EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0147

2003/147/EG: Beschikking van de Commissie van 16 oktober 2002 betreffende de staatssteun van Portugal aan Opel Portugal Comércio e Indústria de Veículos (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 3742)

PB L 55 van 1.3.2003, p. 65–73 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/147(1)/oj

32003D0147

2003/147/EG: Beschikking van de Commissie van 16 oktober 2002 betreffende de staatssteun van Portugal aan Opel Portugal Comércio e Indústria de Veículos (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 3742)

Publicatieblad Nr. L 055 van 01/03/2003 blz. 0065 - 0073


Beschikking van de Commissie

van 16 oktober 2002

betreffende de staatssteun van Portugal aan Opel Portugal Comércio e Indústria de Veículos

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 3742)

(Slechts de tekst in de Portugese taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/147/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken(1) en gezien deze opmerkingen,

Overwegende hetgeen volgt:

I. PROCEDURE

(1) Bij brieven van 2 maart, 10 april en 31 mei 2001 hebben de Portugese autoriteiten hun voornemen aangemeld opleidingssteun en regionale steun te verlenen aan Opel Portugal Comércio e Indústria de Veículos, SA (hierna: "Opel Portugal"). Op 19 juli 2001 verzocht de Commissie om aanvullende gegevens, die de Portugese autoriteiten bij brief van 3 oktober verstrekten. Op 26 november 2001 bezocht de Commissie de fabriek in Azambuja, waarna zij bij brief van 30 november om aanvullende inlichtingen verzocht; hierop antwoordden de Portugese autoriteiten bij brief van 28 januari 2002.

(2) De Commissie besloot op 27 maart 2002 de procedure van artikel 88, lid 2, van het Verdrag in te leiden (besluit tot inleiding van de formele onderzoekprocedure), omdat zij twijfels had over de verenigbaarheid van de steun met de gemeenschappelijke markt. Portugal zond zijn opmerkingen over het inleiden van een procedure op 24 mei 2002.

(3) Het besluit van de Commissie om de procedure in te leiden werd bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen(2). De Commissie verzocht belanghebbenden haar hun opmerkingen over de steun kenbaar te maken. De Commissie ontving opmerkingen van belanghebbenden. Zij zond deze door naar Portugal, dat in de gelegenheid werd gesteld hierop te reageren; de opmerkingen van Portugal werden bij brief van 30 mei 2002 ontvangen.

II. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUN

(4) Opel Portugal is een dochteronderneming van het Amerikaanse concern General Motors (hierna: "GM"), die auto's vervaardigt in haar fabriek in Azambuja, in de regio Lissabon. Het aangemelde steunvoornemen heeft betrekking op de productie van een nieuwe kleine personen- en bedrijfswagen op basis van het Opel Corsaprogramma. De auto, die vanaf 2001 wordt geproduceerd, vervangt de eerdere modellen die op het oude Opel Corsaprogramma waren gebaseerd.

(5) Er zijn twee afzonderlijke maatregelen ten behoeve van Opel Portugal gepland: één met betrekking tot opleiding en de andere in het kader van regionale steun.

a) Opleidingssteun

Het project

(6) Het opleidingsproject in kwestie is het programma van Opel Portugal inzake beroepsopleiding voor haar werknemers (hierna: "het programma"), dat van 2000 tot 2003 loopt. De Portugese autoriteiten verstrekten gedetailleerde gegevens over deze opleiding en de daaraan verbonden kosten.

(7) Volgens de door de Portugese autoriteiten verschafte informatie omvat het programma 327365 uur opleiding, waarvan 253099 uur algemene opleiding en 74266 uur specifieke opleiding zijn. De opleiding wordt rechtstreeks door Opel Portugal verschaft en ook door andere, door Inofor (Instituto para a Inovação na Formação) erkende, opleidingsinstellingen gegeven.

(8) De subsidieerbare opleidingskosten die bij de Commissie zijn aangemeld, zijn als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(9) Volgens de Portugese autoriteiten zullen er twee soorten cursussen zijn: cursussen waarin een algemene opleiding wordt gegeven en cursussen waarin zowel een algemene als een specifieke opleiding wordt gegeven. De cursussen die alleen een algemene opleiding omvatten, verschaffen de cursisten algemene vaardigheden die op verschillende werkgebieden kunnen worden toegepast en derhalve overdraagbaar zijn. Dit zijn, bijvoorbeeld, het leiding kunnen geven aan een productieteam, vaardigheden op het gebied van kwaliteit en processen, basisvaardigheden op het gebied van productie, IT-opleiding, leiderschap, gezondheid en veiligheid, taalopleiding en opleiding inzake ondernemingen.

(10) De cursussen, waarin een mix van een algemene en een specifieke opleiding wordt gegeven, zijn gericht op vaardigheden die meer direct zijn verbonden met specifieke taken die de werknemers bij hun huidige werk moeten uitvoeren: bijvoorbeeld een opleiding op het gebied van assemblageoperaties, de specifieke werking van machines, het lakprocédé. Volgens de Portugese autoriteiten bevatten deze cursussen in zoverre een component "algemene opleiding" dat er overdraagbare technische en sociale vaardigheden worden ontwikkeld. De Portugese autoriteiten noemen hier als voorbeeld van ontwikkeling van algemene vaardigheden door middel van deze cursussen onder andere het vermogen om instructies te interpreteren, het vermogen om een gegeven volgorde van taken te volgen, besef van veiligheid, besef van kwaliteit, en het vermogen om problemen op te lossen.

