EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001D0689

2001/689/EG: Beschikking van de Commissie van 28 augustus 2001 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan vaatwassers (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2600)

PB L 242 van 12.9.2001, p. 23–28 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/2009: This act has been changed. Current consolidated version: 03/07/2007

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/689/oj

32001D0689

2001/689/EG: Beschikking van de Commissie van 28 augustus 2001 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan vaatwassers (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2600)

Publicatieblad Nr. L 242 van 12/09/2001 blz. 0023 - 0028


Beschikking van de Commissie

van 28 augustus 2001

tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan vaatwassers

(kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 2600)

(Voor de EER relevante tekst)

(2001/689/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren(1), en met name op de artikelen 3, 4 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 wordt bepaald dat de milieukeur kan worden toegekend aan een product waarvan de eigenschappen werkelijk kunnen bijdragen tot verbeteringen van essentiële milieuaspecten.

(2) In artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 wordt bepaald dat per productengroep specifieke criteria voor de milieukeur worden vastgesteld.

(3) In artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 wordt bepaald dat de herziening van de milieukeurcriteria en van de eisen inzake beoordeling en toezicht op de naleving van de criteria tijdig vóór het eind van de geldigheidsperiode van de voor iedere productengroep gespecificeerde criteria moet plaatsvinden en moet uitmonden in een voorstel tot verlenging, intrekking of herziening.

(4) Bij Beschikking 98/483/EG(2), gewijzigd bij Beschikking 2001/397/EG(3), heeft de Commissie milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur aan vaatwassers vastgesteld, waarvan de geldigheid krachtens artikel 3 van genoemde beschikking op 31 januari 2003 verstrijkt.

(5) Gelet op de ontwikkelingen op de markt dienen de definitie van de productengroep en de milieucriteria die bij Beschikking 98/483/EG zijn vastgesteld, te worden herzien.

(6) Er dient een nieuwe beschikking van de Commissie te worden vastgesteld met de specifieke milieucriteria voor deze productengroep, die gedurende een periode van vijf jaar geldig zullen zijn.

(7) Gedurende een beperkte periode van niet meer dan twaalf maanden dienen zowel de nieuwe bij deze beschikking vastgestelde criteria als de voorheen bij Beschikking 98/483/EG vastgestelde criteria tegelijkertijd geldig te zijn om bedrijven waaraan vóór de vaststelling van deze nieuwe beschikking de milieukeur voor hun producten is toegekend, voldoende tijd te geven om deze producten zodanig aan te passen dat ze aan de nieuwe criteria voldoen.

(8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn ontwikkeld en vastgesteld volgens de procedures voor de vaststelling van de criteria voor de milieukeur die zijn vastgelegd in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1980/2000.

(9) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1980/2000 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De productengroep "vaatwassers" (hierna "de productengroep" te noemen) omvat: "elektrische door netspanning gevoede afwasmachines voor huishoudelijk gebruik die aan het grote publiek worden verkocht; apparaten die ook andere energiebronnen, zoals batterijen, kunnen gebruiken of geen interne warmtebron hebben, worden uitgesloten.".

Artikel 2

De milieuprestaties van de productengroep, zoals gedefinieerd in artikel 1, worden beoordeeld aan de hand van de in de bijlage vermelde specifieke milieucriteria.

Artikel 3

De definitie van de productengroep en de criteria voor de productengroep blijven vijf jaar geldig, te rekenen vanaf de datum waarop deze beschikking in werking treedt.

De geldigheidsduur van de definitie van de productengroep en de criteria die zijn vastgesteld bij Beschikking 98/483/EG wordt zodanig gewijzigd dat deze twaalf maanden na de datum waarop deze beschikking in werking treedt, verstrijkt.

Artikel 4

Voor administratieve doeleinden wordt aan deze productengroep het codenummer "002" toegekend.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 augustus 2001.

Voor de Commissie

Margot Wallström

Lid van de Commissie

(1) PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1.

(2) PB L 216 van 4.8.1998, blz. 12.

(3) PB L 139 van 23.5.2001, blz. 21.

