Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R0239

Verordening (EEG) nr. 239/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit Algerije, Marokko, Tunesië en Egypte (1993)

PB L 28 van 5.2.1993, pp. 1–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1993

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/239/oj

31993R0239

Verordening (EEG) nr. 239/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit Algerije, Marokko, Tunesië en Egypte (1993)

Publicatieblad Nr. L 028 van 05/02/1993 blz. 0001 - 0009


VERORDENING (EEG) Nr. 239/93 VAN DE RAAD van 1 februari 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit Algerije, Marokko, Tunesië en Egypte (1993)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in de Samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap enerzijds en de Democratische Volksrepubliek Algerije (1), het Koninkrijk Marokko (2), de Republiek Tunesië (3) en de Arabische Republiek Egypte (4) anderzijds, vervolledigd door de Aanvullende Protocollen bij deze Overeenkomsten (5) (6) (7) (8), is voorzien in de opening door de Gemeenschap van communautaire tariefcontingenten van:

- 39 000 ton en 98 000 ton nieuwe aardappelen (primeurs), van GN-code ex 0701 90 51, respectievelijk van oorsprong uit Marokko en Egypte (1 januari tot en met 31 maart),

- 10 100 ton en 4 200 ton uien, vers of gekoeld, van de GN-codes ex 0703 10 11, ex 0703 10 19 en ex 0709 90 90, respectievelijk van oorsprong uit Egypte (1 februari tot en met 15 mei) en Marokko (15 februari tot en met 15 mei),

- 6 400 ton bonen, vers of gekoeld, van GN-code ex 0708 20 10, van oorsprong uit Egypte (1 november tot en met 30 april),

- 4 900 ton uien, van GN-code 0712 20 00, van oorsprong uit Egypte,

- 8 700 ton erwten en sla- en snijbonen, bereid of verduurzaamd, van de GN-codes 2004 90 50, 2005 40 00 en 2005 59 00, van oorsprong uit Marokko,

- 8 250 ton en 4 300 ton pulp van abrikozen, van GN-code ex 2008 50 91, respectievelijk van oorsprong uit Marokko en Tunesië,

- 15 000 ton sinaasappelsap, van de GN-codes 2009 11 11, 2009 11 19, 2009 11 91, 2009 11 99, 2009 19 11, 2009 19 19, 2009 19 91 en 2009 19 99, van oorsprong uit Marokko, waarbij de hoeveelheid sap die wordt ingevoerd in verpakkingen met een inhoud van 2 liter of minder niet meer dan 4 500 ton mag bedragen,

- 200 000 hl, 50 000 hl en 50 000 hl bepaalde wijnen met een benaming van oorsprong in verpakkingen inhoudende 2 liter of minder, van de GN-codes ex 2204 21 25, ex 2204 21 29, ex 2204 21 35, ex 2204 21 39, respectievelijk van oorsprong uit Algerije, Marokko en Tunesië;

- 200 000 hl, 85 000 hl en 160 000 hl wijnen van verse druiven, van de GN-codes ex 2204 21 en ex 2204 29, respectievelijk van oorsprong uit Algerije, Marokko en Tunesië;

Overwegende dat in de Samenwerkingsovereenkomst met de Republiek Tunesië evenwel is bepaald dat de bereidingen en conserven van bepaalde soorten sardines, van de GN-codes ex 1604 13 11, ex 1604 13 19 en ex 1604 20 50, van oorsprong uit Tunesië, voor invoer in de Gemeenschap worden toegelaten met vrijstelling van douanerechten; dat de voorwaarden voor deze regeling vastgesteld dienen te worden door middel van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Tunesië; dat, aangezien deze briefwisseling nog niet heeft plaatsgevonden, het dienstig is de in 1992 toegepaste communautaire regeling tot en met 31 december 1993 te verlengen voor een hoeveelheid van 100 ton;

Overwegende dat deze tariefcontingenten echter vanaf 1 januari 1992 met 3 of 5 % per jaar moeten worden verhoogd en dat de douanerechten in de Gemeenschap, in haar samenstelling op 31 december 1985, op 1 januari 1992 en 1 januari 1993 in twee gelijke delen worden afgeschaft uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 1764/92 van de Raad van 29 juni 1992 tot wijziging van de regeling van toepassing op de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwprodukten van oorsprong uit Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië en Tunesië (9);

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate van genoemde contingenten gebruik kunnen maken en dat de aan deze contingenten verbonden rechten in alle Lid-Staten zonder onderbreking op alle invoer van de betrokken produkten worden toegepast tot op het tijdstip waarop de contingenten geheel zijn uitgeput;

