EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31977R2182

Verordening (EEG) nr. 2182/77 van de Commissie van 30 september 1977 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van bevroren rundvlees, afkomstig uit de interventievoorraden, dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap, tevens houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76

PB L 251 van 1.10.1977, p. 60–63 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/12/2004; opgeheven door 32004R2247

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1977/2182/oj

31977R2182

Verordening (EEG) nr. 2182/77 van de Commissie van 30 september 1977 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van bevroren rundvlees, afkomstig uit de interventievoorraden, dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap, tevens houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76

Publicatieblad Nr. L 251 van 01/10/1977 blz. 0060 - 0063
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0071
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 19 blz. 0098
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0071
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0058
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0058


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2182/77 VAN DE COMMISSIE

van 30 september 1977

houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van uit de interventievoorraden afkomstig bevroren rundvlees , dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap , tevens houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1687/76

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 425/77 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 7 , lid 3 ,

Overwegende dat krachtens Verordening ( EEG ) nr . 98/69 van de Raad van 16 januari 1969 houdende vaststelling van de algemene voorschriften voor de afzet van het door de interventiebureaus aangekochte bevroren rundvlees ( 3 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 429/77 ( 4 ) , dit vlees kan worden afgezet wanneer het bestemd is voor een bijzonder gebruiksdoel ; dat het noodzakelijk is om te voorzien in de uitvoeringsbepalingen voor de verkoop van dit vlees , wanneer dit bestemd is voor verwerking binnen de Gemeenschap ;

Overwegende dat in Verordening ( EEG ) nr . 597/77 van de Commissie van 18 maart 1977 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de bijzondere invoerregeling voor bepaalde soorten voor verwerking bestemd bevroren rundvlees ( 5 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1384/77 ( 6 ) , de produkten worden omschreven die door deze verwerking kunnen worden verkregen ; dat , om het toezicht op de verwerking te vergemakkelijken , bepaald dient te worden dat overeenkomstig deze verordening afgezette produkten tot dezelfde produkten moeten worden verwerkt als in Verordening ( EEG ) nr . 597/77 omschreven zijn ; dat bovendien in de mogelijkheid moet worden voorzien de overeenkomstig deze verordening afgezette produkten te verwerken tot produkten van onderverdeling 02.06 C 1 a ) 2 van het gemeenschappelijk douanetarief ;

Overwegende voorts dat in Verordening ( EEG ) nr . 597/77 een gunstiger regeling voor vlees bestemd voor de vervaardiging van conserven vastgesteld is om deze conserven een betere concurrentiepositie op de markte verzekeren ; dat derhalve moet worden bepaald dat het overeenkomstig deze verordening afgezette vlees te koop wordt aangeboden tegen prijzen die verschillen naar gelang van het uiteindelijke gebruik ;

Overwegende dat de verkopen die in het raam van deze verordening plaatsvinden , dienen te geschieden overeenkomstig de voorschriften van Verordening ( EEG ) nr . 216/69 van de Commissie van 4 februari 1969 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de afzet van het bevroren rundvlees , dat door de interventiebureaus werd aangekocht ( 7 ) , ten aanzien van de verkoop tegen vooraf forfaitair vastgestelde prijzen , doch dat tevens afwijkende bepalingen moeten worden vastgesteld , die met name noodzakelijk zijn vanwege de bijzondere bestemming van de betrokken produkten ;

Overwegende dat bovendien - naast de in artikel 4 van Verordening ( EEG ) nr . 216/69 vermelde waarborg - het stellen van een waarborg moet worden voorgeschreven als garantie dat de juiste bestemming wordt gegeven aan de in het raam van deze verordening verkochte produkten ; dat deze waarborg naar gelang van de bestemming van het vlees moet verschillen ;

Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 1687/76 van de Commissie van 30 juni 1976 ( 8 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1723/77 ( 9 ) , gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van produkten uit interventie vastgesteld zijn ; dat enkele van deze bepalingen aan de krachtens deze verordening verrichte verkopen dienen te worden aangepast ;

Overwegende dat , overeenkomstig artikel 4 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 van de Raad van 30 juli 1968 houdende vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening ( EEG ) nr . 653/68 betreffende de voorwaarden voor wijziging van de waarde van de voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid gebruikte rekeneenheid ( 10 ) , voor de in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid tot stand gekomen transacties , de door een Lid-Staat of een naar behoren gemachtigde instelling verschuldigde sommen , uitgedrukt in de nationale munteenheid en overeenkomend met in rekeneenheden vastgestelde bedragen , worden betaald met gebruikmaking van de verhouding tussen de rekeneenheid en de nationale munteenheid die gold op het tijdstip van totstandkoming van de transactie of gedeelte van de transactie ;

Overwegende dat , overeenkomstig artikel 6 van voornoemde verordening , als tijdstip van totstandkoming van de transactie de datum wordt beschouwd waarop , in de zin van de communautaire regeling , of bij gebreke en in afwachting daarvan , van de regeling van de betrokken Lid-Staat , het feit plaatsvindt waardoor het bedrag dat betrekking heeft op deze transactie verschuldigd wordt ;

Overwegende dat het feit waardoor met betrekking tot de storting van de waarborg en de vordering met betrekking tot de betaling van de verkoopprijs der produkten ontstaan , plaatsvindt bij afsluiting van de verkoopovereenkomst ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Het overeenkomstig deze verordening verkochte vlees wordt naar keuze van de koper bestemd voor de vervaardiging in de Gemeenschap van :

a ) hetzij de in artikel 1 , lid 5 , van Verordening ( EEG ) nr . 597/77 omschreven conserven ,

b ) hetzij andere produkten als bedoeld in artikel 1 , lid 6 , van genoemde verordening of produkten van onderverdeling 02.06 C I a ) 2 van het gemeenschappelijk douanetarief .

2 . Het bewijs dat het bevroren vlees tot de in lid 1 , sub a ) , bedoelde conserven verwerkt is , kan slechts als geleverd worden beschouwd , wanneer de uit dit vlees vervaardigde hoeveelheid conserven ten minste overeenkomt met de aangekochte hoeveelheid .

De coëfficiënten voor de bepaling van de hoeveelheid bevroren vlees , zonder been , die is verwerkt in een bepaalde hoeveelheid conserven , zijn in de bijlage vastgesteld .

3 . Voor de toepassing van deze verordening komt 100 kg vlees met been overeen met 77 kg vlees zonder been .

Bij verkoop van voorvoeten evenwel komt 100 kg vlees met been overeen met 70 kg vlees zonder been .

Artikel 2

Voor het krachtens deze verordening verkochte vlees kunnen verschillende verkoopprijzen worden vastgesteld , naargelang dit vlees bestemd is voor de vervaardiging van de in artikel 1 , lid 1 , sub a ) , bedoelde conserven of voor de vervaardiging van de overige in dat lid , sub b ) , bedoelde produkten .

Artikel 3

1 . De aanvragen of koopoffertes zijn slechts ontvankelijk indien zij een schriftelijke verklaring van de koper bevatten waaruit blijkt dat het vlees bestemd is voor de vervaardiging van de in artikel 1 , lid 1 , sub a ) , bedoelde produkten of voor de vervaardiging van de in artikel 1 , lid 1 , sub b ) , bedoelde produkten en waaruit tevens blijkt , in welke Lid-Staat of Lid-Staten deze produkten vervaardigd zullen worden .

2 . Voor de afsluiting van de verkoopovereenkomst moet de koper zich schriftelijk tegenover de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarin de verwerking zal plaatsvinden , ertoe verbinden aan deze , binnen 30 dagen volgend op de datum van afsluiting van de overeenkomst , de inrichting of inrichtingen mede te delen waarin het aangekochte vlees zal worden verwerkt .

