaam zijn bij de vormgeving van het EDEO-beleidsoptreden met betrekking tot specifieke en dringende aangelegenheden.

    3.3.2.   Resultaten van het project

    Het beheer van ad-hoconderzoeksverzoeken, met een antwoordtermijn van twee weken, betreffende specifieke aangelegenheden, op verzoek van de EDEO;

    Het bevorderen van een ad-hocdialoog over specifieke onderwerpen tussen de denktanks van het Consortium en de EDEO;

    De EDEO in de gelegenheid stellen om op basis van de ad-hocexpertise en de voor onderzoek beschikbaar gestelde middelen van het Consortium in te gaan op verzoeken betreffende de korte termijn en inzake geïsoleerde gevallen.

    3.3.3.   Omschrijving van het project

    Het project zal, steeds binnen een termijn van twee weken, maximaal twintig deskundigenpapers van vijf à tien bladzijden opleveren over actuele non-proliferatie- en ontwapeningsaangelegenheden, op verzoek van de EDEO en op basis van een inventarisatie van bestaande wetenschappelijke literatuur (geen oorspronkelijk onderzoekswerk).

    3.4.   Project 4: Beheer en ontwikkeling van een internetplatform

    3.4.1.   Doel van het project

    Het onderhouden en ontwikkelen van een internetwebsite zal de contacten in de periode tussen de vergaderingen van het netwerk vergemakkelijken en de dialoog over onderzoek tussen de non-proliferatie-denktanks stimuleren. De instellingen van de Unie en de lidstaten kunnen ook baat hebben bij een gespecialiseerde website waar de deelnemers aan het netwerk vrijelijk informatie en ideeën kunnen uitwisselen, hun studies kunnen publiceren over non-proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor en conventionele wapens, waaronder SALW. De website zal ook in de toekomst gecombineerd worden met een elektronische nieuwsbrief. Het project moet online een vervolg geven aan de evenementen en een venster voor Europees onderzoek bieden. Het moet mede leiden tot een efficiënte verspreiding van onderzoeksresultaten binnen de denktank-gemeenschap en in overheidskringen. Daardoor zal beter worden geanticipeerd op en zal er betere kennis zijn over de dreigingen die verband houden met de proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, en met conventionele wapens, onder meer de illegale handel in en de buitensporige accumulatie van SALW en de munitie daarvoor.

    3.4.2.   Resultaten van het project

    Een platform beheren waar non-proliferatie-denktanks hun onafhankelijke standpunten en analysen over met de proliferatie van MVW en conventionele wapens, waaronder SALW, verband houdende thema’s, te allen tijde kunnen delen;

    De uitbouw, het beheer en de actualisering van het huidige netwerk van onafhankelijke denktanks;

    Een beter begrip van de strategieën van de Unie tegen de verspreiding van MVW en SALW binnen het maatschappelijk middenveld bevorderen en een interface vormen tussen de Unie en het netwerk van denktanks;

    Het te allen tijde gratis downloaden mogelijk maken van documenten over de vergaderingen van het netwerk en van onafhankelijke denktanks die hun onderzoeksresultaten willen delen zonder financiële tegenprestatie;

    De instellingen van de Unie, de lidstaten, het maatschappelijk middenveld en derde landen meer besef en kennis bijbrengen over de dreiging die uitgaat van conventionele wapens, MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, zodat zij beter kunnen anticiperen.

    3.4.3.   Omschrijving van het project

    Indien haalbaar en wenselijk kan het gebruik van technologie van het facebook-type worden ontwikkeld, teneinde actieve onlinecommunicatie en de uitwisseling van informatie tussen de deelnemers aan het netwerk in een vertrouwd milieu mogelijk te maken.;

    Het Consortium, dat de leiding over het project heeft, wordt belast met webhosting, webontwerp en het technische onderhoud van de website;

    Het Uniebeleid betreffende aangelegenheden op het gebied van MVW-proliferatie en conventionele wapens, met inbegrip van SALW, wordt gevolgd en gesteund met behulp van op regelmatige basis beschikbare passende documentatie;

    Publicaties van het Consortium worden onder de aandacht gebracht en ondersteund door specifieke historische dossiers;

    Aan door het Consortium georganiseerde conferenties wordt bekendheid gegeven op de website (achtergronddocumentatie, agenda, presentaties, indien mogelijk video-opname van openbare vergaderingen), via welke ook verspreiding plaatsvindt;

    Tweemaandelijks verschijnt een e-nieuwsbrief met institutioneel non-proliferatienieuws van binnen de Unie; ook wordt hierin het wetenschappelijk werk van de onderzoekscentra van het netwerk gevolgd;

    Maandelijks worden bijzondere verslagen gepubliceerd over specifieke onderwerpen met betrekking tot aangelegenheden op het gebied van MVW-proliferatie en conventionele wapens, met inbegrip van SALW.

