Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0264

2010/264/: Besluit van de Commissie van 4 mei 2010 betreffende het verzoek van Bulgarije om beschermingsmaatregelen met het oog op een afwijking van de verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2688)

PB L 113 van 6.5.2010, pp. 56–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/264/oj

6.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 113/56


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 4 mei 2010

betreffende het verzoek van Bulgarije om beschermingsmaatregelen met het oog op een afwijking van de verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 2688)

(Alleen de tekst in de Bulgaarse taal is authentiek)

(2010/264/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (1), en met name op artikel 36,

Gezien het verzoek van Bulgarije,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Met Richtlijn 2001/80/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2001 inzake de beperking van de emissies van bepaalde verontreinigende stoffen in de lucht door grote stookinstallaties (2) wordt beoogd de emissies in de lucht van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en stof door stookinstallaties met een nominaal thermisch vermogen van 50 megawatt (MW) of meer, te beperken. Hiertoe worden in de richtlijn emissiegrenswaarden voor die installaties vastgesteld, alsook controle- en rapportageverplichtingen. De emissiegrenswaarden zijn sinds 1 januari 2008 van toepassing op bestaande installaties.

(2)

Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Richtlijn 2001/80/EG kunnen bepaalde bestaande installaties worden vrijgesteld. Voorwaarde voor een dergelijke vrijstelling is dat de exploitant van de installatie de bevoegde autoriteiten ervan in kennis moet hebben gesteld dat de installatie tussen 1 januari 2008 en 31 december 2015 niet langer dan 20 000 uur in bedrijf wordt genomen. Op de vrijgestelde installaties zijn de emissiegrenswaarden van de richtlijn niet van toepassing.

(3)

Tijdens de toetredingsonderhandelingen heeft Bulgarije voor vier stookinstallaties (TPP „Varna”, TPP „Bobov dol”, TPP „Ruse East” en TPP „Lukoil Neftochim”) afwijkingen verkregen van de toepassing van de emissiegrenswaarden uit hoofde van Richtlijn 2001/80/EG).

(4)

Bij brief van 31 december 2009 heeft Bulgarije de Commissie machtiging gevraagd om op grond van artikel 36 van het Toetredingsverdrag tot 31 december 2014 beschermingsmaatregelen te nemen ten opzichte van vijf stookinstallaties (TPP „Bobov dol”, Brikel SJSC, Maritza 3 SJSC, TPP „Republika” en TPP „Sliven”).

(5)

In het Toetredingsverdrag is voorzien in een afwijking voor twee eenheden van TPP „Bobov dol” tot respectievelijk 31 december 2011 en 31 december 2014; de derde eenheid moest vanaf 1 januari 2008 voldoen aan de vereisten van Richtlijn 2001/80/EG.

(6)

Brikel SJSC en Maritza 3 SJSC zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Richtlijn 2001/80/EG en mogen bijgevolg tussen 1 januari 2008 en 31 december 2015 niet meer dan 20 000 uur in bedrijf worden genomen.

(7)

De Bulgaarse autoriteiten baseren hun verzoek op de economische moeilijkheden waardoor de noodzakelijke investeringen ter verbetering of vervanging van de desbetreffende installaties aanzienlijke vertragingen hebben opgelopen. Als gevolg daarvan zouden de installaties niet binnen de (bij Richtlijn 2001/80/EG of het Toetredingsverdrag) vastgestelde termijn aan de vereisten van Richtlijn 2001/80/EG kunnen voldoen en zouden ze buiten bedrijf moeten worden gesteld. Bij sluiting van de installaties zou volgens het verzoek van Bulgarije de levering van elektriciteit en warmte in de regio Zuidoost- en Zuidwest Bulgarije in het gedrang kunnen komen. Sluiting zou ook leiden tot de sluiting van de naburige mijnen, die afhankelijk zijn van de vraag naar kolen van de stookinstallaties.

(8)

Artikel 36 van het Toetredingsverdrag heeft enkel betrekking op ernstige moeilijkheden — hetzij voor de nieuwe lidstaat, hetzij voor de landen die reeds lid waren — die het gevolg zijn van de toepassing van de internemarktregels door de nieuwe lidstaat. Het doel van artikel 36 is het tijdelijk verlichten van de effecten van de regels op de economie van het land, maar het voorziet niet in afwijkingen van het acquis van de EU in andere beleidsdomeinen zoals milieuwetgeving.

(9)

De vermeende moeilijkheden van Bulgarije zijn geen gevolg van de internemarktregels van de EU, maar hebben betrekking op de naleving van de EU-milieuwetgeving. Het gaat niet om moeilijkheden op korte termijn die zich ten hoogste drie jaar na de toetreding van Bulgarije tot de EU hebben voorgedaan. Zij bestonden al bij de opstelling van het Toetredingsverdrag en bijlage VI met overgangsmaatregelen voor Bulgarije, met inbegrip van die met betrekking tot Richtlijn 2001/80/EG.

(10)

Het verzoek van Bulgarije valt daarom buiten het toepassingsgebied van artikel 36 van het Toetredingsverdrag en moet niet-ontvankelijk worden verklaard,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het verzoek van Bulgarije om op grond van artikel 36 van het Toetredingsverdrag beschermingsmaatregelen te nemen met het oog op een afwijking van de verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2001/80/EG, wordt afgewezen.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Bulgarije.

Gedaan te Brussel, 4 mei 2010.

Voor de Commissie

Janez POTOČNIK

Lid van de Commissie


(1)   PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203.

(2)   PB L 309 van 27.11.2001, blz. 1.


Top