EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002DC0596

Verslag van de Commissie - Jaarlijks verslag van het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) 2001

/* COM/2002/0596 def. */

52002DC0596

Verslag van de Commissie - Jaarlijks verslag van het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) 2001 /* COM/2002/0596 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE - JAARLIJKS VERSLAG VAN HET PRETOETREDINGSINSTRUMENT VOOR STRUCTUURBELEID (ISPA) 2001

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

Inleiding - hoofdpunten in 2001

ISPA-begroting voor 2001

Vastleggingen 2001

1. Projecten voorgesteld door kandidaat-lidstaten

1.1. ISPA-middelen voor het milieu

1.2. Middelen ter versterking van het trans-Europese vervoersnet

1.3. Technische bijstand - projectvoorbereiding

1.4. Technische bijstand - EDIS

1.5. Uitvoering en betalingen

2. Technische bijstand op initiatief van de Gemeenschap

2.1. Activiteiten in 2001

2.1.1. Actieprogramma 2001

2.1.2. Activiteiten die reeds in 2000 ter hand zijn genomen en momenteel worden uitgevoerd

Specifieke aandachtspunten in 2001

3. Financieel beheer en controle

4. Vergroten van het inzicht in de richtlijnen inzake de milieueffectbeoordeling

5. Openbare aanbestedingen

6. Aanpassingen in het wettelijke kader

7. Voorbereiding voor het "EDIS" (Systeem voor de uitvoering van de uitgebreide4decentralisatie)

8. Projectbewaking

9. De ontwikkeling van medefinanciering

10. Coördinatie tussen pretoetredingsinstrumenten

11. Communicatieprogramma

Globaal overzicht van de financiële bijstand

Overzicht van de financiële bijstand per land

12. Bulgarije

13. Tsjechische Republiek

14. Estland

15. Hongarije

16. Letland

17. Litouwen

18. Polen

19. Roemenië

20. Slowakije

21. Slovenië

Lijst van afkortingen

Nuttige informatiebronnen

Voorwoord

Dit jaarlijkse verslag over de activiteiten van het ISPA behandelt het kalenderjaar 2001. Het geeft informatie over het tweede jaar van het pretoetredingsinstrument. Dit instrument is ingesteld in het kader van de maatregelen van Agenda 2000.

De opzet van dit verslag is in overeenstemming met de bepalingen van de Verordening inzake het Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid. Er is rekening gehouden met de commen taren van het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

Inleiding - hoofdpunten in 2001

Dit is het tweede jaarlijkse verslag van de Commissie over het Pretoetredingsinstrument voor structuur beleid (ISPA).

Het eerste jaarlijkse verslag, COM (2001) 616 def, bevatte een overzicht van de strategische prioriteiten die door het ISPA begunstigde landen moeten voorbereiden alvorens de Commissie over een financieringsvoorstel beslist. Dit jaarlijkse verslag behandelt de maatregelen (projecten) die in 2001 zijn goedgekeurd, werk in uitvoering alsmede de inspanningen om kandidaat-lidstaten voor te bereiden op een geheel gedecentraliseerd beheer van het ISPA en op verbetering van financiële beheers- en controlesystemen.

Hoofdpunten in 2001

* In 2001 heeft de Commissie 94 nieuwe projecten goedgekeurd. De Gemeenschaps financiering van deze nieuwe projecten bedraagt ruim EUR 1,1 miljard, terwijl de totale kosten EUR 2,3 miljard bedragen, welk bedrag zal worden medegefinancierd door de door het ISPA begunstigde landen [1] en international financiële instellingen.

[1] Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije.

* Samen met de projecten die reeds in 2000 waren goedgekeurd, heeft de Commissie in totaal 169 ISPA-projecten goedgekeurd, ter waarde van EUR 6,6 miljard, waarvan de EU een bedrag van EUR 3,9 miljard (64,4 %) zal financieren.

* Met de in 2000 en 2001 genomen besluiten heeft de Commissie reeds meer dan circa 40 % toegewezen van de voor de gehele ISPA-periode voor milieuprojecten gereserveerde middelen, en meer dan 60 % van die welke zijn gereserveerd voor vervoersprojecten.

* De in 2001 vastgelegde bedragen zijn vrij gelijkmatig verdeeld tussen milieu en vervoer: 52% van de begroting voor 2001 is toegewezen voor milieuprojecten, en 48% voor vervoer. Met deze vastleggingen heeft de Commissie de kleine financierings on ge lijkheid die in 2000 tussen de twee sectoren bestond, gecorrigeerd.

* Met de in 2000 en 2001 genomen besluiten is in totaal EUR 59,9 miljoen voor 30 maatregelen voor technische bijstand beschikbaar gesteld om de concipiëring van projecten voor 2002 en later, met inbegrip van projecten voor het Cohesiefonds, te versterken.

* In 2001 zijn de eerste contracten voor werken ondertekend, zodat in dat jaar de eerste concrete activiteiten konden plaatsvinden.

* Het ISPA wordt nu nog uitgevoerd met behulp van het systeem voor de uitvoering van de decentralisatie (DIS). Volgens dit systeem worden aanbestedingsstukken vooraf door de Commissie gecontroleerd. In 2001 heeft de Commissie middelen voor technische bijstand beschikbaar gesteld om kandidaat-lidstaten de noodzakelijke maatregelen te helpen nemen voor inventarisatie en verbete ring van de capaciteit van de nationale uitvoerende instanties om de communautaire bijstand volledig decentraal te beheren.

* In het najaar van 2001 heeft de Commissie evaluaties bij de kandidaat-lidstaten uitgevoerd om vast te stellen of zij beheers- en controlesystemen hebben ingericht die voldoen aan de vereisten van de ISPA-verordening [2].

[2] EG nr. 1267/1999, zoals gewijzigd.

ISPA-begroting voor 2001

De ISPA-begroting berust op twee begrotingslijnen: B7-020 en B7-020A. De eerste hiervan voorziet in de middelen voor de medefinanciering van projecten (maatregelen) [3] in de kandi daat-lidstaten op de gebieden milieu en vervoer alsmede voor technische bijstand (TB) om de beste projecten aan te wijzen of om projecten voor te bereiden. Projecten voor technische bijstand om de kandidaat-lidstaten op weg te helpen naar gedecentraliseerd beheer, kunnen middelen vanuit deze begrotingslijn ontvangen. Vanuit begrotingslijn B7-020A kunnen projecten op initiatief van de Gemeenschap worden gefinancierd.

[3] De termen "maatregel" en "project" hebben betrekking op het onderdeel van de bijstandssubsidies aan de begunstigde landen en worden in dit document door elkaar gebruikt.

Tabel 1

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aan het ISPA was in 2001 uit de begroting van de Commissie een bedrag van EUR 1.080 miljoen toegewezen. Begrotingslijn B7-020 ontving aanvankelijk een bedrag van EUR 1 060 560 000. Dit is toen verhoogd met EUR 41 243 301, welk bedrag was overgeheveld uit de begroting voor 2000, en met EUR 7 392 169 vanuit begrotingslijn B7-020A. Hier door was een bedrag van EUR 1.109 miljoen beschikbaar gekomen voor projecten op initiatief van de begunstigde landen.