BIJLAGE

KADER

Om voor de milieukeur in aanmerking te komen moet een vaatwasser (hierna "het product" te noemen) binnen de in artikel 1 gedefinieerde productengroep vallen en voldoen aan de criteria van deze bijlage, waarbij de tests voor de aanvraag overeenkomstig de criteria moeten worden uitgevoerd. Eventueel mogen andere testmethoden worden gebruikt, indien deze door de bevoegde instantie die de aanvraag beoordeelt als gelijkwaardig worden geaccepteerd. Wanneer geen tests worden genoemd of wanneer deze voor gebruik met het oog op controle of toezicht worden genoemd, dienen de bevoegde instanties eventueel af te gaan op de door de aanvrager verstrekte verklaringen en documentatie en/of onafhankelijke controles.

De bevoegde instanties wordt aangeraden bij de beoordeling van aanvragen en het toezicht op de inachtneming van de criteria in deze bijlage rekening te houden met de toepassing van erkende milieuzorgsystemen, zoals EMAS of ISO 14001 (NB: toepassing van dergelijke milieuzorgsystemen is niet verplicht).

Deze criteria zijn met name gericht op de bevordering van:

- een beperking van de aantasting van of risico's voor het milieu bij het gebruik van energie (opwarming van de aarde, verzuring, uitputting van niet-hernieuwbare hulpbronnen) door een verlaging van het energieverbruik;

- een beperking van de aantasting van het milieu bij het gebruik van natuurlijke hulpbronnen door een verlaging van het waterverbruik.

De criteria zetten aan tot de toepassing van optimale praktijk (optimaal milieugebruik) en maken de consument milieubewuster. Bovendien bevordert het aanbrengen van merktekens op kunststofonderdelen de recycling van de machine.

De criteria worden op een zodanig niveau vastgesteld dat wordt bevorderd dat vaatwassers met weinig milieueffecten, met name tijdens het gebruik, de milieukeur verkrijgen.

MILIEUCRITERIA

1. Energie-efficiëntie

a) Vaatwassers met een capaciteit van tien of meer couverts dienen een energie-efficiëntie-index, als gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 97/17/EG van de Commissie van 16 april 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad betreffende de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke afwasmachines(1), van minder dan 0,58 te hebben, waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde testmethode EN 50242 en programmacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen.

Vaatwassers met een capaciteit van minder dan tien maar meer dan vijf couverts dienen een energie-efflciëntie-index, als gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 97/17/EG, van minder dan 0,64 te hebben, waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde testmethode EN 50242 en programmacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen.

Vaatwassers met een capaciteit van vijf of minder couverts dienen een energie-efficiëntie-index, als gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 97/17/EG, van minder dan 0,76 te hebben, waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde testmethode EN 50242 en programmacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen.

De aanvrager dient een afschrift van de in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 97/17/EG genoemde technische documentatie te verstrekken. Deze documentatie omvat de verslagen van ten minste drie metingen van het energieverbruik volgens EN 50242 met dezelfde programmacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG is gekozen. Het rekenkundig gemiddelde van deze metingen mag niet hoger zijn dan bovengenoemde eis. De op het energie-etiket vermelde waarde mag niet lager zijn dan deze gemiddelde waarde en de op het energie-etiket vermelde energie-efficiëntieklasse moet overeenkomen met deze gemiddelde waarde.

Bij controle, hetgeen bij de aanvraag niet verplicht is, houden de bevoegde instanties rekening met de in EN 50242 vastgestelde toleranties en controleprocedures.

b) De vaatwasser dient geschikt te zijn om te worden aangesloten op een leiding waarmee deze met warm water kan worden gevuld.

De aanvrager dient te verklaren dat het product aan deze eis voldoet.

2. Waterverbruik

Het waterverbruik van de vaatwasser (uitgedrukt als W(gemeten) mag niet hoger zijn dan de drempelwaarde die in onderstaande vergelijking wordt gedefinieerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van dezelfde testmethode EN 50242 en programmacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen:

W (gemeten) <= (0,625 × S) + 9,25,

waarbij:

W (gemeten)= het gemeten waterverbruik van de vaatwasser in liters per cyclus, tot op één decimaal nauwkeurig;

S= het van toepassing zijnde aantal standaardcouverts van de vaatwasser.

