EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003DC0747

Concurrentiepositie van bedrijfsgerelateerde diensten

Juridische status van het document Deze samenvatting is gearchiveerd en wordt niet meer bijgewerkt omdat het betrokken document achterhaald of niet meer van kracht is.

Concurrentiepositie van bedrijfsgerelateerde diensten

Door in 2001 werk te bieden aan circa 55 miljoen mensen, d.w.z. bijna 55% van de totale werkgelegenheid in de marktgestuurde economie van de Europese Unie (EU), waren de bedrijfsgerelateerde diensten veruit de belangrijkste bron voor het scheppen van werkgelegenheid in de EU. Uit deze mededeling blijkt echter dat de productiviteitsgroei van de sector fors achterblijft bij die in de Verenigde Staten, wat een bedreiging zal vormen voor de toekomstige werkgelegenheid in Europa. De verplaatsing van banen in de dienstensector naar de VS en Azië dreigt werkelijkheid te worden indien de politieke autoriteiten de uitdagingen voor bedrijfsgerelateerde diensten in de EU niet spoedig aanpakken.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's - De concurrentiepositie van bedrijfsgerelateerde diensten en hun bijdrage aan de prestaties van het Europese bedrijfsleven [COM(2003) 747 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Deze mededeling, die een economische analyse van het belang van diensten voor de Europese economie bevat en waarin de concurrentiepositie van deze diensten wordt onderzocht, is bedoeld om blijk te geven van hun gewicht voor de algehele economie van de Europese Unie (EU) en om duidelijk te maken dat de Commissie vastberaden streeft naar betere randvoorwaarden voor bedrijfsgerelateerde diensten.

Bedrijfsgerelateerde diensten

Bedrijfsgerelateerde diensten omvatten kennisintensieve zakelijke diensten zoals advies op het gebied van informatietechnologieën (IT), beheersadviezen, reclame en beroepsopleiding, alsook operationele diensten zoals industriële reiniging, beveiligingsdiensten en secretariaatswerk. De sector bedrijfsgerelateerde diensten is niet alleen de grootste schepper van werkgelegenheid, maar hij produceert ook meer toegevoegde waarde voor de economie dan gelijk welke andere macro-economische sector. Hij heeft het grootste groeipotentieel en de meeste start-ups en bedrijfsgerelateerde diensten zijn de basis voor de kenniseconomie.

De gebruikelijke verklaring voor de groei in de sector bedrijfsgerelateerde diensten is de verplaatsing van werkgelegenheid van de industrie naar de dienstensector als gevolg van de uitbesteding van diensten die vroeger door bedrijven zelf werden verricht. De redenen voor de groei zijn echter veel complexer dan dat. Andere belangrijke factoren zijn veranderingen in de productiesystemen, een grotere flexibiliteit, een sterkere concurrentie op internationale markten, de toenemende rol van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en kennis en de opkomst van nieuwe soorten diensten. In een Europa dat tegen 2010 de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld wil worden (Europese Raad van Lissabon, maart 2000), zijn bedrijfsgerelateerde diensten van primordiaal belang.

De productiviteitsgroei van de sector bedrijfsgerelateerde diensten blijft echter fors achter bij die in de Verenigde Staten, wat een bedreiging zal vormen voor de toekomstige werkgelegenheid in Europa. De verplaatsing van banen in de dienstensector naar de VS en Azië dreigt werkelijkheid te worden indien de politieke autoriteiten de uitdagingen voor bedrijfsgerelateerde diensten in de EU niet spoedig aanpakken. In een kenniseconomie gaat het erom concurrerend te blijven en dat hangt grotendeels af van het potentieel om in IT en onderzoek en ontwikkeling (O&O) te investeren. In dit opzicht heeft de EU helaas een grote achterstand op de Verenigde Staten: de totale uitgaven voor IT in de EU bedroegen in 2001 4,2% van het BBP tegen 5,3% in de VS, terwijl de gemiddelde uitgaven van de EU voor O&O 13% bedroegen - met grote verschillen tussen de lidstaten - tegen 34% voor de VS.

