Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990R3500

Verordening (EEG) nr. 3500/90 van de Raad van 27 november 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van produktiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties

PB L 338 van 5.12.1990, pp. 3–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2005

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1990/3500/oj

31990R3500

Verordening (EEG) nr. 3500/90 van de Raad van 27 november 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van produktiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties

Publicatieblad Nr. L 338 van 05/12/1990 blz. 0003 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 35 blz. 0179
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 35 blz. 0179


VERORDENING ( EEG ) Nr . 3500/90 VAN DE RAAD van 27 november 1990 tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van produktiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3499/90 ( 2 ), inzonderheid op artikel 5, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de produktiesteun voor olijfolie op grond van artikel 5 van Verordening nr . 136/66/EEG aan olijvenproducenten met een gemiddelde produktie per verkoopseizoen van ten minste 500 kg olijfolie wordt toegekend op basis van de werkelijk geproduceerde hoeveelheid olijfolie, en aan de overige olijvenproducenten op basis van het aantal en het produktiepotentieel van hun olijfbomen en de forfaitair vastgestelde opbrengst daarvan, op voorwaarde bovendien dat de geproduceerde olijven zijn verwerkt;

Overwegende dat met het oog op een betere controle op de werkzaamheden van de oliefabrieken en de hoeveelheden die voor de steun in aanmerking komen, moet worden bepaald dat de steun in alle gevallen slechts wordt toegekend als de olijven in een erkende oliefabriek zijn verwerkt en de aanvrager een verwerkingscertificaat voorlegt;

Overwegende dat, ten einde het niveau van de forfaitaire steun te stabiliseren door belangrijke schommelingen in de opbrengst van het ene tot het andere verkoopseizoen te ondervangen, moet worden bepaald dat deze steun wordt betaald op basis van de gemiddelde opbrengst van de laatste vier verkoopseizoenen;

Overwegende dat het, ten aanzien van olijfolieproducenten met een produktie van ten minste 500 kg per verkoopseizoen, billijker is het voorschot te betalen op basis van de door elke producent geproduceerde hoeveelheid; dat voorts een stelsel van snellere betaling van het voorschot voor aangesloten producenten moet worden ingevoerd, in verband met de verificatie van hun dossiers door de organisaties;

Overwegende dat, met het oog op een beter beheer van de steunregeling, duidelijker moet worden bepaald welke verificatietaken de organisaties moeten verrichten en welke controles voor rekening van de Lid-Staten komen met het oog op de betaling van de steun;

Overwegende dat, gezien de specifieke situatie van Portugal, deze Lid-Staat moet worden gemachtigd om gedurende een beperkte periode bijzondere maatregelen te treffen voor erkende fabrieken en in geval van verkoop van de olijven door de producenten;

Overwegende dat derhalve Verordening ( EEG ) nr . 2261/84 ( 3 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1226/89 ( 4 ), moet worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Verordening ( EEG ) nr . 2261/84 wordt als volgt gewijzigd :

1 . in artikel 2 :

a ) wordt lid 4 vervangen door :

"4 . Aan olijvenproducenten met een gemiddelde produktie van ten minste 500 kg olijfolie per verkoopseizoen wordt de steun, overeenkomstig artikel 5, lid 2, eerste streepje, van Verordening nr . 136/66/EEG, toegekend voor de werkelijk in een erkende oliefabriek geproduceerde hoeveelheid olijfolie .

Aan de overige olijvenproducenten wordt de steun overeenkomstig artikel 5, lid 2, tweede streepje, van Verordening nr . 136/66/EEG toegekend op voorwaarde dat de olijven in een erkende fabriek tot olie zijn verwerkt; de steun is gelijk aan het bedrag dat wordt verkregen bij toepassing van de op grond van artikel 18 van de onderhavige verordening forfaitair vastgestelde gemiddelde opbrengst aan olijven en olijfolie van de laatste vier verkoopseizoenen ten opzichte van het aantal olijfbomen in produktie .";

b ) wordt in lid 5, eerste alinea, "400" vervangen door "500";

2 . in artikel 3 :

a ) wordt lid 3 vervangen door :

"3 . Olijvenproducenten die lid zijn van een producentenorganisatie dienen vóór een nader te bepalen datum bij hun organisatie een individuele steunaanvraag in die vergezeld gaat van het bewijs van verwerking van de olijven in een erkende oliefabriek .";

b ) wordt lid 6 vervangen door :

"6 . Olijfolieproducenten die geen lid zijn van een producentenorganisatie dienen vóór een nader te bepalen datum bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat een steunaanvraag in die vergezeld gaat van het bewijs van verwerking van de olijven in een erkende fabriek .";

3 . artikel 6 wordt vervangen door :

