Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0819

    Besluit 2011/819/GBVB van de Raad van 8 december 2011 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika

    PB L 327 van 9.12.2011, p. 62–65 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/02/2020

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/819/oj

    9.12.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 327/62


    BESLUIT 2011/819/GBVB VAN DE RAAD

    van 8 december 2011

    tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het is noodzakelijk dat de Unie een regionaal antwoord biedt op de complexe en met elkaar verband houdende uitdagingen in de Hoorn van Afrika.

    (2)

    De heer Alexander RONDOS moet worden benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Hoorn van Afrika voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012.

    (3)

    De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het externe optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

    De heer Alexander RONDOS wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de Hoorn van Afrika voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden verlengd of beëindigd, indien de Raad daartoe besluit op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

    Voor de toepassing van het mandaat van de SVEU omvat de Hoorn van Afrika de Republiek Djibouti, de staat Eritrea, de Federale Democratische Republiek Ethiopië, de Republiek Kenia, Somalië, de Republiek Sudan, de Republiek Zuid-Sudan en de Republiek Uganda. Voor aangelegenheden met ruimere regionale implicaties, waaronder piraterij, zal de SVEU in voorkomend geval overleg plegen met landen en regionale entiteiten buiten de Hoorn van Afrika.

    Vanwege de noodzaak van een regionale aanpak van de met elkaar verband houdende uitdagingen waarmee de regio te kampen heeft, zal de SVEU voor de Hoorn van Afrika nauw overleg moeten voeren met de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan, die deze twee landen zal blijven aansturen.

    Artikel 2

    Beleidsdoelstellingen

    1.   Het mandaat van de SVEU berust op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie („de EU” of „de Unie”) met betrekking tot de Hoorn van Afrika, namelijk actief bijdragen tot de regionale en internationale inspanningen voor een duurzame vrede, veiligheid en ontwikkeling in de regio. Voorts zal de SVEU ernaar streven de kwaliteit, de intensiteit en het effect van het meervoudige engagement van de EU in de Hoorn van Afrika te vergroten.

    2.   Aanvankelijk zal er voorrang worden gegeven aan Somalië, en aan de regionale dimensies van het conflict alsmede aan de piraterij, die diep geworteld is in de instabiliteit van Somalië.

    3.   Wat Somalië betreft, beoogt het beleid van de EU via een gecoördineerd en doeltreffend gebruik van al haar instrumenten om Somalië en zijn bevolking terug op de weg naar vrede en welvaart te brengen. Daartoe zal de EU de rol van de Verenigde Naties (VN) bij het faciliteren van een geloofwaardig en inclusief, door Somalië geleid politiek proces ondersteunen, en zal zij, in samenwerking met regionale en internationale partners, actief blijven bijdragen tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de post-overgangsfase.

    4.   Wat betreft piraterij die ontstaan is in Somalië, bestaat de rol van de SVEU in het leveren van een bijdrage tot het ontwikkelen en uitvoeren van een samenhangende, doeltreffende en evenwichtige EU-aanpak van piraterij, die alle aspecten van het EU-optreden omvat, met name op politiek, veiligheids- en ontwikkelingsgebied, en moet de SVEU de belangrijkste EU-gesprekspartner voor piraterij zijn. voor de internationale gemeenschap, met inbegrip van de regio Oost- en Zuidelijk Afrika en het Brits Indische Oceaanterritorium (ESA/IO-regio).

    Artikel 3

    Mandaat

    1.   Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het EU-beleid met betrekking tot de Hoorn van Afrika krijgt de SVEU het mandaat om:

    a)

    overleg te plegen met alle relevante belanghebbenden van de regio, regeringen, bestaande regionale autoriteiten, internationale en regionale organisaties, het middenveld en de diaspora, om de EU-doelstellingen vooruit te helpen en bij te dragen tot een beter begrip van de rol van de Unie in de regio;

    b)

    de Unie in de bevoegde internationale fora te vertegenwoordigen, en zorg te dragen voor de zichtbaarheid van de EU-steun voor crisisbeheersing en -preventie;

