Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.
Dokuments 32008D0830
2008/830/EC: Commission Decision of 30 April 2008 on State aid C 21/07 (ex N 578/06) which Hungary is planning to implement in favour of IBIDEN Hungary Gyártó Kft. (notified under document number C(2008) 1342) (Text with EEA relevance)
2008/830/EG: Beschikking van de Commissie van 30 april 2008 betreffende Steunmaatregel C 21/07 (ex N 578/06) die Hongarije voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van IBIDEN Hungary Gyártó Kft. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1342) (Voor de EER relevante tekst)
2008/830/EG: Beschikking van de Commissie van 30 april 2008 betreffende Steunmaatregel C 21/07 (ex N 578/06) die Hongarije voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van IBIDEN Hungary Gyártó Kft. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1342) (Voor de EER relevante tekst)
PB L 295 van 4.11.2008., 34.–49. lpp.
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Nezināms spēkā stāšanās datums (vēl nav paziņojuma) vai arī vēl nav spēkā.
|
4.11.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 295/34 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 30 april 2008
betreffende Steunmaatregel C 21/07 (ex N 578/06) die Hongarije voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van IBIDEN Hungary Gyártó Kft.
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1342)
(Slechts de tekst in de Hongaarse taal is authentiek)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/830/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2,
Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),
Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1) en gezien deze opmerkingen,
Overwegende hetgeen volgt:
1. PROCEDURE
|
(1) |
Bij elektronisch schrijven van 30 augustus 2006, op dezelfde datum geregistreerd bij de Commissie, hebben de Hongaarse autoriteiten bij de Commissie aanmelding gedaan van de toepassing van bestaande regionale steunregelingen ten gunste van een initieel investeringsproject van IBIDEN Hungary Gyártó Kft. De aanmelding gebeurde conform de meldingsplicht voor afzonderlijk aan te melden projecten zoals bepaald in punt 24 van de Multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten 2002 (2) (hierna: MSK 2002). |
|
(2) |
Bij schrijven van 13 oktober 2006 (D/58881) en 13 maart 2007 (D/51161) heeft de Commissie om nadere inlichtingen verzocht. |
|
(3) |
Bij schrijven geregistreerd bij de Commissie op 14 november 2006 (A/39085), 3 januari 2007 (A/30004), 15 januari 2007 (A/30441) en 27 maart 2007 (A/32641) hebben de Hongaarse autoriteiten aan de Commissie gevraagd om de termijn voor het verstrekken van aanvullende inlichtingen te verlengen, wat de Commissie heeft toegestaan. |
|
(4) |
De Hongaarse autoriteiten hebben nadere inlichtingen verstrekt bij schrijven geregistreerd bij de Commissie op 31 januari 2007 (A/30990) en 15 mei 2007 (A/34072). |
|
(5) |
Op 11 december 2006 en op 25 april 2007 vonden er bijeenkomsten plaats van de Hongaarse autoriteiten en de diensten van de Commissie waarbij ook vertegenwoordigers van IBIDEN Hungary Gyártó Kft. aanwezig waren. |
|
(6) |
De Commissie heeft Hongarije bij schrijven van 10 juli 2007 in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van de steunmaatregel. |
|
(7) |
Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (3). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken. |
|
(8) |
De Commissie heeft van de belanghebbenden vier opmerkingen ter zake ontvangen:
|
|
(9) |
Bij schrijven van 4 december 2007 (D/54826) heeft de Commissie deze opmerkingen doorgezonden aan Hongarije om het in de gelegenheid te stellen daarop te reageren. |
|
(10) |
Het standpunt van Hongarije over de opmerkingen van de belanghebbenden werd ontvangen bij schrijven van 4 januari 2008, geregistreerd bij de Commissie op dezelfde datum (A/151). |
2. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUN
2.1. Doel van de maatregel
|
(11) |
De Hongaarse autoriteiten zijn voornemens de regionale ontwikkeling te bevorderen door regionale investeringssteun te verstrekken aan IBIDEN Hungary Gyártó Kft. voor de bouw van een nieuwe installatie voor de productie van keramische substraten voor dieseldeeltjesfilters in het industriepark Dunavarsány, in de regio Centraal-Hongarije (provincie Pest), die in aanmerking komt voor steunmaatregelen op grond van artikel 87, lid 3, onder a) van het EG-Verdrag met een maximale steunintensiteit van 40 % nettosubsidie-equivalent (NSE) voor de periode 2004-2006 (4). |
2.2. De begunstigde
|
(12) |
De begunstigde van de steun is „IBIDEN Hungary Gyártó Kft.” (hierna: IBIDEN HU). Het gesteunde project beoogt de oprichting van een tweede productievestiging binnen de keramische divisie van IBIDEN voor keramische substraten voor dieseldeeltjesfilters in de Europese Unie, naast IBIDEN DPF France S.A.S. in Frankrijk (opgericht in 2001). |
|
(13) |
IBIDEN HU werd op 5 mei 2004 opgericht door IBIDEN European Holdings BV (Nederland) en IBIDEN Co., Ltd. (Japan). IBIDEN European Holdings BV is een volle dochteronderneming van IBIDEN Co., Ltd., die op haar beurt een vennootschap op aandelen met tal van inbrengers is: bedrijven (bijvoorbeeld banken) en particuliere lichamen. IBIDEN HU is voor 99 % in handen van IBIDEN European Holdings BV en voor 1 % van IBIDEN Co., Ltd. IBIDEN DPF France S.A.S. is sinds einde 2005 voor 100 % in handen van IBIDEN European Holdings BV. IBIDEN Co. Ltd. Bedrijven (bv. banken) en particuliere lichamen. 100 % 1 % IBIDEN European Holdings B.V. 100 % IBIDEN DPF France S.A.S. 99 % IBIDEN Hungary Kft. |
|
(14) |
De moederonderneming IBIDEN Co., Ltd. is een multinationale onderneming die in 1912 werd opgericht als een bedrijf dat elektriciteit opwekt. De zetel van de onderneming is gevestigd in Gifu, Japan. De activiteiten van het bedrijf kunnen worden ondergebracht in vijf segmenten die elk het volgende aandeel hadden in de jaaromzet voor 2005: 50 % voor de elektronicadivisie, 22 % voor de keramische divisie, 16 % voor de divisie behuizingmaterialen, 4 % voor de divisie bouwmaterialen en 8 % voor andere kleine divisies (zoals olieproducten, informatiediensten, kunsthars, landbouw, vee- en visserijverwerkende departementen). Volgens het jaarverslag van 2006 (5) bestaat de IBIDEN-groep uit 47 dochterondernemingen en één gelieerde onderneming, die niet actief is in de keramische sector. In 2006 bedroeg de geconsolideerde netto omzet 319,0 miljard yen, het bedrijfsresultaat bedroeg 43,6 miljard yen en de nettowinst bedroeg 27,2 miljard yen. In hetzelfde jaar stelde de Groep 10 115 werknemers tewerk in haar bedrijfsvertegenwoordigingen en fabrieken over de hele wereld. |
2.3. Investeringsproject
2.3.1. Het nieuwe investeringsproject van IBIDEN HU in Dunavarsány
|
(15) |
Het aangemelde project betreft de tweede fase van een investeringsproject, waarbij een installatie zal worden gebouwd voor de productie van keramische substraten voor dieseldeeltjesfilters in het industriepark Dunavarsány. |
|
(16) |
Bij schrijven van 1 april 2005 hebben de Hongaarse autoriteiten de Commissie, overeenkomstig punt 36 van de MSK 2002 (6), informatie verstrekt over de staatssteun die aan IBIDEN HU werd toegewezen voor de eerste fase van het investeringsproject. |
|
(17) |
De Hongaarse autoriteiten geven aan dat de twee fasen van de investering door IBIDEN HU in het industriepark Dunavarsány beschouwd moeten worden als één enkel investeringsproject in de betekenis van punt 49 van de MSK 2002: de twee investeringsfasen betreffen dezelfde productievestiging, dezelfde onderneming, hetzelfde product en ze werden aangevat binnen een periode van drie jaar. |
|
(18) |
Volgens de informatie die de Hongaarse autoriteiten hebben verstrekt over de twee investeringsfasen, zal de productie van keramische substraten voor dieseldeeltjesfilters plaatsvinden in twee nieuw te bouwen gebouwen van respectievelijk 24 000 m2 en 30 900 m2 in het industriepark Dunavarsány. Tegen 2007 zullen er vier productielijnen geplaatst zijn in gebouw I en vijf in gebouw II. |
|
(19) |
Tegen 2007 zal het project in totaal 1 100 nieuwe directe banen creëren in Dunavarsány. |
|
(20) |
De Hongaarse autoriteiten bevestigen dat er gedurende vijf jaar na de voltooiing van de investering in de gesteunde voorziening geen andere producten zullen worden vervaardigd dan de producten waarop het investeringsproject betrekking heeft. |