Rechtsgrond en steunbedragen

(11) De rechtsgrond van de voorgenomen steun zijn Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie(3) en de volgende Portugese wetten: Portaria 229/2001 van 19 maart 2001; Decreto Regulamentar nr. 12-A/2000 van 15 september 2000 en Despacho Normativo nr. 42-B/2000 van 20 september 2000.

(12) De Portugese autoriteiten zijn voornemens opleidingssteun ten bedrage van 3414010 EUR aan Opel Portugal te verlenen. Hiervan wordt 3028621 EUR (of 55 % van de subsidiabele kosten) als steun voor een algemene opleiding en 385389 EUR (of 30 % van de subsidiabele kosten) als steun voor een specifieke opleiding beschouwd.

Redenen voor de inleiding van de procedure

(13) In haar besluit van 19 december 2001 om de procedure in te leiden(4) uitte de Commissie twijfels over de vraag of de cursussen die door de Portugese autoriteiten zijn aangemeld als cursussen waarmee zowel een algemene als een specifieke opleiding wordt verschaft, als een algemene opleiding kunnen worden aangemerkt. De Commissie verzocht om aanvullende informatie over deze cursussen en om een meer gedetailleerde uitsplitsing van de subsidiabele kosten van de cursussen die zijn aangemeld als cursussen waarin zowel een algemene als een specifieke opleiding wordt verstrekt.

b) Regionale investeringssteun

Het project

(14) Het investeringsproject wordt uitgevoerd in de fabriek te Azambuja in de regio Lissabon. Azambuja is een regio die valt onder artikel 87, lid 3, onder c), waarvan het regionale steunplafond in 2000 47,68 % nettosubsidie-equivalent (NSE) (ongeveer 65,80 % brutosubsidie-equivalent (BSE)) bedroeg. In 2001 bedroeg het regionale plafond 40,76 % NSE (ongeveer 56,25 % BSE) en in 2002 33,84 % NSE (ongeveer 46,70 % BSE).

(15) Het project is in twee fasen verdeeld. In de eerste fase (van augustus 1998 tot eind 1999) werd een nieuwe, op waterbasis werkende lakkerij geïnstalleerd ter vervanging van de oude die niet voldeed aan de vereiste kwaliteits- en milieunormen. In de tweede fase (van 2000 tot december 2003) worden de productielijnen voor de productie van de nieuwe Opel Combo geïnstalleerd. De capaciteit van de fabriek in Azambuja zal van ongeveer 60000 tot circa 70000 eenheden per jaar toenemen. De capaciteit van het GM-concern op Europees niveau echter neemt in de desbetreffende periode af, mede als gevolg van het lopende herstructureringsplan "Olympia".

(16) De Portugese autoriteiten beweren dat het project mobiel is en dat een alternatieve locatie in Gliwice, Polen, door het GM-concern als een levensvatbaar alternatief werd beschouwd.

(17) Opel is voornemens een nominaal bedrag van 124299613 EUR (108701829 EUR in huidige waarde, basisjaar 1998, verdisconteringsfactor 6,42 %) te investeren. De gehele investering werd door de Portugese autoriteiten als voor steun in aanmerking komende investering beschouwd.

(18) De Portugese autoriteiten hebben de kosten en baten van de locatie in Azambuja vergeleken met die van een alternatieve locatie in Gliwice. De kosten-batenanalyse (hierna: "KBA") vermeldt een nettokostenhandicap van 40449401 EUR voor de locatie in Azambuja in vergelijking met de locatie in Gliwice, hetgeen een "handicapintensiteit" van het project van 37,21 % inhoudt.

Rechtsgrond en steunbedragen

(19) De aangemelde steun wordt verleend uit hoofde van de goedgekeurde steunregelingen die zijn vastgelegd in de volgende wetgeving: PEDIP II (wetsdecreet nr. 177/94)(5), PEDIP-TRANSIÇÃO (wetsdecreet nr. 348-A/99) en de regeling inzake belastingvoordelen (wetsdecreet nr. 409/99)(6).

(20) Het ligt in de bedoeling een totale steun ten belope van nominaal 38333000 EUR brutosubsidie-equivalent te verlenen. De steun omvat: i) een terugbetaalbare lening van 18471000 EUR, die de Portugese autoriteiten als een rechtstreekse subsidie hebben aangemeld, aangezien zij de keuze hadden om de lening in de toekomst in een subsidie om te zetten; ii) een bijdrage aan de rentebetalingen over een lening tot 2460000 EUR; iii) fiscale voordelen in de vorm van een verlaging van de belasting over winst tot 17402000 EUR. De werkelijke waarde van de totale regionale steun beloopt 35297017 EUR. De steunintensiteit van de regionale steunmaatregel is derhalve 32,5 % brutosubsidie-equivalent.

Redenen voor het inleiden van de procedure

(21) In haar besluit van 19 december 2001 om de procedure in te leiden(7) uitte de Commissie twijfels ten aanzien van de mobiliteit van het project. Om deze twijfels weg te nemen, verzocht de Commissie om aanvullende verduidelijking en documenten over het tijdschema voor de goedkeuring van het project in Azambuja.

(22) Daarnaast uitte de Commissie twijfels over de KBA ten aanzien van de volgende punten:

- De noodzaak van aanvullende investeringen in de oude lakkerij te Azambuja [...] (*), ingeval de alternatieve optie van uitvoering van het project in Gliwice wordt gekozen. Deze aanvullende investeringen hadden in de KBA in aanmerking moeten worden genomen als extra kosten ingeval de alternatieve locatie zou worden gekozen.