Van het oorspronkelijke bedrag van begrotingslijn B7-020A (EUR 19,44 miljoen) is EUR 11 989 526 toege wezen voor projecten op initiatief van de Gemeenschap. Zoals gemeld was EUR 7,3 miljoen over geheveld naar de andere begrotingslijn en was om administratieve redenen EUR 58 305 overgeheveld naar begrotingslijn B7-020A voor 2002.

Vastleggingen 2001

1. PROJECTEN VOORGESTELD DOOR KANDIDAAT-LIDSTATEN

Overzicht

In 2000 en 2001 heeft de Europese Commissie, na een gunstig advies van het ISPA-comité van beheer [4], in totaal 169 door de kandidaat-lidstaten voorgestelde projecten goedgekeurd (begrotingslijn B7-020). De totale subsidiabele kosten hiervan bedroegen EUR 6.113 miljoen, waarvan de EU EUR 3.938 miljoen of 64,3 % financiert. Het normale plafond voor de ISPA-projectfinanciering is 75 %, en in uitzonderings gevallen 85 %. Voor projecten voor technische bijstand (t.w. ter voorbereiding op gedecentraliseerd beheer) loopt het financieringsplafond normaal tot 100 %.

[4] Het ISPA-comité van beheer, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten, geeft advies over ISPA-maatregelen voordat door de Commissie een besluit wordt genomen.

Deze maatregelen betreffen 100 milieuprojecten, 64 vervoersprojecten en 5 projecten voor technische bijstand ten behoeve van het EDIS. Met de in de eerste twee jaar van het ISPA genomen financieringsbesluiten was de Commissie in deze fase in staat om meer dan de helft van de voor de periode van 2000 tot 2006 gereserveerde middelen toe te wijzen.

In 2001 zijn de ISPA-vastleggingskredieten vanuit begrotingslijn B7-020 voornamelijk gebruikt voor de 94 nieuwe ISPA-maatregelen en de tweede tranches [5] voor in 2000 goedgekeurde projecten (EUR 1,109 miljard). Hiervan was EUR 2,7 miljoen vastgelegd voor technische bijstand ten behoeve van het EDIS en EUR 26,1 miljoen voor de project voorbereiding. De Commissie heeft in totaal 94 nieuwe projecten met totale project kosten van EUR 2,3 miljard goedgekeurd; de Gemeenschapsfinanciering voor deze nieuwe projecten bedraagt ruim EUR 1,1 miljard. Het resterende deel moet worden medegefinancierd door de begunstigde landen (nationale bronnen op centraal, regionaal en lokaal niveau) en door internationale financiële instellingen (IFI's). In 2001 lag het gemiddelde subsidieniveau van de Gemeenschap op 64 % van de projectkosten.

[5] ISPA-maatregelen worden in jaarlijkse tranches vastgelegd, en wel zo dat zij voor ten minste twee jaar gespreid zijn vastgelegd. Dientengevolge bevatten vastleggingen voor het begrotingsjaar 2001 ook tweede tranches voor enkele projecten die reeds in 2000 waren goedgekeurd.

De vanuit begrotingslijn B7-020 voor 2001 toegewezen bedragen waren redelijk gelijkmatig verdeeld tussen de sectoren milieu en vervoer: 52 % voor milieu projecten en 48 % voor vervoersprojecten. Met deze vastleggingen heeft de Commissie de kleine financieringsongelijkheid gecompenseerd, die in 2000 tussen de twee sectoren was ontstaan.

1.1. ISPA-middelen voor het milieu

51,92 % van de ISPA-begroting van dit jaar is gegaan naar milieuprojecten. Ruim de helft van de ISPA-financiering in de sector milieu voor 2001 is besteed aan rioolwater zuivering. In de eerste plaats waren de projecten gericht op uitbreiding, ver vanging of herstel van bestaande installaties in de begunstigde landen. Circa 26 % van de financiering is toegewezen voor drinkwaterprojecten, de meeste in samenhang met rioolwaterzuiveringsprojecten. Circa 15 % van de financiering in deze sector is toegewezen voor het beheer van afvalstoffen, in de eerste plaats voor stortplaats projecten. Evenmin als in 2000 is er in 2001 financiering naar lucht vervuiling gegaan.

In 2001 heeft de Commissie de eerste "groep projecten" goedgekeurd, waardoor zij kleinere projecten volgens een samenhangende strategie kan financieren, zoals bij voorbeeld investeringen langs hetzelfde rivierbekken. Op de informele ministers vergadering met commissaris Wallström in november 2001 kreeg deze aanpak de steun van de ministers van milieu van de kandidaat-lidstaten.

Tabel 2: ISPA-begroting voor 2001 - Milieu in deelsectoren

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1.2. Middelen ter versterking van het trans-Europese vervoersnet

Het doel van het ISPA in de sector vervoer is, bijdragen aan de opbouw van het toekomstige trans-Europese vervoersnet. Met het instrument worden vervoers infrastructuurprojecten gefinancierd ter bevordering van duurzame mobiliteit op basis van de criteria van Beschikking nr. 1692/96 van het Europees Parlement en van de Raad van 23 juli 1996 [6]. De maatregelen moeten de begunstigde landen in staat stellen te voldoen aan de doelstellingen van het toetredingspartnerschap, en de onderlinge aansluiting en exploiteerbaarheid binnen de nationale netten, alsmede tussen deze netten en die van de EU waarborgen.

[6] Communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk.

Bij de projectvoorbereiding moet rekening worden gehouden met de tien multi modale pan-Europese vervoerscorridors die zijn goedgekeurd tijdens de derde pan-Europese vervoersconferentie in Helsinki in juni 1997. Projecten die vanuit het ISPA met prioriteit worden gefinancierd, moeten tot de ruggengraat van het net behoren, zoals dat is bepaald in de TINA-evaluatie (Transport Infrastructuur Needs Assessment - beoor deling van de behoeften inzake vervoersinfrastructuur), maar kunnen ook betrekking hebben op het overige deel van het TINA-vervoersnet.

In overleg met de kandidaat-lidstaten zijn technische aanpassingen aangebracht op grond van Beschikking nr. 1692/96/EG (richtsnoeren voor de ontwikkeling van het TEN-T-net). De basis voor deze technische aanpassing is het TINA-vervoersnet. Wanneer een kandidaat-land lidstaat wordt, maakt dit net deel uit van bijlage 1 van de TEN-T-richtsnoeren.

Tabel 3: ISPA-begroting 2001 - Vervoer in deelsectoren

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De ISPA-middelen die zijn besteed aan de sector vervoer zijn gericht op uitbreiding en verbetering van het TINA-vervoersnet, om de aansluitingen tussen de Europese Unie en de toetredingslanden te versoepelen. In 2001 was ruim de helft van de ISPA-begroting op vervoersgebied bestemd voor wegenbouwprojecten inclusief nieuwe aanleg en verbeteringen naar het peil van EU-normen betreffende capaciteit en vei lig heid. Circa 40% van de financiering is toegewezen voor spoorwegprojecten waarbij het in de eerste plaats ging om herstel en modernisering van bestaande infrastructuur naar het peil van EU-normen.