3 . Bij toepassing van artikel 13 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1687/76 deelt het interventiebureau , waarbij de produkten zijn opgeslagen , onverwijld aan de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarin zij verwerkt zullen worden , mede op welke datum de verkoopovereenkomst afgesloten is .

Artikel 4

1 . Voor de afsluiting van de koopovereenkomst wordt een waarborg , als garantie voor de verwerking van de produkten , gesteld bij de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat waarin de verwerking zal plaatsvinden . Deze waarborg wordt gesteld in de munteenheid van die Lid-Staat .

Het bedrag van de waarborg kan verschillen naar gelang van de verkochte produkten en het gebruik ervan .

2 . Bij toepassing van artikel 13 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 1687/76 kan de verkoopovereenkomst eerst worden afgesloten , nadat het interventiebureau waarbij de produkten zijn opgeslagen , de in dat lid bedoelde verklaring ontvangen heeft .

Artikel 5

1 . Het overeenkomstig deze verordening aangekochte vlees moet binnen vier maanden volgende op de datum van afsluiting van de verkoopovereenkomst verwerkt zijn .

2 . Het in artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 1687/76 bedoelde bewijs moet binnen vijf maanden volgende op de datum van afsluiting van de verkoopovereenkomst worden geleverd .

3 . De in artikel 4 , lid 1 , bedoelde waarborg wordt vrijgegeven , wanneer het in lid 2 bedoelde bewijs is geleverd en wanneer is voldaan aan alle overige verplichtingen die bij deze verordening zijn voorgeschreven .

4 . De in artikel 4 , lid 1 , bedoelde waarborg wordt onmiddellijk vrijgegeven , wanneer het verzoek om aankoop is verworpen , in evenredigheid met de hoeveelheden waarvoor het verkoopcontract niet wordt afgesloten .

Artikel 6

1 . In afwijking van artikel 5 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 216/69 wordt de prijs betaald naarmate de goederen uit de opslagplaats worden afgehaald , in evenredigheid met de betrokken hoeveelheden en uiterlijk op de dag voor elke afhaling .

2 . De prijs wordt betaald in de munteenheid van de Lid-Staat waaronder het interventiebureau waarbij de produkten in bezit zijn , ressorteert .

3 . In afwijking van artikel 2 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 216/69 bedraagt de minimum verkochte hoeveelheid 10 ton .

Artikel 7

Indien de koper wegens overmacht de overnametermijnen niet in acht kan nemen , bepaalt het interventiebureau dat het vlees verkoopt , de maatregelen die het op grond van de aangevoerde omstandigheid nodig acht .

Dit interventiebureau stelt de Commissie in kennis van ieder geval van overmacht en van de naar aanleiding daarvan getroffen maatregelen .

Artikel 8

In de zin van artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 wordt het feit waardoor de verplichting onstaat tot het storten van de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde waarborg en het betalen van de verkoopprijs , geacht te hebben plaatsgevonden op de dag waarop de verkoopovereenkomst is afgesloten .

Artikel 9

In de bijlage bij Verordening ( EEG ) nr . 1687/76 sub " II . Produkten waarvoor een ander gebruik en / of bestemming is voorgeschreven dan vermeld onder I " , wordt na lid 16 het onderstaande lid 17 en de daarop betrekking hebbende voetnoot ( 8 ) ingevoegd :

" 17 . Verordening ( EEG ) nr . 2182/77 van de Commissie van 30 september 1977 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van uit de interventievoorraden afkomstig bevroren rundvlees , dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap , tevens houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1687/76 .

a ) Vlees bestemd voor de vervaardiging van conserven :

- Vak 104 :

" Viandes destinées à la fabrication de conserves . Régime a ) ( Règlement ( CEE ) n * 2182/77 ) " .