    c)

    doeltreffende politieke samenwerking en economische integratie in de regio aan te moedigen en te ondersteunen via het partnerschap van de EU met de Afrikaanse Unie (AU) en subregionale organisaties;

    d)

    bij te dragen tot de uitvoering van EU-beleid voor de Hoorn van Afrika, in nauwe samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de EU-delegaties in de regio, en met de Commissie;

    e)

    met betrekking tot Somalië, in nauw overleg met bevoegde regionale en internationale partners, actief bij te dragen tot acties en initiatieven die leiden tot de uitvoering van het vredesakkoord van Djibouti en de bijbehorende regeling voor de post-overgangsfase, en daarbij de institutionele opbouw, de rechtsstaat, en de totstandbrenging van bekwame bestuursstructuren op alle niveaus te ondersteunen; de veiligheidssituatie te verbeteren; zich in te zetten voor rechtsbedeling, nationale verzoening en eerbiediging van de mensenrechten; en de humanitaire toegang, met name in het centrum en het zuiden van Somalië, te verbeteren door het belang te bepleiten van eerbiediging van het internationaal humanitair recht en naleving van de humanitaire beginselen, te weten menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid;

    f)

    nauw en actief te blijven samenwerken met de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor Somalië, deel te nemen aan de werkzaamheden van de internationale contactgroep voor Somalië en andere bevoegde fora, en werk te maken van een gecoördineerde en samenhangende, internationale aanpak voor Somalië, ook via de militaire missie van de Europese Unie die bijdraagt aan de opleiding van Somalische veiligheidstroepen (EUTM Somalië), EU NAVFOR Somalia (Atalanta), en de niet- aflatende steun van de EU voor de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom), en daarbij nauw met de lidstaten samen te werken;

    g)

    de regionale dimensie van de Somalische crisis, met inbegrip van terrorisme, wapensmokkel, vluchtelingen- en migratiestromen, maritieme veiligheid, piraterij en de desbetreffende financiële stromen, op de voet te volgen;

    h)

    met betrekking tot piraterij, zich te houden op alle EU-acties in het kader van de EDEO, de Commissie en de lidstaten, en regelmatig politieke contacten op hoog niveau te onderhouden met de landen in de regio die geconfronteerd worden met piraterij vanuit Somalië, de regionale organisaties, de VN-Contactgroep piraterij voor de kust van Somalië, de VN en andere belangrijke spelers, om een samenhangende en alomvattende aanpak van piraterij te garanderen en de belangrijke rol van de EU bij de internationale inspanningen ter bestrijding van piraterij te verzekeren. Dat betekent onder meer actieve ondersteuning door de EU van de regionale maritieme capaciteitsopbouw en van de berechting van piraten, en ervoor zorgen dat de dieperliggende oorzaken van piraterij in Somalië naar behoren worden aangepakt. Tevens behelst dit het onverminderd actief ondersteunen van de ESA/IO-regio bij de uitvoering van haar strategie en actieplan ter bestrijding van piraterij en de gedragscode van Djibouti;

    i)

    de politieke ontwikkelingen in de regio te volgen en bij te dragen tot de ontwikkeling van EU-beleid voor de regio, ook wat betreft het Ethiopisch-Eritrese grensconflict en de uitvoering van het akkoord van Algiers, het initiatief voor het Nijlbekken, en andere problemen in de regio die gevolgen hebben voor de veiligheid, de stabiliteit en de welvaart, waarbij er tevens voor moet worden gezorgd dat regeringen bij een uitbarsting van geweld of bij een politieke crisis ter verantwoording kunnen worden geroepen;

    j)

    grensoverschrijdende uitdagingen voor de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de gevolgen van humanitaire crises op politiek en veiligheidgebied, op de voet te volgen;

    k)

    bij te dragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de EU in de Hoorn van Afrika, met inbegrip van de richtsnoeren van de EU inzake mensenrechten, met name de EU-richtsnoeren over kinderen en gewapende conflicten, alsook inzake geweld en uitbanning van discriminatie jegens vrouwen en meisjes, en het beleid van de EU betreffende vrouwen, vrede en veiligheid, onder meer door de ontwikkelingen te volgen, er verslag over uit te brengen en aanbevelingen ter zake te formuleren.