1.3. Technische bijstand - projectvoorbereiding

In 1999 en 2000 is de projectvoorbereiding voornamelijk gefinancierd vanuit het PHARE-programma en vanuit bilaterale hulp van lidstaten. Enkele voor financiering in 2001 voorgestelde projecten zijn nog steeds op die manier voorbereid, maar bepaalde kandidaat-lidstaten zijn in 2000 ISPA-middelen gaan gebruiken voor tech nische bijstand voor de projectvoorbereiding.

Eind 2001 waren er 30 maatregelen voor technische bijstand voor project voor bereiding goedgekeurd - dit staat los van technische bijstand voor het EDIS - waarvan de totale subsidiabele kosten EUR 59,9 miljoen bedroegen (in 2001 heeft de Commissie 18 maatregelen voor technische bijstand met totale subsidiabele kosten van EUR 47,9 miljoen goedgekeurd). Deze middelen zullen worden gebruikt om inves te ringsprojecten zo voor te bereiden dat deze aan de Commissie voor ISPA-finan ciering kunnen worden voorgelegd. Technische bijstand is een doelmatig mecha nisme ter ondersteuning van door het ISPA gefinancierde projectinvesteringen dat een hoge projectkwaliteit helpt waarborgen, met name op de punten voor bereiding, beheer en effect.

De ontwikkeling van een uitgebreide en hoogwaardige faciliteit voor de concipiëring van projecten is essen tieel om te zorgen dat er bij de Commissie een voldoende aantal passende projecten wordt aangemeld, om in 2002 en later te worden voor gelegd. De uitgebreide voorbereiding van zulke trajecten is niet alleen essentieel voor het ISPA, maar ook voor het Cohesiefonds waar het gaat om de eerste groep door het ISPA begunstigde landen die tot de EU zullen toetreden. Met het Cohesiefonds neemt de com mu nau taire bijstand voor infrastructuurprojecten, die vergelijkbaar is aan die welke door het ISPA worden gefinancierd, aanzienlijk toe. Enkele kandidaat-lidstaten maken reeds gebruik van ISPA-middelen voor technische bijstand om voorbereidende studies voor aan het Cohesiefonds voor te leggen projecten te financieren.

1.4. Technische bijstand - EDIS

Het doel van de Commissie is dat kandidaat-lidstaten die waarschijnlijk in 2004 tot de EU zullen toetreden, in de meeste gevallen in de loop van 2003 gebruik zullen maken van het systeem voor de uitvoering van de uitgebreide decentralisatie (EDIS). Deze kandidaat-lidstaten bevinden zich momenteel in de eerste uitvoeringsfase van het EDIS, het 'onderzoek naar leemten' (zoals omschreven in een 'routekaart' voor het EDIS ten behoeve van PHARE en ISPA') zoals in 2001 aan de kandidaat-lidstaten is voorgesteld.

De Commissie heeft fondsen voor technische bijstand beschikbaar gesteld zodat men zich op het EDIS kan instellen. Deze fondsen zijn goedgekeurd voor de nationale autoriteiten van Estland, de Tsjechische Republiek, Polen, Letland en Litouwen. In het geval van Bulgarije worden momenteel PHARE-fondsen toegewezen om EDIS op te zetten. Hongarije, Roemenië, Slowakije en Slovenië hebben onlangs om fondsen voor deze technische bijstand verzocht en zullen deze in 2002 kunnen benutten. Deze bijstand zal ook de uitvoerende structuren voor het Cohesiefonds helpen versterken.

1.5. Uitvoering en betalingen

De door het ISPA gefinancierde projecten zijn grote infrastructuurprojecten waarvan de uitvoering een aantal jaren vergt. Een efficiënte en deugdelijke projectuitvoering vraagt een bepaalde aanlooptijd voor voorbereidende werkzaamheden. Zoals elke grote infrastructurele overheidsinvestering vereist een goede voortgang van de uit voering ter plaatse zeer uitgebreide voorberei dingen, in clusief aanbestedingsdossiers, en procedures (met strikte toepassing van de com mu nautaire aanbeste dings voorschriften). Het opstellen van hoogwaardige aanbeste dings stukken vereist grote deskundigheid, die in de kandidaat-lidstaten moet worden opgebouwd. In het gun stigste geval duurt de aanbestedingsprocedure voor grote infrastructurele contracten negen maanden vanaf de kennisgeving van de aanbesteding tot aan de ondertekening van het contract.

Voorts moet worden opgemerkt dat ISPA-middelen, juridisch gezien, alleen in januari 2000 beschikbaar kwamen. Om administratieve redenen heeft de Commissie alleen in het laatste deel van 2000 de eerste ISPA-maatregelen formeel kunnen goed keuren. Met de ondertekening van een financieringsmemorandum door de Commissie (ge woon lijk op dezelfde datum als de beschikking) worden de uitgaven voor een ISPA-maatregel subsidiabel vanuit het ISPA. Anders dan bij de structuurfondsen en het Cohesiefonds moeten de nationale autoriteiten het finan cierings memorandum voor een bepaalde maatregel medeondertekenen, waarvoor dan weer de desbetreffende grondwettelijke procedures moeten worden gevolgd. Dit kan in sommige gevallen inhouden dat dit door het parlement moet worden geratificeerd. In het verleden is gebleken dat dit proces een aantal maanden kan duren, en hierop de kan Commissie absoluut geen invloed uitoefenen. Pas na medeondertekening van het financierings memorandum kunnen betalingen worden gedaan. De Commissie heeft de kandidaat-lidstaten meermaals aangespoord om dit proces te versnellen, en naar men hoopt zal voor projecten die in 2002 worden goedgekeurd, de tijd tussen het besluit en de aanvraag voor het eerste voorschot aanzienlijk zijn bekort.

Het is daarom niet verrassend dat de eerste substantiële betalingen pas in 2001 hebben plaatsgevonden; deze beliepen in totaal circa EUR 200 miljoen in dat jaar, aangezien de eerste ISPA-projecten pas kort voor het einde van 2000 zijn goedgekeurd. In deze betalingen is 21 % van de vastleggingen in 2000 begrepen.

De ISPA-betalingen in 2001 betroffen voornamelijk voorschotten, en deze kunnen in twee delen worden opgesplitst:

* Het eerste deel, gewoonlijk 10 % van de ISPA-bijstand, wordt op verzoek van de kandidaat-lidstaten na ondertekening van het financieringsmemorandum gestort in het Nationaal Fonds.

* Het tweede deel, gewoonlijk nog eens 10 %, wordt vrijgegeven nadat is voldaan aan bepaalde strikte voorwaarden in de uitvoeringscyclus zoals de gunning van het eerste belangrijke onder het project vallende contract, gewoonlijk een contract voor werken. Deze voorwaarden zijn vaak gekoppeld aan milieumaatregelen (zoals de afronding van de inspraakprocedure), duidelijkheid over technische as pecten, en - zeer belangrijk - het opzetten van deugdelijke structuren voor pro ject uitvoering en -toezicht. Wanneer de tweede tranche van het voorschot wordt uitbetaald, is er sprake van concrete activiteiten in de uitvoeringsfase.

Verdere tussentijdse betalingen worden gedaan al naar gelang de voortgang van de uitvoering (aan contractanten). Over de eerste fasen van de uitvoering heeft de Commissie slechts een zeer beperkt aantal aanvragen voor tussentijdse betaling ontvangen.