|
(21) |
Bovendien bevestigen de Hongaarse autoriteiten dat de begunstigde heeft aanvaard om de investering ter plaatse te behouden voor een minimale periode van vijf jaar na de voltooiing van de investering. |
2.3.2. Tijdschema van het investeringsproject van IBIDEN HU in Dunavarsány
|
(22) |
De werkzaamheden van het investeringsproject zijn reeds begonnen in oktober 2004. De productie in verband met het project startte in augustus 2005 in gebouw I en in mei 2006 in gebouw II. Naar verwachting zou de volledige capaciteit in verband met het project behaald worden in april 2007. Tabel I geeft meer informatie over het tijdschema van het project: Tabel I Tijdschema van het investeringsproject
|
2.4. Kostprijs van het investeringsproject
|
(23) |
De totale in aanmerking komende investeringskosten van het project bedragen 47 570 933 882 HUF (190,83 miljoen EUR) in nominale waarde. De contante waarde van dit bedrag is 41 953 072 670 HUF (168,30 miljoen EUR) (7). Tabel II geeft een opsplitsing van de totale in aanmerking komende kosten per jaar en per categorie. Tabel II In aanmerking komende investeringskosten (fasen I en II) nominale waarde in miljoen HUF
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2.5. Financiering van het project
|
(24) |
De Hongaarse autoriteiten hebben bevestigd dat de eigen bijdrage van de begunstigde hoger is dan 25 % van de in aanmerking komende kosten, en vrij is van overheidssteun. |
2.6. Rechtsgrondslag
|
(25) |
De financiële steun aan IBIDEN HU wordt verleend op basis van de volgende twee rechtsgronden:
|
2.7. Steunbedrag en steunintensiteit
|
(26) |
Het totale steunbedrag in nominale waarde beloopt 15 591 233 750 HUF (62,55 miljoen EUR), oftewel 9 793 809 933 HUF (39,29 miljoen EUR) in contante waarde. Op basis van de in aanmerking komende kosten die in punt 23 hierboven werden besproken, stemt dit overeen met een steunintensiteit van 22,44 % nettosubsidie-equivalent (NSE) (10). |
|
(27) |
De steun wordt verstrekt in de vorm van de volgende twee steuninstrumenten. Ten eerste verleent het ministerie van Economie en Transport een subsidie voor een totaal bedrag in nominale waarde van 3 592 000 000 HUF (14,41 miljoen EUR) gespreid over de periode 2005 tot 2007. Ten tweede verstrekt het ministerie van Financiën een vennootschapsbelastingaftrek (11) die geraamd wordt op 11 999 223 750 HUF (48,14 miljoen EUR) in nominale waarde, gespreid over de periode 2007 tot 2016. De subsidie bedraagt 3 118 450 763 HUF (12,51 miljoen EUR) in contante waarde en de contante waarde van de belastingaftrek is 6 675 359 170 HUF (26,78 miljoen EUR). |
|
(28) |
De Hongaarse autoriteiten vermeldden dat er aan IBIDEN HU al steun was verstrekt voor een bedrag van 7 411 828 735 HUF (29,73 miljoen EUR) in contante waarde (11 745 422 640 HUF of 47,12 miljoen EUR in nominale waarde) op grond van de bestaande regionale steunprogramma' (12) voor het maximaal toelaatbare steunbedrag dat werd vastgelegd in punt 24 van de MSK 2002. Voor de eerste fase van het investeringsproject verstrekte het ministerie van Financiën op 25 februari 2005 steun voor een bedrag van 4 832 595 058 HUF (19,39 miljoen EUR) in contante waarde (8 773 422 640 HUF of 35,20 miljoen EUR in nominale waarde); het ministerie van Economie en Transport verstrekte op 3 maart 2005 steun voor een bedrag van 1 875 354 000 HUF (7,52 miljoen EUR) in contante waarde (2 142 000 000 HUF of 8,60 miljoen EUR in nominale waarde). Voor de tweede fase van de investering verstrekte het ministerie van Economie en Transport op 22 december 2006 steun voor een bedrag van 703 879 677 HUF (2,82 miljoen EUR) in contante waarde (830 000 000 HUF of 3,33 miljoen EUR in nominale waarde). |
|
(29) |
Volgens de Hongaarse autoriteiten is het aan te melden steunbedrag bijgevolg het verschil tussen het totaalbedrag van de steun en de reeds verstrekte steun, d.w.z. 2 381 981 198 HUF (9,56 miljoen EUR) in contante waarde (in nominale waarde is dit bedrag 3 845 801 110 HUF of 15,43 miljoen EUR). |
|
(30) |
Wat het resterende steunbedrag betreft dat voor de tweede fase van de investering toegekend moet worden, hebben de Hongaarse autoriteiten het besluitvormingsproces opgeschort tot de beschikking van de Commissie. Bijgevolg is de machtiging voor de aangemelde steun afhankelijk van de goedkeuring van de Commissie. |
|
(31) |
De Hongaarse autoriteiten bevestigen dat de steun voor het project niet mag worden gecumuleerd met steun die voor dezelfde in aanmerking komende kosten werd ontvangen van andere lokale, regionale, nationale of communautaire bronnen. |
|
(32) |
De Hongaarse autoriteiten bevestigen dat de steunaanvragen voor de eerste fase van het investeringsproject op 5 december 2003 werden ingediend bij het ministerie van Economie en Transport en op 16 september 2004 bij het ministerie van Financiën. De steunaanvragen voor de tweede fase van het investeringsproject werden respectievelijk op 28 maart 2005 en op 31 mei 2005 ingediend. De respectieve steunaanvragen waren reeds ingediend voordat de werkzaamheden aan de eerste fase van het project op 6 oktober 2004 en die aan de tweede fase van het project op 20 juni 2005 aanvingen. |
2.8. Algemene verbintenissen
|
(33) |
De Hongaarse autoriteiten hebben zich ertoe verbonden om de Commissie het volgende te verstrekken:
|
3. REDENEN VOOR HET INLEIDEN VAN DE FORMELE ONDERZOEKSPROCEDURE
|
(34) |
Het aangemelde project betreft de productie van „keramische substraten voor dieseldeeltjesfilters” (hierna: DPF), die bestemd zijn voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen met dieselmotor. Het keramische deel, dat door IBIDEN HU wordt geproduceerd, is een halffabricaat (TIER 3-niveau) dat vervolgens onder marktvoorwaarden wordt verkocht aan zelfstandige ondernemingen, die de substraten voorzien van een coating van edelmetaal waardoor een gecoate deeltjesfilter ontstaat (TIER 2-niveau). De gecoate DPF's worden vervolgens verkocht aan producenten van uitlaatspruitstukken (TIER 1-niveau), die op hun beurt rechtstreeks aan de autoassemblagefabrieken leveren. |
|
(35) |
In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure gaf de Commissie aan dat de Hongaarse autoriteiten een ruime definitie van de relevante markt voorstelden, welke beide voornaamste onderdelen van het uitlaatgasbehandelingssysteem van voertuigen met dieselmotoren omvat, namelijk oxidatiekatalysatoren voor dieselmotoren („Diesel Oxidation Catalysts — DOC”), die gassen (bijvoorbeeld CO en HC) en tot op zekere hoogte de oplosbare organische fractie van vaste deeltjes behandelen, en dieseldeeltjesfilters („Diesel Particulate Filters”, hierna: DPF's) (13), die dienen voor het opvangen van de onoplosbare fractie van vaste deeltjes, d.w.z. roet. Zij beweren dat deze apparaten sterk op elkaar lijken omdat ze allebei tot doel hebben de schadelijke stoffen in emissies te verminderen en dat zij daarom tot dezelfde relevante markt behoren. Verder betogen zij dat de productieprocessen en -technologie van beide apparaten vrijwel identiek zijn. |
|
(36) |
In haar besluit om in onderhavig geval de formele onderzoeksprocedure in te leiden, merkte de Commissie op dat zij twijfelde aan de verenigbaarheid van de steun met de gemeenschappelijke markt op basis van artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag en op basis van de MSK 2002. De Commissie merkte eveneens op dat de benadering van de Hongaarse autoriteiten in verband met de relevante markt niet werd ondersteund door de twee onafhankelijke marktstudies (de studie van Frost & Sullivan Ltd („F&S”) (14) en die van AVL List GMBH („AVL”)) (15), die door de Hongaarse autoriteiten werden voorgelegd. |
|
(37) |
De Commissie betwijfelde met name of DOC en DPF als substituten kunnen worden beschouwd die tot dezelfde relevante productmarkt van nabehandelingsapparaten behoren en de Commissie meende, op het ogenblik dat de formele onderzoeksprocedure werd ingeleid, dat de relevante productmarkt beperkter was en uitsluitend substraten van dieseldeeltjesfilters omvat die bij dieselmotoren in het uitlaatsysteem moeten worden aangebracht. |
|
(38) |
