EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010D0085
2010/85/: Commission Decision of 9 February 2010 establishing the classes of reaction-to-fire performance for certain construction products as regards cementitious screeds, calcium sulphate screeds and synthetic resin floor screeds (notified under document C(2010) 772) (Text with EEA relevance)
2010/85/: Besluit van de Commissie van 9 februari 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat dekvloeren van cement, calciumsulfaat en kunsthars betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 772) (Voor de EER relevante tekst)
2010/85/: Besluit van de Commissie van 9 februari 2010 tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat dekvloeren van cement, calciumsulfaat en kunsthars betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 772) (Voor de EER relevante tekst)
PB L 38 van 11.2.2010, p. 17–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
11.2.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 38/17 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 9 februari 2010
tot vaststelling van klassen van materiaalgedrag bij brand voor bepaalde voor de bouw bestemde producten wat dekvloeren van cement, calciumsulfaat en kunsthars betreft
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2010) 772)
(Voor de EER relevante tekst)
(2010/85/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten (1), en met name op artikel 20, lid 2, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Richtlijn 89/106/EEG kan het met het oog op de op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau uiteenlopende beschermingsniveaus voor bouwwerken nodig zijn om in de basisdocumenten voor ieder fundamenteel voorschrift klassen vast te stellen voor het gedrag van producten. Deze documenten zijn in de vorm van een „mededeling van de Commissie betreffende de basisdocumenten van Richtlijn 89/106/EEG” (2) gepubliceerd. |
(2) |
Met betrekking tot het fundamentele voorschrift „brandveiligheid” noemt basisdocument nr. 2 een aantal onderling samenhangende maatregelen die tezamen de brandveiligheidsstrategie bepalen die in de lidstaten op verschillende wijze kan worden uitgewerkt. |
(3) |
Een van die maatregelen die in basisdocument nr. 2 worden genoemd, is het beperken van het ontstaan en de verspreiding van brand en rook op een bepaalde plaats door de kans dat voor de bouw bestemde producten bijdragen tot de volledige ontwikkeling van een brand te verkleinen. |
(4) |
Het niveau van die beperking kan slechts worden uitgedrukt als een bepaald materiaalgedrag bij brand van de producten in hun uiteindelijke toepassing. |
(5) |
Als geharmoniseerde oplossing is bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie van 8 februari 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (3) een systeem van klassen vastgesteld. |
(6) |
Voor dekvloeren van cement, calciumsulfaat en kunsthars moet de klassenindeling van Beschikking 2000/147/EG worden toegepast. |
(7) |
Het materiaalgedrag bij brand van veel voor de bouw bestemde producten en/of materialen die zijn opgenomen in de klassenindeling van Beschikking 2000/147/EG, is duidelijk vastgesteld en is bij de voor brand bevoegde regelgevende instanties in de lidstaten voldoende bekend, zodat zij op dit specifieke gedragskenmerk niet hoeven te worden getest. |
(8) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de bouw, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De voor de bouw bestemde producten en/of materialen die aan alle eisen van het gedragskenmerk „materiaalgedrag bij brand” voldoen zonder verdere tests te moeten ondergaan, zijn vermeld in de bijlage.
Artikel 2
De specifieke klassen die overeenkomstig de bij Beschikking 2000/147/EG vastgestelde indeling naar materiaalgedrag bij brand voor de verschillende voor de bouw bestemde producten en/of materialen gelden, zijn in de bijlage bij dit besluit opgenomen.
Artikel 3
De producten worden, waar nodig, beoordeeld ten aanzien van de uiteindelijke toepassing ervan.
Artikel 4
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 9 februari 2010.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vicevoorzitter
(1) PB L 40 van 11.2.1989, blz. 12.
(2) PB C 62 van 28.2.1994, blz. 1.
(3) PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14.
BIJLAGE
In de tabellen in deze bijlage zijn de voor de bouw bestemde producten en/of materialen opgenomen die aan alle voorschriften voor het gedragskenmerk „materiaalgedrag bij brand” voldoen en niet hoeven te worden getest.
Tabel 1
Klassen van materiaalgedrag bij brand voor dekvloeren van cement en calciumsulfaat
Product (1) |
Maximale laagdikte (mm) |
Organisch gehalte (gewichtspercenten) |
Klasse (2) |
Dekvloeren van cement volgens EN 13813 |
30 |
< 20 |
E |
Dekvloeren van calciumsulfaat volgens EN 13813 |
Tabel 2
Klassen van materiaalgedrag bij brand voor dekvloeren van kunsthars
Product (3) |
Maximale laagdikte (mm) |
Organisch gehalte (gewichtspercenten) |
Klasse (4) |
Dekvloeren van ongevulde kunsthars, met epoxy-, polyurethaan-, polymethylmethacrylaat- of vinylesterhars als bindmiddel, volgens EN 13813 |
4 |
100 |
E of Efl |
Dekvloeren van gevulde kunsthars, met epoxy-, polyurethaan-, polymethylmethacrylaat- of vinylesterhars als bindmiddel en minerale bestanddelen als vulstof, volgens EN 13813 |
10 |
< 75 |
|
Met kiezelzand bestrooide dekvloeren van gevulde kunsthars, met epoxy-, polyurethaan-, polymethylmethacrylaat- of vinylesterhars als bindmiddel en minerale bestanddelen als vulstof, volgens EN 13813 |
10 |
< 75 |
(1) Aangebracht op een ondergrond van minimaal klasse D-s2,d0 met een minimale dikte van 12 mm en een minimale dichtheid van 680 kg/m3.
(2) Klasse E zoals vastgesteld in tabel 1 van de bijlage bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie als de dekvloer als onderlaag wordt gebruikt.
(3) Aangebracht op een ondergrond van minimaal klasse A2-s1,d0 met een minimale dikte van 6 mm en een minimale dichtheid van 1 800 kg/m3.
(4) Klasse E zoals vastgesteld in tabel 1 van de bijlage bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie als de dekvloer als onderlaag wordt gebruikt, of klasse Efl zoals vastgesteld in tabel 2 van de bijlage bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie als de dekvloer als slijtlaag wordt gebruikt.