Tabel 4: Overzicht van betalingen voor projecten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 5

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Momenteel is voor de procedures voor maatregelen die door het ISPA worden gefinancierd, controle vooraf vereist, d.w.z. dat besluiten over aanbesteding en gunning van contracten worden genomen door de contracterende instantie en ter goedkeuring naar de EG-delegatie in het begunstigde land worden gezonden.

Het DG Regionaal beleid zorgt ten aanzien van aanbestedingszaken voor punctueel, stra tegisch advies en advies ad hoc aan de collega's in de delegaties (die volgens het decen trali satiebeleid van de Commissie verantwoordelijk zijn voor de besluiten over de projectuitvoering).

2. TECHNISCHE BIJSTAND OP INITIATIEF VAN DE GEMEENSCHAP

Overzicht

De toewijzingen gedaan ten laste van begrotingslijn B7 - 020A hebben voor het jaar 2001 EUR 19,44 miljoen bedragen. Van dit bedrag heeft de Commissie EUR 12 miljoen vastge legd voor activiteiten uit te voeren in een periode van drie jaar, waarbij uitbetalingen zijn voorzien tot eind 2004 (Actieprogramma 2001). Bovendien is er een contract ondertekend om de aanvraagprocedure voor milieu projecten te herzien.

Evenals in 2000 zijn de middelen die niet voor maatregelen voor technische bijstand waren vastgelegd, overgeheveld naar begrotingslijn B7-020 en beschikbaar gesteld voor investeringsmaatregelen in de begunstigde landen (EUR 7 392 169).

De via het Actieprogramma aangepakte prioriteiten betreffen:

(i) kwaliteitsverbetering van projectselectie, -voorbereiding en -beoor de ling;

(ii) vereenvoudiging van de projectuitvoering;

(iii) begin en begeleiding van het decentralisatieproces;

(iv) uitwerking van advisering gericht op financiële reorganisatie;

(v) versterking van informatie en communicatie.

Gezien de grote omvang van deze prioriteiten kan niet worden verwacht dat de doelstellingen in één jaar volledig worden gehaald. Daarom heeft de Commissie voorgesteld, dit Actieprogramma te doen gelden voor een periode van drie jaar (2001 - 2003).

2.1. Activiteiten in 2001

2.1.1. Actieprogramma 2001

Krachtens Verordening nr. 1266/99 artikel 11 lid 2 betreffende de coördinatie van bijstand in het kader van de pretoetredingsstrategie, moeten de uitgaven voor toezicht in aanmerking komen voor bijstand ten laste van de Gemeenschaps begroting. Op grond hiervan is de Com missie het met de nationale autoriteiten in kandidaat-lidstaten eens geworden over financierings memo randa voor financiële bijstand met het oog op bepaalde organisatiekosten van toezichtcomités. Tot de subsidiabele uitgaven behoren die voor tolk- en vertaal werkzaamheden, huur van werkruimten, benodigde elektronische uitrusting, reis kosten voor deelnemers afkomstig van buiten de plaats waar de vergaderingen worden georganiseerd, ondersteuning bij het uitwerken van bewakingsrichtsnoeren, en andere uitgaven die nodig zijn om de toezichtcomités soepel te laten functioneren.

Het totale voor deze activiteit toegewezen bedrag is EUR 1 000 000.

Aanvullende steun aan EG-delegaties

In 2000 zijn in het kader van de maatregelen voor technische bijstand ter versterking van de delegaties, middelen beschikbaar gesteld om extra personeel aan te trekken en daarmee samenhangende administratieve kosten te dekken. Deze middelen gelden voor een periode van drie jaar. De activiteiten zijn in 2001 voortgezet (zie hier onder).

In 2001 zijn in het kader van de middelen voor technische bijstand extra middelen beschikbaar gesteld voor kleinschalige technische bijstand en kortetermijndeskun dig heid onder beheer van de hoofden van delegaties. Deze technische bijstand is bedoeld om de Commissie te ondersteunen (extra muros) op een groot aantal terreinen van deskundigheid, inclusief de controle van aanbestedingsstukken, het toezicht op aan bestedings- en evaluatieprocedures, de contractvoorbereiding, het toezicht en beheer van de uitvoering, en kleinschalige scholing (ook ad hoc) van de uitvoerende instanties in begunstigde landen, alsmede voor het land specifieke infor matie/communicatie over aangelegenheden betreffende het ISPA.

Het totale bedrag voor deze activiteit beloopt EUR 3 500 000.

Kaderovereenkomst voor publiek-private partnerschappen (PPP)

Gezien het specifieke en complexe karakter van PPP-systemen heeft de Commissie behoefte aan de diensten van gespecialiseerde raadgevende bureaus. Daarom is er in 2001 een meervoudige kaderovereenkomst ondertekend met geschikte internationale raadgevende bureaus van goede naam die ervaring hebben met de begeleiding van landen en instellingen bij privatiseringen en concessies. Het contract lijkt sterk op de in 2000 gesloten technische kaderovereenkomsten en maakt het mogelijk om van geval tot geval passend personeel aan te trekken voor de begeleiding bij de identificatie, beoordeling en bewaking van PPP-projecten.

Hierdoor beschikt de Commissie ook over externe ondersteuning bij het ontwikkelen van richtsnoeren voor de omgang met complexe aangelegenheden die zich bij PPP-systemen kunnen voordoen zoals bij:

* de keuze van de meest passende vorm van het PPP (BOT *Build Operate TransferB, exploitatieconcessies, privatisering enz.);

* de selectie van de concessiehouder en particuliere partner, met eerbiediging van de fundamentele beginselen ten aanzien van transparantie, gelijke toegangsmoge lijkheden en mededinging;

* de inspectie van en advisering over concessiecontracten;

* het toezicht op de uitvoering van het PPP-systeem om het algemeen belang en de doelstellingen van PPP-systemen te waarborgen.

De totale waarde van het contract beloopt EUR 3 100 000.

Seminars en opleidingen

Teneinde de aanvragende landen beter vertrouwd te maken met de verschillende vormen van publiek-private partnerschappen en intergemeentelijke samenwerking bij het beheer en de financiering van openbare nutsbedrijven, hebben het Oosten rijk se federale ministerie van Landbouw, Bosbouw, Milieu en Waterstaat en de Commissie (DG Regionaal beleid en DG Milieu) op 17 en 18 september 2001 in Wenen samen een seminar georganiseerd met deelnemers uit een groot aantal landen, zowel uit de huidige Europese Unie als uit de kandidaat-lidstaten. Deze conferentie was een goed voorbeeld van de uitwisseling van ervaringen tussen landen onderling en het aanbieden aan de aspirant-lidstaten van nieuwe en nuttige inzichten op basis van eerdere ervaringen.

Deskundigen uit verscheidene lidstaten hebben een aantal samenwerkingsmodellen uit hun land gepresenteerd. De beschreven modellen blijken aanzienlijk te ver schillen voor wat betreft de relatie tussen de rol van de overheid en die van de particuliere sector. Op de conferentie was grote belangstelling voor de sterke en zwakke punten van de verschillende organisatievormen en vond er een levendige discussie plaats over de oorzaken van de verscheidenheid in de manier waarop in Europa de fundamentele milieudiensten zijn opgezet en worden beheerd.