Overwegende dat de Gemeenschap tot taak heeft, gevolg gevend aan haar internationale verbintenissen, te beslissen over de opening van tariefcontingenten; dat niets belet dat, om de doeltreffendheid van het gemeenschappelijk beheer van deze contingenten te verzekeren, de Lid-Staten de mogelijkheid geboden wordt uit de contingenten de nodige, met hun werkelijke invoer overeenstemmende hoeveelheden op te nemen; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie die met name de uitputtingsgraad van de contingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat Portugal, binnen de grenzen van deze tariefcontingenten, douanerechten toepast die berekend worden volgens de bepalingen ter zake van Verordening (EEG) nr. 3189/88 van de Raad van 14 oktober 1988 tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op het handelsverkeer van Spanje en Portugal met Marokko (1) en van Verordening (EEG) nr. 2573/87 van de Raad van 11 augustus 1987 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het handelsverkeer van Spanje en Portugal met Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Tunesië en Turkije (2); dat de betrokken communautaire tariefcontingenten dus voor het jaar 1993 dienen te worden geopend;

Overwegende dat op de betrokken wijn met een benaming van oorsprong referentieprijzen franco grens van toepassing zijn; dat deze wijn alleen voor dit tariefcontingent in aanmerking kan komen onder de voorwaarde dat artikel 54 van Verordening (EEG) nr. 822/87 (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1756/92 (4), in acht wordt genomen; dat deze wijn moet worden aangeboden in verpakkingen met een inhoud van 2 liter of minder; dat deze wijn vergezeld dient te gaan van een certificaat van benaming van oorsprong, conform het model in bijlage D bij de Overeenkomst, of wel, bij wijze van afwijking, van een document VI 1 of een uittreksel VI 2, voorzien van de vermeldingen bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3590/85 van de Commissie (5);

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de contingenten kan worden verricht door een van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De douanerechten bij invoer in de Gemeenschap van de hierna genoemde produkten van oorsprong uit Algerije, Marokko, Tunesië en Egypte worden gedurende de aangegeven periodes geschorst tot de niveaus en binnen de grenzen van de bij elk van deze produkten vermelde communautaire tariefcontingenten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten past de Portugese Republiek douanerechten toe die worden berekend overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3189/88 en Verordening (EEG) nr. 2573/87.

2. Voor de betrokken wijn zijn de referentieprijzen franco grens van toepassing.

Deze wijnen komen voor dit tariefcontingent alleen in aanmerking als de hand wordt gehouden aan artikel 54 van Verordening (EEG) nr. 822/87.

3. Bij de invoer moet elk van deze wijnen met een benaming van oorsprong vergezeld gaan van een certificaat van benaming van oorsprong, afgegeven door de bevoegde Marokkaanse, Algerijnse of Tunesische autoriteit, conform het aan deze verordening gehechte model, of, bij wijze van afwijking, van een document VI 1 of een uittreksel VI 2, voorzien van de vermeldingen bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3590/85.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden beheerd door de Commissie, die alle administratieve maatregelen met het oog op een doeltreffend beheer kan nemen.

Artikel 3

Indien een importeur in een Lid-Staat, voor een produkt bedoeld in deze verordening, een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen indient waarin een aanvraag om voor een preferentie in aanmerking te komen is opgenomen, en indien deze aangifte door de douaneautoriteiten wordt aanvaard, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming uit het contingent van een gedeelte dat met die behoeften overeenstemt.

Deze verzoeken tot opneming met opgave van de datum waarop de betrokken aangiften zijn aanvaard, worden onverwijld aan de Commissie meegedeeld.

De opnemingen worden door de Commissie toegestaan met inachtneming van de datum waarop de aangiften tot het in het vrije verkeer brengen zijn aanvaard door de douaneautoriteiten van de betrokken Lid-Staat, voor zover het saldo dit toelaat.

Indien een Lid-Staat de opgenomen hoeveelheden niet benut, stort hij deze zo spoedig mogelijk terug in het contingent.

Indien de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan het beschikbare saldo van het contingent, geschiedt te toedeling pro rata van de verzoeken. De Lid-Staten worden dienovereenkomstig door de Commissie ingelicht.

Artikel 4

Elke Lid-Staat waarborgt de importeurs van de betrokken produkten te allen tijde en in gelijke mate toegang tot het contingent zolang het saldo van het contingent zulks toelaat.

Artikel 5

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 1993.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 1 februari 1993.

Voor de Raad De Voorzitter N. HELVEG PETERSEN

Top