- De raming van de opbrengst van de verkoop van de grond waarop de installaties in Azambuja staan, ingeval voor de alternatieve optie, namelijk uitvoering van het project in Gliwice, wordt gekozen. De Commissie betwijfelt dat Opel Portugal uit de verkoop een netto-opbrengst van 8083469 EUR in 2002 had kunnen verkrijgen.

III. OPMERKINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

(23) De Commissie ontving op 19 april 2002 opmerkingen van het bedrijf Duarte & Marques Lda, waarin werd verwezen naar het beweerde gebruik door Opel Portugal voor industriële doeleinden (een wagenpark) van een terrein van circa 12 ha dat voor agrarische en milieudoeleinden bestemd was. Volgens Duarte & Marques Lda was dit feit voldoende reden om de rechtmatigheid van de staatssteun ten behoeve van Opel Portugal te betwisten. De Commissie deed op 23 april 2002 deze opmerkingen aan Portugal toekomen.

IV. OPMERKINGEN VAN PORTUGAL

(24) Op 24 mei 2002 zonden de Portugese autoriteiten hun opmerkingen over de inleiding van de procedure en op 30 mei zonden zij hun commentaar over de opmerkingen van belanghebbenden. De Commissie heeft met deze opmerkingen en inlichtingen rekening gehouden.

a) Opleidingssteun

(25) Ten aanzien van de opleidingssteun verschaften de Portugese autoriteiten informatie over de criteria die worden toegepast om een onderscheid te maken tussen de specifieke en de algemene opleiding. In deze criteria wordt de specifieke opleiding als een soort nevenproduct gedefinieerd: een cursus of een module van een cursus wordt als specifiek aangemerkt wanneer aan geen van de criteria die de algemene opleiding aanduiden, wordt voldaan.

(26) De Portugese autoriteiten verschaften een gedetailleerde lijst van de criteria die worden gebruikt om de algemene opleidingscomponenten aan te duiden die zijn vervat in cursussen welke zijn aangemeld als cursussen in het kader waarvan zowel een algemene als een specifieke opleiding wordt verstrekt. De criteria zijn: het vermogen om instructies te interpreteren en informatie/instructies te kunnen meedelen; het vermogen om een welbepaalde volgorde van handelingen te volgen; verantwoordelijkheidszin ten aanzien van veiligheid op de werkplek en de veiligheid van de klant; de kwaliteitsnormen in acht nemen; omzichtigheid betrachten bij het hanteren van producten; het vermogen om eigen werk te controleren; het vermogen om problemen op te sporen en fouten te voorkomen; blijk geven van creativiteit en het formuleren van voorstellen tot verbetering van het werk; het vermogen om fouten ter plaatse te corrigeren; samenwerking met collega's en bereidheid wanneer nodig te helpen, actief deelnemen aan teamwerk dat gericht is op verbeteringen in het werk; een snelle uitvoering van de taken met inachtneming van de kwaliteitsnormen; het belang inzien van de normen om de gestelde doeleinden te bereiken; besef van werktijd en cyclustijd.

(27) Volgens de Portugese autoriteiten geven deze criteria aan dat de cursussen gedeeltelijk als een algemene opleiding kunnen worden aangemerkt omdat zij de "technische en relationele vaardigheden" ontwikkelen die niet uitsluitend gericht zijn op de huidige functie van de werknemer en die naar andere ondernemingen of werkgebieden kunnen worden overgedragen.

(28) Ten slotte verschaften de Portugese autoriteiten een uitsplitsing van de subsidiabele kosten waarin enerzijds de kosten werden aangegeven met betrekking tot cursussen die zijn aangemeld als cursussen waarin alleen een algemene opleiding wordt verstrekt en, anderzijds, de kosten met betrekking tot cursussen die zijn aangemeld als cursussen waarin zowel een algemene als een specifieke opleiding wordt gegeven.

b) Regionale investeringssteun

(29) Ten aanzien van de regionale investeringssteun betoogden de Portugese autoriteiten ten eerste andermaal dat het project mobiel is. Ter staving van deze bewering hebben zij een document overgelegd waarmee wordt aangetoond dat het besluit om een nieuwe lakkerij in Azambuja op te zetten, in oktober 1997 door het GM-concern was genomen.

(30) Ten tweede verschaften de Portugese autoriteiten aanvullende informatie over de investeringen die in de periode 1996-1998 zijn gedaan om de emissieniveaus in de oude lakkerij te verbeteren. Zij gaven eveneens een bedrag van 2882331,52 EUR aan als maximale aanvullende investering die vereist is om ervoor te zorgen dat de lakkerij aan de wettelijke emissienormen voldoet. Volgens de Portugese autoriteiten had de regering 50 % van dit bedrag als staatssteun voor de voor het bereiken van milieudoelstellingen vereiste investering kunnen financieren overeenkomstig de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu van 1994(8).

(31) Ten derde verschaften de Portugese autoriteiten bewijselementen en aanvullende gegevens met betrekking tot de taxatie van de grond waarop de fabriek te Azambuja is gebouwd; een daarvan is een toelichting van de onafhankelijke consulent die een taxatie van het terrein van het vroegere Ford Lusitania heeft uitgevoerd; voorts een taxatie van de grond die in 2002 door een andere onafhankelijke consulent is verricht alsook milieurapportages van onafhankelijke bedrijven over de installaties op het terrein van Opel.

c) Opmerkingen van belanghebbenden

(32) Op 30 mei zonden de Portugese autoriteiten hun commentaar op de door belanghebbenden ingezonden opmerkingen. Zij betoogden dat het terrein dat in die opmerkingen wordt genoemd, niet het terrein is waarop het bij de Commissie aangemelde project zou worden uitgevoerd. Ten bewijze daarvan stuurden zij een plattegrond van de fabriek waarin de betrokken gedeelten waren aangeduid. Bovendien wezen zij erop dat de zaak aan een nationale rechterlijke instantie was voorgelegd en dat hierin nog geen uitspraak was gedaan.

