EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015DC0418

VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de werking van de comités in 2014

COM/2015/0418 final

Brussel, 3.9.2015

COM(2015) 418 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

over de werking van de comités in 2014

{SWD(2015) 165 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE

OVER DE WERKING VAN DE COMITÉS IN 2014

Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren 1 (de "comitologieverordening"), presenteert de Commissie hierbij het jaarverslag over de werking van de comités in 2014.

Dit verslag bevat een overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2014 en een samenvatting van de activiteiten van de comités. Het gaat vergezeld van een begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie met gedetailleerde statistieken over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités.

1.    Overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2014

1.1.    Algemene ontwikkeling

Zoals beschreven in het verslag over 2013 2 , zijn alle in het “oude” comitologiebesluit 3 vastgelegde comitologieprocedures, met uitzondering van de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT), automatisch aangepast aan de nieuwe comitologieprocedures waarin de comitologieverordening voorziet.

In 2014 hebben de comitologiecomités bijgevolg gewerkt volgens de in de comitologieverordening vastgelegde procedures, met name de raadplegingsprocedure (artikel 4) en de onderzoeksprocedure (artikel 5), alsook volgens de in artikel 5 bis van het comitologiebesluit vastgelegde regelgevingsprocedure met toetsing (RPT).

Overeenkomstig de verklaring 4 bij de vaststelling van de comitologieverordening dat alle bepalingen betreffende de regelgevingsprocedure met toetsing in bestaande basisbesluiten zouden worden aangepast aan de criteria van het Verdrag, heeft de Commissie in 2013, na een voorbereidende screening in 2012, drie besluiten 5 vastgesteld teneinde in totaal 200 basisbesluiten in overeenstemming te brengen met de artikelen 290 en 291 VWEU. In november 2014 heeft de Commissie aan het begin van haar nieuwe mandaat en in het kader van een herziening van hangende wetgevingsvoorstellen besloten om deze voorstellen 6 in te trekken in afwachting van de uitkomst van de komende besprekingen tussen de instellingen in het kader van het interinstitutioneel akkoord inzake betere regelgeving.

1.2.    Ontwikkeling van de rechtspraak

Het Hof van Justitie heeft zich in zijn arrest van 18 maart 2014 in zaak C-427/12, Commissie/Parlement en de Raad (de biocidenzaak) voor het eerst in een zaak uitgesproken over de afbakening van gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. In de biocidenzaak verzocht de Europese Commissie om de nietigverklaring van een bepaling die erin voorziet dat de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen verschuldigde vergoedingen worden vastgesteld door middel van uitvoeringshandelingen. De Commissie was van mening dat deze vergoedingen bij gedelegeerde handelingen moeten worden vastgesteld. Haar verzoek werd door het Hof van Justitie ongegrond verklaard. Hoewel het Hof kennelijk niet betwistte dat de artikelen 290 en 291 VWEU elk een eigen werkingssfeer hebben, erkende het dat de wetgever over een beoordelingsbevoegdheid beschikt wanneer hij beslist om de Commissie een gedelegeerde bevoegdheid op grond van artikel 290, lid 1, VWEU dan wel een uitvoeringsbevoegdheid op grond van artikel 291, lid 2, VWEU te verlenen. Het Hof oordeelde dan ook dat de rechterlijke toetsing zich moet beperken tot kennelijke fouten.

Het Hof heeft in zijn arrest van 15 oktober 2014 in zaak C-65/13, Europees Parlement/Europese Commissie (EURES-zaak), het door het Parlement ingestelde beroep tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2012/733/EU afgewezen, aangezien de Commissie haar uitvoeringsbevoegdheid niet had overschreden.



2.    Overzicht van activiteiten

2.1.    Aantal comités en vergaderingen

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de comitologiecomités, enerzijds, en andere entiteiten, met name de door de Commissie zelf opgerichte “groepen deskundigen”, anderzijds. De groepen deskundigen bieden de Commissie 7 hun deskundigheid bij het voorbereiden en uitvoeren van het beleid en van gedelegeerde handelingen, terwijl de comitologiecomités de Commissie bijstaan bij de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden die haar bij wettelijke basisbesluiten zijn toegekend. In dit verslag worden alleen de comitologiecomités behandeld. Het aantal actieve comitologiecomités in de periode van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015 werd berekend per beleidsterein (zie Tabel I). Ter vergelijking worden ook de gegevens van het vorige jaar (toestand op dinsdag 31 december 2013) vermeld. Subcomités worden niet afzonderlijk geteld, aangezien die onder een bepaald comité vallen.