Ten eerste merkte de Commissie op dat de voornaamste functie van DPF's erin bestaat om vaste anorganische en onoplosbare vaste deeltjes (d.w.z. roet) op te vangen, terwijl DOC's tot doel hebben schadelijke gassen en de oplosbare organische fractie in vaste deeltjes te zuiveren, zonder dat zij echter roet kunnen opvangen. Weliswaar is er enige overlapping tussen de twee functies in zoverre de gecoate DPF eveneens tot op zekere hoogte schadelijke gassen behandelt, maar dit neemt niet weg dat er in het uitlaatgasbehandelingssysteem een afzonderlijke DOC nodig is. Beide onderdelen zullen naast elkaar blijven bestaan en moeten in de onderzochte periode (d.w.z. tot 2008) beide worden ingebouwd. Voor toekomstige Euro 5-6-technologieën zal het gebruik van DOC's voor de oxidatie van CO, HC en de oplosbare organische fractie worden voortgezet. Bijgevolg merkte de Commissie op dat er geen sprake leek te zijn van substitueerbaarheid aan de vraagzijde, aangezien het twee onderscheiden, complementaire apparaten betreft. |
|
(39) |
In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure merkte de Commissie ook op dat, volgens een van de studies, een echt multifunctioneel product, dat de functies van zowel DOC als DPF in één keramische monoliet verenigt, onlangs op de markt werd gebracht door de firma Eberspächer en werd gebruikt in de Volkswagen Passat. De Commissie betwijfelde echter of het product van IBIDEN HU geschikt is voor zulke volledige multifunctionaliteit. |
|
(40) |
Ten tweede merkte de Commissie op dat de substitueerbaarheid aan aanbodzijde eveneens twijfelachtig was. Er werden geen concrete bewijzen geleverd dat DOC-producenten met dezelfde uitrusting en zonder aanzienlijke extra investeringskosten ook substraten voor DPF's zouden kunnen vervaardigen of vice versa. Daarenboven is de substitueerbaarheid twijfelachtig omdat de prijs van een DPF ongeveer viermaal zo hoog is als die van een DOC. |
|
(41) |
Ten slotte merkt de Commissie op dat, hoewel de steun lijkt te voldoen aan de voorwaarden van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen van 1998 (16), zij betwijfelde of het marktaandeel van de begunstigde op de relevante markt lager is dan 25 % zoals door punt 24, onder a) van de MSK 2002 wordt voorgeschreven. Uit de marktstudies die door de Hongaarse autoriteiten werden voorgelegd, blijkt dat het aandeel van IBIDEN op de DPF-markt in Europa in volume zowel vóór als na de investering aanzienlijk groter is dan 25 %. Bijgevolg is niet voldaan aan de voorwaarde van punt 24, onder a) van MSK 2002 als de markt voor DPF als de relevante markt wordt beschouwd. Op de gecombineerde markt van DPF en DOC echter, die door de Hongaarse autoriteiten als de relevante markt wordt beschouwd, zou het marktaandeel van IBIDEN zowel vóór als na de investering echter minder dan 25 % in volume bedragen. |
4. OPMERKINGEN VAN DE BELANGHEBBENDEN
|
(42) |
In antwoord op de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure ontving de Commissie opmerkingen van de volgende belanghebbenden:
|
|
(43) |
De argumenten die door de vermelde belanghebbenden worden aangehaald, kunnen als volgt worden samengevat. |
4.1. Relevante productmarkt volgens IBIDEN HU en Aerosol & Particle Technology Laboratory
|
(44) |
IBIDEN HU, de begunstigde van de steun, en Aerosol & Particle Technology staan een brede definitie van de markt voor, die alle onderdelen (voornamelijk DOC en DPF) van het uitlaatgasbehandelingssysteem van voertuigen met dieselmotoren zou omvatten. Zij merken op dat DOC en DPF sterk op elkaar lijken, omdat ze allebei tot doel hebben de schadelijke stoffen in emissies te verminderen en dat zij daarom tot dezelfde relevante productmarkt behoren. |
|
(45) |
Volgens dit standpunt zouden zowel DOC als DPF worden beschouwd als onderdelen die vaste deeltjes verwijderen, ook al geeft IBIDEN HU toe dat DOC ondoelmatig is voor de verwerking van de onoplosbare fractie van vaste deeltjes (d.w.z. roet). De belanghebbenden betogen dat het product van IBIDEN HU tot dezelfde markt behoort als DOC omdat het, naast zijn hoofdfunctie die bestaat uit het filteren van roet, ook HC en CO kan filteren. De autofabrikanten moeten dan beslissen of zij het apparaat voor de uitlaatgasbehandeling opbouwen uit afzonderlijke onderdelen voor het verwijderen van schadelijke gasvormige stoffen en voor de behandeling van deeltjes dan wel of zij hiervoor het multifunctionele onderdeel gebruiken. |
|
(46) |
IBIDEN HU erkent echter in zijn ingediende tekst dat het gecombineerde gebruik van DPF en DOC noodzakelijk is om te voldoen aan de regelgeving betreffende emissies, ondanks het feit dat de extra functie van de DPF van IBIDEN HU de gassen (HC en CO) beter helpt verwijderen. Een goed ontwikkelde DPF van hoge kwaliteit kan de omvang van de DOC die autofabrikanten in hun auto's moeten installeren, verkleinen en de complexiteit ervan verminderen en daarom heeft de DPF een enorme invloed gehad op de DOC en vice versa, wat betekent dat als het ene apparaat complexer wordt, het andere apparaat daarop moet inspelen. |
|
(47) |
Zowel IBIDEN HU als Aerosol & Particle Technology Laboratory verwijzen naar een trend in de technologische ontwikkeling van DOC en DPF die leidt tot een nieuwe generatie filters die de voordelen, kenmerken en vroegere technologie in één toestel zou verenigen, waarbij de DOC en DPF op hetzelfde monolietsubstraat worden gecombineerd (Volkswagen bijvoorbeeld heeft al nabehandelingsonderdelen van de vierde generatie ingevoerd in zijn Passat-model, waarbij uitsluitend een DPF en geen DOC wordt gebruikt). IBIDEN HU gaf echter aan dat het momenteel de DPF van de „derde generatie” vervaardigt (18) en voortdurende productverbeteringen doorvoert zodat deze kan worden omgezet in DPF van de „vierde generatie”, die alle functionaliteiten van de DOC kunnen bevatten. |
|
(48) |
IBIDEN HU vermeldde ook dat, ofschoon de Commissie in haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure het tegendeel suggereert, de prijs van het product van IBIDEN in werkelijkheid niet vier keer zo hoog is als de prijs van een DOC. IBIDEN HU vervaardigt een halffabricaat en daarom is het eindproduct (gecoate DPF) veel duurder dan het halffabricaat van IBIDEN HU. De huidige ervaring van de sector toont aan dat de marktprijs van het apparaat na coating, aanbrengen van de behuizing („inblikken”) en de mat 2,5 keer hoger is dan die van het substraat, het product van de IBIDEN-groep: in 2007 bijvoorbeeld bedroeg de marktprijs van een DPF 453 EUR en die van het substraat (halffabricaat) slechts […] EUR, terwijl de marktprijs van een DOC in 2 007 102 EUR bedroeg (19). |
|
(49) |
Wat de substitueerbaarheid aan de aanbodzijde betreft, beweert IBIDEN HU dat de productietechnologieën van DOC en DPF zeer goed op elkaar lijken: de voornaamste verschillen zijn dat er voor een DPF een dichtingsproces wordt toegevoegd bij dat van de DOC en dat de snijfase vroeger gebeurt dan bij een DOC. |
|
(50) |
IBIDEN HU beweert bovendien dat er, volgens diverse studies, waaronder een document van Johnson Matthey Japan, fabrikanten zijn die zowel DOC als DPF vervaardigen, zodat het onderscheid tussen DOC-fabrikanten en DPF-fabrikanten vervaagt. |
4.2. Relevante productmarkt volgens Saint-Gobain en de belanghebbende wiens identiteit geheim wordt gehouden
|
(51) |
Twee van de vier belanghebbenden — Saint-Gobain en de belanghebbende wiens identiteit geheim wordt gehouden — steunden de twijfel die de Commissie uitte in de beslissing tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure. Volgens hen mogen DOC en DPF niet worden beschouwd als substituten en behoren zij bijgevolg niet tot dezelfde relevante productmarkt. Daarom beweren zij dat alleen de DPF-markt in onderhavig geval de relevante productmarkt is. Volgens deze belanghebbenden zijn de voornaamste redenen daarvoor als volgt: |
4.2.1. Geen substitueerbaarheid aan de vraagzijde
|
(52) |
De belanghebbenden geven aan dat de belangrijkste kenmerken van de substraten voor een DOC en een DPF van elkaar verschillen: een DOC-substraat is doorgaans vervaardigd van niet-poreus cordieriet dat bestand is tegen een temperatuur van 400 °C of van roestvrije metaalfolie. Een DPF-substraat is doorgaans vervaardigd van poreus siliciumcarbide dat bestand moet zijn tegen 1 000 °C (deze weerstand tegen zulke hoge temperaturen is nodig om roet af te branden en blokkering van de gecoate filter te voorkomen). Omwille van de zeer uiteenlopende thermische kenmerken kunnen de klanten dus niet overschakelen van substraten voor DPF naar substraten voor DOC en omgekeerd, indien er zich een relatieve prijsstijging voordoet voor een van de producten. |
