EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015PC0135
Proposal for a COUNCIL DIRECTIVE amending Directive 2011/16/EU as regards mandatory automatic exchange of information in the field of taxation
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied
/* COM/2015/0135 final - 2015/0068 (CNS) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied /* COM/2015/0135 final - 2015/0068 (CNS) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL 1.1. Algemene context Bedrijven zien fiscale planning van oudsher als een aanvaardbare
praktijk omdat zij gebruikmaken van wettelijke regelingen om minder belasting
te moeten betalen. De afgelopen jaren is fiscale planning evenwel steeds
gesofisticeerder geworden, waarbij de praktijk zich uitstrekt over
verschillende jurisdicties en belastbare winsten worden verschoven naar landen
met een voordelig belastingregime. Deze "agressieve" vorm van fiscale
planning kan op uiteenlopende wijze gestalte krijgen; zo kan worden ingespeeld
op de technische aspecten van een belastingstelsel of op incongruenties tussen
twee of meer belastingstelsels om de verschuldigde belasting te beperken of te
ontwijken. Dat kan onder meer leiden tot dubbele aftrek (bv. wanneer dezelfde
kosten zowel in de bronstaat als de woonstaat worden afgetrokken) of dubbele
niet-heffing (bv. wanneer inkomsten niet worden belast in de staat waar zij hun
oorsprong vinden noch in de woonstaat van de ontvanger)[1]. Dergelijke praktijken
worden veelal mede mogelijk gemaakt door de rulings van nationale
belastingdiensten, waarin aan ondernemingen wordt bevestigd hoe een specifieke
transactie in het kader van de bestaande wetgeving in de heffing zal worden
betrokken, hetgeen rechtszekerheid biedt voor de opgezette structuur. Hoewel de
lidstaten er zorg voor moeten dragen dat hun fiscale rulings in overeenstemming
zijn met de bestaande EU- en nationale wetgeving, kan een gebrek aan
transparantie in verband met dergelijke rulings gevolgen hebben voor andere
landen die banden hebben met de begunstigden van een ruling. Belastingontwijking, belastingfraude en
belastingontduiking hebben een belangrijke grensoverschrijdende dimensie. Door
de mondialisering en de toenemende mobiliteit van de belastingplichtigen kan
het voor de lidstaten moeilijk zijn om de juiste belastinggrondslag te bepalen.
Dit kan de goede werking van de belastingstelsels belemmeren, tot
belastingontwijking en belastingontduiking leiden en zo de werking van de
interne markt in het gedrang brengen. De lidstaten kunnen dit probleem derhalve
alleen maar doeltreffend aanpakken als zij er gemeenschappelijk tegen optreden.
De verbetering van de administratieve samenwerking tussen de belastingdiensten
van de lidstaten is dan ook een van de hoofddoelstellingen van de strategie van
de Commissie. Richtlijn 2011/16/EU van de Raad is aangenomen
in de plaats van een vroegere richtlijn betreffende bijstandsverlening tussen
de lidstaten (Richtlijn 77/799/EEG van de Raad) als reactie op de behoefte van
de lidstaten aan sterkere administratieve samenwerking op het gebied van de
belastingen. Het huidige voorstel moet ervoor zorgen dat
Richtlijn 2011/16/EU een alomvattende en doeltreffende administratieve
samenwerking tussen de belastingdiensten tot stand brengt door te voorzien in
de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen over voorafgaande
grensoverschrijdende rulings en voorafgaande prijsafspraken, een specifieke
vorm van voorafgaande grensoverschrijdende rulings die wordt gebruikt op het
gebied van verrekenprijzen. Fiscaal geïnspireerde structuren die tot gevolg
hebben dat inkomsten laag worden belast in de lidstaat die de ruling heeft
afgegeven, kunnen ertoe leiden dat er maar weinig inkomsten overblijven voor
belastingheffing in andere lidstaten, waardoor de belastinggrondslag van deze
landen wordt uitgehold. Krachtens dit voorstel moeten de lidstaten
automatisch basisinlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en
voorafgaande prijsafspraken uitwisselen met alle andere lidstaten. Deze
werkwijze berust op het beginsel dat niet de lidstaat die de ruling afgeeft,
maar de andere lidstaten het best geplaatst zijn om de mogelijke gevolgen en
het belang van dergelijke rulings te beoordelen. Indien passend, kunnen de
lidstaten die rulinginformatie ontvangen, nadere toelichting vragen. Het voorstel is zodanig opgezet dat de
automatische uitwisseling van inlichtingen over rulings kan voortbouwen op de
bestaande nadere regels voor de uitwisseling van inlichtingen, waaronder het
gebruik van standaardformulieren, die in Richtlijn 2011/16/EU zijn vastgesteld.
Het voorstel is ook in overeenstemming met internationale ontwikkelingen op het
niveau van de OESO en de BEPS-werkzaamheden van die organisatie. In 2012 heeft de Groep gedragscode
(belastingregeling voor ondernemingen)[2]
een evaluatie verricht van de ontwikkelingen in de fiscale rulingprocedures van
de lidstaten. De groep heeft in kaart gebracht over welke soorten
grensoverschrijdende rulings spontaan inlichtingen zouden moeten worden
uitgewisseld en aanbevolen om een "modelinstructie" te ontwikkelen
die voor de lidstaten als referentie voor intern gebruik kan dienen[3]. In de modelinstructie
staat dat inlichtingen over grensoverschrijdende rulings spontaan moeten worden
verstrekt overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2011/16/EU, met behulp van
elektronische standaardformulieren, langs elektronische weg zoals bepaald in de
richtlijn, uiterlijk één maand nadat de ruling is afgegeven in overeenstemming
met artikel 10 van de richtlijn. Volgens de modelinstructie moeten de lidstaten
ook zorgen voor geschikte kanalen voor de onderlinge communicatie over deze
kwestie alsook voor degelijke opleiding en richtsnoeren voor rulingteams. De
instructie bevatte ook richtsnoeren in verband met de inhoud van de spontaan te
verstrekken inlichtingen. Deze modelinstructie is evenwel niet juridisch
bindend. In de praktijk is er nauwelijks sprake van inlichtingenuitwisseling
tussen de lidstaten over voorafgaande fiscale rulings of
verrekenprijsregelingen, ook niet wanneer deze gevolgen hebben voor andere
landen. Er blijkt dus behoefte te zijn aan een
systematischere en meer bindende benadering van de uitwisseling van
inlichtingen over rulings in de EU om te garanderen dat, wanneer een lidstaat
een voorafgaande fiscale ruling afgeeft of een verrekenprijsregeling afsluit,
een andere lidstaat waarvoor dit gevolgen heeft, in de gelegenheid wordt
gesteld om zo nodig overeenkomstige maatregelen te treffen. De Commissie heeft op 16 december 2014
toegezegd dat zij een dergelijk voorstel voor de automatische uitwisseling van
inlichtingen over grensoverschrijdende rulings zou voorleggen, zoals opgenomen
in haar werkprogramma voor 2015[4]. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING 2.1. Raadplegingen in de context
van het actieplan tegen belastingfraude en belastingontduiking, de bijbehorende
mededelingen (COM(2012) 722) en andere fora Het Europees Parlement heeft op 21 mei 2013[5] een resolutie
aangenomen, waarin het zich tevreden toonde met het actieplan van de Commissie
en de daarin geformuleerde aanbevelingen, er bij de lidstaten op aandrong hun
engagement na te komen en het actieplan te omarmen, en benadrukte dat de EU het
voortouw moest nemen in het mondiale debat over de bestrijding van
belastingfraude, belastingontwijking en belastingparadijzen, met name bij de
bevordering van de inlichtingenuitwisseling. Het Europees Economisch en Sociaal Comité
heeft op 17 april 2013 advies uitgebracht[6].