De aanvrager dient een afschrift van de in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 97/17/EG genoemde technische documentatie te verstrekken. Deze documentatie omvat de verslagen van ten minste drie metingen van het waterverbruik volgens EN 50242 met dezelfde programmacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG is gekozen. Het rekenkundig gemiddelde van deze metingen mag niet hoger zijn dan bovengenoemde eis. De op het energie-etiket vermelde waarde mag niet lager zijn dan deze gemiddelde waarde.

Bij controle, hetgeen bij de aanvraag niet verplicht is, houden de bevoegde instanties rekening met de in EN 50242 vastgestelde toleranties en controleprocedures.

3. Preventie van overmatig afwasmiddelgebruik

Het afwasmiddelbakje van de machine dient van duidelijke volumetrische merktekens te zijn voorzien om de gebruiker in staat te stellen de gebruikte hoeveelheid afwasmiddel aan te passen aan de aard van het vaatwerk en de hoeveelheid en de vuilheidsgraad daarvan.

De aanvrager dient te verklaren dat het product aan deze eis voldoet.

4. Geluid

a) Het geluidsvermogen van het door de machine voortgebrachte luchtgeluid mag voor vrijstaande modellen niet hoger zijn dan 53 dB (A) en voor ingebouwde modellen niet hoger dan 50 dB (A). De geluidsemissie wordt gemeten volgens EN 50242/EN 60704-2-3/EN 60704-3, waarbij dezelfde testmethode en programmacyclus worden gebruikt als voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen.

b) Op een voor de consument duidelijk zichtbare wijze wordt informatie verstrekt over het geluidsniveau van de machine. Dit gebeurt door deze informatie op te nemen in het energie-etiket voor vaatwassers.

De aanvrager dient een afschrift van de in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 97/17/EG genoemde technische documentatie te verstrekken. Deze documentatie omvat de verslagen van ten minste drie metingen van de geluidsemissie volgens EN 50242 met dezelfde programmacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG is gekozen. Het opgegeven geluidsniveau wordt van deze metingen afgeleid zoals is bepaald in de normen die in EN 50242 worden genoemd, en wordt op het energie-etiket vermeld.

Bij controle, hetgeen bij de aanvraag niet verplicht is, houden de bevoegde instanties rekening met de in EN 50242 vastgestelde toleranties en controleprocedures.

5. Terugname en recycling

a) De fabrikant biedt aan de vaatwasser en de door hemzelf of een daartoe gemachtigd bedrijf vervangen onderdelen, met uitzondering van vaatwassers die onderdelen bevatten die niet tot de vaatwasser behoren, met het oog op recycling gratis terug te nemen.

b) Kunststofonderdelen die zwaarder zijn dan 50 g, moeten overeenkomstig ISO 11469 van een duurzaam merkteken ter identificatie van het gebruikte materiaal zijn voorzien. Deze eis geldt niet voor geëxtrudeerde kunststofonderdelen.

c) Kunststofonderdelen die zwaarder zijn dan 25 g, mogen de volgende vlamvertragende stoffen niet bevatten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Kunststofonderdelen die zwaarder zijn dan 25 g, mogen geen vlamvertragende stoffen of preparaten met dergelijke stoffen bevatten waarvoor een van de volgende risicozinnen geldt of kan gelden: R45 (kan kanker veroorzaken), R46 (kan erfelijke genetische schade veroorzaken), R50 (zeer vergiftig voor in het water levende organismen), R51 (vergiftig voor in het water levende organismen), R52 (schadelijk voor in het water levende organismen), R53 (kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken), R60 (kan de vruchtbaarheid schaden) of R61 (kan het ongeboren kind schaden), of enige combinatie van risicozinnen die enige bovengenoemde risicozin bevat, als omschreven in Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen(2) en de latere wijzigingen daarvan.

Deze eis is niet van toepassing op vlamvertragende stoffen die bij het aanbrengen een chemische verandering ondergaan waardoor zij niet langer onder een van bovengenoemde risicozinnen vallen, voorzover minder dan 0,1 % van de vlamvertragende stof in het behandelde onderdeel zich nog in de vóór het aanbrengen aanwezige vorm bevindt.

e) De fabrikant houdt bij het ontwerp rekening met de demontage van de vaatwasser, controleert of hij demonteerbaar is en verstrekt een demontagerapport dat op verzoek aan derden ter beschikking wordt gesteld. Uit dit rapport moet onder meer blijken dat:

- verbindingen gemakkelijk te vinden en te bereiken zijn;

- elektronische assemblages gemakkelijk te vinden en te demonteren zijn;

- het product gemakkelijk kan worden gedemonteerd met behulp van courant beschikbaar gereedschap;

- niet-compatibele en gevaarlijke materialen te scheiden zijn.