" Koed bestemt til fresmtilling af konserves . Ordning a ) ( Forordning ( EOEF ) nr . 2182/77 ) .

" Fleisch zur Herstellung von Konserven bestimmt . Regelung a ) ( Verordnung ( EWG ) Nr . 2182/77 ) " .

" Meat intended for the manufacture of preserved food . System a ) ( Regulation ( EEC ) No 2182/77 ) " .

" Carni destinate alla fabbricazione di conserve . Regime a ) ( Regolamento ( CEE ) n . 2182/77 ) " .

" Vlees bestemd voor de vervaardiging van conserven . Regeling a ) ( Verordening ( EEG ) nr . 2182/77 ) " .

- Vak 106 :

de datum waarop de verkoopovereenkomst afgesloten werd .

b ) Vlees bestemd voor de vervaardiging van andere produkten :

- Vak 104 :

" Viandes destinées à la transformation . Régime b ) ( Règlement ( CEE ) n * 2182/77 ) " .

" Koed bestemt til forarbejdning . Ordning b ) ( Forordning ( EOEF ) nr . 2182/77 ) " .

" Zur Verarbeitung bestimmtes Fleisch . Regelung b ) ( Verordnung ( EWG ) Nr . 2182/77 ) " .

" Meat intended for processing . System b ) ( Regulation ( EEC ) No 2182/77 ) " .

" Carni destinate alla trasformazione . Regime b ) ( Regolamento ( CEE ) n . 2182/77 ) " .

" Vlees bestemd voor verwerking . Regeling b ) ( Verordening ( EEG ) nr . 2182/77 ) " .

- Vak 106 :

De datum waarop de verkoopovereenkomst afgesloten werd .

( 8 ) PB nr . L 251 van 1 . 10 . 1977 , blz . 60 " .

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 10 oktober 1977 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 30 september 1977 .

Voor de Commissie

De Vice-Voorzitter

Finn GUNDELACH

( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 24 .

( 2 ) PB nr . L 61 van 5 . 3 . 1977 , blz . 1 .

( 3 ) PB nr . L 14 van 21 . 1 . 1969 , blz . 2 .

( 4 ) PB nr . L 61 van 5 . 3 . 1977 , blz . 18 .

( 5 ) PB nr . L 76 van 24 . 3 . 1977 , blz . 1 .

( 6 ) PB nr . L 157 van 28 . 6 . 1977 , blz . 16 .

( 7 ) PB nr . L 28 van 5 . 2 . 1969 , blz . 10 .

( 8 ) PB nr . L 190 van 14 . 7 . 1976 , blz . 1 .

( 9 ) PB nr . L 189 van 29 . 7 . 1977 , blz . 39 .

( 10 ) PB nr . L 188 van 1 . 8 . 1968 , blz . 1 .

BIJLAGE

Coëfficiënten voor de berekening van de in een bepaalde hoeveelheid conserven verwerkte hoeveelheid bevroren vlees zonder been

Produkten * Coëfficiënten *

I . Conserven , andere dan gehomogeniseerd , die de volgende percentages rundvlees bevatten : * *

1 . 80 of meer gewichtspercenten vlees , met uitzondering van slachtafvallen en vet * 1,50 *

2 . 60 of meer , doch minder dan 80 gewichtspercenten vlees , met uitzondering van slachtafvallen en vet * 1,10 *

3 . 40 of meer , doch minder dan 60 gewichtspercenten vlees , met uitzondering van slachtafvallen en vet * 0,90 *

4 . 20 of meer , doch minder dan 40 gewichtspercenten vlees , met uitzondering van slachtafvallen en vet * 0,30 *

II . Voor gehomogeniseerde conserven is de toe te passen coëfficiënt , uitgaande van 1 kilogram vervaardigde conserven , gelijk aan het getal dat overeenkomt met de in kilogram uitgedrukte hoeveelheid bevroren rundvlees zonder been , die in die conserven verwerkt werd . *

Top