|
(53) |
Omdat het materiaal dat wordt gebruikt voor de DPF-substraten hogere prestaties kan leveren, is er volgens Saint-Gobain ook een prijsverschil tussen de twee onderdelen: een substraat (zonder de kosten voor het coaten en inblikken van de katalysator) van een DPF kost gemiddeld 120 EUR, terwijl een substraat van een DOC gemiddeld tussen 12 EUR en 20 EUR kost (ook zonder de kosten voor het coaten en inblikken van de katalysator). Daarom, zo beweert Saint-Gobain, kunnen DPF-fabrikanten uiteraard om technische redenen niet naar een DOC-substraat overschakelen (wat ze anders wel zouden doen gezien het prijsverschil) en zal een DOC-fabrikant een DOC-substraat niet vervangen door een DPF-substraat omdat dit in vergelijking met een DOC-substraat een veel duurder product zou geven zonder oxidatiefunctie. |
|
(54) |
Saint-Gobain en de belanghebbende wiens identiteit geheim wordt gehouden, beklemtonen ook de verschillen in gebruik van een DOC en een DPF (20): een DOC heeft eerst en vooral tot doel om bepaalde gassen te oxideren door middel van een chemische reactie, terwijl een DPF eerst en vooral tot doel heeft om roet te filteren met behulp van een mechanisch proces. Onder bepaalde omstandigheden voert een DPF — als bijkomstig effect — weliswaar enkele functies van de DOC uit, maar het volledige oxidatie-effect kan niet worden bereikt zonder de installatie van beide apparaten. Zelfs de gecoate DPF die gebruik maakt van het door IBIDEN HU vervaardigde substraat bezit niet alle functies van een DOC, omdat hij alleen dient om voldoende temperatuur te leveren voor de afbranding van het roet, maar niet hetzelfde zuiverende effect heeft als een volledig functionerende DOC. Zij beweren dat, volgens de verwachtingen van tal van autofabrikanten en leveranciers in de automobielsector, een DOC en een DPF afzonderlijke apparaten zullen blijven die naast elkaar worden ingebouwd in het uitlaatgassysteem. |
4.2.2. Geen substitueerbaarheid aan de aanbodzijde
|
(55) |
Bovendien wijzen Saint-Gobain en de belanghebbende wiens identiteit geheim wordt gehouden, erop dat de productieprocessen voor DOC- en DPF-substraten sterk van elkaar verschillen: het niet-poreus cordieriet dat voor het DOC-substraat wordt aangewend, wordt in de lucht gesinterd bij een temperatuur van 400 °C. Siliciumcarbide, het materiaal dat wordt gebruikt voor een DPF-substraat (en dat ook het materiaal is van het door IBIDEN HU vervaardigde substraat) moet op een zeer hoge temperatuur (meer dan 2 000 °C) in een zuurstofvrije atmosfeer worden aangemaakt. Dit temperatuursverschil alleen al is zo belangrijk dat een van de meest essentiële en dure productie-elementen niet kan worden gebruikt om beide producttypes te vervaardigen. |
|
(56) |
Bovendien is een substraat voor de DOC altijd een honingraatcilinder uit één stuk, met kanalen die niet gedicht zijn. Een substraat voor het DPF wordt doorgaans gevormd door verschillende filterelementen aan elkaar te lijmen, en de kanalen van het DPF zijn gedicht. Voor de vervaardiging van DPF-substraten is een zuurstofvrije sinteroven voor hoge temperaturen en dichtingsuitrusting nodig, voor de productie van DOC-substraten niet. De belanghebbenden beweren bijgevolg dat het niet mogelijk is om DPF te vervaardigen op de productielijnen voor DOC en vice versa. |
5. OPMERKINGEN VAN DE HONGAARSE AUTORITEITEN
|
(57) |
De Hongaarse autoriteiten steunen het standpunt van Aerosol & Particle Technology Laboratory en IBIDEN Hungary Gyártó Kft. in verband met het relevante product, de markt, prijs, kenmerken van de vraagzijde en de aanbodzijde. |
|
(58) |
Volgens de Hongaarse autoriteiten is de moderne dieselemissieregeling gebaseerd op de integratie van verschillende functionaliteiten op systeemniveau. De onderlinge afhankelijkheid van alle onderdelen (zoals DOC en DPF) in een systeem voor dieselemissieregeling heeft geleid tot aanvoerketens waarbij verschillende spelers betrokken zijn, die bestaan uit fabrikanten van substraat, coating en uitlaatgassystemen, en de prestatiekenmerken van elk afzonderlijk onderdeel creëren uitdagingen voor de aanvoerketen in zijn geheel. Daarom moet het systeem voor dieselemissieregeling of het dieselnabehandelingssysteem worden beschouwd als het relevante product. |
|
(59) |
Zij beweren ook dat het product van IBIDEN HU een multifunctioneel onderdeel is dat ingebouwd is in het uitlaatpijpsysteem. De combinatie van dit product en een DOC vormt een nabehandelingsapparaat van de derde generatie. Bovendien is het product van IBIDEN HU een halffabricaat omdat het op een verder niveau zal worden gecoat. Zonder coating is het product niet volledig functioneel en mag het niet worden opgenomen in de categorie van afgewerkte producten als een DPF van de derde generatie. Dat wordt ondersteund door het feit dat het eindproduct veel duurder is dan het halffabrikaat van IBIDEN HU: de huidige marktprijs van het eindproduct is 2,5 keer hoger dan dat van de filter die door IBIDEN HU wordt vervaardigd. |
|
(60) |
Bovendien vermelden de Hongaarse autoriteiten dat DPF's in de praktijk worden ingebouwd in de meeste auto's met dieselmotor, en dat voor fabrikanten die een DOC nodig hebben ook een DPF noodzakelijk is. De vraag creëert een gemeenschappelijke markt voor de producten, aangezien dezelfde fabrikanten dezelfde werkwijzen, infrastructuur en inspanningen aanwenden om de producten te verkrijgen. Aan aanbodzijde maken de DOC- en DPF-fabrikanten doorgaans gebruik van dezelfde fabricageprocessen, productietechnologie en materialen. Wat de materialen betreft, wordt er cordieriet gebruikt voor zowel DOC's als DPF's. In de productie ondergaan ze dezelfde processen, zoals voorbereiding van de grondstof, mengen, temperen, spuitgieten, drogen, afwerken en aanblazen. De enige verschillen tussen de productieprocessen van beide producten zijn een extra stadium (dichten) en een verschillende volgorde voor een ander stadium (snijden). Bijgevolg zijn dezelfde fabrikanten betrokken bij het aanbod, en concurreren DOC en DPF met elkaar op de markt voor de nabehandeling van uitlaatgassen. |
|
(61) |
De Hongaarse autoriteiten beklemtonen dat IBIDEN HU in staat is substraten voor deeltjesfilters te vervaardigen met dezelfde uitrusting en zonder aanzienlijke investeringskosten, zoals elke fabrikant met dezelfde productietechnologie dat zou kunnen. Aangezien de DPF een vorm van ontwikkelde DOC is, betreft de kostprijs van de aanpassing niet de initiële investering in een andere productielijn, maar wel een essentiële ontwikkeling van de productiemiddelen. |
|
(62) |
Bovendien wijzen de Hongaarse autoriteiten erop dat er ook een duidelijke trend te zien is in de technologische ontwikkeling van DOC en DPF, die leidt naar een nieuwe generatie filters die de voordelen, kenmerken en vroegere technologie in één onderdeel zou kunnen verenigen, zodat daardoor een combinatie van een DOC en een DPF wordt gevormd. Wanneer de relevante markt wordt omschreven en het marktaandeel wordt berekend, dient de DOC ook in aanmerking genomen te worden omdat dit een met een DPF gecombineerd nabehandelingsapparaat vormt, en beide samen instaan voor naleving van de regelgeving. |
|
(63) |
In het licht van bovenstaande argumenten menen de Hongaarse autoriteiten dat de enige verdedigbare bepaling van de relevante markt de volledige markt voor dieselnabehandelingsapparaten is, waartoe zowel DPF als DOC behoren. Volgens de studie uitgevoerd door AVL, een onafhankelijk bedrijf voor marktonderzoek, is het marktaandeel van IBIDEN in de markt voor dieselnabehandelingsapparaten minder dan 25 % zowel vóór als na de investering, wat bijgevolg voldoet aan de voorwaarde in punt 24, onder a) van MSK 2002. Daarom menen de Hongaarse autoriteiten dat de Commissie de procedure volgens artikel 88, onder c) dient af te ronden met een positieve beschikking. |
6. BEOORDELING VAN DE STEUN
6.1. Bestaan van staatssteun in de betekenis van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag
|
(64) |