V. BEOORDELING VAN DE STEUN

(33) De door Portugal aangemelde steunmaatregel ten behoeve van Opel Portugal is staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag. Deze zou worden gefinancierd door de staat of met staatsmiddelen. Bovendien kan de steun, aangezien deze een aanzienlijk percentage uitmaakt van de financiering van het project, de concurrentie in de Gemeenschap vervalsen doordat aan Opel Portugal een voordeel wordt toegekend ten opzichte van de concurrenten die geen steun ontvangen. Daarnaast bestaat er een intensieve handel tussen de lidstaten op de markt voor motorvoertuigen.

(34) In artikel 87, lid 2, van het EG-Verdrag wordt een aantal soorten steunmaatregelen genoemd die verenigbaar zijn met het EG-Verdrag. Gelet op de aard en de doelstelling van de steun, en op de geografische ligging van het bedrijf, zijn de bepalingen onder a), b) en c), niet van toepassing op het project in kwestie. In artikel 87, lid 3, worden andere soorten steun genoemd die als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd. De Commissie merkt op dat de locatie van het project Azambuja is, in de regio Lissabon, welke voor steun op grond van artikel 87, lid 3, onder c), in aanmerking komt.

(35) De steun in kwestie is bestemd voor Opel Portugal, een onderneming die motorvoertuigen vervaardigt en monteert. De onderneming behoort derhalve tot de automobielindustrie in de zin van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun aan de automobielindustrie(9) (hierna: "kaderregeling automobielindustrie").

(36) In de kaderregeling automobielindustrie wordt bepaald dat alle voorgenomen steunmaatregelen van overheidsinstanties voor een individueel of een algemeen project in het kader van goedgekeurde steunregelingen ten gunste van een onderneming die werkzaam is in de automobielsector, van tevoren moeten worden aangemeld uit hoofde van artikel 88, lid 3, van het Verdrag, zodra een van de volgende twee drempels is overschreden: i) de totale kostprijs van het project is gelijk aan 50 miljoen EUR. ii) het totale brutobedrag van de staatssteun voor het project is gelijk aan 5 miljoen EUR, ongeacht of het staatssteun of steun afkomstig van communautaire instrumenten betreft.

(37) Zowel de totale kosten van het project als het steunbedrag overschrijden de respectieve aanmeldingsdrempel. Door zowel de opleidingssteun als de regionale steun ten behoeve van Opel Portugal aan te melden hebben de Portugese autoriteiten aan de bepalingen van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag voldaan.

(38) De Commissie is, tot nader order, van oordeel dat het feit dat Opel Portugal een gebied dat voor agrarisch en milieugebruik is bestemd, naar wordt beweerd voor industriële doelstellingen gebruikt, voor de beoordeling van dit geval niet relevant is en wel omdat de indeling van de fabriek aantoont dat het terrein waarvan het gebruik wordt betwist duidelijk een ander stuk grond is dan de locatie van het project in kwestie. De Commissie concludeert derhalve dat de twee maatregelen, de opleidingssteun en de regionale steun, in het licht van de desbetreffende regels moeten worden beoordeeld.

a) Opleidingssteun

(39) Overeenkomstig punt 3.6 van de kaderregeling automobielindustrie moet opleidingssteun aan bedrijven in de automobielsector worden getoetst aan Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun(10) (hierna: "de verordening"). Overeenkomstig artikel 5 van de verordening geldt de vrijstelling niet automatisch voor opleidingssteun die aan de in de verordening vastgelegde voorwaarden voldoet, wanneer het bedrag dat voor één enkel opleidingsproject aan één onderneming wordt verleend, meer dan 1 miljoen EUR bedraagt. Deze steun moet derhalve worden aangemeld en in het licht van de verordening worden beoordeeld. De Commissie wijst erop dat de voorgenomen steun in dit geval 3414010 EUR bedraagt, dat deze aan één enkele onderneming wordt verleend en dat het opleidingsproject één enkel project is. Zij is daarom van mening dat de aanmeldingsverplichting van toepassing is op de voorgenomen steun en dat deze steun aan de verordening moet worden getoetst.

(40) Overeenkomstig artikel 3, lid 1, van de verordening zijn steunmaatregelen die aan alle voorwaarden van de verordening voldoen, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag.

(41) De Commissie wijst erop dat het onderscheid tussen specifieke en algemene opleidingsacties is vervat in artikel 4 van de verordening. Overeenkomstig artikel 2 van de verordening wordt onder een specifieke opleiding verstaan een opleiding die bestaat in onderricht dat direct en hoofdzakelijk op de huidige of toekomstige functie van de werknemer in de begunstigde onderneming gericht is en door middel waarvan bekwaamheden worden verkregen die niet of slechts in beperkte mate naar andere ondernemingen of andere werkgebieden overdraagbaar zijn.

(42) Algemene opleiding wordt in artikel 2 van de verordening gedefinieerd als een opleiding die bestaat in onderricht dat niet uitsluitend of hoofdzakelijk op de huidige of toekomstige functie van de werknemer in de begunstigde onderneming gericht is, maar door middel waarvan bekwaamheden worden verkregen die in ruime mate naar andere ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn, zodat de inzetbaarheid van de werkgever wordt verbeterd.

