EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0104

Verordening (EG) nr. 104/2004 van de Commissie van 22 januari 2004 tot vaststelling van regels voor de organisatie en de samenstelling van de kamer van beroep van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

OJ L 16, 23.1.2004, p. 20–22 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Estonian: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Latvian: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Lithuanian: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Hungarian Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Maltese: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Polish: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Slovak: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Slovene: Chapter 01 Volume 005 P. 9 - 11
Special edition in Bulgarian: Chapter 01 Volume 005 P. 11 - 13
Special edition in Romanian: Chapter 01 Volume 005 P. 11 - 13
Special edition in Croatian: Chapter 01 Volume 017 P. 69 - 71

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/104/oj

32004R0104

Verordening (EG) nr. 104/2004 van de Commissie van 22 januari 2004 tot vaststelling van regels voor de organisatie en de samenstelling van de kamer van beroep van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

Publicatieblad Nr. L 016 van 23/01/2004 blz. 0020 - 0022


Verordening (EG) nr. 104/2004 van de Commissie

van 22 januari 2004

tot vaststelling van regels voor de organisatie en de samenstelling van de kamer van beroep van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1701/2003 van de Commissie(2), en met name op artikel 31, lid 3, en artikel 32, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 1592/2002 verleent het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart ("het Agentschap") de bevoegdheid om afzonderlijke besluiten te nemen op het gebied van luchtwaardigheids- en milieucertificering, onderzoek van ondernemingen, betaling van de geldende tarieven en vergoedingen; de verordening stelt tevens een kamer van beroep in waarbij tegen die afzonderlijke besluiten van het Agentschap in beroep kan worden gegaan.

(2) De artikelen 31 en 32 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 verlenen de Commissie de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen betreffende het aantal kamers van beroep, de toewijzing van het werk, de voor de leden van elke kamer vereiste kwalificaties en de bevoegdheden van de afzonderlijke leden in de voorbereidende fase van de beslissingen en de voorwaarden waaronder stemming plaatsvindt.

(3) Verwacht wordt dat het aantal beroepen vrij beperkt zal zijn, althans zolang Verordening (EG) nr. 1592/2002 niet wordt gewijzigd om de werkingssfeer ervan uit te breiden tot vergunningen voor vliegtuigbemanningen en vliegbewegingen.

(4) De kamer van beroep onderzoekt zaken waarvoor voornamelijk een hoge mate van algemene technische ervaring op het gebied van certificering is vereist; het is niettemin noodzakelijk dat de kamer wordt voorgezeten door een juridisch gekwalificeerd lid met erkende ervaring in Gemeenschapsrecht en internationaal recht. Dit lid zou de voorzitter moeten zijn.

(5) Ter vereenvoudiging van de behandeling van beroepen dient voor iedere zaak een rapporteur te worden benoemd die onder andere met het opstellen van kennisgevingen aan partijen en van ontwerp-beslissingen wordt belast.

(6) Voor een vlotte en efficiënte werking van de kamer van beroep zou daarbij een griffie moeten worden ingesteld, waarvan het personeel wordt belast met alle ondersteunende taken waarvoor geen juridische of technische oordeelkundigheid is vereist.

(7) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 54, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1592/2002 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Aantal kamers van beroep

Voor beslissingen over beroepen tegen de in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1592/2002 bedoelde besluiten wordt een kamer van beroep ingesteld.

Artikel 2

Kwalificaties van de leden

1. De kamer van beroep bestaat uit twee technisch gekwalificeerde leden en één juridisch gekwalificeerd lid dat voorzitter van de kamer is.

2. De technisch gekwalificeerde leden en hun plaatsvervangers moeten houder zijn van een universitair diploma of een daarmee gelijkgesteld getuigschrift en ruime beroepservaring hebben op het gebied van certificering in één of meer van de in de bijlage bij deze verordening vermelde disciplines.

3. Het juridisch gekwalificeerde lid en diens plaatsvervanger moeten een titel in de rechten hebben behaald en gekwalificeerd zijn door erkende ervaring in Gemeenschapsrecht en internationaal recht.