TABEL I — Totale aantal comités (2015/15)

Beleidsterrein

2014/15

2013

Landbouw en plattelandsontwikkeling (AGRI)

18

20

Begroting (BUDG)

2

2

Klimaat (CLIMA)

5

4

Communicatienetwerken, inhoud en technologie (CNECT)

6

6

Economische en financiële zaken (ECFIN)

1

2

Onderwijs en cultuur (EAC)

5

8

Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie (EMPL)

4

4

Energie (ENER)

15

18

Milieu (ENV)

31

33

Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

1

1

Eurostat (ESTAT)

7

7

Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie (FISMA)

9

15

Gezondheid en voedselveiligheid (SANTE)

21

26

Humanitaire hulp en civiele bescherming (ECHO)

2

3

Informatica (DIGIT)

1

1

Interne markt, industrie, ondernemerschap en midden- en kleinbedrijf (GROW)

44

33

Internationale samenwerking en ontwikkeling (DEVCO)

5

6

Justitie en consumentenzaken (JUST)

20

17

Maritieme zaken en visserij (MARE)

4

4

Migratie en binnenlandse zaken (HOME)

14

13

Mobiliteit en vervoer (MOVE)

30

32

Nabuurschapsbeleid en uitbreidingsonderhandelingen (NEAR)

3

4

Regionaal beleid en stadsontwikkeling (REGIO)

1

2

Onderzoek en innovatie (RTD)

5

8

Secretariaat-generaal (SG)

3*

2*

Dienst instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

4

4

Belastingen en douane-unie (TAXUD)

11

13

Handel (TRADE)

15

13

TOTAAL:

287

301

* Met inbegrip van het comité van beroep (in het comitologieregister wordt het comité van beroep aangemerkt als comité onder de verantwoordelijkheid van SG; in de praktijk wordt het door alle betrokken diensten beheerd).

In 2014 konden de comitologiecomités worden uitgesplitst volgens het soort procedure (raadplegingsprocedure, onderzoeksprocedure, regelgevingsprocedure met toetsing — zie tabel II). Een aantal comités heeft meerdere procedures toegepast. Deze comités worden apart vermeld naast de comités die slechts één procedure hebben toegepast.

TABEL II - Aantal comités per procedure (2014)

 

Soort procedure

Raadplegingsprocedure

Onderzoeksprocedure

Regelgevingsprocedure met toetsing

Verscheidene procedures

TOTAAL:

AGRI

0

12

0

6

18

BUDG

1

1

0

0

2

CLIMA

0

1

0

4

5

CENCT

0

2

0

4

6

DEVCO

0

2

0

3

5

DIGIT

0

1

0

0

1

EAC

0

1

0

4

5

ECFIN

0

0

0

1

1

ECHO

0

1

0

1

2

EMPL

0

0

0

4

4

ENER

3

5

1

6

15

ENV

0

6

5

20

31

ESTAT

0

2

0

5

7

FISMA

0

2

2

5

9

FPI

0

3

0

1

4

GROW

7

9

5

23

44

HOME

2

6

0

6

14

JUST

5

6

5

4

20

MARE

0

3

0

1

4

MOVE

3

7

3

17

30

NEAR

1

1

0

1

3

OLAF

0

0

1

0

1

REGIO

0

0

0

1

1

RTD

0

4

0

1

5

SANTE

0

10

0

11

21

SG

0

3*

0

0

3*

TAXUD

1

9

0

1

11

TRADE

2

6

0

7

15

TOTAAL:

25

103

22

137

287

* Met inbegrip van het comité van beroep.

Het aantal comités is niet de enige indicator voor het beoordelen van de comitologische activiteit. Uit het aantal vergaderingen en het aantal schriftelijke procedures 8 in 2014 blijkt eveneens hoe bedrijvig de verschillende comités op de verschillende terreinen zijn geweest (zie tabel III).



TABEL III — Aantal vergaderingen en schriftelijke procedures (2014)

Aantal comités

Vergaderingen

Schriftelijke procedures

2014

2013

2014

2013

AGRI

18

140

132

8

3

BUDG

2

4

6

2

1

CLIMA

5

12

13

1

3

CNECT

6

11

16

10

12

DEVCO

5

16

20

12

48

DIGIT

1

2

2

0

0

EAC

5

6

9

6

59

ECFIN

1

5

0

0

0

ECHO

2

9

5

3

5

EMPL

4

4

2

7

15

ENER

15

20

33

7

2

ENV

31

38

42

12

18

ESTAT

7

8

12

6

4

FISMA

9

7

9

7

6

FPI

4

5

4

2

7

GROW

44

60

56

24

29

HOME

14

28

21

40

15

JUST

20

10

4

12

11

MARE

4

9

8

2

15

MOVE

30

64

52

23

16

NEAR

3

12

4

20

10

OLAF

1

2

2

0

0

REGIO

1

10

7

4

3

RTD

5

52

23

131

240

SANTE

21

122

127

506

403

SG

3

6*

7

0

0

TAXUD

11

89

81

25

32

TRADE

15

22

19

23

9

TOTAAL

287

773

716

893

966

* Met inbegrip van zes vergaderingen van het comité van beroep.