Deze situatie heeft tot gevolg dat, ondanks het belang van de Europese bedrijfsgerelateerde diensten (26%) in de internationale handel in bedrijfsgerelateerde diensten (export + import) tegen 18% voor de VS, in absolute cijfers het totale nettosaldo voor de VS het dubbele bedraagt van dat van de EU (35 miljard tegenover 17 miljard) met een duidelijk gunstiger dekkingspercentage, namelijk een overschot van 124% tegen 108% voor de EU. Dat komt omdat de EU een belangrijke importeur is van bedrijfsgerelateerde diensten, zodat het netto-overschot gering is. Het positieve nettosaldo is het resultaat van relatief grote overschotten voor financiële en verzekeringsdiensten, vervoer en IT-diensten enerzijds en een aanzienlijk tekort voor sommige kennisintensieve zakelijke diensten (juridische dienstverlening, accountants en beheer, reclamediensten en marktonderzoek) en royalty's anderzijds.

Uitdagingen en politieke prioriteiten

Om concurrerend te kunnen zijn op de internationale markt moeten voor de Europese ondernemingen geschikte randvoorwaarden worden gecreëerd zodat ze de huidige uitdagingen van een mondiale markt het hoofd kunnen bieden. Volgens deze mededeling vormen de volgende vijf elementen de grootste uitdagingen voor bedrijfsgerelateerde diensten in de EU:

  • de integratie van en concurrentie op de markten voor bedrijfsgerelateerde diensten zijn niet krachtig genoeg om de concurrentiepositie van deze sector te garanderen en te verbeteren;
  • de voor de productie noodzakelijke input (arbeidskwalificaties, integratie van ICT en kapitaal) laat zowel uit kwalitatief als kwantitatief oogpunt te wensen over;
  • de output van ondernemingen in de sector bedrijfsgerelateerde diensten is te weinig transparant (normen), wordt onderschat (rapportage over immateriële activa) of is onvoldoende gedocumenteerd (kwaliteit);
  • in minder ontwikkelde regio's is de verlening en het gebruik van bedrijfsgerelateerde diensten beperkt, wat vooral nadelig is voor het MKB en het convergentieproces;
  • er is weinig over de sector en de betrokken markten bekend, waardoor de besluitvorming van ondernemingen en beleidsmakers wordt gehinderd.

Voor elk van deze vijf uitdagingen moeten volgens de mededeling een aantal acties worden voortgezet. Ten aanzien van een markt voor bedrijfsgerelateerde diensten die wat marktintegratie en concurrentie betreft niet dynamisch genoeg is, wordt onder meer voorgesteld:

  • de handelsbelemmeringen voor diensten op de interne markt en in de internationale handel uit de weg te ruimen. De opheffing van de juridische en administratieve belemmeringen voor de grensoverschrijdende handel en investeringen in de EU is als gevolg van de richtlijn betreffende diensten op de interne markt, de eventuele uitbreiding van de kennisgevingsrichtlijn (Richtlijn 98/34) en de liberalisatie van de internationale handel in bedrijfsgerelateerde diensten (zie dienstenrichtlijn) nog benadrukt. Andere hinderpalen van bijvoorbeeld economische, sociale of culturele aard die een volledige integratie van de dienstenmarkten binnen Europa in de weg staan, zullen worden beperkt, zoniet weggewerkt door aanvullende maatregelen te bevorderen, zoals bijvoorbeeld versterking van de ondernemingszin, uitbreiding van de netwerken, vaardigheden en gemeenschappelijke kwaliteitsnormen of meer innovatie;
  • de concurrentie op de markten voor bedrijfsgerelateerde diensten te bevorderen. De concurrentiepositie van bedrijfsgerelateerde diensten kan alleen worden verbeterd door meer marktwerking. Het openstellen van de markten voor sommige diensten, zoals telecommunicatie en luchtvervoer, heeft geleid tot een toename van het aantal ondernemingen dat op deze markten actief is, met als gevolg lagere prijzen, betere kwaliteit, meer banen en een ruimer aanbod van diensten;
  • de overheidsdiensten te moderniseren. De concurrentiepositie van veel bedrijfsgerelateerde diensten houdt nauw verband met de prestaties van overheidsdiensten. Een breed scala van diensten, die traditioneel door de overheid werden geleverd, kan echter ook door particuliere ondernemingen worden verricht. Met name de ontwikkeling van e-overheid en het goed beheer van diensten van algemeen belang met meer particuliere financiering kunnen tot een betere samenwerking tussen openbare en particuliere marktdeelnemers leiden. Daarbij zouden zowel de gebruikers als de verleners van diensten baat hebben. Publiek-private partnerschappen (PPP's) moeten dus worden gestimuleerd, wat tot grotere concurrentiedruk en daardoor tot efficiëntievoordelen en tot een kostenverlaging voor de gebruiker zal leiden.