Artikel 3

Bevoegdheden van de voorzitter

1. De kamer van beroep wordt bijeengeroepen door de voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor de kwaliteit en consistentie van de beslissingen van de kamer.

2. De voorzitter wijst het onderzoek van een beroep toe aan een van de leden van de kamer die als rapporteur fungeert.

Artikel 4

Rol van de rapporteurs

1. De rapporteur onderwerpt het beroep aan een voorafgaand onderzoek.

2. De rapporteur zorgt voor nauw overleg en uitwisseling van informatie met de partijen bij de procedure. Daartoe wordt de rapporteur belast met het volgende:

a) het opstellen van kennisgevingen aan partijen, met inachtneming van de instructies van de voorzitter van de kamer;

b) het wijzen op gebreken die door een partij bij de procedure moeten worden verholpen;

c) het vaststellen van een passende termijn voor de procedure overeenkomstig artikel 39, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1592/2002;

d) het ondertekenen van alle mededelingen namens de kamer van beroep.

3. De rapporteur bereidt de interne bijeenkomsten van de kamer en de mondelinge behandeling voor.

4. De rapporteur stelt het ontwerp voor een beslissing op.

Artikel 5

Griffie bij de kamer van beroep

1. De uitvoerend directeur stelt een griffie bij de kamer van beroep in. Het griffiepersoneel neemt niet deel aan procedures van het Agentschap met betrekking tot besluiten waartegen beroep kan worden aangetekend.

2. Het griffiepersoneel is met name belast met:

a) het bijhouden van een door de voorzitter geparafeerd register waarin alle beroepen en begeleidende documenten in chronologische volgorde zijn opgenomen;

b) het aannemen, doorgeven en bewaren van documenten;

c) andere ondersteunende taken bij de kamer van beroep waarvoor geen juridische of technische oordeelkundigheid is vereist, met name op het stuk van vertegenwoordiging, voorlegging van vertalingen en kennisgevingen;

d) het indienen bij de voorzitter van de kamer van een verslag over de formele ontvankelijkheid van elk nieuw ingestelde beroep;

e) in voorkomend geval, het opstellen van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.

Artikel 6

Beraadslaging

1. Aan de beraadslaging nemen slechts leden van de kamer deel; de voorzitter van de kamer kan echter andere functionarissen, onder meer griffiers of tolken, tot de beraadslaging toelaten. De beraadslaging is geheim.

2. Bij de beraadslaging onder de leden van de kamer maakt de rapporteur als eerste zijn standpunt bekend en de voorzitter als laatste.

Artikel 7

Voorwaarden en volgorde bij stemming

1. Beslissingen van de kamer van beroep worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter van de kamer de beslissende stem.

2. Indien moet worden gestemd, wordt dezelfde volgorde zoals bepaald in artikel 6, lid 2, aangehouden. Stemonthoudingen zijn niet toegestaan.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 januari 2004.

Voor de Commissie

Loyola De Palacio

Vice-voorzitter

(1) PB L 240 van 7.9.2002, blz. 1.

(2) PB L 243 van 27.9.2003, blz. 5.

BIJLAGE

LIJST VAN DISCIPLINES

1. De volgende technische disciplines:

i) Vlucht/Prestaties

ii) Constructie

iii) Hydromechanische systemen

iv) Rotor/Transmissiesystemen

v) Elektriciteit/HIRF/Verlichting

vi) Avionica/Software

vii) Aandrijfsysteem/Brandstofsystemen

viii) Cabineveiligheid/Milieusystemen

ix) Geluid/Emissies

x) Blijvende luchtwaardigheid/Luchtwaardigheidsrichtsnoeren zoals toegepast op de volgende producten, onderdelen en toestellen:

a) Grote vliegtuigen

b) Hefschroefvliegtuigen

c) Kleine vliegtuigen

d) Ballonnen/Luchtschepen/Zweefvliegtuigen/UAV's

e) Motoren/APU's/Propellers

2. Goedkeuring van en kwaliteitssystemen verbonden aan:

i) ontwerporganisaties

ii) productieorganisaties

iii) onderhoudsorganisaties

Top