    2.   Ter vervulling van zijn mandaat zal de SVEU onder meer:

    a)

    advies en verslag uitbrengen over de vaststelling van EU-standpunten in internationale fora met het oog op het proactief promoten van de alomvattende EU-beleidsaanpak voor de Hoorn van Afrika;

    b)

    zicht houden op alle activiteiten van de Unie en nauw samenwerken met alle betrokken EU-delegaties.

    Artikel 4

    Uitvoering van het mandaat

    1.   De SVEU is onder het gezag van de HV belast met de uitvoering van het mandaat.

    2.   Het Politiek en Veiligheidscomité („PVC”) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

    3.   De SVEU werkt nauw samen met de EDEO.

    Artikel 5

    Financiering

    1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 beloopt 670 000 EUR.

    2.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

    3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

    Artikel 6

    Samenstelling van het team

    1.   Binnen de grenzen van het mandaat van de SVEU en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleids- en veiligheidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie voortdurend op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

    2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Unie of de EDEO bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

    3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, van de instelling van de Unie of van de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

    Artikel 7

    Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn personeel

    De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn personeelsleden, worden naargelang het geval met het ontvangende land of de ontvangende landen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

    Artikel 8

    Beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens

    De SVEU en de leden van zijn team leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2011/292/EU van de Raad van 31 maart 2011 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (1).

    Artikel 9

    Toegang tot informatie en logistieke steun

    1.   De lidstaten, de Commissie, de EDEO en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

    2.   De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

    Artikel 10

    Veiligheid

    Overeenkomstig het EU-beleid inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is; met name:

    a)

    stelt hij een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan voor de missie behelst;

    b)

    zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering voor grote risico’s;

    c)

    zorgt hij ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het missiegebied is ingedeeld;

    d)

    zorgt hij ervoor dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en brengt hij aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het tussentijds verslag en het verslag over de uitvoering van zijn mandaat.

    Artikel 11

    Rapportage

    1.   De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de HV of het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Buitenlandse Zaken.

    2.   De SVEU brengt verslag uit over de wijze waarop het best uitvoering kan worden gegeven aan de initiatieven van de Unie, zoals de bijdrage die de Unie levert aan hervormingen, en gaat daarbij mede in op de politieke aspecten van relevante ontwikkelingsprojecten van de Unie, in coördinatie met de EU-delegaties in de Hoorn van Afrika.

    Artikel 12

    Coördinatie

    1.   De SVEU bevordert de algehele politieke coördinatie van de Unie en hij helpt de EU-delegaties ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de EU-beleidsdoelstellingen te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van de EU-delegaties en de Commissie, en met die van andere SVEU’s die actief zijn in de regio, met name de SVEU voor Sudan en Zuid-Sudan en de SVEU voor de AU. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie in de regio.

    2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de delegaties van de Unie en de missiehoofden van de lidstaten. Die doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU te assisteren bij de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft de commandant van EUNAVFOR Atalanta en de commandant van de missie EUTM Somalia plaatselijke politieke sturing, in nauw overleg met de betrokken EU-delegaties. De SVEU en de operationele commandant van de EU plegen indien nodig overleg.

    3.   De SVEU werkt nauw samen met de autoriteiten van de betrokken landen, de VN, de AU, de intergouvernementele autoriteit voor ontwikkeling (IGAD), en andere nationale, regionale en internationale belanghebbenden, en tevens met het maatschappelijk middenveld in de regio.

    Artikel 13

    Evaluatie

    De toepassing van dit besluit en de consistentie ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. Aan het eind van zijn mandaat legt de SVEU aan de Raad, de HV en de Commissie een uitvoerig verslag voor over de uitvoering van het mandaat.

    Artikel 14

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 8 december 2011.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. DOWGIELEWICZ


    (1)  PB L 141 van 27.5.2011, blz. 17.


    Top