"Artikel 6

1 . Erkende producentenorganisaties die niet toetreden tot een unie als bedoeld in artikel 20 quater, lid 2, van Verordening nr . 136/66/EEG verrichten de volgende werkzaamheden :

- zij zorgen, overeenkomstig artikel 3, lid 1, voor de indiening van de teeltaangiften van al hun leden;

- zij dienen eens per maand, in een gestandaardiseerde vorm en op een wijze die geschikt is voor de computerverwerking bedoeld in artikel 16, de steunaanvragen in . De steun wordt aangevraagd voor de hoeveelheid die is geproduceerd door die leden die al hun olijfolie hebben geproduceerd, indien de in artikel 8, lid 1, bedoelde controles zijn uitgevoerd en aan de daaruit voortvloeiende verplichtingen is voldaan .

Alle aanvragen met betrekking tot de produktie van een verkoopseizoen moeten, op straffe van verval van rechten, vóór een nader te bepalen datum worden ingediend;

- zij ontvangen van de betrokken Lid-Staat voorschotten op de produktiesteun alsmede het saldo van de steun en gaan onverwijld over tot verdeling daarvan over de aangesloten olijfolieproducenten .

2 . Indien een producentenorganisatie toetreedt tot een unie, moeten de teeltaangiften en de steunaanvragen van de leden worden ingediend door de unie .";

4 . artikel 7 wordt ingetrokken;

5 . artikel 8 wordt vervangen door :

"Artikel 8

1 . Vóór de indiening van de steunaanvraag verifieert elke producentenorganisatie :

- of het door elk van haar leden ingediende dossier voldoet aan de in artikel 3 bedoelde verplichtingen, en met name of het bewijs van verwerking van de olijven in een erkende fabriek is geleverd;

- met betrekking tot olijfolieproducenten met een gemiddelde produktie van ten minste 500 kg olijfolie per verkoopseizoen, of de door de olijvenproducenten verstrekte gegevens over de hoeveelheden verwerkte olijven en de verkregen hoeveelheden olijfolie overeenstemmen met de in het bewijs van verwerking vermelde hoeveelheden olijven en olijfolie .

2 . De producentenorganisatie geeft de dossiers van haar leden door aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat wanneer de in lid 1, tweede streepje, bedoelde overeenstemming niet wordt vastgesteld .";

6 . artikel 10, eerste streepje, wordt vervangen door :

"- zij cooerdineren de activiteiten van de aangesloten organisaties en zien erop toe dat deze activiteiten in overeenstemming zijn met deze verordening, en zij verifiëren met name rechtstreeks, in een vast te stellen percentage gevallen, op welke wijze de in artikel 8, lid 1, bedoelde controles worden uitgevoerd;";

7 . artikel 12 wordt vervangen door :

"Artikel 12

1 . Elke olijvenproducent met een gemiddelde produktie van ten minste 500 kg olijfolie per verkoopseizoen kan een voorschot op het bedrag van de aangevraagde steun krijgen .

2 . Voor olijfolieproducenten die lid zijn van een producentenorganisatie :

- is het voorschot gelijk aan het bedrag dat wordt verkregen door de overeenkomstig artikel 17 bis, lid 2, vastgestelde steun per eenheid te vermenigvuldigen met 90 % van de hoeveelheid die in de steunaanvraag is vermeld;

- kan het voorschot slechts worden toegekend indien de in artikel 8, lid 1, bedoelde verificaties en de in artikel 14, lid 3 bis, tweede streepje, bedoelde controle, onverminderd andere controles, zijn verricht .

3 . Voor olijfolieproducenten die geen lid zijn van een producentenorganisatie en voor aangesloten olijfolieproducenten die geen gebruik maken van lid 2 :

a ) is het voorschot gelijk aan het bedrag dat wordt verkregen door de overeenkomstig artikel 17 bis, lid 2, vastgestelde steun per eenheid te vermenigvuldigen met de in de steunaanvraag vermelde hoeveelheid;

b ) kan de steun slechts worden verleend indien :

- de opbrengsten aan olijven en olie voor het lopende verkoopseizoen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 18,

- de in artikel 8, lid 1, bedoelde verificaties en de in artikel 14, lid 3 bis, bedoelde controles zijn verricht .";

8 . in artikel 14 :

a ) wordt lid 2 vervangen door :

"2 . De producerende Lid-Staten controleren de activiteit van iedere producentenorganisatie en unie en met name de door deze verrichte controlewerkzaamheden in de zin van artikel 8, lid 1, en artikel 10, eerste streepje .";

b ) wordt het volgende lid ingevoegd :

"3 bis . Voor de betaling van de steun aan olijfolieproducenten met een gemiddelde produktie van ten minste 500 kg olijfolie per verkoopseizoen, controleren de producerende Lid-Staten :

- of, volgens nader vast te stellen criteria, de teeltaangiften juist zijn;