Een belangrijke les van dit seminar is dat er geen universeel samenwerkingsmodel bestaat; er is dan ook geen methode aanbevolen als de beste en meest passende aanpak om partners in de particuliere sector te vinden. De voor het milieu beheer in de kandidaat-landen verantwoorde lijke instanties beschikken over een aantal moge lijk heden om de investeringen te vergroten en de doelmatigheid te verbeteren, maar elke oplossing moet zijn afgestemd op de behoeften en omstandigheden van elk land.

De totale waarde van de subsidieovereenkomst bedraagt EUR 77 740.

Kwaliteitsverbetering van aanvragen voor milieuprojecten

Er zijn contracten voor specialistische diensten afgesloten om het inzicht in en de kwaliteit van aanvragen op het gebied van water te verbeteren. (Dit is het terrein in de sector milieu dat de meeste bijstand ontvangt.) De nadruk bij de werkzaamheden lag op milieu aspecten die betrekking hebben op het ontwerpen van waterprojecten.

De totale waarde van het contract bedraagt EUR 47 831.

Enkele activiteiten uit het Actieprogramma om te worden georganiseerd vanaf 2002

Begin 2002 heeft DG Regionaal beleid aanvullende informatiebijeenkomsten georga niseerd die vanuit het Actieprogramma zijn bekostigd. In januari 2002 heeft DG Regionaal beleid nationale instanties die bij het ISPA-proces zijn betrokken, uitge nodigd voor een vergadering van ISPA-partners om de ervaringen die in de eerste twee ISPA-jaren zijn opgedaan, te inventariseren en de prioriteiten op korte termijn met betrekking tot programmering en uitvoering te bepalen, met name voor wat betreft financieel beheer en financiële controle.

In het voorjaar van 2002 hebben DG Regionaal beleid en DG Milieu twee seminars georganiseerd (in Riga en in Praag) om nationale deskundigen die bij het ISPA-proces zijn betrokken en ambtenaren waterbeheer die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de desbetreffende criteria van het acquis communautaire bijeen te brengen. De nadruk lag op discussies over mogelijkheden om middelen van het ISPA (en, bij toetreding, van het Cohesiefonds) te gebruiken voor voorbereidende werk zaamheden zoals voorgeschreven door de nieuwe Kaderrichtlijn water. Dientengevolge lag de nadruk op de bijeenkomsten over de Kaderrichtlijn water op het koppelen van het proces van een integraal plan voor het waterhuishoudkundig beheer van stroomgebieden aan de toewijzing van ISPA-middelen, zoals wordt voor geschreven door de onlangs aange nomen Kaderrichtlijn water, teneinde de water kwaliteit in de kandidaat-lidstaten te verbeteren.

Begin 2002 heeft DG Regionaal beleid kaderovereenkomsten ondertekend voor communicatie en publieksvoorlichting ten behoeve van het Cohesiefonds en de structuurfondsen, alsmede van het ISPA. De bijdrage voor het ISPA is toegewezen ten laste van het Actieprogramma.

2.1.2. Activiteiten die reeds in 2000 ter hand zijn genomen en momenteel worden uitgevoerd

* Lokale technische bijstand (deconcentratie). In 2000 is er EUR 7 miljoen toegewezen voor de versterking van EG-delegaties met gekwalificeerd technisch personeel. De vastlegging is bedoeld om de versterking met lokaal personeel gedurende een periode van ten hoogste drie jaar te betalen. In 2001 zijn er circa 40 gespe cialiseerde technische medewerkers aangeworven om de capaciteit van de delegaties op de gebieden aanbestedingen en toezicht te verbeteren.

* Kaderovereenkomsten voor specifieke technische opgaven:

- In 2000 zijn er twee kaderovereenkomsten ondertekend en zijn er middelen uit de begroting voor 2000 toegewezen. In 2001 is er in totaal EUR 112 410 uitbetaald.

- Kaderovereenkomst met de Europese Investeringsbank (EIB): in 2000 is er een overeenkomst met de EIB gesloten waardoor er gedurende zes jaar een beroep kan worden gedaan op de deskundigheid van het technisch personeel van de Bank. Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesie fonds hebben gelijksoortige parallelle overeenkomsten met de Bank gesloten. De begrotingstoewijzing hiervoor bedroeg EUR 210 000.

* Seminars over de Richtlijn milieueffectbeoordeling: in 2001 zijn er seminars georganiseerd om het inzicht van de nationale autoriteiten in de bepa lingen van de Richtlijn milieueffectbeoordeling te vergroten (zie ook hoofdstuk 3). Hiervoor is in 2001 een bedrag van EUR 33 434 betaald.

Tabel 6: Begrotingstoewijzingen en betalingen voor technische bijstand - 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 7: Begrotingstoewijzing voor technische bijstand - 2000

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Specifieke aandachtspunten in 2001

3. FINANCIEEL BEHEER EN CONTROLE

De kandidaat-lidstaten en de Com missie zijn er gezamenlijk voor verantwoor delijk dat de onder het ISPA beschikbaar gestelde communautaire bijstand - EUR 7 280 miljoen in de periode van 2000 tot 2006 of wel EUR 1 040 miljoen per jaar (op basis van het prijsniveau van 1999) - goed wordt beheerd en goed wordt uitgegeven.

EG-verordening nr. 1267/1999 [7] schrijft voor dat uiterlijk per 1 januari 2002 de kandi daat-lidstaten een deugdelijk beheers- en controlesysteem hebben ingericht waarmee kan worden gewaarborgd:

[7] EG nr. 1267/1999 van 21 juni 1999, artikel 9 sub 1.

- dat de ISPA-bijstand adequaat wordt uitgevoerd;

- dat het beheer en de controle gescheiden worden gehouden; en

- dat er nauwkeurige declaraties van uitgaven worden bijgehouden, op basis van boekhoudsystemen met verifieerbare ondersteunende bewijsstukken.

Voorts schrijft de verordening voor dat de kandidaat-lidstaten regelmatig nagaan of de maat regelen adequaat zijn uitgevoerd, dat zij onregelmatigheden voorkómen, dat zij daartegen actie ondernemen en dat eventuele bedragen die door onregel matigheden of nalatigheid zijn verloren, terugvorderen.

EG-verordeningen zijn niet rechtstreeks geldig in kandidaat-lidstaten en daarom zijn deze vereisten opgenomen en nader uitgewerkt in bijlage III van elk financierings memorandum.

Van alle tien ISPA-kandidaat-lidstaten heeft de Commissie in de periode van oktober 2001 tot januari 2002 de systemen doorgelicht om na te gaan in hoeverre de kandi daat-lidstaten hun beheers- en controlesystemen zodanig hebben ingericht dat deze voldoen aan de vereisten van bijlage III van de financieringsmemoranda, om de geschiktheid van deze systemen te beoordelen en om aanbevelingen te doen.