Het Comité was ingenomen met het actieplan van de Commissie en schaarde zich
achter haar inspanningen om concrete oplossingen te vinden om belastingfraude
en belastingontduiking te bestrijden. De afgelopen jaren hebben de lidstaten zich in
de Groep gedragscode ingespannen voor de verbetering van de
inlichtingenuitwisseling met betrekking tot grensoverschrijdende rulings en
verrekenprijzen. De groep heeft zijn conclusies op gezette tijden voorgelegd
aan de Raad in de vorm van rapporten[7]. 2.2. Lidstaten Deze richtlijn is gebaseerd op de in 2014 door
de lidstaten overeengekomen modelinstructie en sluit derhalve aan bij de
werkzaamheden die de afgevaardigden van de lidstaten al hebben verricht in
diverse Europese fora. De lidstaten voeren al geruime tijd een debat over het
beginsel van inlichtingenuitwisseling met betrekking tot fiscale rulings; tot
dusver is dit debat evenwel nog niet uitgemond in een doeltreffend kader voor
een dergelijke uitwisseling. 2.3. Subsidiariteit en
evenredigheid Dit voorstel is in overeenstemming met de
beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zoals neergelegd in artikel 5,
lid 3, respectievelijk artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de
Europese Unie. Artikel 115 VWEU voorziet in de onderlinge
aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten
die rechtstreeks van invloed zijn op de instelling of de werking van de interne
markt en die de onderlinge aanpassing van de wetgevingen noodzakelijk maken. De doelstelling dat alle lidstaten voldoende
informatie hebben over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en
voorafgaande prijsafspraken, kan niet voldoende worden verwezenlijkt door
ongecoördineerde acties die door elke lidstaat afzonderlijk ten uitvoer worden
gelegd. De uitwisseling van inlichtingen over rulings die van invloed kunnen
zijn op de belastinggrondslag van meer dan een lidstaat, vereist derhalve een
gemeenschappelijke en bindende aanpak. Bovendien sluit het grensoverschrijdende
aspect naadloos aan bij het voorgestelde optreden. Om te kunnen beschikken over
doeltreffende inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en
voorafgaande prijsafspraken, is een optreden op het niveau van de Unie derhalve
de enige mogelijkheid. De modelinstructie
kan weliswaar als een verbetering worden beschouwd, maar een rechtsgrondslag
wordt doeltreffender geacht. Zolang bovendien het belang van een bepaalde
ruling voor andere lidstaten alleen moet worden beoordeeld door de lidstaat die
de ruling afgeeft, op basis van diens eigen rechtskader, zal er een gebrek aan
transparantie blijven bestaan. Belastingplichtigen kunnen het ontbreken van
gemeenschappelijke regels voor de uitwisseling van inlichtingen benutten om
structuren op te zetten om winsten te verschuiven naar laagbelastende landen,
waar niet noodzakelijk de economische activiteiten worden verricht die de
winsten genereren, en waarde wordt gecreëerd[8].
Aangezien fiscale rulings vaak worden verleend voor grensoverschrijdende
structuren, zijn de lidstaten op elkaar aangewezen om een volledig beeld van de
situatie te kunnen hebben. Daarom kunnen lidstaten die samenwerken, er beter
voor zorgen dat het systeem van uitwisseling van inlichtingen over fiscale
rulings doeltreffend functioneert en alomvattend is, dan lidstaten die elk
afzonderlijk optreden. Een geharmoniseerde EU-aanpak zou doeltreffender zijn om
fiscale transparantie en samenwerking tussen de belastingdiensten in de strijd
tegen belastingontwijking te garanderen. Het specifieke probleem waarop onderhavige
beleidsmaatregel ziet, is het gebrek aan transparantie over fiscale rulings met
een grensoverschrijdend belang, hetgeen negatieve gevolgen heeft, met name voor
de goede werking van de interne markt. De beleidsmaatregel is beperkt tot de
rulings met een grensoverschrijdend aspect. Hij omvat een tweestappenaanpak
waarbij een reeks basisgegevens zoals omschreven in de richtlijn aan alle
EU-lidstaten moet worden verstrekt. Bij deze gegevensverstrekking moet een
evenwicht worden gevonden tussen enerzijds een maximale beknoptheid en
anderzijds de verstrekking van voldoende informatie aan de hand waarvan de
ontvangende lidstaat kan oordelen of hij meer informatie moet vragen. In een
tweede stap kunnen de lidstaten die kunnen aantonen dat de informatie naar
verwachting van belang voor hen is, om nadere informatie vragen overeenkomstig
de bestaande bepalingen van de richtlijn. Het voorstel vormt daarmee het meest
evenredige antwoord op het vastgestelde probleem omdat het uitsluitend ziet op
voorafgaande fiscale rulings en voorafgaande prijsafspraken met een
grensoverschrijdend aspect. Het is ook gebaseerd op de automatische
uitwisseling van basisgegevens zodat elke lidstaat zelf kan bepalen of er
nadere informatie moet worden gevraagd. De voorgestelde wijzigingen gaan
bijgevolg niet verder dan wat nodig is om de problemen in kwestie aan te pakken
en aldus de verdragsdoelstellingen van een goede en doeltreffende werking van
de interne markt te verwezenlijken. 2.4. Werkdocument van de diensten
van de Commissie In het bijgaande werkdocument van de diensten
van de Commissie zijn de beleidsopties getoetst aan de criteria
doeltreffendheid, efficiëntie, samenhang en sociale gevolgen en grondrechten.
De Commissie heeft een analyse van de opties verricht ter ondersteuning van de
gekozen beleidsoptie. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Dit voorstel strekt ertoe te garanderen dat
inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande
prijsafspraken automatisch worden uitgewisseld tussen de lidstaten wanneer de
voorwaarden van het nieuwe artikel 8 bis zijn vervuld. Te dien einde wordt Richtlijn 2011/16/EU,
zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/107/EU[9],
bij dit voorstel gewijzigd door de invoering van een specifieke verplichting
tot automatische uitwisseling van inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende
rulings en voorafgaande prijsafspraken. Met name bij artikel 1, punt 3, van het
richtlijnvoorstel wordt een nieuw artikel 8 bis in de bestaande richtlijn
ingevoegd, waarin de reikwijdte en de voorwaarden zijn vastgesteld van de
verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen over de soorten fiscale
rulings en verrekenprijsregelingen zoals omschreven in het richtlijnvoorstel en
ingevoegd bij artikel 1, punt 1, daarvan. In artikel 8 bis, lid 1, is
bepaald dat de bevoegde autoriteiten van een lidstaat de bevoegde autoriteiten
van alle andere lidstaten via automatische uitwisseling inlichtingen moeten
verstrekken over bepaalde fiscale rulings die zij afgeven of wijzigen. Deze
verplichting geldt ook voor de rulings die zijn afgegeven in de tien jaar voor
de datum waarop de voorgestelde richtlijn van kracht wordt, en die nog altijd
geldig zijn op de datum waarop deze in werking treedt (artikel 8 bis, lid
2). Op basis van artikel 1, punt 6, van het
richtlijnvoorstel kan de Commissie een beveiligd centraal repertorium creëren
voor de inlichtingen die in het kader van dit voorstel worden verstrekt. Dit
centrale repertorium zal de inlichtingenuitwisseling vergemakkelijken en de
lidstaten helpen bij hun taak om onderling uitgewisselde rulings te bestuderen
en erop te reageren. Het richtlijnvoorstel actualiseert ook de
regels in de richtlijn van 2011 betreffende de terugmelding, de nadere regels
voor de inlichtingenuitwisseling en de evaluatie van de administratieve
samenwerking zodat deze ook gelden voor de automatische uitwisseling van
inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande
prijsafspraken. Deze wijzigingen vallen inhoudelijk onder
dezelfde rechtsgrond als Richtlijn 2011/16/EU, dat wil zeggen artikel 115 van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat tot doel
heeft de goede werking van de interne markt te garanderen. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING De gevolgen van het voorstel voor de
EU-begroting worden uiteengezet in het financieel memorandum bij het voorstel,
en zullen worden gefinancierd binnen de grenzen van de beschikbare middelen.
