Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31969D0233

69/233/EEG: Besluit van de Commissie van 23 juli 1969 tot aanvulling van het besluit van de Commissie van 3 april 1968 houdende machtiging ter zake van bepaalde maatregelen van beheer in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten

PB L 187 van 31.7.1969, p. 40–40 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1969(II) blz. 358 - 358

Andere speciale editie(s) (DA, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1969/233/oj

31969D0233

69/233/EEG: Besluit van de Commissie van 23 juli 1969 tot aanvulling van het besluit van de Commissie van 3 april 1968 houdende machtiging ter zake van bepaalde maatregelen van beheer in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten

Publicatieblad Nr. L 187 van 31/07/1969 blz. 0040 - 0040
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0217
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0333
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0217
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0358


BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 juli 1969 tot aanvulling van het besluit van de Commissie van 3 april 1968 houdende machtiging ter zake van bepaalde maatregelen van beheer in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten (69/233/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie van de Europese Gemeenschappen,

Gelet op het voorlopig Reglement van orde van de Commissione van 6 juli 1967 (1),

Overwegende dat de Commissie bij haar besluit van 3 april 1968 (2), aangevuld bij besluiten van 2 juli 1968 (3) en 24 juli 1968 (4), een machtigingsregeling heeft ingesteld voor bepaalde maatregelen van beheer in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten;

Overwegende dat de motieven, op grond waarvan de Commissie deze regeling heeft ingesteld, eveneens gelden voor de vaststelling van de restituties bij uitvoer van olijfolie, welke restituties zijn bedoeld in artikel 18 van Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2146/68 (6);

Overwegende dat bovendien bepaald dient te worden dat de directeur van de Directie voor produkten van bijzondere teelten, visserij, bosbouw van het Directoraat-Generaal Landbouw gemachtigd kan worden onder dezelfde voorwaarden die gelden voor de directeuren, verantwoordelijk voor de andere markten in dat Directoraat-Generaal;

Overwegende dat derhalve het vorengenoemd besluit van 3 april 1968 dient te worden aangevuld,

BESLUIT:

Artikel 1

1. Artikel 1, lid 1, sub a, 3e streepje, van het besluit van de Commissie van 3 april 1968 houdende machtiging ter zake van bepaalde maatregelen van beheer in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten komt als volgt te luiden:

"- de restituties bij de uitvoer naar derde landen bedoeld in artikelen 18 en 28 van Verordening nr. 136/66/EEG;"

2. Artikel 1, lid 2, sub c, van het vorenbedoeld besluit wordt vervangen door:

"c) door de directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal belast met de gemeenschappelijke ordening der markten of een van de directeuren van de directies B, C of D van het Directoraat-Generaal Landbouw."

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op 31 juli 1969. Het wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 23 juli 1969.

Voor de Commissie

De Voorzitter

Jean REY (1)PB nr. 147 van 11.7.1967, blz. 1. (2)PB nr. L 89 van 10.4.1968, blz. 13. (3)PB nr. L 156 van 4.7.1968, blz. 22. (4)PB nr. L 180 van 26.7.1968, blz. 33. (5)PB nr. 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66. (6)PB nr. L 314 van 28.12.1968, blz. 1.

Top