2.2    Aantal adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen

Zoals gewoonlijk wordt in dit verslag het totale aantal formele adviezen van de comités vermeld, alsook de later door de Commissie goedgekeurde uitvoeringshandelingen/-maatregelen 9 . Deze gegevens geven de concrete output van de comités weer (zie tabel IV).

TABEL IV – Aantal goedgekeurde adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen (2014)

 

Adviezen

Goedgekeurde uitvoeringshandelingen

Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen

AGRI

141

135

2

BUDG

15

14

0

CLIMA

19

14

5

CNECT

21

20

0

DEVCO

86

84

0

DIGIT

1

1

0

EAC

28

9

0

ECFIN

5

5

0

ECHO

9

7

0

EMPL

7

3

0

ENER

14

4

4

ENV

38

16

19

ESTAT

17

6

10

FISMA

17

3

1

FPI

4

2

0

GROW

54

19

24

HOME

45

42

0

JUST

19

11

1

MARE

22

22

0

MOVE

93

44

32

NEAR

112

110

0

OLAF

0

0

0

REGIO

12

8

0

RTD

152

150

0

SANTE

799

695

67

SG

13*

2*

0

TAXUD

79

74

0

TRADE

67

63

0

TOTAAL

1 889

1 563

165

* Met inbegrip van 13 adviezen van het comité van beroep en twee vastgestelde handelingen.

2.3    Vergaderingen van het comité van beroep

Het comité van beroep heeft in de loop van 2014 zes keer vergaderd en 13 ontwerpuitvoeringshandelingen behandeld (op het gebied van gezondheids- en consumentenbeleid, mobiliteit en vervoer) die door de Commissie werden voorgelegd. Het comité van beroep heeft in 11 gevallen geen advies uitgebracht en in twee gevallen heeft het een positief advies uitgebracht. De Commissie heeft besloten al deze uitvoeringshandelingen vast te stellen.



2.4    Gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT)

Zoals in punt 1 al werd vermeld, heeft de comitologiehervorming van 2011 geen gevolgen gehad voor de regelgevingsprocedure met toetsing. Deze procedure kan in de nieuwe wetgeving niet meer worden gebruikt, maar komt nog steeds voor in een groot aantal bestaande basishandelingen. Zolang die niet zijn aangepast, zal de procedure dienovereenkomstig verder worden toegepast. In 2014 zijn 165 maatregelen vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing (zie tabel V). Het vetorecht werd één keer gebruikt (DG SANTE). Ter vergelijking: in 2013 werd het vetorecht één keer gebruikt.

TABEL V — Aantal overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT) goedgekeurde maatregelen (2014)

 

Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen

Verzet van het EP tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT

Verzet van de Raad tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT

AGRI

2

0

0

BUDG

0

0

0

CLIMA

5

0

0

CNECT

0

0

0

DEVCO

0

0

0

DIGIT

0

0

0

EAC

0

0

0

ECFIN

0

0

0

ECHO

0

0

0

EMPL

0

0

0

ENER

4

0

0

ENV

19

0

0

ESTAT

10

0

0

FISMA

1

0

0

FPI

0

0

0

GROW

24

0

0

HOME

0

0

0

JUST

1

0

0

MARE

0

0

0

MOVE

32

0

0

NEAR

0

0

0

OLAF

0

0

0

REGIO

0

0

0

RTD

0

0

0

SANTE

67

0

1

SG

0

0

0

TAXUD

0

0

0

TRADE

0

0

0

TOTAAL

165

0

1



3.    Gedetailleerde informatie over de activiteiten van de comités

Het bij dit verslag gevoegde werkdocument bevat gedetailleerde informatie over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités in 2014, uitgesplitst naar de verschillende diensten van de Commissie.

(1) PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
(2) Verslag van de Commissie over de werking van de comités in 2013, COM(2014) 572 final.
(3) Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23), zoals gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad (PB C 255 van 21.10.2006, blz. 4).
(4) Deze verklaring werd samen met Verordening (EU) nr. 182/2011 gepubliceerd in het publicatieblad (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19).
(5) COM(2013) 451, 452 en 751.
(6)  PB C 80 van 7.3.2015, blz. 17.
(7) Nadere informatie is te vinden op: http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?Lang=NL  
(8) De stemming in een comité kan tijdens een gewone vergadering plaatsvinden of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, via een schriftelijke procedure, overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de comitologieverordening.
(9) Er kan een verschil bestaan tussen het aantal adviezen en het aantal uitvoeringshandelingen/-maatregelen in een bepaald jaar. De redenen hiervoor worden in de inleiding bij het werkdocument van de diensten van de Commissie uiteengezet.
Top