EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0288

2013/288/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 13 juni 2013 tot wijziging van Besluit 2011/30/EU betreffende de gelijkwaardigheid van de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen van bepaalde derde landen voor auditors en auditorganisaties en betreffende een overgangsperiode voor controleactiviteiten van auditors en auditorganisaties van bepaalde derde landen in de Europese Unie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 3491) Voor de EER relevante tekst

OJ L 163, 15.6.2013, p. 26–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 17 Volume 003 P. 248 - 251

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/288/oj

15.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/26


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 13 juni 2013

tot wijziging van Besluit 2011/30/EU betreffende de gelijkwaardigheid van de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen van bepaalde derde landen voor auditors en auditorganisaties en betreffende een overgangsperiode voor controleactiviteiten van auditors en auditorganisaties van bepaalde derde landen in de Europese Unie

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 3491)

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/288/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (1), en met name artikel 46, lid 2, eerste alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Besluit 2011/30/EU van de Commissie (2) was het auditors en auditorganisaties van de in de bijlage bij dit besluit genoemde derde landen toegestaan hun activiteiten in de Unie voort te zetten die verband hielden met controleverklaringen betreffende enkelvoudige of geconsolideerde jaarrekeningen voor boekjaren die aanvingen in de periode gaande van 2 juli 2010 tot en met 31 juli 2012.

(2)

De Commissie heeft beoordelingen uitgevoerd van de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties van de in de bijlage bij Besluit 2011/30/EU genoemde derde landen en gebieden. De beoordelingen zijn uitgevoerd met de hulp van de Europese groep van accountantstoezichthouders (European Group of Auditors’ Oversight Bodies). De stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties van deze derde landen en gebieden zijn getoetst aan de criteria die zijn uiteengezet in de artikelen 29, 30 en 32 van Richtlijn 2006/43/EG en die gelden voor de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditkantoren van de lidstaten. Het uiteindelijke doel van de samenwerking tussen de lidstaten en de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties van derde landen moet zijn het bereiken van wederzijds vertrouwen in elkaars toezichtstelsels op grond van gelijkwaardigheid.

(3)

Uit de uitgevoerde beoordelingen blijkt dat Abu Dhabi, Brazilië, Dubai International Financial Centre, Guernsey, Indonesië, het Eiland Man, Jersey, Maleisië, Taiwan en Thailand stelsels van publiek toezicht, kwaliteitsborgingsstelsels en onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties hebben die functioneren volgens regels die vergelijkbaar zijn met die welke in de artikelen 29, 30 en 32 van Richtlijn 2006/43/EG zijn uiteengezet. Daarom is het passend dat de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties van deze derde landen worden aangemerkt als zijnde gelijkwaardig aan de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditkantoren van de lidstaten.

(4)

Bermuda, de Kaaimaneilanden, Egypte, Mauritius, Nieuw-Zeeland, Rusland en Turkije hebben stelsels van publiek toezicht, kwaliteitsborgingsstelsels en onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties opgezet of zijn daarmee bezig. De informatie over het functioneren van en de geldende regels voor deze stelsels en regelingen is echter ontoereikend om een gelijkwaardigheidsbeoordeling te kunnen uitvoeren. Teneinde een verdere beoordeling te kunnen uitvoeren om een definitief besluit ten aanzien van de gelijkwaardigheid van deze stelsels en regelingen te kunnen nemen, dient aanvullende informatie van deze derde landen en gebieden te worden verkregen om een beter inzicht in hun stelsels en regelingen te verwerven. Het is daarom nodig om de overgangsperiode te verlengen die bij Besluit 2011/30/EU is toegestaan aan auditors en auditorganisaties die controleverklaringen afleveren betreffende de enkelvoudige of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen die hun statutaire zetel in de betrokken derde landen en gebieden hebben.

(5)

De auditors en auditorganisaties die controleverklaringen afleveren betreffende de enkelvoudige of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen die hun statutaire zetel in Hongkong, India en Israël hebben, kwamen in aanmerking voor de bij Besluit 2011/30/EU toegestane overgangsperiode. Sindsdien hebben deze derde landen of gebieden geen onafhankelijke stelsels van publiek toezicht, kwaliteitsborgingsstelsels en onderzoeks- en sanctieregelingen opgezet. Zij hebben evenmin informatie over hun toezicht- en regelgevingsstelsels voor controleactiviteiten verstrekt. In deze omstandigheden lijkt het erop dat de betrokken derde landen of gebieden nagelaten hebben de vereiste maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat hun auditregulering door de Commissie wordt erkend als zijnde gelijkwaardig aan de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditkantoren van de lidstaten. De overgangsperiode die hun bij Besluit 2011/30/EU is toegestaan, dient derhalve niet te worden verlengd voor de auditors en auditorganisaties die controleverklaringen afleveren betreffende de enkelvoudige of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen die hun statutaire zetel in de betrokken derde landen en gebieden hebben.

(6)

Ter bescherming van de beleggers mogen auditors en auditorganisaties die controleverklaringen afleveren betreffende de enkelvoudige of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen die hun statutaire zetel in de in bijlage II bij dit besluit genoemde derde landen hebben, tijdens de overgangsperiode hun controleactiviteiten in de Unie alleen voortzetten zonder overeenkomstig artikel 45 van Richtlijn 2006/43/EG te zijn geregistreerd als zij de vereiste informatie verstrekken. Mits zij deze informatie verschaffen, dienen de betrokken auditors en auditorganisaties hun activiteiten, die verband houden met controleverklaringen betreffende enkelvoudige of geconsolideerde jaarrekeningen voor boekjaren die aanvangen in de periode gaande van 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2015, voort te kunnen zetten. Dit besluit dient het recht van de lidstaten onverlet te laten om hun onderzoeks- en sanctieregelingen op de betrokken auditors en auditorganisaties toe te passen.