- of de in de steunaanvraag vermelde hoeveelheid olijfolie overeenstemt met de hoeveelheid die voortvloeit uit de voorraadboekhouding van erkende fabrieken;

- of, volgens nader vast te stellen criteria, de hoeveelheid geproduceerde olijven die door de olijvenproducent is opgegeven als verwerkt in een erkende oliefabriek, overeenkomt met de gegevens in zijn teeltaangifte .";

c ) lid 4 wordt vervangen door :

"4 . Voor de in punt 1 van de bijlage bij Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie die wordt geproduceerd door olijvenproducenten met een gemiddelde produktie van minder dan 500 kg, moet bij de controle kunnen worden nagegaan :

- of, volgens nader vast te stellen criteria, de teeltaangiften juist zijn;

- of het bewijs van de verwerking van de olijven in een erkende fabriek is geleverd .";

9 . artikel 15, lid 3, wordt vervangen door :

"3 . Wanneer bij de in de artikelen 13 en 14 bedoelde controles de in de voorraadboekhouding van een erkende oliefabriek vermelde gegevens niet kunnen worden bevestigd, stelt de Lid-Staat de hoeveelheid olijfolie vast waarvoor steun kan worden verleend aan iedere producent met een gemiddelde produktie van ten minste 500 kg olijfolie per verkoopseizoen die zijn produktie van olijven in de betrokken oliefabriek heeft laten verwerken, zulks onverminderd eventuele sancties tegen de betrokken oliefabriek .";

10 . artikel 17 bis wordt vervangen door :

"Artikel 17 bis

1 . Vóór 1 december bepaalt de Commissie voor het lopende verkoopseizoen de gemiddelde opbrengst aan olijven en olie van de laatste vier verkoopseizoenen .

2 . Vóór 1 april worden voor het lopende verkoopseizoen volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr . 136/66/EEG vastgesteld :

- de geraamde produktie;

- het bedrag van de produktiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten . Dit bedrag moet op een zodanig niveau worden vastgesteld dat rekening houdend met de produktieramingen voor dat verkoopseizoen, elk risico van onverschuldigde betaling aan de olijvenproducenten wordt uitgesloten .

3 . Uiterlijk zes maanden na het einde van het verkoopseizoen worden, volgens de in lid 2 bedoelde procedure, voor dat verkoopseizoen vastgesteld :

- de werkelijke produktie waarvoor het recht op steun is erkend;

- het aan producenten met een produktie van ten minste 500 kg olijfolie per verkoopseizoen toe te kennen bedrag van de in artikel 5, lid 1, vijfde alinea, onder b ), van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde produktiesteun per eenheid;

- de hoeveelheid die naar het volgende verkoopseizoen moet worden overgedragen als de in het eerste streepje bedoelde produktie lager is dan de vastgestelde maximumhoeveelheid .

4 . De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk op 15 maart de gegevens mede inzake de geraamde olijfolieproduktie voor het lopende verkoopseizoen . De Commissie kan gebruik maken van andere informatiebronnen en eventueel studies of onderzoeken over de olijfolieproduktie laten uitvoeren .";

11 . in artikel 21 wordt "1 januari 1990" vervangen door "1 januari 1995 ".

Artikel 2

1 . Ten einde een harmonische overgang te verzekeren van de thans geldende regeling naar die welke bij deze verordening wordt ingevoerd, kan de Commissie voor het verkoopseizoen 1990/1991 volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr . 136/66/EEG alle nodige maatregelen nemen .

2 . In afwijking van de bepalingen van de onderhavige verordening kan voor de verkoopseizoenen 1990/1991 en 1991/1992 :

- door Portugal een voorlopige erkenning worden verleend aan op zijn grondgebied gelegen fabrieken, mits hun dagelijkse grondstoffenboekhouding ten minste voor elke persoon die olijven in die fabrieken heeft doen verwerken, de hoeveelheden verwerkte olijven en verkregen olie vermeldt;

- kan de produktiesteun aan een olijfolieproducent in Portugal worden toegekend overeenkomstig artikel 2, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG ) nr . 2261/84 indien deze olijfolieproducent, bij gehele of gedeeltelijke verkoop van zijn olijvenproduktie, niet het bewijs van verwerking in een erkende fabriek kan leveren, mits de factuur betreffende de verkoop van de olijven wordt overgelegd .

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 27 november 1990 . Voor de Raad

De Voorzitter

V . SACCOMANDI

( 1 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966, blz . 3025/66 .

(2 ) Zie bladzijde 1 van dit Publikatieblad .

( 3 ) PB nr . L 208 van 3 . 8 . 1984, blz . 3 .

( 4 ) PB nr . L 128 van 11 . 5 . 1989, blz . 17 .

Top