Voor de financiering van de extra IT-instrumenten en van het centrale
repertorium dat de Commissie eventueel zal opzetten om de
inlichtingenverstrekking tussen de lidstaten te vergemakkelijken en deze
inlichtingen op te slaan, zal een beroep worden gedaan op het Fiscalis
2020-programma dat is vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1286/2013 en
voorziet in financiële steun voor activiteiten ter verbetering van de
administratieve samenwerking tussen de belastingautoriteiten in de EU. 2015/0068 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat
betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op
belastinggebied DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 115, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Parlement[10], Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[11],
Gezien het advies van het Comité van de
Regio's[12],
Handelend volgens een bijzondere
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Grensoverschrijdende
belastingontwijking, agressieve fiscale planning en schadelijke
belastingconcurrentie zijn de afgelopen jaren een steeds groter probleem
geworden, dat inmiddels zowel in de Unie als op mondiaal niveau hoog op de
agenda staat. Grondslaguitholling leidt tot een aanzienlijke derving van
belastingopbrengsten voor de lidstaten, waardoor zij moeilijker een
groeibevorderend fiscaal beleid kunnen voeren. Met name rulings betreffende
fiscaal geïnspireerde structuren leiden tot een laag niveau van belasting ter
zake van kunstmatig hoge inkomsten in het land dat de ruling afgeeft, en kunnen
resulteren in kunstmatig lage inkomsten voor belastingheffing in andere
betrokken landen. Daarom is er dringend behoefte aan meer transparantie. Om dit
te bereiken, moeten de instrumenten en mechanismen van Richtlijn 2011/16/EU[13] van de Raad worden
uitgebreid. (2) De Europese Raad heeft in
zijn conclusies van 18 december 2014 onderstreept dat de inspanningen voor de
bestrijding van belastingontwijking en agressieve fiscale planning dringend
moeten worden opgevoerd, zowel mondiaal als op EU-niveau. Gelet op het belang
van transparantie verheugde de Europese Raad zich over het voornemen van de
Commissie om een voorstel inzake de automatische uitwisseling van inlichtingen
over fiscale rulings in de Unie in te dienen. (3) Richtlijn 2011/16/EU voorziet
in verplichte spontane uitwisseling van inlichtingen tussen de lidstaten in
vijf specifieke gevallen en binnen bepaalde termijnen. De spontane
inlichtingenuitwisseling in gevallen waarin de bevoegde autoriteit van een
lidstaat redenen heeft om aan te nemen dat in een andere lidstaat een derving
van belasting bestaat, is al van toepassing op fiscale rulings die een lidstaat
met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van fiscale bepalingen in de
toekomst aan een bepaalde belastingplichtige afgeeft en die een
grensoverschrijdende dimensie hebben. (4) Er doen zich evenwel
verschillende belangrijke praktische moeilijkheden voor die een efficiënte
spontane uitwisseling van inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende
rulings en voorafgaande prijsafspraken belemmeren, zoals het feit dat de
lidstaat die de ruling afgeeft, zelf mag beoordelen welke andere lidstaten op
de hoogte moeten worden gebracht. (5) De mogelijkheid om het verstrekken
van inlichtingen te weigeren indien dit zou leiden tot de openbaarmaking van
een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim of van een fabrieks- of
handelswerkwijze, of indien het inlichtingen betreft waarvan de onthulling in
strijd zou zijn met de openbare orde, mag niet gelden voor bepalingen van
verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen over voorafgaande
grensoverschrijdende rulings en voorafgaande prijsafspraken, teneinde de
doeltreffendheid van deze uitwisselingen niet te beperken. De beperkte omvang
van de inlichtingen die moeten worden uitgewisseld met alle lidstaten, moet
voldoende bescherming van deze handelsbelangen garanderen. (6) Om profijt te kunnen trekken
van de voordelen van de verplichte automatische uitwisseling over voorafgaande
grensoverschrijdende rulings en voorafgaande prijsafspraken, moeten de
inlichtingen onmiddellijk nadat de ruling is afgegeven of de prijsafspraak is
gesloten, worden verstrekt, en daarom moeten regelmatige tijdstippen voor de
inlichtingenverstrekking worden vastgesteld. (7) Bij de verplichte
automatische uitwisseling over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en
voorafgaande prijsafspraken moet telkens een welomschreven set basisgegevens
aan alle lidstaten worden verstrekt. De Commissie moet alle nodige maatregelen
nemen om deze inlichtingenverstrekking te standaardiseren volgens de procedure
van Richtlijn 2011/16/EU voor de vaststelling van een standaardformulier voor
de inlichtingenuitwisseling. Die procedure dient ook te worden gevolgd bij het
vaststellen van de nodige maatregelen en nadere regels voor de
tenuitvoerlegging van de inlichtingenuitwisseling. (8) De lidstaten moeten de uit te
wisselen basisgegevens ook aan de Commissie meedelen. Op die manier kan de
Commissie te allen tijde de effectieve toepassing van de automatische
uitwisseling van inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en
voorafgaande prijsafspraken monitoren en evalueren. Deze mededeling zal een
lidstaat niet ontheffen van zijn verplichtingen inzake de aanmelding van
staatssteun bij de Commissie. (9) Terugmelding van de
ontvangende lidstaat aan de verstrekkende lidstaat is noodzakelijk voor het
functioneren van een doeltreffend systeem van automatische
inlichtingenuitwisseling. Daarom is het passend te voorzien in maatregelen die
de mogelijkheid tot terugmelding bieden in gevallen waarin gebruik is gemaakt
van de inlichtingen en er geen terugmelding kan gebeuren op grond van andere
bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU. (10) Een lidstaat moet een beroep
kunnen doen op artikel 5 van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de
uitwisseling van inlichtingen op verzoek om aanvullende informatie te krijgen,
daaronder begrepen de volledige tekst van voorafgaande grensoverschrijdende
rulings of voorafgaande prijsafspraken, van de lidstaat die dergelijke rulings
heeft afgegeven of dergelijke prijsafspraken heeft gesloten. (11) De lidstaten dienen alle
nodige maatregelen te treffen om obstakels weg te nemen die een belemmering
kunnen vormen voor de effectieve en zo breed mogelijke verplichte automatische
uitwisseling van inlichtingen over voorafgaande grensoverschrijdende rulings en
voorafgaande prijsafspraken. (12) Teneinde middelen efficiënter
in te zetten, de inlichtingenuitwisseling te vergemakkelijken en te voorkomen
dat elke lidstaat soortgelijke ontwikkelingen in zijn systemen moet doorvoeren
om de inlichtingen te bewaren, moet specifiek worden voorzien in de oprichting
van een centraal repertorium, dat toegankelijk is voor alle lidstaten en de
Commissie en waar de lidstaten inlichtingen uploaden en bewaren in plaats van
deze per e-mail uit te wisselen. De nadere regels voor de oprichting van een
dergelijk repertorium moeten door de Commissie worden vastgesteld volgens de in
artikel 26, lid 2, van Richtlijn 2011/16/EU bedoelde procedure. (13) Gelet op de aard en de omvang
van de bij Richtlijn 2014/107/EU en deze richtlijn ingevoerde wijzigingen moet
het tijdschema voor de indiening van gegevens, statistieken en verslagen waarin
Richtlijn 2011/16/EU voorziet, worden verlengd. Deze verlenging moet ervoor
zorgen dat in de te verstrekken informatie rekening kan worden gehouden met de
ervaringen die zijn opgedaan op basis van deze wijzigingen. De verlenging moet
gelden zowel voor de statistieken en andere gegevens die de lidstaten vóór 1
juli 2016 moeten indienen als voor het verslag en, in voorkomend geval, het
voorstel dat de Commissie vóór 1 juli 2017 moet indienen. (14) In de geest van de
stapsgewijze aanpak die Richtlijn 2011/16/EU voorstaat, is het passend om de
termijnen voor de bestaande verplichte automatische uitwisseling van
inlichtingen overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Richtlijn
2011/16/EU aan te passen, teneinde te garanderen dat de beschikbare
inlichtingen betreffende de categorieën worden verstrekt binnen negen maanden
na het verstrijken van het belastingjaar waarop zij betrekking hebben. (15) De bestaande bepalingen inzake
vertrouwelijkheid moeten worden gewijzigd om rekening te houden met de
uitbreiding van de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen tot
voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande prijsafspraken. (16) Deze richtlijn eerbiedigt de
grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie zijn erkend. Deze richtlijn beoogt met name
te waarborgen dat het recht op bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid
van ondernemerschap onverkort worden geëerbiedigd. (17) Daar de doelstelling van deze
richtlijn, namelijk een doeltreffende administratieve samenwerking tussen de
lidstaten onder voorwaarden die verenigbaar zijn met de goede werking van de
interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar
wegens de vereiste uniformiteit en doeltreffendheid beter op Unieniveau kan
worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het
Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel,
maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde
evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen nodig is om
deze doelstelling te verwezenlijken. (18) Overeenkomstig de gezamenlijke
politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de
Commissie over toelichtende stukken[14]
hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de
kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of
meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de
overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht.
Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke
stukken gerechtvaardigd. (19) Richtlijn 2011/16/EU moet
derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: Artikel 1 Richtlijn 2011/16/EU wordt als volgt
gewijzigd: 1) Artikel 3 wordt als volgt
gewijzigd: a) punt 9 wordt vervangen door: "9.
"automatische uitwisseling": a) voor de
toepassing van artikel 8, lid 1, en artikel 8 bis, de systematische
verstrekking van vooraf bepaalde inlichtingen aan een andere lidstaat, zonder
voorafgaand verzoek, met regelmatige, vooraf vastgestelde tussenpozen. Voor de
toepassing van artikel 8, lid 1, betekent "beschikbare
inlichtingen" inlichtingen die zich in de belastingdossiers van de
inlichtingen verstrekkende lidstaat bevinden en die opvraagbaar zijn
overeenkomstig de procedures voor het verzamelen en verwerken van inlichtingen
in die lidstaat; b) voor de
toepassing van artikel 8, lid 3 bis, de systematische verstrekking van
vooraf bepaalde inlichtingen over ingezetenen van andere lidstaten aan de
betrokken lidstaat van verblijf, zonder voorafgaand verzoek, met regelmatige,
vooraf vastgestelde tussenpozen. In de context van artikel 8,
lid 3 bis, artikel 8, lid 7 bis, artikel 21,
lid 2, en artikel 25, leden 2 en 3, hebben termen met een
hoofdletter de betekenis die ze hebben in het kader van de overeenkomstige
definities in bijlage I; c) voor de
toepassing van alle andere bepalingen dan artikel 8, lid 1, artikel
8, lid 3 bis, en artikel 8 bis, de systematische verstrekking van
vooraf bepaalde inlichtingen overeenkomstig de punten a) en b) van dit
punt." b) de volgende
punten 14, 15 en 16 worden toegevoegd: "14.
"voorafgaande grensoverschrijdende ruling": een akkoord, een
mededeling dan wel enig ander instrument of enige andere handeling met
soortgelijk effect, ook indien afgegeven in het kader van een
belastingcontrole, die/dat: a) is uitgereikt
door of namens de overheid of de belastingautoriteit van een lidstaat, of een
territoriaal of staatkundig onderdeel daarvan, aan een persoon; b) betrekking heeft
op de interpretatie of de toepassing van een wettelijke of bestuursrechtelijke
bepaling inzake de uitvoering of handhaving van de nationale belastingwetgeving
van de lidstaat of zijn territoriale of staatkundige onderdelen; c) betrekking heeft
op een grensoverschrijdende transactie of op de vraag of er op grond van de
activiteiten van een rechtspersoon in de andere lidstaat sprake is van een
vaste inrichting, en; d) tot stand is
gekomen voorafgaand aan de transacties of aan de activiteiten in de andere
lidstaat op grond waarvan mogelijkerwijs sprake is van een vaste inrichting, of
aan de indiening van een belastingaangifte voor het tijdvak waarin de
transactie of reeks transacties dan wel de activiteiten plaatsvonden. De
grensoverschrijdende transactie kan gemoeid gaan met, maar is niet beperkt tot,
het doen van investeringen, leveren van goederen, verrichten van diensten,
verlenen van financiële middelen of gebruiken van materiële of immateriële
activa, waarbij de persoon die de voorafgaande grensoverschrijdende ruling
ontvangt, niet rechtstreeks betrokken hoeft te zijn; 15.
"voorafgaande prijsafspraak": een akkoord, een mededeling dan wel
enig ander instrument of enige andere handeling met soortgelijk effect, ook
indien afgegeven in het kader van een belastingcontrole, die/dat is uitgereikt
door of namens de overheid of de belastingautoriteit van een of meer lidstaten,
met inbegrip van een territoriaal of staatkundig onderdeel daarvan, aan een
persoon, waarbij voorafgaand aan grensoverschrijdende transacties tussen
verbonden ondernemingen een passende reeks criteria is vastgesteld om de
verrekenprijzen voor die transacties te bepalen of waarbij de toerekening van
winsten aan een vaste inrichting is vastgesteld. Ondernemingen zijn
verbonden ondernemingen wanneer één onderneming rechtstreeks of middellijk
deelneemt aan de leiding van, aan de zeggenschap in of in het kapitaal van een
andere onderneming of dezelfde personen rechtstreeks of middellijk deelnemen
aan de leiding van, aan de zeggenschap in of in het kapitaal van de
ondernemingen. Verrekenprijzen
zijn de prijzen die een onderneming aan verbonden ondernemingen in rekening
brengt voor de overdracht van materiële en immateriële goederen of voor het
verlenen van diensten, en het bepalen van verrekenprijzen is in die zin op te
vatten; 16. Voor de
toepassing van punt 14 is een "grensoverschrijdende transactie" een
transactie of reeks van transacties waarbij: a) niet alle
partijen bij de transactie of reeks van transacties hun fiscale woonplaats
hebben in de lidstaat die de voorafgaande grensoverschrijdende ruling afgeeft,
of; b) een of meer van
de partijen bij de transactie of reeks van transacties haar fiscale woonplaats
tegelijkertijd in meer dan een jurisdictie heeft, of; c) een van de
partijen bij de transactie of reeks van transacties haar onderneming drijft in
een andere lidstaat via een vaste inrichting en de transactie of reeks van
transacties alle of een deel van de activiteiten van de vaste inrichting uitmaakt.