In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure concludeerde de Commissie dat de financiële steun die door de Hongaarse autoriteiten werd verstrekt aan IBIDEN Hungary Gyártó Kft. op basis van de bestaande regionale steunregelingen (HU 1/2003 „Programma ten behoeve van investeringsbevordering” en N 504/2004 „Belastingvoordeel ten gunste van ontwikkeling”) in de vorm van een subsidie en een belastingaftrek staatssteun vormen in de betekenis van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. De Hongaarse autoriteiten hebben deze conclusie niet betwist. |
6.2. Meldingsplicht, wettelijkheid van de steun en toepasselijke wetgeving
|
(65) |
Door de maatregel in 2006 aan te melden, hebben de Hongaarse autoriteiten voldaan aan de individuele meldingsplicht van punt 24 van de MSK 2002. |
|
(66) |
Conform punt 63 en voetnoot 58 van de Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 (21), heeft de Commissie de steunmaatregel beoordeeld volgens de voorschriften van de Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 1998 (hierna: RAG) en de MSK 2002. |
6.3. Verenigbaarheid van de steun met de RAG
|
(67) |
In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure gaf de Commissie aan dat de steun werd toegekend volgens de voorwaarden van de bestaande regionale steunmaatregelen (22) en besloot zij dat de standaardcriteria voor verenigbaarheid die in de RAG werden bepaald (zoals verenigbaarheidscriteria betreffende initiële investering in de regio die voor regionale steun in aanmerking komt, de in aanmerking komende kosten, de eigen bijdrage, het stimulerende effect, het behoud van de investering, cumulatie) werden nageleefd. |
6.4. Verenigbaarheid van de steun met de voorschriften van de MSK 2002
6.4.1. Eén enkel investeringsproject
|
(68) |
Punt 49 van de MSK 2002 vermeldt dat een investeringsproject niet op kunstmatige wijze mag worden verdeeld in onderprojecten om aan de voorschriften van de kaderregeling te ontkomen. Een „investeringsproject” omvat alle investeringen in vaste activa in een productie-installatie in een periode van drie jaar (23). Een productie-installatie is een geheel van economisch onscheidbare vaste activa die een welomlijnde technische functie vervullen, waartussen een materiële of functionele band bestaat en die op duidelijk omschreven doelstellingen zijn gericht, zoals de vervaardiging van een bepaald product. |
|
(69) |
Aangezien IBIDEN HU in het verleden al regionale steun gekregen heeft voor de eerste fase van het investeringsproject op dezelfde plaats en aangezien de aanmelding verwijst naar de tweede fase van het investeringsproject, moet er worden vastgesteld of de twee fasen deel uitmaken van hetzelfde investeringsproject. |
|
(70) |
In dit opzicht merkt de Commissie op dat de twee investeringsfases dezelfde productie-installatie betreffen (het industriepark Dunavarsány, in de regio Centraal-Hongarije), evenals hetzelfde bedrijf (IBIDEN HU), hetzelfde product (keramische substraten voor dieseldeeltjesfilters) en dat de werkzaamheden van elk project zijn aangevat in een periode van drie jaar (de eerste fase startte in 2004, de tweede in 2005). Bijgevolg is de Commissie van mening dat voldaan is aan de criteria van de definitie van een „productie-installatie” in punt 49 van de MSK 2002 en dat de twee fasen van de investering deel uitmaken van hetzelfde investeringsproject. |
|
(71) |
Bovendien merkt de Commissie op dat de Hongaarse autoriteiten akkoord gaan dat de twee fasen van de investering door IBIDEN HU in het industriepark Dunavarsány beschouwd moeten worden als één investeringsproject. |
6.4.2. Steunintensiteit
|
(72) |
Aangezien de eerste en tweede fase van de investering samen als één enkel investeringsproject worden beschouwd, worden ze beide in aanmerking genomen voor de berekening van de maximale steunintensiteit van het project. |
|
(73) |
Aangezien de geplande in aanmerking komende uitgaven 41 953 072 670 HUF (168,30 miljoen EUR) bedragen in contante waarde en het toepasselijke standaard regionale steunplafond 40 % (nettosubsidie-equivalent) is, bedraagt de aangepaste maximale hoogte van het steunbedrag in nettosubsidie-equivalent na toepassing van het mechanisme voor schaalverkleining in punten 21 en 22 van de MSK 2002, 23,34 %. |
|
(74) |
Aangezien de steunintensiteit van het project 22,44 % nettosubsidie-equivalent bedraagt en derhalve lager is dan de maximale hoogte van het steunbedrag, toegestaan volgens het mechanisme voor schaalverkleining (23,34 % nettosubsidie-equivalent), beantwoordt de voorgestelde intensiteit van het gehele pakket van steunmaatregelen aan het aangepaste regionale steunplafond. |
6.4.3. Verenigbaarheid met de regels in punt 24, onder a) en b), van de MSK 2002.
|
(75) |
Aangezien het totale steunbedrag van 9 793 809 933 HUF (39,29 miljoen EUR) in contante waarde hoger is dan het afzonderlijke aanmeldingsplafond van 30 miljoen EUR, moet worden nagegaan of de aangemelde steun beantwoordt aan punt 24, onder a) en b), van de MSK 2002. |
|
(76) |
De beslissing van de Commissie om regionale steun toe te staan voor grote investeringsprojecten die vallen onder punt 24 van de MSK 2002 hangt af van het marktaandeel van de begunstigde vóór en na de investering en van de door de investering ontstane capaciteit. Om de betrokken metingen van punt 24, onder a) en b), van de MSK 2002 uit te voeren, moet de Commissie eerst het product of de producten identificeren die betrokken zijn bij de investering, en het betrokken product en de geografische markten bepalen. |
6.4.3.1. Product waarop het investeringsproject betrekking heeft
|
(77) |
Volgens punt 52 van de MSK 2002 betekent „betrokken product” het product waarop het investeringsproject betrekking heeft, alsmede, in voorkomend geval, een product dat als vervanging daarvoor wordt beschouwd, hetzij door de consument (wegens de kenmerken van de producten, hun prijs en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd), hetzij door de producent (ten gevolge van flexibiliteit van de productie-installaties). Wanneer het project betrekking heeft op een tussenproduct waarvoor geen markt bestaat, worden ook van dit product afgeleide producten als betrokken product aangemerkt. |
|
(78) |
Het aangemelde project betreft de productie van „keramische substraten voor dieseldeeltjesfilters („DPF”)”. Een DPF is een onderdeel van voertuigen dat wordt ingebouwd in het uitlaatgasbehandelingssysteem van voertuigen met dieselmotoren en dat de uitlaatgassen zuivert die worden voortgebracht door de verbrandingsmotor (24). |
|
(79) |
Het keramische onderdeel, dat door IBIDEN HU wordt vervaardigd, is een tussenproduct. Nadat dit in de fabriek is vervaardigd (TIER 3-niveau), wordt het onder marktvoorwaarden via IBIDEN Deutschland GmbH (25) verkocht aan zelfstandige ondernemingen (de belangrijkste klanten zijn […], […] en […]), die de substraten van een coating van edelmetaal voorzien waardoor de DPF een gecoate DPF wordt (TIER 2-niveau). De gecoate DPF's worden vervolgens verkocht aan producenten van uitlaatspruitstukken (TIER 1-niveau), die op hun beurt rechtstreeks aan de autoassemblagefabrieken leveren. De eindgebruikers van de keramische substraten zijn personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen met dieselmotor. |
|
(80) |
Uit het investeringsproject volgen geen andere producten voor verkoop op de markt of voor gebruik in andere fabrieken van de IBIDEN-groep. De Hongaarse autoriteiten hebben bevestigd dat er gedurende vijf jaar na de voltooiing van het project/de volledige productie in de gesteunde voorziening geen andere producten zullen worden vervaardigd dan de aangemelde en beoordeelde producten. |
|
(81) |
Gezien het bovenstaande, zal de Commissie het keramische substraat voor DPF, dat ingebouwd wordt in personenauto's en lichte bedrijfswagens met dieselmotor, beschouwen als het product waarop het investeringsproject betrekking heeft. |
6.4.3.2. Betrokken product en geografische markten
|
(82) |
De definitie van de betrokken productmarkt vergt een onderzoek van de andere producten die kunnen worden beschouwd als vervanging van het product waarop het investeringsproject betrekking heeft in de betekenis van punt 52 van de MSK 2002. In dit verband, en rekening houdend met de opmerkingen van de belanghebbenden en de Hongaarse autoriteiten, heeft de Commissie bekeken welke producten kunnen worden beschouwd als vervanging voor DPF. De samenvatting van deze analyse wordt hierna gegeven. |
1. Algemeen overzicht van het uitlaatgasbehandelingssysteem
|
(83) |