(43) De in aanmerking komende kosten van een project inzake opleidingskosten worden opgesomd in artikel 4, lid 7, van de verordening. De Commissie merkt op dat, zoals in artikel 4 wordt geëist, de Portugese autoriteiten bewijsstukken hebben overgelegd in de vorm van een opleidingskostenplan, aan de hand waarvan de Commissie het totale bedrag van de voor steun in aanmerking komende kosten kon vaststellen. De Commissie merkt voorts op dat de subsidiabele kosten van het aangemelde opleidingsprogramma in totaal 6791212 EUR bedragen, waarvan de totale subsidiabele personeelskosten 3118560 EUR bedragen (reiskosten niet inbegrepen).

(44) Overeenkomstig artikel 4, leden 2 en 3, van de verordening is opleidingssteun verenigbaar met de gemeenschappelijke markt indien de daarin vastgelegde steunintensiteiten ten aanzien van de subsidiabele kosten in acht worden genomen. Overeenkomstig de verordening bedragen de maximumsteunintensiteiten die kunnen worden toegestaan voor het project in kwestie, dat door een grote onderneming in een regio van artikel 87, lid 3, onder c), wordt uitgevoerd, 30 % voor een specifieke opleiding en 55 % voor een algemene opleiding.

(45) De Commissie wijst erop dat de Portugese autoriteiten hebben aangegeven dat het om twee verschillende soorten cursussen gaat: cursussen waarin een algemene opleiding wordt verstrekt en cursussen waarin een mix van een algemene en een specifieke opleiding wordt gegeven.

(46) Na de door de Portugese autoriteiten verstrekte gegevens te hebben onderzocht, stelt de Commissie vast dat de cursussen die door deze autoriteiten zijn aangemeld als cursussen waarin uitsluitend een algemene opleiding wordt gegeven (en die in totaal 183040 uur opleiding omvatten), als een algemene opleiding in de zin van de verordening moeten worden beschouwd.

(47) Wat de cursussen betreft waarin een mix van een algemene en een specifieke opleiding wordt verstrekt (en die in totaal 70059 uur algemene opleiding en 74266 uur specifieke opleiding omvatten), kan de Commissie de door de Portugese autoriteiten voorgestelde omschrijving als algemene opleiding niet aanvaarden. Zij betoogden dat, hoewel de belangrijkste doelstelling van de opleiding de verwerving is van vaardigheden die rechtstreeks op de huidige functie van de werknemers van het bedrijf zijn gericht, deze cursussen terzelfder tijd vaardigheden verschaffen die naar andere ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn. Dit element volstaat echter niet om dit soort cursussen aan te merken als cursussen waarin een algemene opleiding wordt verstrekt.

(48) Ten eerste merkt de Commissie op dat een specifieke opleiding kan bijdragen aan de verbetering van de algemene bekwaamheden van werknemers. Het is zelfs zeer waarschijnlijk dat een opleiding waarbij sprake is van onderricht dat rechtstreeks en hoofdzakelijk toepasselijk is op de huidige functie van de werknemers binnen de onderneming, tevens indirect bijdraagt aan verbetering van de algemene kennis van, bijvoorbeeld, productieprocédés, besef van veiligheid en kwaliteit en teamwerk. Deze vaardigheden zijn echter secundair ten opzichte van de hoofdinhoud van de opleiding waarin vaardigheden worden verworven die niet, of slechts in beperkte mate, naar andere ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn.

(49) Ten tweede is, overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de verordening, ingeval het steunproject zowel componenten van een specifieke opleiding als componenten van een algemene opleiding omvat die voor de berekening van de steunintensiteit niet van elkaar kunnen worden gescheiden, of ingeval het specifieke dan wel algemene karakter van het project inzake opleidingssteun niet kan worden aangetoond, de voor een specifieke opleiding toegestane steunintensiteit van toepassing.

(50) De Commissie merkt op dat, volgens de verstrekte gegevens, de Portugese autoriteiten componenten van een algemene opleiding hebben aangeduid in cursussen die waren aangemeld als cursussen waarin zowel een algemene als een specifieke opleiding wordt verstrekt, door na te gaan of een bepaalde module van een cursus elementen van een algemene opleiding verschafte. Alleen indien geen elementen van een algemene opleiding werden geïdentificeerd, werd de module als een specifieke opleiding aangemerkt.

(51) De Commissie is van mening dat de eenvoudige aanwezigheid van een algemeneopleidingscomponent in een module niet uitsluit dat deze module hoofdzakelijk een opleiding van specifieke aard verschaft. Door een specifieke opleiding alleen via de methode van uitsluiting te definiëren, beschouwden de Portugese autoriteiten modules in het kader waarvan vaardigheden worden aangeleerd die slechts in beperkte mate naar andere ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn en die bestaan uit onderricht dat rechtstreeks en hoofdzakelijk op de huidige functie van de werknemers toepasselijk is, als een algemene opleiding.

(52) De Commissie is dan ook van mening dat de door de Portugese autoriteiten voorgestelde criteria voor het maken van onderscheid tussen algemene- en specifiekeopleidingscomponenten de verschillende opleidingscomponenten niet identificeren zoals door de verordening wordt geëist. Aangezien de cursussen die door de Portugese autoriteiten zijn aangemeld als cursussen waarin zowel een algemene als een specifieke opleiding wordt verschaft, bestaan uit onderricht dat rechtstreeks en hoofdzakelijk toepasselijk is op de huidige functie van de werknemers en dat door middel hiervan vaardigheden worden verkregen die niet of slechts in beperkte mate naar andere ondernemingen of werkgebieden overdraagbaar zijn, trekt de Commissie de conclusie dat deze cursussen niet in aanmerking kunnen komen voor opleidingssteun voor een algemene opleiding.