De aanvrager dient te verklaren dat het product aan deze eisen voldoet. De aanvrager verstrekt de bevoegde instantie die de aanvraag onderzoekt, een afschrift van het demontagerapport. De aanvrager en/of in voorkomend geval zijn leverancier(s) deelt/delen deze bevoegde instantie mee welke vlamvertragende stoffen eventueel zijn gebruikt in of op de kunststofonderdelen die zwaarder zijn dan 25 gr.

6. Verlenging van de levensduur

a) De fabrikant waarborgt dat de vaatwasser ten minste twee jaar lang zal functioneren. Deze waarborg geldt vanaf de dag waarop het apparaat aan de klant wordt geleverd.

b) De verkrijgbaarheid van compatibele onderdelen voor vervanging wordt gewaarborgd voor een periode van twaalf jaar, te rekenen vanaf het moment waarop de productie wordt gestaakt.

De aanvrager dient te verklaren dat het product aan deze eisen voldoet.

7. Ontwerp van de machine

a) De machine moet zo zijn ontworpen dat de gebruiker een programma kan kiezen om een standaardhoeveelheid vaatwerk af te wassen met afwasmiddelen die bij temperaturen van minder dan 65 °C de beste resultaten opleveren.

b) De machine moet zijn voorzien van duidelijke merktekens ter identificatie van de geschikte instellingen voor de beschikbare programma's (standaard, lage temperatuur, half gevuld, minder of zeer vuile vaat enz.).

c) Waar dit van toepassing is, moet de machine zo ontworpen zijn dat de zoutdosis op de hardheid van het water kan worden afgestemd en moet deze van een zoutnavulindicator zijn voorzien.

De aanvrager dient te verklaren dat het product aan deze eisen voldoet.

8. Afwasefficiëntie

De vaatwasser moet een afwasefficiëntie-index, zoals gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 97/17/EG, van meer dan 1,00 hebben, waarbij dezelfde testmethode EN 50242 en programmacyclus worden gebruikt als voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen. Dit betekent dat de vaatwasser in aanmerking komt voor indeling in afwasefficiëntieklasse A of B, zoals gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 97/17/EG.

De aanvrager dient een afschrift van de in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 97/17/EG genoemde technische documentatie te verstrekken. Deze documentatie omvat de verslagen van ten minste drie metingen van de afwasefficiëntie-index volgens EN 50242 met dezelfde standaardprogrammacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG is gekozen. Het rekenkundig gemiddelde van deze metingen moet hoger zijn dan bovengenoemde eis. De op het energie-etiket vermelde afwasefficiëntieklasse moet overeenkomen met deze gemiddelde waarde.

Bij controle, hetgeen bij de aanvraag niet verplicht is, houden de bevoegde instanties rekening met de in EN 50242 vastgestelde toleranties en controleprocedures.

9. Droogefficiëntie

De vaatwasser moet een droogefficiëntie-index, zoals gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 97/17/EG, van meer dan 0,93 hebben, waarbij dezelfde testmethode EN 50242 en programmacyclus worden gebruikt als voor Richtlijn 97/17/EG zijn gekozen. Dit betekent dat de vaatwasser in aanmerking komt voor indeling in droogefficiëntieklasse A of B, zoals gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 97/17/EG.

De aanvrager dient een afschrift van de in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 97/17/EG genoemde technische documentatie te verstrekken. Deze documentatie omvat de verslagen van ten minste drie metingen van de droogefficiëntie-index volgens EN 50242 met dezelfde standaardprogrammacyclus als voor Richtlijn 97/17/EG is gekozen. Het rekenkundig gemiddelde van deze metingen moet hoger zijn dan bovengenoemde eis. De op het energie-etiket vermelde droogefficiëntieklasse moet overeenkomen met deze gemiddelde waarde.

Bij controle, hetgeen bij de aanvraag niet verplicht is, houden de bevoegde instanties rekening met de in EN 50242 vastgestelde toleranties en controleprocedures.