Een grensoverschrijdende transactie of reeks van transacties omvat tevens de
regelingen die worden getroffen door één rechtspersoon ten aanzien van de
onderneming die hij in een andere lidstaat via een vaste inrichting drijft. Voor de toepassing
van punt 15 is een "grensoverschrijdende transactie" een transactie
of reeks van transacties tussen verbonden ondernemingen die niet allemaal hun
fiscale woonplaats op het grondgebied van dezelfde lidstaat hebben." 2) Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: a) de leden 4 en 5 worden geschrapt; b) lid 6 wordt
vervangen door: "6. De
inlichtingen worden als volgt verstrekt: a) voor de in
lid 1 vermelde categorieën: ten minste eenmaal per jaar, binnen negen
maanden na het verstrijken van het belastingjaar van de lidstaat waarop de
inlichtingen betrekking hebben; b) voor de in
lid 3 bis vermelde inlichtingen: jaarlijks, binnen negen maanden na
het einde van het kalenderjaar of een andere geschikte periode waarover
gerapporteerd dient te worden, waarop de inlichtingen betrekking hebben." 3) De volgende artikelen 8 bis en 8
ter worden ingevoegd: "Artikel
8 bis Reikwijdte en
voorwaarden van de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen over
voorafgaande grensoverschrijdende rulings en voorafgaande prijsafspraken 1. De bevoegde
autoriteit van een lidstaat die een voorafgaande grensoverschrijdende ruling of
een voorafgaande prijsafspraak afgeeft of wijzigt na de datum van
inwerkingtreding van deze richtlijn, verstrekt de bevoegde autoriteiten van
alle andere lidstaten en de Europese Commissie automatisch inlichtingen
daaromtrent. 2. De bevoegde
autoriteit van een lidstaat verstrekt de bevoegde autoriteiten van alle andere
lidstaten en de Europese Commissie ook inlichtingen over voorafgaande
grensoverschrijdende rulings en voorafgaande prijsafspraken die niet langer dan
tien jaar vóór de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn zijn afgegeven
en op die datum nog steeds geldig zijn. 3. Lid 1 is niet
van toepassing wanneer een voorafgaande grensoverschrijdende ruling uitsluitend
betrekking heeft op de belastingzaken van een of meer natuurlijke personen. 4. De
inlichtingenuitwisseling geschiedt als volgt: a) voor de
overeenkomstig lid 1 uitgewisselde inlichtingen: binnen een maand na het einde
van het kwartaal waarin de voorafgaande grensoverschrijdende rulings of
voorafgaande prijsafspraken zijn afgegeven of gewijzigd.; b) voor de
overeenkomstig lid 2 uitgewisselde inlichtingen: vóór 31 december 2016. 5. De inlichtingen
die door een lidstaat uit hoofde van dit artikel moeten worden verstrekt,
omvatten ten minste de volgende informatie: a) de identificatie
van de belastingplichtige en, in voorkomend geval, de ondernemingsgroep waartoe
deze behoort; b) de inhoud van de
voorafgaande grensoverschrijdende ruling of voorafgaande prijsafspraak, met
inbegrip van een beschrijving van de relevante zakelijke activiteiten of
transacties of reeks van transacties; c) de beschrijving
van de reeks criteria die zijn gebruikt voor de verrekenprijsvaststelling of de
verrekenprijs zelf in het geval van een voorafgaande prijsafspraak; d) de vermelding
van de andere lidstaten die waarschijnlijk direct of indirect betrokken zijn
bij de voorafgaande grensoverschrijdende ruling of voorafgaande prijsafspraak; e) de identificatie
van alle personen, die geen natuurlijke personen zijn, in de andere lidstaten
waarvoor de voorafgaande grensoverschrijdende ruling of de voorafgaande
prijsafspraak waarschijnlijk direct of indirect gevolgen heeft (met vermelding
van de lidstaat waaraan de betrokken personen verbonden zijn). 6. Om de
uitwisseling te vergemakkelijken, stelt de Commissie de maatregelen en nadere
regels vast die nodig zijn voor de uitvoering van dit artikel, met inbegrip van
maatregelen om de verstrekking van de in lid 5 van dit artikel genoemde
inlichtingen te standaardiseren, in het kader van de procedure voor de
vaststelling van het standaardformulier zoals bepaald in artikel 20,
lid 5. 7. De ontvangst van
de overeenkomstig lid 1 verstrekte inlichtingen wordt door de bevoegde autoriteit
onmiddellijk en in elk geval binnen zeven werkdagen na ontvangst, indien
mogelijk langs elektronische weg, aan de verstrekkende bevoegde autoriteit
bevestigd. 8. De lidstaten
kunnen, in overeenstemming met artikel 5, om aanvullende informatie
verzoeken, daaronder begrepen de volledige tekst van een voorafgaande
grensoverschrijdende ruling of een voorafgaande prijsafspraak, van de lidstaat
die deze heeft afgegeven. 9. Artikel 17,
lid 4, is niet van toepassing op de inlichtingenuitwisseling
overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel. Artikel 8 ter Statistieken
over de automatische uitwisseling 1. Vóór 1 oktober
2017 doen de lidstaten de Commissie jaarlijks statistieken over de omvang van
de automatische uitwisseling van inlichtingen uit hoofde van de artikelen 8 en
8 bis toekomen, alsook, in de mate van het mogelijke, gegevens betreffende
administratieve en andere relevante kosten en baten die voor belastingdiensten
en derden zijn gerezen met betrekking tot de verrichte uitwisselingen, en
mogelijke veranderingen. 2. Vóór
1 oktober 2018 presenteert de Commissie een verslag met een overzicht en
een beoordeling van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel ontvangen
statistieken en gegevens betreffende, onder meer, administratieve en andere
relevante kosten en baten met betrekking tot de automatische uitwisseling van
inlichtingen, alsook de daarmee samenhangende praktische aspecten. Indien
passend dient de Commissie bij de Raad een voorstel in betreffende de in
artikel 8, lid 1, vastgestelde inkomsten- en vermogenscategorieën en/of
voorwaarden, met inbegrip van de voorwaarde dat inlichtingen betreffende
ingezetenen van andere lidstaten beschikbaar moeten zijn." 4) In artikel 14 wordt het volgende
lid 3 toegevoegd: "3. Wanneer
een lidstaat gebruikmaakt van inlichtingen die door een andere lidstaat
overeenkomstig artikel 8 bis zijn verstrekt, doet hij zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk drie maanden nadat het resultaat van het gebruik van
de gevraagde inlichtingen bekend is, een terugmelding aan de bevoegde autoriteit
die de inlichtingen heeft verstrekt, behalve als al terugmelding is gedaan
overeenkomstig lid 1 van dit artikel. De Commissie stelt volgens de in artikel
26, lid 2, bedoelde procedure de nadere regels vast." 5) In artikel 20 wordt het
volgende lid 5 toegevoegd: "5. Bij de
automatische uitwisseling van inlichtingen over voorafgaande
grensoverschrijdende rulings en voorafgaande prijsafspraken overeenkomstig
artikel 8 bis wordt gebruik gemaakt van een standaardformulier, zodra
dat formulier volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure
door de Commissie is vastgesteld." 6) In artikel 21 wordt het
volgende lid 5 toegevoegd: "5. De
Commissie ontwikkelt een beveiligd centraal repertorium waar in het kader van
artikel 8 bis van deze richtlijn te verstrekken inlichtingen kunnen
worden opgeslagen om te voldoen aan de automatische uitwisseling als bedoeld in
artikel 8 bis, leden 1 en 2. De Commissie heeft toegang tot de in dit
repertorium opgeslagen inlichtingen. De noodzakelijke nadere regels worden door
de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde
procedure." 7) Artikel 23 wordt als volgt
gewijzigd: a) lid 3 wordt
vervangen door: "3. De
lidstaten doen de Commissie een jaarlijkse beoordeling toekomen van de
doeltreffendheid van de in artikel 8 en artikel 8 bis bedoelde
automatische inlichtingenuitwisseling en de daarmee bereikte resultaten. De
vorm en wijze van mededeling van de jaarlijkse beoordeling worden door de
Commissie volgens de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure vastgesteld." b) de leden 5 en 6 worden geschrapt. 8) Het volgende artikel 23 bis
wordt ingevoegd: "Artikel
23 bis Vertrouwelijkheid
van inlichtingen 1. De krachtens
deze richtlijn aan de Commissie verstrekte inlichtingen worden door haar
vertrouwelijk gehouden overeenkomstig de op autoriteiten van de Unie
toepasselijke bepalingen. 2. De krachtens
artikel 23 door een lidstaat aan de Commissie verstrekte gegevens, alsmede alle
door de Commissie opgestelde rapporten of bescheiden waarin van die gegevens
gebruik wordt gemaakt, kunnen aan andere lidstaten worden doorgegeven. De
doorgegeven gegevens vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de
bescherming waarin voor soortgelijke inlichtingen wordt voorzien bij de
nationale wetgeving van de ontvangende lidstaat. De in de eerste
alinea bedoelde door de Commissie opgestelde rapporten en bescheiden kunnen
door de lidstaten uitsluitend voor analytische doeleinden worden gebruikt, en
mogen niet zonder uitdrukkelijke toestemming van de Commissie bekend worden
gemaakt of aan andere personen of organen beschikbaar worden gesteld." 9) In artikel 25 wordt het volgende
lid 1 bis ingevoegd: "1 bis.
Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op de verwerking van
persoonsgegevens in het kader van deze richtlijn door de instellingen en
organen van de Unie. Voor de juiste toepassing van deze richtlijn wordt de
reikwijdte van de verplichtingen en rechten die zijn neergelegd in artikel 11,
artikel 12, lid 1, en de artikelen 13 tot en met 17 van Verordening (EG)
nr. 45/2001 evenwel beperkt, voor zover dit noodzakelijk is om de in
artikel 20, lid 1, onder b), van die verordening bedoelde belangen te
vrijwaren." Artikel 2 1. De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2015 de nodige
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken
om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die
bepalingen onverwijld mee. Zij passen die
bepalingen toe vanaf 1 januari 2016. Wanneer de lidstaten
die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële
bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing
worden vastgesteld door de lidstaten. 2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de
belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze
richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 3 Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Artikel 4 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief 1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 1.3. Aard van het voorstel/initiatief 1.4. Doelstelling(en) 1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.6. Duur en financiële gevolgen 1.7. Beheersvorm(en) 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en
onregelmatigheden 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en
betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de
geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.2. Geraamde gevolgen
voor de beleidskredieten 3.2.3. Geraamde gevolgen
voor de administratieve kredieten 3.2.4. Verenigbaarheid met
het huidige meerjarige financiële kader 3.2.5. Bijdrage van derden
aan de financiering 3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten FINANCIEEL
MEMORANDUM 1. KADER VAN HET
VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het
voorstel/initiatief Voorstel
voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU
wat betreft de uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied 1.2. Betrokken beleidsterrein(en)
in de ABM/ABB-structuur[15]
14 14.03 1.3. Aard van het
voorstel/initiatief ý Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een
proefproject/een voorbereidende actie[16] ¨ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande
actie ¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar
een nieuwe actie 1.4. Doelstelling(en) 1.4.1. De met het voorstel/initiatief
beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie Een
van de prioriteiten in het werkprogramma van de Commissie voor 2015 is het
streven naar een eerlijkere aanpak van de belastingheffing, onder meer via de
"automatische uitwisseling van inlichtingen over fiscale rulings",
hetgeen precies is waartoe onderhavig voorstel strekt. 1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en
betrokken ABM/ABB-activiteiten Specifieke doelstelling De
specifieke doelstelling van het Fiscalis-programma bestaat erin de bestrijding
van belastingfraude, belastingontduiking en agressieve belastingplanning en de
toepassing van het Unierecht op belastinggebied te ondersteunen door
uitwisseling van informatie te verzekeren, administratieve samenwerking te ondersteunen
en, waar nodig en passend, de bestuurlijke capaciteit van de deelnemende landen
te versterken, teneinde bij te dragen tot het verminderen van de
administratieve lasten voor de belastingdiensten en van de nalevingskosten voor
de belastingbetalers. Betrokken ABM/ABB-activiteit(en) ABB
3 1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) en
gevolg(en) Vermeld de gevolgen
die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen Ten
eerste zullen alle lidstaten dankzij de onderlinge automatische uitwisseling
van inlichtingen over fiscale rulings goed kunnen beoordelen of de fiscale
rulings van een andere lidstaat gevolgen (ook onbedoeld) voor hen hebben en
dienovereenkomstig kunnen reageren. Ten
tweede zou de grotere transparantie inzake fiscale rulings een grotere
stimulans moeten geven aan het streven naar eerlijkere belastingconcurrentie.
De automatische inlichtingenuitwisseling over fiscale rulings kan ook
ondernemingen weerhouden van agressieve fiscale planning op basis van fiscale
rulings, omdat andere lidstaten nu over de informatie zullen beschikken die
nodig is voor het opsporen van en reageren op kunstmatige constructies en
winstverschuiving. 1.4.4. Resultaat- en
effectindicatoren Vermeld de indicatoren
aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is
uitgevoerd. Ten
aanzien van het voorstel gelden de eisen van de richtlijn die erdoor wordt
gewijzigd (dat wil zeggen Richtlijn 2011/16) wat betreft i) de jaarlijkse
verstrekking door de lidstaten van statistieken over de
inlichtingenuitwisseling, ii) de indiening van een verslag door de Commissie
aan de hand van deze statistieken, en iii) de jaarlijkse beoordeling door de
lidstaten van de doeltreffendheid van de automatische inlichtingenuitwisseling. 1.5. Motivering van het
voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien Krachtens
de richtlijn betreffende de administratieve samenwerking (2011/16) moet een
lidstaat die een fiscale ruling afgeeft, weliswaar informatie meedelen aan
andere betrokken lidstaten, maar het is de lidstaat die de ruling afgeeft, die
zelf mag beoordelen voor welke andere lidstaten die informatie van belang kan
zijn. De lidstaat die de ruling afgeeft, bevindt zich evenwel niet altijd in
een positie dat hij weet voor welke andere lidstaten er gevolgen kunnen zijn.
Daarnaast gelden er momenteel ook verschillende uitzonderingen op de
verplichting tot openbaarmaking. Volgens dit voorstel moet een lidstaat die een
ruling afgeeft, alle andere lidstaten automatisch informeren: zo kan het belang
van de ruling worden beoordeeld door de ontvangende lidstaat in plaats van
degene die hem afgeeft, en wordt een einde gemaakt aan de huidige
uitzonderingen op de openbaarmakingsverplichting. 1.5.2. Toegevoegde waarde van de
deelname van de EU Lidstaten
die individueel optreden, zijn niet altijd in staat alle informatie over
rulings van andere lidstaten te verkrijgen, ook niet wanneer deze rulings
betrekking hebben op hun belastinggrondslag. Alleen met een bindende EU-aanpak
kan in deze kwestie volledige transparantie en samenwerking worden
bewerkstelligd. 1.5.3. Nuttige ervaring die bij
soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan De
huidige aanpak waarbij er geen automatische inlichtingenuitwisseling over
rulings plaatsvindt, heeft tot dusver niet voor transparantie op dit gebied
gezorgd. Een aantal belastingplichtigen speelt momenteel in op het gebrek aan
transparantie om structuren op te zetten waarmee winsten worden verschoven naar
laagbelastende landen, waar niet noodzakelijk de economische activiteiten
worden verricht die de winsten genereren, en waarde wordt gecreëerd. De
automatische uitwisseling van inlichtingen tussen de belastingdiensten op
andere gebieden, zoals inkomsten uit spaargelden, heeft tot goede resultaten
geleid. Automatische uitwisseling wordt thans op mondiaal niveau erkend als het
beste instrument dat de belastingdiensten ter beschikking staat om
belastingontwijking en -ontduiking aan te pakken. 1.5.4. Samenhang en eventuele
synergie met andere relevante instrumenten Aangezien
het voorstel tot wijziging van de richtlijn betreffende de administratieve
samenwerking (2011/16) strekt, zal voor de toepassing ervan gebruik kunnen
worden gemaakt van de procedures, regelingen en IT-instrumenten die in het
kader van die richtlijn al zijn vastgesteld of nog worden ontwikkeld. 1.6. Duur en financiële gevolgen ¨ Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur –
¨ Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met
[DD/MM]JJJJ –
¨ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ ý Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur –
Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en
met JJJJ, –
Het voorstel wordt van kracht vanaf 1 januari 2016 –
gevolgd door een volledige uitvoering. 1.7. Beheersvorm(en)[17] ý Direct beheer door de Commissie –
ý via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties
van de Unie;
het Fiscalis 2020-programma wordt beheer volgens de directe methode –
¨ via de uitvoerende agentschappen ¨ Gedeeld beheer met de lidstaten ¨ Indirect beheer door het toevertrouwen van
begrotingsuitvoeringstaken aan: –
¨ derde landen of de door hen aangewezen organen; –
¨ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke); –
¨ de EIB en het Europees Investeringsfonds; –
¨ in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement genoemde
organen; –
¨ publiekrechtelijke organen; –
¨ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor
zover zij voldoende financiële garanties bieden; –
¨ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van
een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële
garanties bieden; –
¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties op het gebied van
het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden
genoemd in de betrokken basishandeling. – Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is
aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen". Opmerkingen Wat het beheer
betreft, wijzigt er met dit voorstel niets. Overeenkomstig artikel 21 van
Richtlijn 2011/16 ontwikkelt de Commissie samen met de lidstaten in het kader
van de comitéprocedure de gestandaardiseerde formulieren en formaten voor de
inlichtingenuitwisseling. Wat het CCN-netwerk betreft dat nodig is om de uitwisseling
van inlichtingen tussen de lidstaten mogelijk maken, is de Commissie
verantwoordelijk voor alle ontwikkelingen van het CCN-netwerk die nodig zijn om
die inlichtingenuitwisseling mogelijk te maken, en zijn de lidstaten
verantwoordelijk voor alle ontwikkelingen van hun systemen die nodig zijn om de
inlichtingenuitwisseling met behulp van het CCN-netwerk mogelijk te maken. 2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en
de verslagen Vermeld frequentie en
voorwaarden. In
het kader van het Fiscalis-programma zijn het toezicht en de rapportage als
volgt geregeld....... Er
wordt regelmatig toezicht gehouden op de voorbereidende activiteiten die voor
dit initiatief moeten worden verricht, en op andere gezamenlijke acties en
gemeenschappelijke opleidingsactiviteiten via input die wordt verzameld bij de
deelnemers en de personen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van acties.