    3.5.   Project 5: Publicaties

    3.5.1.   Doel van het project

    Het produceren van maximaal twintig beleidsdocumenten over onderwerpen die verband houden met non-proliferatie van MVW, de overbrengingssystemen daarvoor, SALW en ontwapening;

    Het aanbieden van informatie en een analyse ten behoeve van een politieke en veiligheidsgerelateerde dialoog over maatregelen ter bestrijding van de proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, met name door deskundigen, onderzoekers en wetenschappers;

    Het aanbieden van een hulpmiddel waarvan de deelnemers in de betrokken voorbereidende Raadsinstanties zich kunnen bedienen om hun besprekingen over het non-proliferatiebeleid en de non-proliferatiepraktijken van de EU te stofferen;

    Het aandragen van ideeën, informatie en een analyse die van nut kunnen zijn bij de uitwerking van non-proliferatiemaatregelen op Unieniveau.

    3.5.2.   Resultaten van het project

    Het versterken van de politieke en veiligheidsgerelateerde dialoog over maatregelen ter bestrijding van de proliferatie van MVW en de overbrengingsmiddelen daarvoor, vooral door deskundigen, onderzoekers en wetenschappers;

    Het versterken van het bewustzijn, de kennis en het begrip in het maatschappelijk middenveld en binnen de overheden met betrekking tot vraagstukken in verband met het non-proliferatie- en het ontwapeningsbeleid van de EU;

    Het aanbieden van politieke en/of operationele beleidsopties ten behoeve van de HV, de instellingen van de Unie en de lidstaten;

    Het aandragen van ideeën, informatie en een analyse die van nut kunnen zijn bij de uitwerking van non-proliferatiemaatregelen op Unieniveau.

    3.5.3.   Omschrijving van het project

    Het project voorziet in de opstelling en publicatie van maximaal twintig beleidsdocumenten. Deze beleidsdocumenten worden opgesteld door of in opdracht van het Consortium en geven niet noodzakelijk de standpunten weer van de instellingen van de Unie of de lidstaten.

    De beleidsdocumenten hebben betrekking op onderwerpen die onder het mandaat van het Consortium vallen. In elk document worden politieke en/of operationele beleidsopties geformuleerd.

    Er wordt voor gezorgd dat formaat en stijl van de beleidsdocumenten deze toegankelijk en leesbaar maken voor de doelgroepen.

    De beleidsdocumenten kunnen worden gepubliceerd op de website van het Consortium.

    3.6.   Project 6: Onderwijs

    3.6.1.   Doel van het project

    Het creëren van capaciteit, onder de komende generatie van wetenschappers en mensen uit de praktijk, op het gebied van non-proliferatiebeleid en -programmering;

    Het vergroten van de gedetailleerde kennis, in de Unie en in derde landen, omtrent het non-proliferatie- en ontwapeningsbeleid van de Unie;

    De totstandbrenging van netwerken van jonge mensen uit de praktijk en wetenschappers op regionaal niveau, daar waar de Unie veel belang heeft bij non-proliferatie;

    Vernieuwing en verruiming van de expertise met betrekking tot MVW- en SALW-vraagstukken in de Unie en haar partnerlanden;

    De instellingen van de Unie, de lidstaten en het EU-non-proliferatienetwerk nieuwe ideeën en een nieuwe analyse betreffende non-proliferatie bieden.

    3.6.2.   Resultaten van het project

    Het leggen van de grondslagen voor de totstandbrenging van een online-onderwijsinstrument dat een modelcurriculum beschikbaar stelt met betrekking tot non-proliferatie en ontwapeningsaangelegenheden, en dat 24 maanden na het begin van de looptijd van het contract operationeel moet worden;

    Vergroting van de capaciteiten, onder de komende generatie van wetenschappers en beroepsbeoefenaren, op het gebied van non-proliferatiebeleid en -programmering;

    Een meer gedetailleerde kennis, in de Unie en in derde landen, omtrent het non-proliferatie- en ontwapeningsbeleid van de EU;

    De totstandbrenging van netwerken van jonge mensen uit de praktijk en wetenschappers, alsmede het faciliteren van praktische samenwerking;

    Grotere expertise inzake aangelegenheden op het gebied van non-proliferatie en ontwapening met betrekking tot MVW en SALW in de Unie en in derde landen;

    Nieuwe input betreffende instellingen van de Unie, lidstaten, partnerlanden en het EU-non-proliferatienetwerk met betrekking tot non-proliferatie.