10. Gebruiksaanwijzing

De machine wordt verkocht met een gebruiksaanwijzing met onder andere adviezen over een vanuit milieuoogpunt correct gebruik en met name aanbevelingen om het apparaat zó te gebruiken dat zo zuinig mogelijk met energie, water en toevoegingsmiddelen (afwasmiddelen, zout enz.) wordt omgesprongen. Deze gebruiksaanwijzing bevat:

a) op de omslag of op de eerste bladzijde de volgende (of een gelijkwaardige) tekst: "Dit product heeft de EU-milieukeur gekregen. In deze gebruiksaanwijzing wordt informatie gegeven over de wijze waarop de milieueffecten van dit apparaat verder zo klein mogelijk kunnen worden gehouden";

b) adviezen over de manier waarop de machine moet worden geïnstalleerd om de geluidsemissie tot een minimum te beperken;

c) het advies dat door de machine met warm water te vullen primaire energie kan worden bespaard en daarmee samenhangende emissies kunnen worden voorkomen als het water door zonne-energie, stadsverwarming, moderne verwarmingsystemen op aardgas of stookolie of continuverwarmers op aardgas wordt verwarmd. De gebruiker moet erop worden gewezen dat de leiding tussen de warmwaterbron en de vaatwasser kort en goed geïsoleerd dient te zijn;

d) het advies om de zoutdosis aan te passen aan de hardheid van het water, indien van toepassing;

e) het advies om de machine waar mogelijk volledig te vullen;

f) het advies om vaatwerk niet te spoelen voordat het in de vaatwasser wordt geplaatst;

g) adviezen over het beste gebruik van de spoel- en stopoptie, indien deze beschikbaar is;

h) adviezen over de beschikbaarheid van afwasmiddelen die bij temperaturen van minder dan 65 °C de beste resultaten opleveren en energie kunnen besparen;

i) het advies om de afwasmiddeldosis af te stemmen op de aard van het vaatwerk en de hoeveelheid en de vuilheidsgraad ervan (bij een halfvolle machine is bijvoorbeeld minder afwasmiddel nodig). Er dient te worden verwezen naar de merktekens op het afwasmiddelbakje;

j) informatie over het energie- en waterverbruik van de vaatwasser voor de verschillende programma's, zodat de consument een geschikt programma kan kiezen dat het minste energie en water gebruikt, en informatie over het verbruik in de stand "stand-by";

k) het advies dat de vaatwasser niet in de "aan"-stand moet worden gelaten wanneer de cyclus is afgewerkt, dit in verband met mogelijke energieverliezen in de stand "stand-by"; in de gebruiksaanwijzing moet de tijd worden vermeld die nodig is om de beschikbare programma's af te werken;

l) informatie over het energieverbruik in de standen "uit", "bezig" (programma is bezig) en "klaar";

m) adviezen over het juiste onderhoud van de vaatwasser, met inbegrip van het regelmatig reinigen van filters, en informatie over de beschikbaarheid van onderdelen voor vervanging;

n) de vermelding dat veronachtzaming van bovengenoemde punten een hoger verbruik van energie, water en/of afwasmiddel ten gevolge kan hebben en aldus tot hogere kosten en slechte resultaten kan leiden;

o) een mededeling over de manier waarop de consument gebruik kan maken van de terugnameprocedure van de fabrikant;

p) een mededeling dat aan het product de milieukeur is toegekend, waarbij kort wordt uitgelegd wat dit inhoudt, alsmede een vermelding dat meer informatie over de milieukeur op de website (http://europa.eu.int/ecolabel) kan worden gevonden en dat er voor vaatwassers afwasmiddelen met de milieukeur verkrijgbaar zijn.

De aanvrager dient te verklaren dat het product aan deze eisen voldoet en een afschrift van de gebruiksaanwijzing te verstrekken aan de bevoegde instantie die de aanvraag beoordeelt.

11. Informatie op de milieukeur

Het tweede kader van de milieukeur dient de volgende tekst te bevatten:

- zeer laag energieverbruik,

- laag waterverbruik,

- ontworpen om recycling te vergemakkelijken.

(1) PB L 118 van 7.5.1997, blz. 1.

(2) PB L 196 van 16.8.1967, blz. 1.

Top