Emissiereductie is een complex domein met tal van interacties tussen technologieën, invloed op brandstofbesparingen, rijprestaties, duurzaamheid en kosten. Maatregelen voor emissiereductie kunnen in twee grote groepen worden ondergebracht:
|
|
(84) |
De uitlaatgassen van dieselmotoren bevatten gevaarlijke stoffen: een grote hoeveelheid vaste deeltjes (zoals roet en oplosbare organische fractie (26)), en gevaarlijke gassen (zoals koolwaterstoffen („HC”), koolstofoxiden („COx”), stikstofoxiden („NOx”)). Deze stoffen worden behandeld door het uitlaatgasbehandelingssysteem dat in voertuigen wordt ingebouwd. |
|
(85) |
Bijgevolg zijn er bepaalde onderdelen in dat systeem die gevaarlijke stoffen zuiveren. In het algemeen zijn dit apparaten: 1. die de gasdeeltjes zuiveren en 2. die de vaste deeltjes (waaronder roet) zuiveren. De volgende twee nabehandelingsapparaten voor emissies, die voor onderhavig geval van belang zijn, worden gebruikt in personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen met dieselmotor:
|
|
(86) |
DPF's werden voor het eerst in serie vervaardigd in 2000 in de Peugeot 607 dieselauto en zijn sindsdien algemeen verspreid geraakt, met een forse toename in de voorbije 3-4 jaar. Deze toename is gedeeltelijk toe te schrijven aan belastingvoordelen in verschillende landen voor dieselvoertuigen die met een DPF zijn uitgerust, en gedeeltelijk aan de meer milieubewuste benadering van de consument, en ook aan de anticipatie op striktere emissienormen, vooral met betrekking tot de grenswaarden voor vaste deeltjes (in de EER wordt emissiereductie geregeld door de „Euro” emissienormen). Voordat Euro 5 (27) in 2009 in werking treedt, zal naar verwachting een toenemend aantal dieselvoertuigen al met een DPF zijn uitgerust. Deze trend zal de markt voor DPF's de volgende jaren verder doen uitbreiden. |
|
(87) |
Er kunnen verschillende DPF-types onderscheiden worden op grond van het materiaal van de filter (bijvoorbeeld keramiek, cordieriet of metaal) en de filterregeneratiemethode. Regeneratie is noodzakelijk om de zich ophopende deeltjes te verwijderen (namelijk af te branden). In de praktijk gebeurt dit ofwel met behulp van een additief dat met de brandstof is vermengd en dat de oxidatietemperatuur verlaagt (dit staat bekend als een „niet gecoate DPF met door brandstof vervoerde katalysator”) of met behulp van een coating van edelmetaal die de wanden van het substraat bedekt en helpt bij het afbrandingsproces (dit staat bekend als een „gecoate DPF” of een „geïmpregneerde gekatalyseerde DPF”). |
|
(88) |
Dankzij deze coating van edelmetaal behandelt dit type van gecoate DPF, zij het in beperkte mate, ook HC- en CO-gassen door middel van een chemisch oxidatieproces. Het product van IBIDEN HU behoort tot deze categorie. Het is een keramisch substraat dat vervolgens wordt gecoat op TIER 2-niveau, en daarna wordt ingebouwd in het uitlaatspruitstuk op TIER 1-niveau. |
2. De bepaling van de relevante productmarkt volgens de opmerkingen van de belanghebbenden en de Hongaarse autoriteiten
|
(89) |
In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure drukte de Commissie haar twijfels uit, die hierboven werden samengevat, of DOC en DPF wel als substituten kunnen worden beschouwd die tot dezelfde relevante productmarkt behoren. |
|
(90) |
De Commissie is van mening dat de argumenten die door IBIDEN HU, de begunstigde van de steun, de belanghebbende Aerosol & Particle Technology Laboratory en door de Hongaarse autoriteiten naar voren werden gebracht, de oorspronkelijke twijfels van de Commissie niet wegnemen, en dat deze twijfels werden bevestigd door de opmerkingen van Saint-Gobain en de belanghebbende wiens naam geheim is gehouden. De Commissie merkt in het bijzonder het volgende op: |
|
(91) |
De substraten van DPF en DOC behoren niet tot dezelfde relevante productmarkt aangezien hun productkenmerken verschillen. Bijgevolg is er noch aan de vraagzijde, noch aan de aanbodzijde substitueerbaarheid tussen de twee producten. |
|
(92) |
Vanuit de vraagzijde gezien, merkt de Commissie op dat er aanzienlijke verschillen zijn in productkenmerken, bedoeld gebruik en prijs tussen de substraten voor DPF en de substraten voor DOC:
|
|
(93) |
Vanuit het standpunt van de aanbodzijde zijn er bovendien verschillen in de productieprocessen van de DOC- en DPF-substraten. Aangezien het DPF-substraat tegen hoge temperaturen bestand moet zijn, moet de grondstof (voornamelijk siliciumcarbide) worden aangemaakt bij zeer hoge temperaturen en in een zuurstofvrije atmosfeer. Het cordieriet dat vooral gebruikt wordt voor het DOC-substraat wordt gesinterd in de lucht en bij een relatief veel lagere temperatuur. Bovendien is het substraat voor DOC een honingraatcilinder uit één stuk, terwijl het DPF-substraat wordt gevormd door verschillende filterelementen aan elkaar te lijmen. Bovendien zijn de kanalen van de DPF gedicht, en die van de DOC niet. Daaruit volgt dat voor de productie van het DPF-substraat een zuurstofvrije sinteroven voor hoge temperaturen nodig is, evenals een lijmsysteem en dichtingsapparatuur, terwijl deze uitrusting niet nodig is voor de productie van het DOC-substraat. Bijgevolg blijkt dat het niet mogelijk is om DPF- en DOC-substraten te vervaardigen op dezelfde productielijn zonder aanmerkelijke extra kosten. |
|
(94) |
Wat betreft het argument van IBIDEN HU en de Hongaarse autoriteiten dat er fabrikanten zijn die zowel DOC als DPF vervaardigen, en dat het onderscheid tussen DOC- en DPF-fabrikanten aldus vervaagt, meent de Commissie dat het niet relevant is of dezelfde fabrikant al dan niet beide producten kan vervaardigen. Wel relevant is of dezelfde uitrusting kan worden gebruikt voor de productie van beide substraten zonder aanmerkelijke bijkomende kosten. Dit werd niet aangetoond door de belanghebbenden of de Hongaarse autoriteiten. Er werden met name geen concrete bewijzen geleverd van fabrikanten van DOC-substraten die ook substraten voor DPF's vervaardigen met dezelfde uitrusting zonder aanmerkelijke extra investeringskosten, of vice versa. |
|
(95) |
In het licht van bovenvermelde argumenten meent de Commissie dat, ook al behoren een DOC en een DPF, samen met de andere onderdelen (bijvoorbeeld „Lean NOx Trap” die de NOx in het uitlaatgas moet verminderen) tot het systeem voor nabehandeling/dieselemissieregeling van personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen met dieselmotor, het feit alleen dat zij naast elkaar bestaan in hetzelfde uitlaatgassysteem of dat zij elkaars ontwikkeling beïnvloeden, betekent niet dat zij aan vraagzijde en/of aanbodzijde substitueerbaar zijn, aangezien het hier gaat om twee afzonderlijke onderdelen met verschillende kenmerken, een verschillende prijs en een verschillend gebruiksdoeleinde. Wat de substitueerbaarheid aan de aanbodzijde betreft, zijn er bovendien verschillen in de productieprocessen van de DOC- en DPF-substraten. Dat leidt tot de conclusie dat er aan aanbodzijde geen substitueerbaarheid is tussen de DOC-substraten en de DPF-substraten. |
|
(96) |
Op grond van het bovenstaande en voor de toepassing van deze beschikking meent de Commissie dat de relevante productmarkt uitsluitend substraten voor dieseldeeltjesfilters bestrijkt die worden ingebouwd in de uitlaatsystemen van personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen met dieselmotor. |
3. Relevante geografische markt
|
(97) |
In haar besluit tot inleiding van de formele onderzoeksprocedure meende de Commissie dat de relevante geografische markt de gehele EER zou moeten zijn ten gevolge van de verschillen in emissieregelgeving en kwaliteitsnormen voor brandstof ten opzichte van derde landen en het lagere aandeel van dieselvoertuigen in andere belangrijke automarkten (29). Momenteel lijkt de vraag naar nabehandelingssystemen voor lichte bedrijfsvoertuigen met dieselmotor zeer laag in andere markten dan de EER. Met de ontwikkeling van meer geavanceerde nabehandelingsapparaten voor dieselvoertuigen, die dan in staat zullen zijn om te beantwoorden aan de vereisten in verband met uitlaatgasemissies in sommige derde landen, zal de markt voor nabehandelingsapparaten naar verwachting pas na 2008 geografisch uitbreiding nemen. |
|
(98) |
Geen van de belanghebbenden, noch de Hongaarse autoriteiten hebben deze conclusie betwist. Op basis van het bovenstaande en voor de toepassing van deze beschikking meent de Commissie dat de relevante geografische markt voor DPF de gehele EER is. |