(53) Op basis van de informatie die door de Portugese autoriteiten bij brief van 24 mei 2002 is verschaft, heeft de Commissie berekend dat de voor steun in aanmerking komende opleidingskosten als volgt zijn:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(54) De toelaatbare steunintensiteit voor een algemene opleiding komt overeen met 55 % van de subsidiabele kosten, wat een toegestane steun voor een algemene opleiding ten belope van 2068057 EUR oplevert. De toelaatbare steunintensiteit voor een specifieke opleiding komt overeen met 30 % van de subsidiabele kosten, wat een toegestaan steunbedrag voor een specifieke opleiding van 909332 EUR oplevert.

b) Regionale investeringssteun

(55) Overeenkomstig de kaderregeling automobielindustrie moet de Commissie erop toezien dat de verleende steun zowel noodzakelijk is voor de uitvoering van het project als in verhouding staat tot de ernst van de problemen waarvoor de steun een oplossing moet bieden. De naleving van het evenredigheids- en het noodzakelijkheidscriterium is een absolute voorwaarde voor de goedkeuring van staatssteun ten behoeve van de automobielsector door de Commissie.

(56) Volgens punt 3.2, onder a), van de kaderregeling automobielindustrie moet de begunstigde onderneming, om de noodzakelijkheid van de regionale steunmaatregel te bewijzen, duidelijk aantonen dat zij over een economisch levensvatbaar alternatief beschikt voor de vestiging van haar project. Wanneer de betrokken investering op geen enkel ander nieuw of bestaand fabrieksterrein van het concern kan worden uitgevoerd, zal de onderneming immers verplicht zijn haar project uit te voeren op de enige mogelijke vestigingsplaats, zelfs zonder steun. Voor een geografisch niet-mobiel project kan bijgevolg geen regionale steun worden toegekend.

(57) De Commissie heeft, bijgestaan door haar externe deskundige op het gebied van de automobielsector, de door Portugal verstrekte documentatie en informatie onderzocht om na te gaan of het project mobiel is.

(58) Uit de interne documenten van GM blijkt dat in april en mei 1997 de mogelijke sluiting van de fabriek in Azambuja in 2001 (einde levensduur van het oude Combomodel) door de directie van het GM-concern werd overwogen. De capaciteit voor de geplande 55000 nieuwe Combomodellen per jaar had in de fabriek in Gliwice (die tussen oktober 1996 en augustus 1998 is gebouwd) beschikbaar gemaakt kunnen worden door aanpassing van de bestaande faciliteiten en invoering van een derde ploeg.

(59) In juni 1997 bestudeerde het GM-concern de mogelijkheid om de fabriek in Azambuja niet te sluiten en vanaf 2001 te investeren in een nieuwe lakkerij en in de productie van een nieuw Combomodel. Uit interne documenten van GM blijkt dat de staatssteun van fundamenteel belang werd beschouwd om de investering in Azambuja te garanderen. De onderhandelingen met de Portugese autoriteiten over het nieuwe investeringsproject gingen in de zomer van 1997 van start.

(60) GM keurde het plan voor een nieuwe lakkerij in Azambuja in oktober 1997 goed. In dat stadium was het duidelijk dat het project de steun van de Portugese autoriteiten zou krijgen. Eén van de documenten die door deze autoriteiten werd overgelegd is een brief van december 1997 van de minister van Economische Zaken aan Opel Portugal waarin de belangstelling van de Portugese regering voor ondersteuning van het investeringsproject wordt bevestigd.

(61) De investering in de lakkerij begon in augustus 1998, terwijl het ondersteuningsaanbod van de Portugese autoriteiten in oktober 1999/februari 2000 werd afgerond en de overeenkomst in juni 2000 werd ondertekend.

(62) Gelet op de bovenstaande informatie concludeert de Commissie dat Gliwice voor het project in kwestie daadwerkelijk als een leefbaar alternatief voor Azambuja werd beschouwd.

(63) Regionale steun bestemd voor modernisering en rationalisering, die doorgaans niet mobiel zijn, is in de automobielsector niet toegestaan. Uitbreiding of verbouwing daarentegen, die een radicale verandering van de productiestructuur in de bestaande fabriek met zich brengt, kan voor regionale steun in aanmerking komen.

(64) Tijdens het bezoek aan de fabriek in Azambuja op 26 november 2001 kon de Commissie, daarin bijgestaan door haar externe deskundige voor de automobielsector, vaststellen dat het investeringsproject in kwestie een ingrijpende vernieuwing van de bestaande fabriek inhield, samen met de complete vernieuwing van een model. De lakkerij is geheel nieuw en het niveau van verandering in de montage- en carrosserielijn is aanmerkelijk hoger dan wat gebruikelijk zou zijn voor een normale aanpassing aan een nieuw model. Zo is bijvoorbeeld de productie thans in veel sterkere mate geautomatiseerd dan bij het oude model het geval was, hetgeen betekent dat het aantal robots dat wordt gebruikt viermaal hoger zal zijn. De Commissie is dan ook van mening dat het bij het project in kwestie gaat om transformatie in de zin van de kaderregeling automobielsector.

(65) De Commissie concludeert derhalve dat het project mobiel is en dat het zodoende voor regionale steun in aanmerking komt, aangezien de steun noodzakelijk is bij het aantrekken van de investering naar het steungebied.