Deze input wordt verzameld met gestandaardiseerde formulieren en levert de
informatie voor de indicatoren die zijn vastgesteld in het kader voor
prestatiemeting (PMF) van het Fiscalis 2020-programma. Het toezicht op andere
uitgaven voor de inlichtingenuitwisseling gebeurt overeenkomstig het mechanisme
dat is beschreven onder punt 1.4.4, en deze uitgaven worden ook in het PMF geconsolideerd. 2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's De
mogelijke risico’s voor de tenuitvoerlegging van het initiatief met de steun
van Fiscalis 2020 hebben betrekking op: tenuitvoerlegging
van de subsidieovereenkomst die wordt ondertekend met het samenwerkingsverband
van lidstaten en kandidaat-lidstaten tenuitvoerlegging
van de aanbestedingscontracten die in het kader van het programma worden
gesloten. 2.2.2. Informatie over het opgezette
interne controlesysteem De
opzet van het interne controlesysteem is identiek aan het Fiscalis
2020-programma, waaruit alle beleidsuitgaven voor het initiatief zullen worden
gefinancierd. De
belangrijkste elementen van de toegepaste controlestrategie zijn de volgende: Voor
aanbestedingscontracten: De
in het Financieel Reglement vastgestelde procedures voor de controle op
overheidsopdrachten worden toegepast. Opdrachten worden pas geplaatst nadat de
diensten van de Commissie de standaardprocedure voor de verificatie van
betalingen hebben verricht, rekening houdende met contractuele verplichtingen
en goed financieel en algemeen beheer. In alle contracten die door de Commissie
en de begunstigden worden gesloten, zullen fraudebestrijdingsmaatregelen
(controles, rapporten enz.) worden opgenomen. Voor ieder contract wordt een
afzonderlijk bestek opgesteld, dat als basis voor het contract zal dienen. Het
opleveringsproces verloopt strikt volgens de TEMPO-methodologie van DG Taxud:
de op te leveren goederen of diensten worden geëvalueerd, indien nodig aangepast
en ten slotte uitdrukkelijk aanvaard (of geweigerd). Facturen kunnen niet
worden betaald zonder een "brief van aanvaarding". Technische
verificatie bij aanbestedingen: DG
Taxud controleert de op te leveren goederen of diensten en oefent toezicht uit
op de door de contractanten verrichte werkzaamheden of verleende diensten.
Taxud voert ook regelmatig kwaliteits- en veiligheidscontroles bij zijn
contractanten uit. Bij kwaliteitscontroles wordt onderzocht of de contractanten
daadwerkelijk handelen volgens de in hun kwaliteitsplannen vastgestelde regels
en procedures. Bij veiligheidscontroles worden de specifieke processen,
procedures en organisatie onderzocht. Bovenop
voornoemde controles verricht DG Taxud ook de traditionele financiële
controles: Verificatie
vooraf van vastleggingen: Alle
vastleggingen bij DG Taxud worden door het hoofd van de eenheid Personeel en
financiën geverifieerd. Dit betekent dat 100 % van de vastgelegde
kredieten aan verificatie vooraf wordt onderworpen. Deze procedure geeft een hoge
mate van zekerheid voor wat betreft de wettigheid en de regelmatigheid van de
verrichtingen. Verificatie
vooraf van betalingen: 100 %
van de betalingen wordt vooraf gecontroleerd. Bovendien wordt iedere week
willekeurig ten minste één betaling (uit alle uitgavencategorieën) geselecteerd
voor een extra verificatie vooraf door het hoofd van de eenheid Personeel en
financiën. Wat de dekking van de verificatie betreft, is geen streefcijfer
vastgesteld, omdat het de bedoeling is om de betalingen "willekeurig"
te controleren om na te gaan of alle betalingen zijn voorbereid volgens de
regels. De overige betalingen worden op dagelijkse basis afgewikkeld volgens de
geldende regels. Verklaringen
van de subgedelegeerde ordonnateurs: Alle
subgedelegeerde ordonnateurs ondertekenen een verklaring bij het jaarlijkse
activiteitenverslag voor het jaar in kwestie. Deze verklaringen dekken de
verrichtingen in het kader van het programma. De subgedelegeerde ordonnateurs
verklaren dat de verrichtingen met betrekking tot de uitvoering van de
begroting hebben plaatsgevonden in overeenstemming met de beginselen van goed
financieel beheer, dat de opgezette beheers- en controlesystemen voldoende
zekerheid bieden ten aanzien van de wettigheid en de regelmatigheid van de
verrichtingen, en dat de aan deze verrichtingen verbonden risico's duidelijk
geïdentificeerd zijn, er melding van is gemaakt en maatregelen zijn genomen om
ze te ondervangen. 2.2.3. Raming van de kosten en baten
van de controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico Dankzij
deze controles heeft DG Taxud voldoende zekerheid omtrent de kwaliteit en de
regelmatigheid van de uitgaven en wordt het risico van niet-naleving beperkt.
De hierboven beschreven controlestrategie brengt de potentiële risico’s onder
het streefcijfer van 2 % en bestrijkt alle begunstigden. Nog andere extra
maatregelen om de risico's verder te beperken, zouden tot onevenredig hoge
kosten leiden en zijn derhalve niet gepland. De
totale kosten voor de uitvoering van de hierboven beschreven controlestrategie
— voor alle uitgaven in het kader van het Fiscalis 2020-programma — zijn
beperkt tot 1,6 % van de totale verrichte betalingen. Zij zullen naar
verwachting op dit niveau blijven voor dit initiatief. De
controlestrategie voor het programma wordt geacht doeltreffend te zijn om het
risico van niet-naleving nagenoeg volledig te elimineren, alsook in verhouding
te staan tot de risico's die zich voordoen. 2.3. Maatregelen ter voorkoming
van fraude en onregelmatigheden Vermeld de bestaande
en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen. Het
Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan onderzoeken instellen, met
inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, overeenkomstig de
bepalingen en procedures van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees
Parlement en de Raad (1) en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad
(2), om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere
onwettige activiteiten in verband met een uit hoofde van deze verordening
gefinancierde subsidieovereenkomst of -besluit of contract, waardoor de
financiële belangen van de Unie zijn geschaad. 3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN
VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het
meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor
uitgaven · Bestaande begrotingsonderdelen — volledig gedekt door het Fiscalis
2020-programma In volgorde van de
rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage Nummer 1A Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid || GK/ NGK[18] || van EVA-landen[19] || van kandidaat-lidstaten[20] || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement || 14.0301 (Verbetering van de werking van de belastingstelsels) || GK || NEE || NEE || NEE || NEE · Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen In volgorde van de
rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage Nummer [Omschrijving…...….] || GK/ NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement || [XX.YY.YY.YY] || || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE 3.2. Geraamde gevolgen voor de
uitgaven [Dit gedeelte dient te
worden ingevuld met behulp van de spreadsheet met
begrotingsgegevens van administratieve aard
(tweede document als bijlage bij dit financieel memorandum) die op CISNET is
gezet voor overleg tussen de diensten.] 3.2.1. Samenvatting van de geraamde
gevolgen voor de uitgaven De onderstaande kredieten zijn opgenomen in het
budget van het Fiscalis 2020-programma. Er zullen geen extra kredieten nodig
zijn. in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Rubriek van het meerjarige financiële kader || Nummer || 1A Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid DG: TAXUD || || || Jaar 2016[21] || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || 2020 || TOTAAL Beleidskredieten || || || || || || || || Nummer begrotingsonderdeel 14.0301 || Vastleggingen || (1) || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || || 2100 Betalingen || (2) || 0,000 || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || 2100 Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || Betalingen || (2 a) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[22] || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || TOTAAL kredieten voor DG TAXUD || Vastleggingen || =1+1a +3 || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || || 2100 Betalingen || =2+2a +3 || 0,000 || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || 2100 TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || || 2100 Betalingen || (5) || 0,000 || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || 2100 TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 1A van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || || 2100 Betalingen || =5+ 6 || 0,000 || 0,300 || 1,000 || 0,400 || 0,200 || 0,200 || || 2100 Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor
meerdere rubrieken TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || Betalingen || (5) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarige financiële kader (Referentiebedrag) || Vastleggingen || =4+ 6 || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || Betalingen || =5+ 6 || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven" in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL DG: TAXUD || Personele middelen || 0,528 || 0,528 || 0,528 || 0,528 || 0,528 || || || Andere administratieve uitgaven || 0,030 || 0,030 || 0,030 || 0,030 || 0,030 || || || TOTAAL DG TAXUD || Kredieten || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || || || TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || || || in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || || || Jaar 2016[23] || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || Jaar 2020 || TOTAAL TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || 0,858 || 1,558 || 0,958 || 0,758 || 0,758 || || || Betalingen || 0,558 || 0,858 || 1,558 || 0,958 || 0,758 || || || 3.2.2. Geraamde gevolgen voor de