6.4.3.3. Marktaandeel
|
(99) |
Volgens punt 24, onder a) van de MSK 2002 zal een afzonderlijk aan te melden investeringsproject niet in aanmerking komen voor investeringssteun als de begunstigde van de steun vóór de investering meer dan 25 % van de afzet van het betrokken product voor zijn rekening neemt of na de investering zijn afzet wellicht tot meer dan 25 % zal zien oplopen. |
|
(100) |
Om te onderzoeken of het project overeenstemt met punt 24, onder a), van de MSK 2002, moet het marktaandeel van de begunstigde van de steun op groepsniveau vóór en na de investering worden geanalyseerd. Aangezien de investering van IBIDEN HU een aanvang nam in 2004 en de volledige productiecapaciteit van 2,4 miljoen stuks per jaar naar verwachting in 2007 bereikt zou worden, heeft de Commissie het marktaandeel in 2003 en 2008 onderzocht. |
|
(101) |
De Hongaarse autoriteiten hebben bevestigd dat er geen joint ventures of langdurige marketingovereenkomsten bestaan tussen IBIDEN en andere bedrijven in de keramische sector. |
|
(102) |
De Hongaarse autoriteiten hebben marktgegevens verstrekt afkomstig uit de volgende bronnen: Frost & Sullivan Ltd en AVL List GmbH. Het marktaandeel van de IBIDEN-groep in de DPF-markt vóór de aanvang van het project en na voltooiing ervan uitgedrukt in volume voor Europa wordt in Tabel III hierna weergegeven. Tabel III Marktaandeel van IBIDEN op groepsniveau in Europa
|
||||||||||||||||||
|
(103) |
De door de Hongaarse autoriteiten voorgelegde studies tonen aan dat het marktaandeel van IBIDEN op groepsniveau in de DPF-markt zowel vóór als na de investering in Europa […] %-[…] % bedraagt, uitgedrukt in volume (31) en dus de limiet van 25 % in hoge mate overschrijdt (32). Derhalve is de voorwaarde van punt 24, onder a), van de MSK 2002 niet vervuld. |
6.4.3.4. Toename productiecapaciteit/groeiendemarkttest
|
(104) |
Punt 24 van de MSK 2002 bepaalt dat afzonderlijk aan te melden projecten niet voor investeringssteun in aanmerking komen als een van de in punt 24 vermelde voorwaarden niet is vervuld. Ook al wordt, zoals hoger aangegeven, de voorwaarde in punt 24, onder a) van de MSK 2002 niet vervuld, toch heeft de Commissie ook onderzocht of het investeringsproject voldoet aan de andere voorwaarde die wordt vermeld in punt 24, onder b) van de MSK 2002. Volgens punt 24, onder b) van de MSK 2002 zal een afzonderlijk aan te melden investeringsproject niet voor investeringssteun in aanmerking komen als de door het project ontstane capaciteit groter is dan 5 % van de omvang van de markt, welke wordt gemeten aan de hand van gegevens over het schijnbare verbruik van het betrokken product, tenzij het gemiddelde jaarlijkse groeipercentage van het schijnbare verbruik over de laatste vijf jaar hoger lag dan de gemiddelde jaarlijkse groei van het bbp van de Europese Economische Ruimte. |
|
(105) |
In dit verband merkt de Commissie op dat, zoals aangetoond in Tabel IV hierna, het jaarlijkse groeipercentage van het schijnbare verbruik (gemeten als totale afzet) in Europa van DPF over de laatste vijf jaar aanzienlijk hoger lag dan de gemiddelde jaarlijkse groei van het bbp van de EER (33). Tabel IV Groeiendemarkttest
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
|
(106) |
Bijgevolg besluit de Commissie dat de onderzochte steun beantwoordt aan punt 24, onder b), van de MSK 2002. De steun is echter niet in overeenstemming met punt 24, onder a), van de MSK 2002, zoals hoger uiteengezet. |
6.5. Negatieve gevolgen van de steun en conclusie
|
(107) |
In overeenstemming met de regels voor regionale steun werd er aan IBIDEN HU reeds steun verstrekt voor een bedrag van 7 411 828 735 HUF (29,73 miljoen EUR) in contante waarde (11 745 422 640 HUF of 47,12 miljoen EUR in nominale waarde) op grond van de bestaande stelsels voor regionale steun (34) tot aan het maximum voor afzonderlijk aan te melden projecten, vastgelegd in punt 24 van de MSK 2002. Het steunbedrag, dat aan de onderhavige melding onderworpen is, is het verschil tussen het totaalbedrag van de steun en de reeds verstrekte steun, namelijk 2 381 981 198 HUF (9,56 miljoen EUR) in contante waarde (in nominale waarde is dit bedrag 3 845 801 110 HUF of 15,43 miljoen EUR). |
|
(108) |
Punt 24 van de MSK 2002 bepaalt dat afzonderlijk aan te melden projecten niet voor investeringssteun in aanmerking komen als een van de in punt 24 vermelde voorwaarden niet is vervuld. Zoals hierboven aangetoond, voldoet de onderzochte steun niet aan punt 24, onder a) van de MSK 2002 omdat het marktaandeel van IBIDEN op groepsniveau in de DPF-markt in Europa zowel vóór als na de investering aanzienlijk hoger is dan 25 %. |
|
(109) |
Het grote marktaandeel van IBIDEN weerspiegelt de belangrijke positie die het bedrijf in de DPF-markt inneemt. Volgens de studie van Frost & Sullivan Ltd („F&S”) (35) en opmerkingen vanwege de belanghebbenden, bekleedt IBIDEN een uitstekende positie in de Europese markt voor DPF, aangezien het bedrijf een van de twee grootste fabrikanten van filtersubstraten ter wereld is (de andere grote fabrikant is NGK). De Commissie merkt op dat de DPF-markt in Europa de voorbije jaren enorm is gegroeid, aangezien alle voertuigfabrikanten de technologie toepassen om te voldoen aan de Euro-emissiegrenswaarden. Het is een zeer rendabele markt die ook in de toekomst wellicht een sterke ontwikkeling zal kennen. De steun die aan aanmelding onderworpen is zou de leidende positie van IBIDEN in deze markt nog versterken, waardoor het voor nieuwkomers moeilijker zou zijn om hun positie in deze markt te consolideren. De steun die aan deze aanmelding onderworpen is, zou dus wellicht leiden tot een aanzienlijke verstoring van de mededinging. |
|
(110) |
Op grond van de voorgaande overwegingen besluit de Commissie dat de steun die aan aanmelding onderworpen is niet verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Aangezien de steun van 2 381 981 198 HUF (9,56 miljoen EUR) in contante waarde (in nominale waarde is dit bedrag 3 845 801 110 HUF of 15,43 miljoen EUR) nog niet is verleend, is terugvordering ervan niet vereist, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De steunmaatregel ten bedrage van 2 381 981 198 HUF in contante waarde (3 845 801 110 HUF in nominale waarde), die de Republiek Hongarije voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van IBIDEN Hungary Gyártó Kft. is niet verenigbaar met de gemeenschappelijke markt.
Deze steunmaatregel mag bijgevolg niet ten uitvoer worden gelegd.
Artikel 2
De Republiek Hongarije deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking de maatregelen mee welke zijn genomen om hieraan te voldoen.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de Republiek Hongarije.
Gedaan te Brussel, 30 april 2008.
Voor de Commissie
Neelie KROES
Lid van de Commissie
(1) PB C 224 van 25.9.2007, blz. 2.
(2) Mededeling van de Commissie — Multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten, PB C 70 van 19.3.2002, blz. 8, zoals gewijzigd door de mededeling van de Commissie inzake de wijziging van de multisectorale kaderregeling betreffende regionale steun voor grote investeringsprojecten (2002) met betrekking tot de opstelling van een lijst van sectoren die met structurele problemen te kampen hebben, alsmede inzake een voorstel voor dienstige maatregelen overeenkomstig artikel 88, lid 1, EG-Verdrag betreffende de automobielindustrie en de sector synthetische vezels, PB C 263 van 1.11.2003, blz. 3.
(3) Cf. noot 1.
(4) Schrijven van de Commissie van 9 juli 2004, C(2004) 2773/5 betreffende HU 12/2003 — Regionalesteunkaart van Hongarije voor de periode van 1 mei 2004 tot 31 december 2006.
(5) Voor het boekjaar dat een einde nam op 31 maart 2006.
(6) Teneinde de doorzichtigheid en een efficiënte controle op de regionale steun voor grote investeringsprojecten te garanderen, voorziet punt 36 van de MSK 2002 in een bijzonder „doorzichtigheidsmechanisme”. Volgens dat mechanisme moeten de lidstaten op een standaardformulier informatie verstrekken wanneer op grond van de MSK 2002 steun wordt verleend voor projecten waarvoor geen meldingsplicht bestaat met subsidiabele kosten van meer dan 50 miljoen EUR.
(7) Berekend volgens de regels van de onderliggende steunregeling, op basis van een wisselkoers van 249,28 HUF/EUR (geldig op 31 augustus 2004) en een referentierentevoet van 8,59 %.