Uit de resultaten van de controles blijkt dat de kandidaat-lidstaten aanzienlijke inspanningen hebben geleverd om hun beheers- en controlesystemen in te richten en dat er in het algemeen goede voortgang wordt geboekt om te voldoen aan de vereisten van bijlage III van de financierings memoranda. Op een aantal gebieden moeten echter nog verdere essentiële stappen worden genomen om onderstaande algemene zwakke punten te verhelpen:

* De interne financiële controle functioneert in de praktijk nog niet goed, vaak doordat er te weinig personeel en ervaring aanwezig zijn;

* Het is (in een aantal landen) niet duidelijk hoe en door wie uitgaven worden gecontroleerd die bij de Europese Commissie ter vergoeding in de vorm van tus sentijdse betalingen worden gedeclareerd;

* Het ontbreken van een deugdelijke functionele scheiding tussen boekhouding, betalingen en financiële controle;

* Het gebruik van verschillende systemen voor boekhouding en verslaglegging bij de verschillende instanties die bij de uitvoering van een maatregel zijn betrokken;

* In de beheers- en controlesystemen zijn er veel wijzigingen en aanvullingen door gevoerd. Er is in sommige gevallen een duidelijke behoefte dat de nationaal ordonnateur een volledig pakket van het uitvoeringsdocument uitgeeft dat een volledige en bijgewerkte beschrijving bevat van het in de kandidaat-lidstaten in gebruik zijnde beheers- en controlesysteem;

* Het ontbreken van een nauwe samenwerking en coördinatie tussen de verschillende ISPA-instanties;

* Behoefte aan uitvoerige procedurehandboeken bij elke ISPA-instantie, waarin de uitvoeringsstappen voor de verschillende taken op praktische wijze zijn beschre ven;

* Ontbreken van procedures voor een passende behandeling van onregelmatigheden (preventie, opsporing, terugvordering, verslaglegging);

* Behoefte om overeenkomsten tussen nationaal ordonnateur/sectorieel ordonnateur en sectorieel ordonnateur/uitvoerende instanties af te sluiten waarmee taken en de verslaglegging worden gedelegeerd, en

* Behoefte om een systeem voor controles ter plaatse te ontwikkelen om de geschiktheid van beheers- en controlesystemen te verifiëren en om - steekproefsgewijs - projectuitgaven te controleren.

De kandidaat-lidstaten behandelen momenteel de in de controleverslagen weerge geven bevindingen en aanbevelingen. In 2002 zullen de controlediensten van de Commissie deze acties een vervolg geven. Ook de onderwerpen die in de eerste controleronde niet aan de orde zijn gekomen, zoals aanbestedingen en gunningen en het toezicht op uiteindelijke begunstigden, worden in de volgende ronde doorgelicht. Tot slot zal in de loop van 2002 worden begonnen met financiële controles, teneinde redelijke zekerheid te verkrijgen over de wettigheid en regelmatigheid van uitgaven die in de begunstigde landen worden gedaan.

4. VERGROTING VAN HET INZICHT IN DE RICHTLIJNEN INZAKE DE MILIEUEFFECT BEOOR DELING

De projecten moeten overeenstemmen met de belangrijkste beginselen van het EG-milieu beleid, met name waar het gaat om preventieve actie, herstel van schade bij de bron en het principe dat de vervuiler betaalt. Belangrijk is ook de verplichting dat de ontwikkeling van afzonderlijke infrastructuur binnen een breder beheersplan wordt gecombineerd.

Één sleutelelement van de milieuwetgeving waarmee in projecten op de gebieden vervoer en milieu rekening moet worden gehouden, is Richtlijn 85/337/EEG betreffende de milieueffectbeoordeling (MER) zoals gewijzigd bij 97/11/EG. Deze verschaft de wettelijke basis voor de beoordeling van mogelijke effecten van grote infrastructuurprojecten op het milieu en geldt als uitgangspunt bij de beoordeling van de conformiteit van de voorgestelde projecten aan de voorschriften op dit gebied.

Opgemerkt dient te worden dat de inrichting van vervoers- en milieuinfrastructuur die voor ISPA-financiering in aanmerking komt, in het algemeen valt onder bijlage I van deze richtlijn (een milieueffectbeoordeling is voorgeschreven) of onder bijlage II (nationale autoriteiten moeten op grond van vooraf gestelde criteria beslissen of een volledige milieu effectbeoordeling noodzakelijk is). Een belangrijke vereiste van de EU-richtlijn betreffende de milieueffectbeoordeling is de inspraak van de bevolking, alsmede van de desbetreffende milieu-instanties. Doordat er in de meeste begunstigde landen geen concrete wettelijke basis bestaat die in overeen stemming is met de vereisten van het EU-acquis, houdt de Commissie van begin af aan vast aan enkele mini mum normen waaraan in de verschillende fasen van de procedures van de milieubeoordeling moet zijn voldaan. In de loop van 2001 zullen de meeste landen de omzetting van de richtlijnen betreffende de milieueffectbeoordeling (85/337/EEG en 97/11/EG) hebben voltooid, maar om een goede uitvoering van de regels te kunnen blijven garanderen, blijven een voortdurende controle en concrete adviezen en steun van de Commissie nodig. Milieueffectbeoordelingen zijn gecompliceerd, niet alleen door de technische aard van het benodigde effectonderzoek maar ook doordat er zoveel coördinatie nodig is met verschillende medespelers die erbij moeten worden betrokken. Bovendien duurt het vaak lang voordat zij zijn afgerond. Daarom is het essentieel dat voor ISPA-aanvragen het juiste tijdstip wordt gekozen en vroegtijdig met procedures wordt begonnen; dit een aspect dienen de landen te verbeteren.

Een ander belangrijk element bij deze analyse van mogelijke milieueffecten van ISPA-projecten is de beoordeling van mogelijke effecten op ecologisch gevoelige gebieden vanuit het oogpunt van natuurbescherming. Om onomkeerbare schade te voorkomen aan gebieden die in de begunstigde landen deel zouden kunnen gaan uit maken van het toekomstige Natura 2000-netwerk (na uitvoering van Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand en Richtlijn 92/43/EG inzake de instandhouding van natuurlijke habitats), wordt voor elk project een deugdelijke analyse gevraagd. Met het oog op deze analyse heeft de Commissie in 2001 een nieuwe versie van bijlage I van het ISPA-aanvraagformulier opgesteld. Dit bevat nu een meer gerichte vragenlijst over de mogelijke gevolgen voor toekomstige Natura 2000-gebieden, zoals momenteel al voor lidstaten het geval is waar het gaat om projecten in het kader van het Cohesiefonds en de structuurfondsen.

Om het inzicht van de nationale autoriteiten in de bepalingen van de richtlijn betref fende de milieueffectbeoordelingen te vergroten en daarmee de kwaliteit van de finan cierings aanvragen te verbeteren, heeft de Commissie in 2001 tien thematische seminars gefinancierd. Daarmee is voortgeborduurd op de in het eerste ISPA-jaar opgedane ervaringen en moet de wijze waarop de autoriteiten in de begunstigde landen milieueffectstudies uitvoeren, worden verbeterd. Hierna moeten de gedane aanbevelingen worden ingebracht in de aanbestedings- en contracteringsfase. Deze tien seminars zijn bijgewoond door vertegenwoordigers van ministeries van kandi daat-lidstaten, door personeel van uitvoerende instanties (de nationale instanties ver antwoordelijk voor de projectuitvoering) die de projectcyclus begeleiden vanaf het haal baar heidsonderzoek tot aan de aanbestedings- en contracteringsfase, en door ambtenaren van de Commissie. Lokale belanghebbenden waren ook bij de organisatie betrokken en hebben een aantal activiteiten bijgewoond. Een internationale consulent heeft algemene informatie verstrekt over de richtlijn inzake de milieueffectbeoordeling en over de bijbehorende procedure en heeft ervaringen doorgegeven op grond waarvan het een en ander kon worden geïnventariseerd. Met name zijn ervaringen met het Cohesiefonds naar voren gebracht. De bijeenkomsten zijn zoveel mogelijk ook bijgewoond door vertegen woor digers van de EIB, de EBRD en de Wereldbank. Deze internationale financiële instellingen hebben grote belangstelling aan de dag gelegd om te participeren in de ontwikke ling en concipiëring van ISPA-projecten in alle tien kandidaat-lidstaten.