Wat het gebrek aan kwaliteit en kwantiteit van de voor de productie noodzakelijke input (arbeidskwalificaties, integratie van ICT en kapitaal) betreft, wordt in deze mededeling het volgende voorgesteld:

  • een leven lang leren en bijscholing. De overgang naar een kenniseconomie is alleen mogelijk als de beschikbare arbeidskrachten over de vaardigheden beschikken die voor deze verandering noodzakelijk zijn, zodat zij beter inzetbaar zijn en zodat maatregelen ter bescherming van de werkgelegenheid beter zijn afgestemd op een flexibele arbeidsorganisatie (bv. deeltijdwerk en telewerken). Bovendien neemt de werknemersmobiliteit hierdoor toe, wat ten goede zal komen aan een betere spreiding van vaardigheden, met name in sectoren zoals computerdiensten en andere kennisintensieve diensten. Er is behoefte aan EU-beleidsmaatregelen in verband met de kwalificaties van arbeidskrachten om te voorkomen dat banen in de dienstensector naar elders verdwijnen, zoals eerder in de industrie is gebeurd;
  • ondersteuning van de integratie van ICT in bedrijfsprocessen. Alle ondernemingen in de sector bedrijfsgerelateerde diensten en met name MKB-bedrijven moeten maximaal gebruik maken van de door ICT geboden mogelijkheden om hun productiviteit te vergroten. In de VS is dat al gebeurd, met een sterkere productiviteitsstijging in zowel ICT-gebruikende als ICT-producerende sectoren. In Europa is de productiviteit van ICT-gebruikende bedrijfsgerelateerde diensten de afgelopen jaren echter maar weinig toegenomen. ICT zouden meer en beter in ICT-gebruikende bedrijfsgerelateerde diensten moeten worden geïntegreerd;
  • stimulering van O&O en innovatie in bedrijfsgerelateerde diensten. Enkele van de meest innovatieve ondernemingen in Europa behoren tot de sector bedrijfsgerelateerde diensten, maar het O&O-niveau is over het geheel genomen laag in deze sector. Op dit punt is er een aanzienlijke achterstand op de VS. Beleidsinnoverende initiatieven moeten zowel specifieke acties voor dienstenactiviteiten (bv. rol van de innovatie van organisatorische diensten) als een actievere deelname van dienstenbedrijven aan O&O-programma's bevorderen. Dienstenbedrijven moeten meer aan nationale en Europese programma's deelnemen om de aandacht te vestigen op hun specifieke problemen en behoeften. Het doel van de EU om 3% van zijn BBP voor onderzoek en ontwikkeling te bestemmen zal gemakkelijker kunnen worden gehaald, als de dienstensector een grotere rol speelt die meer in overeenstemming is met zijn totale gewicht in de economie.

In deze mededeling wordt ook geconstateerd dat de output van ondernemingen in de sector bedrijfsgerelateerde diensten niet transparant genoeg is (normen), onvoldoende met cijfers wordt gestaafd (rapportage over immateriële activa) of niet genoeg wordt gedocumenteerd (kwaliteit). Vandaar dat de volgende acties worden voorgesteld:

  • de vaststelling van dergelijke normen op vrijwillige basis. Vrijwillige normen stellen de gebruiker in staat stellen producten en prijzen te vergelijken en zo de concurrentie en efficiëntie op de markt te waarborgen. Ook dienstverleners hebben baat bij normen, omdat zij zich meer op het interne productieproces kunnen concentreren en schaalvoordelen kunnen behalen. Door de naleving van normen kunnen dienstverleners tevens hun marktaanwezigheid vergroten en hun onderhandelingspositie versterken. De Commissie moedigt de opstelling van dergelijke vrijwillige normen door dienstverleners dan ook aan, zoals zij dat ook voor industrieproducten heeft gedaan;
  • de invoering van één methode voor rapportage over immateriële activa. Een productiviteitsverbetering in bedrijfsgerelateerde diensten is sterk afhankelijk van investeringen in immateriële activa, zoals opleiding, klantenbeheer, merkimago, interne organisatie, software en ICT. De ondernemingen hebben inmiddels aanzienlijke ervaring opgedaan met de toepassing van diverse vrijwillige richtsnoeren voor rapportage over intellectueel kapitaal en andere vormen van immateriële activa. Rekening houdend met deze inspanningen stelt de Commissie voor één rapportagemethode voor immateriële activa vast te stellen;
  • de opstelling van kwaliteitsindicatoren. Een kennismaatschappij kan niet concurrerend zijn zonder kwalitatief hoogwaardige diensten. Bovendien moeten op internationaal niveau de Europese dienstverleners bereid zijn op kwaliteit te concurreren, aangezien zij wat de kosten betreft vaak moeilijk op kunnen tegen de lagelonenlanden (bv. die in Azië). De Commissie zal derhalve de opstelling van kwaliteitsindicatoren aanmoedigen en steunen en de beste praktijken bevorderen.

