31970D0108

++++

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 27 januari 1970

houdende wijziging van de beschikking van de Raad van 13 mei 1965 strekkende tot toepassing van artikel 4 van de beschikking van de Raad van 22 juni 1964 betreffende de organisatie van een enquête naar de kosten van de weg van het vervoer per spoor , over de weg en over de binnenwateren

( 70/108/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 75 ,

Gelet op de beschikking van de Raad van 13 mei 1965 strekkende tot toepassing van artikel 4 van de beschikking van de Raad van 22 juni 1964 betreffende de organisatie van een enquête naar de kosten van de weg van het vervoer per spoor , over de weg en over de binnenwateren ( 1 ) , inzonderheid op artikel 4 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat in artikel 4 , lid 1 , van de beschikking van 13 mei 1965 wordt bepaald dat de Lid-Staten studies verrichten over bijzondere gevallen ten einde de vraagstukken te belichten , welke zich voordoen bij de toepassing van bepaalde oplossingen inzake de toerekening van de kosten van de weg ; dat evenwel in artikel 4 , lid 3 , uitdrukkelijk in de mogelijkheid is voorzien om deze bepalingen op grond van de resultaten van de in artikel 3 bedoelde teststudie te wijzigen ; dat uit deze teststudie blijkt dat zonder bezwaar kan worden afgezien van het merendeel der aanvankelijk bepaalde studies over bijzondere gevallen ;

Overwegende evenwel dat de problemen in verband met de wegen in de stedelijke gebieden niet door de teststudie konden worden belicht ; dat de op dit punt voorgenomen studies derhalve alsnog dienen te worden verricht , met dien verstande dat de doeleinden hiervan opnieuw worden geformuleerd en de criteria voor de keuze van de te bestuderen gevallen opnieuw worden vastgesteld ; dat deze studies zowel de theoretische aspecten moeten belichten van de problemen in verband met een heffingenstelsel voor het gebruik van de wegen in stedelijke gebieden als de middelen waarmee dit stelsel eventueel kan worden uitgevoerd dienen te worden ontwikkeld ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

Artikel 1

Artikel 4 van de beschikking van de Raad van 13 mei 1965 strekkende tot toepassing van artikel 4 van de beschikking van de Raad van 22 juni 1964 betreffende de organisatie van een enquête voor de kosten van de weg van het vervoer per spoor , over de weg en over de binnenwateren wordt als volgt gelezen :

" 1 . De Lid-Staten , met uitzondering van Luxemburg , verrichten ieder een studie ten einde de theoretische en praktische problemen in verband met het heffingenstelsel voor het gebruik van de wegen in de stedelijke gebieden te belichten .

Het doel van deze studies is de financiële regeling voor het gebruik van de wegen te kunnen bepalen , de wijze van toerekening van de kosten van deze wegen nader te omschrijven en de meest geschikte middelen te ontwikkelen om deze regeling eventueel toe te passen .

2 . Ten einde een zo groot mogelijke verscheidenheid van gevallen te dekken , houden de Lid-Staten bij het kiezen van de gevallen welke het onderwerp van de in lid 1 bedoelde studies moeten uitmaken en bij het met onderling goedvinden onder elkaar verdelen van deze studies rekening met de onderstaande criteria :

- omvang van de bevolking van het stedelijk gebied ,

- oppervlakte van het stedelijk gebied ,

- sociale en economische functies van het stedelijk gebied ,

- aanwezigheid van stads - en voorstadsvervoer over de rail .

3 . De Lid-Staten ontvangen van de Gemeenschap een financiële bijdrage voor de uitgaven die ieder van hen te dragen heeft uit hoofde van de op grond van lid 4 vastgestelde taakverdeling . De hiervoor benodigde kredieten zullen te zijner tijd in de begroting van de Gemeenschappen worden opgenomen onder de post betreffende algemene studies en enquétes met communautair karakter .

4 . Ten einde dubbel werk te voorkomen , plegen de Lid-Staten onderling overleg over de taakverdeling bij de bestudering van de algemene theoretische en praktische aspecten van het probleem van het heffingenstelsel voor het gebruik van de wegen in stedelijke gebieden .

5 . De Lid-Staten brengen de studies voor 1 februari 1973 ter kennis van de Commissie . De Commissie legt de Raad over de resultaten van de studies een verslag voor , dat een uiteenzetting bevat over de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken met betrekking tot enerzijds de eventuele invoering , in het kader van het gemeenschappelijk vervoerbeleid , van een heffingenstelsel voor het gebruik van de wegen in de stedelijke gebieden en , anderzijds , de beginselen en middelen voor een dergelijk stelsel . "

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 27 januari 1970 .

Voor de Raad

De Voorzitter

A . BERTRAND

( 1 ) PB nr . 88 van 24 . 5 . 1965 , blz . 1473/65 .

( 2 ) PB nr . C 41 van 1 . 4 . 1969 , blz . 6 .

( 3 ) PB nr . C 48 van 16 . 4 . 1969 , blz . 9 .