5. OPENBARE AANBESTEDINGEN

De via het ISPA door de Commissie gesubsidieerde maatregelen moeten verenigbaar zijn met de takken van communautair beleid. Met name moeten zij voldoen aan de mededingingsregels en aan de regels inzake aanbestedingen. Het gaat daarbij meer in het bijzonder om de inachtneming van de beginselen inzake de aanbeste dings voorschriften. In verband met dit laatste moet de hand worden gehouden aan de beginselen die zijn vastgelegd in titel IX van het Financieel Reglement van 21 december 1977 dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. Bovendien bevatten de bijlagen bij elk financieringsmemorandum dat met een begunstigd land voor een specifiek project is gesloten, gedetailleerde voorschriften over de aanbestedings- en contracterings procedures.

Sinds begin 2001 zijn de aanbestedingsvoorschriften waaraan begunstigde landen voor contracten voor diensten, werken en leveringen moeten voldoen, uitvoerig beschreven in de praktische gids betreffende de bij PHARE, ISPA & Sapard toe te passen procedures voor de sluiting van contracten (PRAG). Deze staan echter wel het gebruik toe van FIDIC-contractvoorwaarden (FIDIC: Fédération international des ingénieurs-conseils) voor projecten voor werken. Tot uiterlijk begin 2001 zijn ook nog enkele procedures goedgekeurd die worden afgerond volgens het vroegere DIS-systeem.

Opgemerkt dient te worden dat het gebruik van FIDIC-contractvoorwaarden de mogelijkheid van differentiatie van projecten toelaat waarbij de verplichting van ontwerp en verantwoordelijkheid het best bij de contractant zijn ondergebracht. Deze heeft daarmee de verplichting, volgens bepaalde prestatie-eisen op te leveren (contractvoorwaarden: Design & Build). Deze voorwaarden zijn zeer passend voor bepaalde typen werkzaamheden, met name in de sector milieu.

Aan bijna alle contracten voor werken is een contract voor diensten gekoppeld voor de levering van onafhankelijk toezicht (door de "engineer" in FIDIC-terminologie), waarbij de juiste professionele onafhankelijke controle wordt uitgeoefend en een soepele gereguleerde werk uitvoering is gewaarborgd.

6. AANPASSINGEN IN HET WETTELIJKE KADER

In 2001 zijn er in het wettelijk kader waarbinnen het ISPA werkzaam is, twee wijzigingen aangebracht. Deze wijzigingen hebben in wezen betrekking op de passend heid van offertes om mee te dingen naar ISPA-contracten.

Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad [Verordening inzake financiële pretoetredingssteun voor Turkije en tot wijziging van ver ordeningen (EEG) nr. 3906/89, (EG) nr. 1267/1999, (EG) nr. 1268/1999 en (EG) nr. 555/2000].

Met Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad van 17 december 2001 inzake de financiële pretoetredingssteun voor Turkije wordt verordening (EG) nr. 1267/1999 gewijzigd door de geschiktheid om deel te nemen in ISPA-aanbestedingen, uit te breiden met Cyprus, Malta en Turkije.

Met artikel 12 lid 3 van Verordening 2500/2001 van de Raad wordt Verordening nr. 1267/1999 van de Raad (de ISPA-verordening) aangepast doordat aan artikel 7 een nieuwe paragraaf is toegevoegd waarmee de geschiktheid om deel te nemen in aanbestedingen en contracten wordt, uitgebreid naar natuurlijke en juridische perso nen van bovengenoemde landen op voorwaarden zoals die ook van toepassing zijn op alle natuurlijke en juridische personen uit de lidstaten en de begunstigde landen. Met deze verordening, die per 30 december 2001 van kracht is geworden, worden ook de twee andere pretoetredingsverordeningen voor PHARE en Sapard gewijzigd.

Deze wijziging van de ISPA-verordening moet worden doorgevoerd in reeds voor ISPA-financiering goedgekeurde maatregelen, en wel door middel van een dienover een komstige wijziging van de in 2000 en 2001 overeengekomen financierings memoranda. Deze wijzigingen van de financieringsmemoranda zijn in het eerste halfjaar van 2002 uitgevoerd.

Verordening (EG) nr. 2382/2001 van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1267/99 van de Raad tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid.

Na het eerste jaar dat het ISPA is uitgevoerd, werd een technische wijziging van de verordening van de Raad waarmee dit instrument wordt ingesteld, noodzakelijk.

Bij het beheer van het ISPA tracht de Commissie - in overeenstemming met het beginsel volgens de ISPA-verordening - te komen tot medefinanciering met inter natio nale financiële instellingen. Deze medefinanciering zorgt ervoor dat de kwali teit van de projectvoorbereiding aanzienlijk wordt verbeterd (beoordeling door inter nationale finan ciële in stel lingen), dat de met communautaire kredieten behaalde hef boomwerking wordt versterkt en dat een doelmatige uitvoering beter is gewaar borgd.

De meeste van deze banken (met name de EBRD, de Wereldbank, de Nordic Invest ment Bank enz.) zijn echter verplicht, openbare aanbestedingsprocedures uit te schrijven waarop ook onderdanen van derde landen kunnen inschrijven; en deze procedures zijn niet verenigbaar met de bepalingen van het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. Daardoor is er een aanzienlijk risico dat deze medefinanciering niet als een subsidiabele aanvulling op de ISPA-bijstand kan worden beschouwd.

Gezien hun beperkte begrotingsmiddelen maken de kandidaat-lidstaten in ruime mate gebruik van internationale banken voor de noodzakelijke finan ciële inbreng in aan vulling van de ISPA-financiering. Doordat medefinanciering verstrekt door inter nationale banken als uitgaven die onder het ISPA subsidiabel zijn, niet is toegestaan, komt de financiële opzet en daarmee ook de uitvoering van veel aan het ISPA voorgestelde projecten in gevaar.

Dit probleem kon worden opgelost door in de ISPA-verordening een bepaling op te nemen die, in overeenstemming met artikel 114 2 van het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Gemeen schappen, toelaat dat in bijzondere gevallen onder danen van derde landen mogen inschrijven op aan be stedingen voor projecten die externe hulp ontvangen welke ten laste gaat van de Gemeenschapsbegroting.

Deze wijziging zou ook toelaten dat de financiële inbreng van internationale finan ciële instellingen als subsidiabele aanvulling op de ISPA-steun kan worden beschouwd, telkens wanneer deze inbreng onmisbaar is voor de medefinanciering van het ISPA-project en ook wanneer deze voortkomt vanuit openbare aanbe ste dingprocedures waaraan derde landen kunnen deelnemen (in overeen stemming met de voorschriften waaraan deze financiële instellingen zijn gebonden). De Commissie onderzoekt de desbetreffende maatregelen per geval, en wanneer dit gerechtigd is, past zij de afwijking toe zoals voorzien in artikel 6a lid 2 van de aangepaste ISPA-verordening.