Aangezien de verlening en het gebruik van bedrijfsgerelateerde diensten in minder ontwikkelde regio's en in de kandidaat-lidstaten beperkt is, moet volgens deze mededeling de dienstensector nog beter in het regionale ontwikkelingsbeleid worden geïntegreerd. De ontwikkeling van regionale markten voor bedrijfsgerelateerde diensten is een noodzakelijk bestanddeel van de inhaalslag die de minder ontwikkelde Europese regio's moeten leveren. Deze diensten kunnen er ook toe bijdragen dat de regio's een interessantere concurrentieomgeving worden en daardoor investeringen van buitenaf aantrekken.

Om ten slotte de besluitvorming van ondernemingen en beleidsmakers te vergemakkelijken, wordt in deze mededeling voorgesteld de economische informatie en analyse met name via betere dienstenstatistieken te verbeteren. Een betere kennis en statistische dekking van bedrijfsgerelateerde diensten is dan ook een essentieel instrument bij beslissingen van ondernemingen, beleidsmakers en andere belanghebbenden en kan helpen bij het toezicht op de vooruitgang die bij de uitvoering van de maatregelen op de in deze mededeling genoemde beleidsterreinen wordt geboekt.

Vaststelling van een coherent beleidskader

De bij de analyse naar voren gekomen uitdagingen behoeven een dringende aanpak. Anders bestaat het gevaar dat de Europese bedrijfsgerelateerde diensten markten moeten prijsgeven. Begin 2004 heeft de Commissie een Europees forum (DE)(EN)(FR) voor bedrijfsgerelateerde diensten georganiseerd waarin de communautaire instellingen, de lidstaten, de beroepsorganisaties, de werknemers, de onderzoeksinstellingen en andere belanghebbenden uit de zakenwereld zullen vertegenwoordigd zijn.

Een aantal kerncijfers

  • Bedrijfsgerelateerde diensten zijn de grootste economische sector die in 2001 aan circa 55 miljoen mensen werk bood - wat neerkomt op bijna 55% van de totale werkgelegenheid in de marktgestuurde EU-economie.
  • De bedrijfsgerelateerde diensten (exclusief financiële diensten) waren in 2000 goed voor 53% van de totale werkgelegenheid in de marktgestuurde economie van de EU, terwijl de industrie een aandeel van 29% had, wat neerkomt op circa 29 miljoen banen. De sector getuigt ook van dynamisme: van de meer dan 1 miljoen nieuwe ondernemingen die in 2000 zijn opgericht in de tien lidstaten waarvoor gegevens beschikbaar zijn, maakte 66% deel uit van de sector bedrijfsgerelateerde diensten.
  • Bedrijfsgerelateerde diensten zijn vooral dominant in Nederland (65%) en het Verenigd Koninkrijk (61%). Zij zijn, wat de werkgelegenheid betreft, het minst belangrijk in Portugal (45%), Duitsland (46%) en Italië (48%).
  • Het aandeel van bedrijfsgerelateerde diensten in de totale toegevoegde waarde bedroeg in 2001 gemiddeld 54% tegen 34% voor de industrie. Zo zijn bedrijfsgerelateerde diensten in Nederland goed voor een aandeel van 61% en die in het Verenigd Koninkrijk voor 60%, terwijl dat aandeel voor Finland 44% en voor Duitsland 48% bedroeg.
  • De dienstensector wordt gekenmerkt door een zeer groot aantal micro-ondernemingen (minder dan tien werknemers). Hun aandeel in de totale werkgelegenheid in de dienstensector van de EU bedraagt 33% tegen 18% in de industrie. Wat bedrijfsgerelateerde diensten betreft, komen micro-ondernemingen het meest voor in de handel (38%). Anderzijds is het werkgelegenheidsaandeel van grote ondernemingen in de sector bedrijfsgerelateerde diensten van vergelijkbare grootte (33% tegenover 30% in de industrie). De sector vervoer en communicatie wordt gekenmerkt door een groot werkgelegenheidsaandeel van grote ondernemingen (57%).

See also

Nadere informatie over bedrijfsgerelateerde diensten is te vinden op de internetsite van directoraat-generaal Ondernemingen (EN).

Laatste wijziging: 19.12.2007

Naar boven