(66) Wat de subsidiabele kosten betreft merkt de Commissie op dat deze 108701829 EUR in prijzen van 1998 belopen, met een verdisconteringsfactor van 6,42 %, zoals door de Portugese autoriteiten is meegedeeld.

(67) Overeenkomstig punt 3.2, onder c), van de kaderregeling automobielindustrie moet de Commissie zich ervan vergewissen dat de voorgenomen steunmaatregel evenredig is met de regionale problemen die de maatregel moet verhelpen. Daarvoor wordt de kosten-batenanalyse (KBA) gebruikt.

(68) In de KBA wordt, voor de mobiele elementen, een vergelijking gemaakt tussen de kosten die de investeerder moet maken voor de uitvoering van het project in de betrokken regio, en de kosten voor een identiek project op een alternatieve locatie, waardoor de specifieke handicap van de betrokken steunzone kan worden vastgesteld. De Commissie keurt regionale steun goed binnen de limiet van de regionale handicap die werd vastgesteld op basis van de investering op de alternatieve locatie die als vergelijkingsbasis fungeert.

(69) Overeenkomstig punt 3.2, onder c), van de kaderregeling automobielsector worden de exploitatiehandicaps van Azambuja in vergelijking met Gliwice in het kader van de KBA gedurende een periode van drie jaar geëvalueerd, aangezien het project in kwestie een uitbreidingsproject is en niet een project voor een nieuwe vestiging op een onontsloten terrein. De KBA behelst de periode tussen 2001 en 2003, met andere woorden drie jaar vanaf het begin van de productie, overeenkomstig bijlage I, punt 3.3, van de kaderregeling automobielsector.

(70) De door de Portugese autoriteiten bij schrijven van 28 januari 2002 overgelegde KBA geeft een nettokostenhandicap ten belope van 40449401 EUR aan voor de locatie Azambuja in vergelijking met de locatie in Gliwice, met een hieruit resulterende "handicapintensiteit" van 37,21 %.

(71) De Commissie heeft, bijgestaan door haar externe deskundige op het gebied van de automobielsector, de aangemelde KBA beoordeeld, teneinde te bepalen in welke mate de voorgenomen steunmaatregel evenredig is met de regionale problemen die moeten worden verholpen. De KBA werd ten aanzien van een aantal elementen zoals hieronder wordt uiteengezet, gewijzigd om rekening te houden met de aanvullende informatie die na het inleiden van de procedure van Portugal was verkregen.

(72) Wat de extra investering betreft die in de oude lakkerij in Azambuja nodig zou zijn geweest indien het project in Gliwice was uitgevoerd, achtte de Commissie het bedrag van 2882331,52 EUR aanvaardbaar. [...] (*).

(73) De Commissie kan echter de bewering van de Portugese autoriteiten dat slechts de helft van dit bedrag in de KBA in aanmerking moet worden genomen omdat 50 % van de investering met staatssteun zou zijn gefinancierd, niet aanvaarden. Het is namelijk de vaste praktijk van de Commissie eventuele subsidies in de berekening van de regionale handicap in het kader van de KBA niet mee te tellen. Bijgevolg moet volgens de Commissie bij de KBA een extra investering ten belope van 2882331,52 EUR in aanmerking worden genomen als extra kosten van de alternatieve optie (Gliwice).

(74) Ten aanzien van de grond waarop de fabriek van Azambuja zich bevindt, heeft de Commissie aanvullende gegevens die de Portugese autoriteiten na de inleiding van de procedure hebben verstrekt, onderzocht. Deze nieuwe informatie omvat onder meer een toelichting van de consulent die de taxatie heeft uitgevoerd van het stuk grond dat zich naast de fabriek bevindt en dat formeel eigendom van de autofabrikant Ford Lusitania was. De consulent betoogt dat de raming van de restwaarde van het terrein waarover in de studie verslag wordt uitgebracht, als theoretische oefening werd uitgevoerd om aan te tonen dat het niet rendabel zou zijn geweest het bestaande gebouw af te breken en het terrein voor latere bebouwing in verschillende kavels op te delen.

(75) De consulent betoogt voorts dat, naar zijn mening, de raming die de marktwaarde van het stuk grond het best vertegenwoordigt de raming is in een tweede scenario dat in de studie wordt gepresenteerd en dat betrekking had op de verkoop van het terrein op de markt aan een koper die de bestaande installaties niet zou gebruiken. In hun brief van 24 mei 2002 stellen de Portugese autoriteiten dat de ramingen van de grondopbrengsten op dit tweede scenario waren gebaseerd. Overeenkomstig het voorzichtigheidsbeginsel hebben de Portugese autoriteiten de in de studie genoemde waarden met het oog op de KBA met 30 % per vierkante meter verminderd.

(76) Uitgaande van de nieuwe gegevens vindt de Commissie dat de raming van een netto-opbrengst van 8083469 EUR in 2002 voor de verkoop van het stuk grond waarop de fabriek is gevestigd, aanvaardbaar, omdat de berekening op basis van marktcriteria en in overeenstemming met de vereiste voorzichtigheidsbeginselen is uitgevoerd.

(77) Daarentegen kan de Commissie niet instemmen met de raming van de waarde van het terrein in september 2001, die is vervat in een andere studie van 18 april 2002. Opel Portugal beschikte duidelijk niet over het resultaat van deze studie toen het besluit werd genomen om het project in Azambuja uit te voeren. De Commissie moet bij haar beoordeling voorzover mogelijk met alle relevante informatie rekening houden waarover Opel Portugal beschikte toen het besluit over de locatie werd genomen. Latere gebeurtenissen die van invloed waren op de prijs van het terrein zijn echter niet relevant voor de beoordeling van het onderhavige geval.