(7)

Besluit 2011/30/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 48, lid 1, van Richtlijn 2006/43/EG ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2011/30/EU wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 1 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd:

„Voor de toepassing van artikel 46, lid 1, van Richtlijn 2006/43/EG worden de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditorganisaties van de volgende derde landen en gebieden aangemerkt als zijnde gelijkwaardig aan de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen voor auditors en auditkantoren van de lidstaten wat de controleactiviteiten betreft die betrekking hebben op de enkelvoudige of geconsolideerde jaarrekeningen voor boekjaren die op 1 augustus 2012 aanvangen:

1)

Abu Dhabi

2)

Brazilië

3)

Dubai International Financial Centre

4)

Guernsey

5)

Indonesië

6)

Eiland Man

7)

Jersey

8)

Maleisië

9)

Taiwan

10)

Thailand”.

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

In de aanhef van lid 1 worden de woorden „de bijlage” vervangen door „bijlage I”;

b)

de leden 2, 3 en 4 worden vervangen door:

„2.   De lidstaten passen artikel 45 van Richtlijn 2006/43/EG niet toe ten aanzien van de in artikel 45, lid 1, van genoemde richtlijn bedoelde auditors en auditorganisaties die controleverklaringen afleveren betreffende de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen met statutaire zetel in de in bijlage II bij dit besluit genoemde derde landen voor boekjaren die aanvangen tijdens de periode gaande van 2 juli 2010 tot en met 31 juli 2015, mits de betrokken auditor of auditorganisatie de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat alle volgende gegevens verstrekt:

a)

naam en adres van de betrokken auditor of auditorganisatie en informatie over de juridische structuur ervan;

b)

wanneer de auditor of auditorganisatie tot een netwerk behoort, een beschrijving van het netwerk;

c)

de controlestandaarden en onafhankelijkheidseisen die op de controle in kwestie zijn toegepast;

d)

een beschrijving van het interne kwaliteitbeheersingssysteem van de auditorganisatie;

e)

een indicatie of en wanneer de laatste kwaliteitsbeoordeling van de auditor of auditorganisatie is uitgevoerd en, tenzij deze informatie door de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land wordt verstrekt, alle benodigde informatie over de uitkomst van de beoordeling. Ingeval de benodigde informatie over de uitkomst van de laatste kwaliteitsbeoordeling niet openbaar is, behandelen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten dergelijke informatie als vertrouwelijk.

3.   De lidstaten zien erop toe dat het publiek wordt ingelicht over de naam en het adres van de auditors en auditorganisaties die controleverklaringen afleveren betreffende de jaarrekening of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen die hun statutaire zetel in de in bijlage II bij dit besluit genoemde derde landen hebben, alsook over het feit dat de stelsels van publiek toezicht, de kwaliteitsborgingsstelsels en de onderzoeks- en sanctieregelingen van deze landen en gebieden nog niet als gelijkwaardig zijn erkend overeenkomstig artikel 46, lid 2, van Richtlijn 2006/43/EG. Te dien einde mogen de in artikel 45 van Richtlijn 2006/43/EG bedoelde bevoegde autoriteiten ook overgaan tot registerinschrijving van de auditors en auditorganisaties die controles uitvoeren van de enkelvoudige of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen die hun statutaire zetel in de in bijlage II bij dit besluit genoemde derde landen hebben.

4.   Onverminderd lid 2 kunnen de lidstaten hun onderzoeks- en sanctieregelingen toepassen op de auditors en auditorganisaties die controles uitvoeren van de enkelvoudige of de geconsolideerde jaarrekening van vennootschappen die hun statutaire zetel in de in bijlage II bij dit besluit genoemde derde landen hebben.”;

c)

het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

„5.   Lid 2 laat de samenwerkingsregelingen inzake individuele kwaliteitsbeoordelingen tussen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat en de bevoegde autoriteiten van een in bijlage II genoemd derde land onverlet, op voorwaarde dat een dergelijke regeling aan alle volgende criteria voldoet:

a)

zij voorziet in de uitvoering van kwaliteitsbeoordelingen op basis van de gelijkheid van behandeling;

b)

zij is van tevoren aan de Commissie meegedeeld;

c)

zij loopt niet vooruit op een besluit van de Commissie op grond van artikel 47 van Richtlijn 2006/43/EG.”.

3)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

Artikel 1, eerste alinea, punt 10, treedt buiten werking op 31 juli 2013.”.

4)

De bijlage wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit.

5)

Bijlage II wordt toegevoegd overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 13 juni 2013.

Voor de Commissie

Michel BARNIER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 157 van 9.6.2006, blz. 87.

(2)  PB L 15 van 20.1.2011, blz. 12.


BIJLAGE I

LIJST VAN DERDE LANDEN EN GEBIEDEN

 

Abu Dhabi

 

Brazilië

 

Dubai International Financial Centre

 

Guernsey

 

Hongkong

 

India

 

Indonesië

 

Eiland Man

 

Israël

 

Jersey

 

Maleisië

 

Taiwan

 

Thailand


BIJLAGE II

LIJST VAN DERDE LANDEN

 

Bermuda

 

Kaaimaneilanden

 

Egypte

 

Mauritius

 

Nieuw-Zeeland

 

Rusland

 

Turkije


Top