EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009L0106

Richtlijn 2009/106/EG van de Commissie van 14 augustus 2009 tot wijziging van Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten

PB L 212 van 15.8.2009, p. 42–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2009/106/oj

15.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 212/42


RICHTLIJN 2009/106/EG VAN DE COMMISSIE

van 14 augustus 2009

tot wijziging van Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,

Gelet op Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (1), en met name op artikel 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ter bevordering van het vrije verkeer van vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten in de Gemeenschap zijn bij Richtlijn 2001/112/EG bijzondere bepalingen inzake de productie, de samenstelling en de etikettering van de betrokken producten vastgesteld. Deze voorschriften dienen te worden aangepast aan de vooruitgang van de techniek en rekening te houden met de ontwikkelingen in de betrokken internationale normen, met name de codexnorm voor vruchtensappen en nectars (Codex Stan 247-2005), die de Commissie van de Codex Alimentarius heeft vastgesteld tijdens haar achtentwintigste zitting van 4 tot en met 9 juli 2005, en de praktijkcode van de Europese vereniging voor vruchtensappen (AIJN). Deze codexnorm voorziet met name in kwaliteitskenmerken en etiketteringsvoorschriften voor vruchtensappen en soortgelijke producten. De AIJN-praktijkcode voorziet ook in kwaliteitskenmerken voor uit sapconcentraat verkregen vruchtensap en is internationaal gangbaar als referentienorm voor zelfregulering in de vruchtensapindustrie.

(2)

Richtlijn 2001/112/EG dient zo veel mogelijk in overeenstemming te worden gebracht met deze normen.

(3)

In deze codexnorm is bepaald dat het door reconstitutie van geconcentreerd vruchtensap verkregen product wordt omschreven als „vruchtensap uit sapconcentraat”. In het corresponderende etiketteringsvoorschrift op communautair niveau zou ook gebruik moeten worden gemaakt van deze internationaal erkende termen. Met het oog op een consistente etikettering in alle lidstaten moeten de verschillende taalversies indien nodig worden aangepast aan de formulering van de Codex Alimentarius.

(4)

Deze codexnorm en de praktijkcode van de AIJN voorzien ook in minimumbrixwaarden voor een lijst van vruchtensappen uit sapconcentraat; aangezien deze waarden de controle van minimumkwaliteitseisen vergemakkelijken, dienen zij in aanmerking te worden genomen voor zover zij overeenstemmen met de in de Gemeenschap gebruikte referentiewaarden.

(5)

Richtlijn 2001/112/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 2001/112/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 3, lid 6, worden de woorden „vervaardigd uit sapconcentra(a)t(en)” en „gedeeltelijk vervaardigd uit sapconcentra(a)t(en)” vervangen door respectievelijk „uit sapconcentra(a)t(en)” en „gedeeltelijk uit sapconcentra(a)t(en)”.

2)

In bijlage I, deel I (Definities), lid 1, onder b), wordt de tweede alinea vervangen door:

„Het op deze manier verkregen product moet organoleptische en analytische kenmerken vertonen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van een gemiddelde soort sap in de zin van bovenstaand punt a), dat uit vruchten van dezelfde soort wordt verkregen. De minimumbrixwaarden voor vruchtensappen uit sapconcentraat zijn vermeld in bijlage V.”

3)

Bijlage V, als opgenomen in de bijlage bij deze richtlijn, wordt toegevoegd.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2011 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt daarin naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen.

De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 augustus 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58.


BIJLAGE

„BIJLAGE V

Gewone naam van de vrucht

Botanische naam

Minimumbrixwaarden voor gereconstitueerd vruchtensap en gereconstitueerde vruchtenmoes

Appel (*)

Malus domestica Borkh.

11,2

Abrikoos (**)

Prunus armeniaca L.

11,2

Banaan (**)

Musa sp.

21,0

Zwarte bes (*)

Ribes nigrum L.

11,6

Druif (*)

Vitis vinifera L. of hybriden daarvan

Vitis labrusca L. of hybriden daarvan

15,9

Pompelmoes (*)

Citrus x paradise Macfad.

10,0

Guave (**)

Psidium guajava L.

9,5

Citroen (*)

Citrus limon (L.) Burm.f.

8,0

Mango (**)

Mangifera indica L.

15,0

Sinaasappel (*)

Citrus sinensis (L.) Osbeck

11,2

Passievrucht (*)

Passiflora edulis Sims

13,5

Perzik (**)

Prunus persica (L.) Batsch var. persica

10,0

Peer (**)

Pyrus communis L.

11,9

Ananas (*)

Ananas comosus (L.) Merr.

12,8

Framboos (*)

Rubus idaeus L.

7,0

Zure kers (*)

Prunus cerasus L.

13,5

Aardbei (*)

Fragaria x ananassa Duch.

7,0

Mandarijn (*)

Citrus reticulata Blanco

11,2

Wanneer een sap uit sapconcentraat is bereid uit een vrucht die niet is opgenomen in de bovenstaande lijst, is de minimumbrixwaarde van het gereconstitueerde sap de brixwaarde van het sap dat is geëxtraheerd uit de voor de bereiding van het concentraat gebruikte vrucht.

Voor de met een asterisk (*) aangegeven producten die tot sap worden verwerkt, wordt een minimale relatieve dichtheid bepaald ten opzichte van water bij 20/20 °C.

Voor de met twee asterisken aangegeven producten (**), die tot moes worden verwerkt, wordt slechts een minimale ongecorrigeerde brixwaarde (zonder zuurcorrectie) bepaald.

Voor zwarte bes, guave, mango en passievrucht gelden de brixwaarden uitsluitend voor gereconstitueerd vruchtensap en gereconstitueerde vruchtenmoes die in de Gemeenschap zijn geproduceerd.”


Top