(78) Wat het mogelijke effect van milieuschade op de waarde van het stuk grond betreft, betogen de Portugese autoriteiten dat sanering van het terrein niet nodig zou zijn indien het terrein werd verkocht. De fabriek beschikt over moderne systemen om de bescherming van de grond tegen milieuvervuiling te waarborgen, waaronder, sedert 1993, twee afvalwaterzuiveringsinstallaties. In een onafhankelijk verslag van december 2001 dat door de Portugese autoriteiten is overgelegd, wordt gesteld dat het niveau van vervuiling van het terrein dat voorheen werd gebruikt voor de opslag van afval, ver onder de "Nederlandse normen" ligt. De Commissie concludeert dan ook dat de kosten van sanering van het terrein in geval van de verkoop ervan niet relevant zouden zijn.

(79) De wijzigingen die zijn aangebracht in de analyse hebben een andere kosten-batenverhouding tot gevolg dan die welke aanvankelijk door Portugal was aangemeld. De gewijzigde KBA duidt op een nettokostenhandicap voor Azambuja ten belope van 37567069 EUR in prijzen van 1998 (in vergelijking met een oorspronkelijk aangemeld bedrag van 40449401 EUR). De daaruit voortvloeiende handicap van het project heeft een intensiteit van 34,56 % (tegenover de oorspronkelijk aangemelde 37,21 %).

(80) De Commissie heeft ten slotte de kwestie van de regionale toeslag of "top-up" onderzocht, waarbij de steunintensiteit wordt verhoogd als stimulans voor de investeerder om in de regio in kwestie te investeren. Uit de verstrekte documenten blijkt duidelijk dat GM Europe in de periode 1998-2003 zijn productiecapaciteit zal verlagen. Het concern ondergaat momenteel een herstructureringsproces (het Olympia-plan) dat een capaciteitsvermindering op Europees niveau met zich brengt. De regionale handicap die uit de KBA voortvloeit, wordt bijgevolg met 2 procentpunten verhoogd (te verwaarlozen gevolgen voor de concurrentie van een investeringsproject in een regio van artikel 87, lid 3, onder c)), zodat de uiteindelijke verhouding 36,56 % bedraagt.

VI. CONCLUSIE

(81) De Commissie is van oordeel dat de opleidingssteun voor het project in kwestie verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, aangezien deze het bedrag van 2977389 EUR niet overschrijdt. Van dit bedrag komt 2068057 EUR overeen met een steunintensiteit van 55 % van 3760104 EUR aan subsidiabele kosten voor een algemene opleiding en komt 909332 EUR overeen met een steunintensiteit van 30 % van 3031108 EUR aan subsidiabele kosten voor een specifieke opleiding.

(82) De Commissie is van oordeel dat de regionale steun die Portugal voornemens is aan Opel Portugal te verlenen, derhalve voldoet aan de nodige criteria volgens welke deze als met de gemeenschappelijke markt verenigbaar overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag kan worden beschouwd. De steunintensiteit van het project (32,5 % brutosubsidie-equivalent) is lager dan het uit de KBA "top-up" (36,56 %) resulterende nadeel en het regionale steunplafond.

(83) Iedere bijkomende staatssteun voor de betrokken investeringsprojecten is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De staatssteun die Portugal voornemens is aan Opel Portugal Comércio e Indústria de Veículos te verlenen voor het project in verband met de productie van de personen- en bedrijfswagen Corsa Combo is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 87 van het EG-Verdrag:

- ten aanzien van de opleidingssteun tot een maximumbedrag van 2977389 EUR, waarvan 2068057 EUR overeenkomen met een steunintensiteit van 55 % van het bedrag van 3760104 EUR aan subsidiabele kosten voor een algemene opleiding en 909332 EUR overeenkomen met een steunintensiteit van 30 % van het bedrag van 3031108 EUR aan kosten voor een specifieke opleiding;

- ten aanzien van de regionale steun, in nominale waarde 35297017 EUR brutosubsidie-equivalent, met als basisjaar 1998 en een discontovoet van 6,42 % (in nominale waarde 38333000 EUR brutosubsidie-equivalent). Dit bedrag komt overeen met een steunintensiteit van 32,5 % van de subsidiabele investering van 108701829 EUR in actuele waarde (124299613 EUR in nominale waarde).

Artikel 2

Iedere andere opleidingssteun dan de in artikel 1 genoemde die Portugal voornemens zou zijn aan Opel Portugal Comércio e Indústria de Veículos te verlenen voor het project voor de productie van het model Opel Corsa Combo, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

Artikel 3

Portugal deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Portugese Republiek.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 2002.

Voor de Commissie

Mario Monti

Lid van de Commissie

(1) PB C 151 van 25.6.2002, blz. 2.

(2) Zie voetnoot 1.

(3) PB L 10 van 13.1.2001, blz. 20.

(4) Zie voetnoot 1.

(5) Goedgekeurd bij besluit van de Commissie van 29 maart 1999 in steungeval N 1/94.

(6) Goedgekeurd bij besluit van de Commissie van 8 september 1999 in steungeval N 97/99.

(7) Zie voetnoot 1.

(8) PB C 72 van 10.3.1994, blz. 3.

(9) PB C 279 van 15.9.1997.

(10) PB L 10 van 13.1.2001, blz. 20.

Top