    3.6.3.   Omschrijving van het project

    In het kader van het project zou het Consortium maximaal 48 net afgestudeerden en jonge diplomaten een stage moeten aanbieden, ieder gedurende ten hoogste drie maanden. Tijdens de stage vinden lezingen en discussiebijeenkomsten plaats alsmede gestructureerd lezen („structured reading”), terwijl het project geïntegreerd wordt in ten minste twee van de instituten van het Consortium. Met het oog op de benodigde flexibiliteit kunnen kortere modules in het project worden opgenomen. Alle studenten ontvangen uitnodigingen voor de door het Consortium georganiseerde conferenties en studiebijeenkomsten.

    Het uiteindelijke doel van het project is het leggen van de grondvesten voor een online-onderwijsinstrument waarin een modelcurriculum beschikbaar wordt gesteld voor aangelegenheden op het gebied van non-proliferatie en ontwapening. Dit online-onderwijsinstrument moet het gehele spectrum bestrijken van aangelegenheden met betrekking tot conventionele en niet-conventionele wapens, en moet aan verschillende doelgroepen kunnen worden aangepast (jonge diplomaten, journalisten, net afgestudeerden en postdocs, zowel uit Europa als van elders). Naargelang van de gevoeligheid van de inhoud kunnen passende veiligheidsmachtigingen vereist worden. Tevens moet er in het online-onderwijsinstrument ruimte zijn voor integratie in universitaire masterprogramma's; de standaardlengte moet bestaan uit 15 lessen waarin alle aspecten aan bod komen. Dit komt qua studiepunten overeen met een doctoraalcollege van een semester, en dekt ook de behoeften van andere publieksgroepen.

    4.   Duur

    De totale geschatte duur van de uitvoering van de projecten bedraagt 36 maanden.

    5.   Begunstigden

    5.1.   Directe begunstigden

    De proliferatie van MVW door zowel staten als niet-gouvernementele actoren is zowel in de Europese veiligheidsstrategie als in de EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van MVW bestempeld als de potentieel belangrijkste bedreiging voor de veiligheid van de Unie. Evenzo vormen volgens de EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van MVW de illegale handel in en de buitensporige accumulatie van SALW en munitie daarvoor een ernstige bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid. De voorgestelde projecten dienen de doelstellingen van het GBVB en dragen bij tot het verwezenlijken van de in de Europese veiligheidsstrategie vastgestelde doelstellingen.

    5.2.   Indirecte begunstigden

    De indirecte begunstigden van dit project zijn:

    a)

    onafhankelijke denktanks en wetenschappers die gespecialiseerd zijn in met non-proliferatie en conventionele wapens verband houdende thema’s, waaronder SALW, uit de Unie en derde landen;

    b)

    instellingen van de Unie, met inbegrip van onderwijsinstellingen, studenten en alle andere personen aan wie het online-onderwijsinstrument ter beschikking wordt gesteld;

    c)

    lidstaten;

    d)

    derde landen.

    6.   Deelneming door derde partijen

    De projecten worden volledig gefinancierd krachtens dit besluit. Deskundigen van de netwerken mogen als deelnemende derde partijen worden beschouwd. Zij zullen hun werkzaamheden verrichten volgens hun standaardwerkwijze.

    7.   Procedurele aspecten, coördinatie en het Stuurcomité

    Het Stuurcomité voor dit project is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de HV en van het in punt 8 van deze bijlage vermelde uitvoeringsorgaan. Het Stuurcomité zal de uitvoering van dit besluit regelmatig evalueren, ten minste elk half jaar, ook met behulp van elektronische communicatiemiddelen.

    8.   Uitvoeringsorgaan

    Met de technische uitvoering van dit besluit wordt het Consortium belast, dat zijn taken zal uitvoeren onder toezicht van de HV. Bij de uitvoering van zijn activiteiten werkt het Consortium samen met de HV, en de lidstaten en andere verdragsluitende staten en internationale organisaties, naargelang van het geval.


    Top