(*1) Voor deze informatie geldt de geheimhoudingsplicht.
(8) HU 1/2003 „Programma ten behoeve van investeringsbevordering” werd ingediend volgens de tussentijdse procedure en door de Commissie aanvaard als bestaande steun volgens de betekenis van bijlage IV, hoofdstuk 3, lid 1, onder c) (overeenkomstig artikel 22), van het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie.
(9) HU 3/2004 „Programma van belastingvoordeel ten gunste van ontwikkeling” werd ingediend volgens de tussentijdse procedure en door de Commissie aanvaard als bestaande steun volgens de betekenis van bijlage IV, hoofdstuk 3, lid 1, onder c) (overeenkomstig artikel 22), van het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie. Het amendement op dit programma werd aangemeld bij de Commissie (zaak nummer N 504/2004) en door haar goedgekeurd op 23 december 2004 (ref. C(2004)5652).
(10) In deze beschikking wordt het nettosubsidie-equivalent (NSE) berekend op basis van de in Hongarije geldende standaard vennootschapsbelastingvoet (16 %).
(11) De belastingaftrek is gelimiteerd met betrekking tot de globale contante waarde.
(12) HU 1/2003 „Programma ten behoeve van investeringsbevordering” en N 504/2004 (ex HU 3/2004) „Programma van belastingvoordeel ten gunste van ontwikkeling”.
(13) Verschillen in het beoogde gebruik tussen de eindproducten, DPF en DOC, zijn een weerspiegeling van de verschillende aanwendingen van hun respectieve substraten. Daarom zal in de beschikking DPF als alternatief worden gebruikt voor substraat van DPF.
(14) „Strategic analysis of the European market for Diesel Particulate Filters”, oktober 2006. De firma Frost & Sullivan is actief in advies en onderzoek van de markt/sectoren.
(15) „Market survey on PM reduction after-treatment devices”, maart 2007. AVL List is nauw betrokken bij het ontwerp en de ontwikkeling van verbrandingsmotoren. De studie van AVL, waartoe door IBIDEN HU opdracht werd gegeven voor deze zaak, betoogt dat zowel DOC als DPF behoren tot de relevante productmarkt. De gegevens en analyse die in de studie van AVL worden gepresenteerd, bevestigen dit argument echter niet, d.w.z. tal van elementen/gegevens in de studie wijzen erop dat er geen substitueerbaarheid is, en niet het tegenovergestelde.
(16) PB C 74 van 10.3.1998, blz. 9.
(17) PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.
(18) Het concept van achtereenvolgende generaties van het product wordt gehanteerd door IBIDEN HU en verwijst naar de evolutie van de technologie.
(19) Wat betreft de marktprijs van 102 EUR voor de DOC, zoals opgegeven in de studie van AVL, blijkt dat deze ook verwijst naar de DOC-prijs na coating op TIER 2-niveau. Daarom zou de prijs van het DOC-substraat neerwaarts moeten worden aangepast op dezelfde manier als IBIDEN de DPF-substraatprijzen aanpaste.
(20) Verschillen in het beoogde gebruik tussen de eindproducten, DPF en DOC, zijn een weerspiegeling van de verschillende aanwendingen van hun respectieve substraten.
(21) PB C 54 van 4.3.2006, blz.13.
(22) HU 1/2003 „Programma ten behoeve van investeringsbevordering” en N 504/2004 (ex HU 3/2004) „Belastingvoordeel ten gunste van ontwikkeling”.
(23) Omdat investeringsprojecten gedurende verschillende jaren kunnen lopen, wordt de periode van drie jaar in principe berekend vanaf de aanvang van de werkzaamheden voor elk project.
(24) DPF's zijn nog niet vereist door de huidige Europese wetgeving, maar zijn al wel ingebouwd in bepaalde motorvoertuigen. Vanaf september 2009 worden er nieuwe grenswaarden verplicht voor nieuwe types personenauto's met dieselmotor (categorie M1) en lichte bedrijfsvoertuigen (categorie N1 klasse I) met een referentiemassa die niet hoger mag zijn dan 2 610 kg (deze grenswaarden zullen vanaf september 2010 van toepassing zijn voor klassen II en III van voertuigen in de categorieën N1 en N2). Dit zal in de praktijk tot gevolg hebben dat er DPF's moeten worden ingebouwd om te voldoen aan de grenswaarden.
(25) De Hongaarse autoriteiten hebben bevestigd dat IBIDEN Deutschland GmbH een handels- en marketingbedrijf is en dat het geen onderdelen voor uitlaatgasbehandeling vervaardigt. Geen van de andere bedrijven van de IBIDEN-groep voert een verdere verwerking uit van de door IBIDEN HU vervaardigde onderdelen.
(26) Oplosbare organische fractie: zoals organische stoffen afgeleid van motorolie en brandstof.
(27) Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, PB L 171 van 29.6.2007, blz. 1.
(28) Deze trend wordt, zoals aangetoond door Saint-Gobain, benadrukt door de verschillende presentaties die in 2007 tijdens diverse deskundigenfora werden gegeven door General Motors, DaimlerChrysler, Johnson Matthey, Hyundai en Arvin Meritor.
(29) Volgens de marktstudie van AVL hebben moderne systemen voor de nabehandeling van uitlaatgas zwavelvrije dieselbrandstof nodig om doeltreffende en duurzame prestaties te realiseren. Dieselbrandstof met een laag zwavelgehalte werd in 2005 in de Europese Unie ingevoerd en zal in 2009 verplicht zijn.
(30) De gegevens verzameld door AVL verwijzen naar een iets kleinere markt dan die van F&S en zouden leiden tot onverenigbaarheden aangezien het afzetvolume van de begunstigde in Europa vóór de investering (d.w.z. in 2003) hoger is dan de totale, door AVL geraamde afzet. Daarom werden de cijfers over de DPF-markt van de F&S-studie gehanteerd, waar zulke onverenigbaarheden zich niet voordeden. Bovendien is de hantering van de hogere F&S-gegevens in het voordeel van de begunstigde, maar zelfs in dit scenario ligt het marktaandeel ver boven 25 %. De studie van F&S verwijst rechtstreeks naar het aantal verkochte DPF's of het aantal DPF's dat naar verwachting zal verkocht worden op de markt, rekening houdend met alle DPF-fabrikanten. Op te merken valt nog dat de studies weliswaar naar DPF verwijzen, namelijk een afgewerkt product verderop in het productieproces, maar dat het volume aan verkochte substraten in de praktijk gelijk is aan het aantal verkochte DPF's.
(31) Het keramische substraat van IBIDEN HU is een halffabricaat dat verder verwerkt moet worden (namelijk coaten, inblikken) op de volgende niveaus van de waardeketen (uitgevoerd door onafhankelijke ondernemingen). Aangezien de waardegegevens in de overgelegde studies alleen verwijzen naar de afgewerkte DPF, waarvan de prijs veel hoger is dan die van het product van IBIDEN, en omdat er geen betrouwbare gegevens werden ingediend over de prijs van het halffabricaat, meent de Commissie dat in onderhavig geval de analyse in volume uitgedrukt diende te worden. In elk geval zou, als IBIDEN DPF-substraten verkoopt tegen een prijs die de gemiddelde marktprijs benadert, het marktaandeel uitgedrukt in waarde vergelijkbaar zijn.
(32) Volgens door Saint-Gobain verstrekte gegevens is het marktaandeel van IBIDEN in de EER hoger dan 25 % uitgedrukt in waarde, zelfs in een hypothetische markt die substraten voor zowel DPF als DOC (DPF- + DOC-markt) omvat. Dit argument wordt echter niet bevestigd door de studie van AVL (waartoe opdracht werd gegeven door de begunstigde), aangezien deze studie aanzienlijk hogere prijzen van DOC's vermeldt en het marktaandeel uitgedrukt in waarde aldus lager blijft dan 25 % in de gecombineerde markt (wat de marktprijs van de DOC betreft zoals deze in de studie van AVL wordt meegedeeld, lijkt het er echter op dat deze verwijst naar de DOC-prijs na coating op TIER 2-niveau, wat een verklaring zou zijn voor de aanzienlijk hogere prijs in vergelijking met de prijs die door Saint-Gobain voor het substraat wordt opgegeven). Op basis van de beschikbare informatie kan daarom niet worden besloten of het marktaandeel van IBIDEN in zulke hypothetische markt in de EER zou liggen boven of onder 25 % uitgedrukt in waarde.
(33) Omwille van praktische redenen werden de bbp-cijfers van de EU-27 in aanmerking genomen.
(*2) CAGR: Compound annual growth rate, samengesteld jaarlijks groeipercentage.
(34) HU 1/2003 „Programma ten behoeve van investeringsbevordering” en N 504/2004 (ex HU 3/2004) „Belastingvoordeel ten gunste van ontwikkeling”.
(35) „Strategic analysis of the European market for Diesel Particulate Filters”, oktober 2006. De firma Frost & Sullivan is actief in advies en onderzoek van de markt/sectoren.