beleidskredieten –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig –
ý Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals
hieronder nader wordt beschreven: Vastleggingskredieten, miljoen EUR (tot op drie
decimalen) Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || 2020 || TOTAAL OUTPUTS Soort[24] || Gem. kosten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Totaal aantal || Totale kosten SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[25]… || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || || || || || || || || || || || || || || || SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2 ... || || || || || || || || || || || || || || || || - Output || || || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || || TOTALE KOSTEN || || || || || || || || || || || || || || || || OPMERKING
De verwachte positieve output van dit voorstel is dat i) de lidstaten
inlichtingen over fiscale rulings in andere landen zullen ontvangen zodat zij
met kennis van zaken tegenmaatregelen kunnen nemen naar eigen inzicht; ii) het
publiek de maatregel kan zien als een actieve stap om ervoor te zorgen dat alle
belastingplichtigen hun billijk deel van de belastingen betalen; iii) peer
pressure zou kunnen betekenen dat de lidstaten hun rulingpraktijken zullen
wijzigen; iv) bedrijven minder structuren voor agressieve fiscale planning
zouden opzetten. De lidstaten die fiscale rulings afgeven, zullen hogere
administratieve lasten en nalevingskosten hebben die rechtstreeks verband
houden met de informatieverstrekking in verband met die rulings, maar deze
kosten zullen naar verwachting beperkt blijven gezien de beperkte aard van de
te verstrekken inlichtingen. Bovendien hadden die inlichtingen al moeten zijn
verstrekt (dat wil zeggen dat het voorstel de bestaande verplichtingen inzake
inlichtingenuitwisseling grotendeels alleen maar verduidelijkt en bevestigt). 3.2.3. Geraamde gevolgen voor de
administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten
nodig –
ý Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig,
zoals hieronder nader wordt beschreven: in miljoenen euro's
(tot op 3 decimalen) || Jaar 2016[26] || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || 2020 || TOTAAL RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || 0,528 || 0,528 || 0,528 || 0,528 || 0,528 || || || Andere administratieve uitgaven || 0,030 || 0,030 || 0,030 || 0,030 || 0,030 || || || Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || || || buiten RUBRIEK 5[27] van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || Personele middelen || || || || || || || || Andere administratieve uitgaven || || || || || || || || Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || || TOTAAL || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || 0,558 || || || Voor de kredieten voor
personele middelen en andere administratieve uitgaven zal een beroep worden
gedaan op de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van de actie zijn
toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met
middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met
inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden
toegewezen. 3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften –
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig –
ý Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals
hieronder nader wordt beschreven: Raming in voltijdequivalenten || || Jaar 2016 || Jaar 2017 || Jaar 2018 || Jaar 2019 || 2020 || Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) || || || XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 4 || 4 || 4 || 4 || 4 || || || XX 01 01 02 (delegaties) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || . || . || XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || . || . || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || . || Extern personeel (in voltijdequivalenten VTE)[28] || || XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || || || XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || . || || XX 01 04 jj [29] || - zetel || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || - delegaties || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || . || || XX 01 05 02 (AC, END, INT - onderzoek door derden) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || || m. || 10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || || || Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || p.m || p.m || p.m || p.m || p.m || || || TOTAAL || 4 || 4 || 4 || 4 || 4 || || XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel. De benodigde personele
middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer
van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel
aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure
met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen
worden toegewezen. Beschrijving van de
uit te voeren taken Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Voorbereiding van vergaderingen en correspondentie met de lidstaten; (afhankelijk van de discussies met de lidstaten) verrichten van werkzaamheden met betrekking tot formulieren, IT-formaten en het centrale repertorium; geven van opdrachten aan externe contractanten voor werkzaamheden aan het IT-systeem Extern personeel || n.v.t. 3.2.4. Verenigbaarheid met het
huidige meerjarige financiële kader –
ý Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige
financiële kader –
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken
rubriek van het meerjarige financiële kader Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder
vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. –
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het
flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de
betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen. 3.2.5. Bijdrage van derden aan de
financiering –
Het voorstel/initiatief voorziet niet in
medefinanciering door derden –
Het voorstel/initiatief voorziet in
medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd: Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal Medefinancieringsbron || || || || || || || || TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || || 3.3. Geraamde gevolgen voor de
ontvangsten –
ý Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de
ontvangsten –
¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële
gevolgen: –
¨ voor de eigen middelen –
¨ voor de diverse ontvangsten in
miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[30] Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) Artikel …. || || || || || || || || Voor de diverse
ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en)
voor uitgaven. Vermeld de wijze van
berekening van de gevolgen voor de ontvangsten. [1] Aanbeveling
van de Commissie van 6 december 2012 over agressieve fiscale planning. [2] PB C 99 van 1.4.1998, blz. 1. [3] Document 10903/12 FISC 77. [4] http://ec.europa.eu/priorities/work-programme/index_en.htm
[5] Resolutie van het
Europees Parlement van 21 mei 2013 over de strijd tegen belastingfraude,
belastingontduiking en belastingparadijzen (rapport-Kleva) – 2013/2025(INI). [6] Advies van het Europees
Economisch en Sociaal Comité van 17 april 2013 over de Mededeling van de
Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Actieplan ter versterking van
de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking COM(2012) 722 final
(rapport-Dandea) – CESE 101/2013. [7] Openbare rapporten van de Groep gedragscode (belastingregeling voor
ondernemingen) zijn hier
beschikbaar. [8] Zoals blijkt uit onderzoek verricht in het kader van het BEPS-project
van de OESO. [9] PB L 359 van 16 december 2014. [10] PB C […] van […], blz. […]. [11] PB C […] van […], blz. […]. [12] PB C […] van […], blz. […]. [13] Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011
betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en
tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB L 64 van 11.3.2011, blz. 1). [14] PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14 [15] ABM: Activity-Based Management - ABB: Activity-Based
Budgeting. [16] In
de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel
Reglement. [17] Nadere
gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement
zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html [18] GK
= gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten. [19] EVA:
Europese Vrijhandelsassociatie. [20] Kandidaat-lidstaten
en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke
Balkan. [21] 2016
is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt
begonnen. [22] Technische
en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering
van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen),
onderzoek door derden, eigen onderzoek. [23] 2016
is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt
begonnen. [24] Outputs
zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde
studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.). [25] Zoals
beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)..." [26] 2016
is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt
begonnen. [27] Technische
en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering
van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen),
onderzoek door derden, eigen onderzoek. [28] AC=
Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk
functionaris); END= Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal
deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation
(jonge deskundige in delegaties). [29] Onder
het maximum voor extern personeel betaald uit beleidskredieten (vroegere
"BA"-onderdelen). [30] Voor
traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten
nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.