Toen het Parlement het Commissievoorstel behandelde om de ISPA-verordening ten aanzien van de subsidiabiliteitsregels bij medefinanciering door inter natio nale finan ciële instellingen te wijzigen, heeft het daarop positief geadviseerd maar daarbij wel bepaalde aanpassingen met betrekking tot de financiële controle en de behandeling van on regel matigheden voorgesteld. De Commissie heeft de zorg van het Parle ment opgepakt en kan zich daar volledig in vinden. Bij de aanvaarding van de wijziging door de Raad heeft zij een verklaring uitgegeven waarin de Commissie de aanscherping van de bepalingen inzake de bestrijding van fraude en onregelmatigheden bevestigde, welke reeds in de financieringsmemoranda zijn voorzien. Na dit ver zoek herziet de Commissie in 2002 de desbetreffende bijlage van het finan cie ringsmemorandum om deze geheel af te stemmen op de bepalingen van de ontwerpverordening van de Commissie [8] tot vaststelling van bepalingen met betrekking tot beheers- en controlesystemen en de procedure inzake financiële correcties betreffende uit het Cohesiefonds toegekende bijstand. Met deze wijzigingen, die in 2002 zullen worden ingevoerd, zal de Commissie de bepalingen voor het beheers- en controlesysteem en de melding van onregelmatigheden aanscherpen, maar ook de bestaande verschillen tussen het ISPA en het Cohesiefonds verkleinen. Verkleining van de kloof tussen deze twee financieringsinstrumenten heeft voor de Commissie een bijkomend voordeel doordat bij toetreding de overgang van het ISPA naar het Cohesiefonds wordt versoepeld.

[8] ONTWERPVERORDENING VAN DE COMMISSIE TOT VASTSTELLING VAN UITVOERINGSBEPALINGEN VOOR VERORDENING (EG) NR. 1164/94 VAN DE RAAD MET BETREKKING TOT BEHEERS- EN CONTROLESYSTEMEN EN DE PROCEDURE INZAKE FINANCIËLE CORRECTIES BETREFFENDE UIT HET COHESIEFONDS TOEGEKENDE BIJSTAND.

7. VOORBEREIDING VOOR HET "EDIS" (SYSTEEM VOOR DE UITVOERING VAN DE UITGEBREIDE DECENTRALISATIE)

Krachtens artikel 12 lid 2 van Verordening nr. 1266/1999 kan de Commissie uitvoerende instanties in kandidaat-lidstaten het recht toekennen dat zij de bijstand op gedecentraliseerde basis zelf beheren en de vereiste loslaten dat aanbestedings- en contracterings procedures vooraf worden goedgekeurd. Dit wordt genoemd het Systeem voor de uitvoering van de uitgebreide decentralisatie (EDIS). De toekenning van dit recht door de Commissie hangt ervan af of de desbetreffende uitvoerende instantie(s) heeft resp. hebben voldaan aan specifieke voorwaarden en criteria. Deze eisen omvatten een bijzonder effectieve interne controle, een onafhankelijke finan ciële con trole, een effectief systeem voor boekhouding en financiële verslaglegging, een passende personeelsvoorziening en scheiding der machten. Boven dien moeten nationale aanbestedingsvoorschriften door de Com missie zijn goedgekeurd als zijnde voldoende aan de vereisten van titel IX van het Financieel Reglement.

In december 2000 heeft de Commissie de kandidaat-lidstaten het document over de voorbereiding op uitgebreide decentralisatie van PHARE- en ISPA-programma's toegezonden; dit bevat de richtsnoeren en controlelijsten ter voorbe reiding om te kunnen voldoen aan de EDIS-voorwaarden. In 2001 heeft de Commissie een ver volgdocument opgesteld dat de fasen in de procedure op weg naar het EDIS nader beschrijft. Dit document is een routekaart naar het EDIS ten behoeve van het ISPA en PHARE dat met kandidaat-lidstaten is doorgesproken en in oktober 2001 in definitieve vorm is rondgestuurd. Het beschrijft de vier fasen: onderzoek naar leemten, opvullen van leemten, conformi teits onderzoek en de voor be reiding voor een Com mis siebesluit.

Voor de eerste drie fasen voor het ISPA is technische bijstand aanwezig. Tegen het einde van 2001 waren er vijf besluiten genomen over steun in de vorm van technische bijstand (Estland, de Tsjechische Republiek, Polen, Letland en Litouwen) en bevonden er vier zich in de ontwerpfase.

Terwijl de kandidaat-lidstaten krachtig worden aangemoedigd om het EDIS te gaan gebruiken en daarbij ook worden gesteund, moet er aan worden herinnerd dat zij in alle gevallen verantwoordelijk zijn voor het opzetten van passende financiële beheers- en controlesystemen krachtens artikel 9 van Verordening nr. 1267/1999 (zie ook hoofdstuk 6).

8. PROJECTBEWAKING

Alle ISPA-projecten vallen onder de bepalingen van de ISPA-verordening en van de financieringsovereenkomst voor elke ISPA-maatregel voor wat betreft toezicht en evaluatie. De voortgang bij de uitvoering wordt systematisch en periodiek gecontroleerd door de diensten van de Commissie, met name door de toezichtcomités. Deze worden twee maal jaarlijks door de nationale autoriteiten georganiseerd.

Statistische gegevens ter bewaking van de materiële en financiële voortgang zijn nuttig als indicatoren om de effectiviteit van de uitvoering te beoordelen, en boven dien om de bredere economische en sociale effecten van het ISPA te kunnen evalueren.

De nationale ISPA-coördinator is verantwoordelijk voor de organisatie van de toezicht comités.

Tot de belangrijkste verantwoordelijkheden van het comité behoren:

* toezicht op de algehele uitvoering van ISPA-projecten in het land;

* toezicht op de uitvoering van elk ISPA-project in het begunstigde land; hierbij moet gebruik worden gemaakt van financiële en materiële indicatoren;

* controle op voortgangsverslagen, en goedkeuring van jaarlijkse voortgangs verslagen;

* voorstellen (om aan de Commissie voor te leggen) van bijstellingen ten aanzien van bedragen en voorwaarden die op basis van de uitkomsten van het toezicht kunnen zijn vereist;

* beslissen, met goedkeuring van de Commissie, over eventuele aanvullende bevoegdheden voor het comité.

In 2001 hebben in alle kandidaat-lidstaten de eerste twee ronden van het toezichtcomité plaatsgevonden. Samenvattingen van deze vergaderingen zijn doorge geven aan het comité van beheer voor het ISPA.

9. DE ONTWIKKELING VAN MEDEFINANCIERING

De ISPA-verordening bevat een plafond voor de bijdrage van ISPA-middelen aan maatregelen. Het niveau van de communautaire bijstand bedraagt maximaal 75 % van de overheidsuitgaven. In uitzonderlijke gevallen kan het niveau van de bij stand worden verhoogd tot 85 %, of zelfs tot 100 % bij projecten voor technische bijstand op initiatief van de Commissie. Het bijstandsniveau moet worden beperkt met het oog op de beschikbaarheid van medefinanciering (en de mogelijkheid dat de investering inkomsten oplevert).

De bronnen voor medefinanciering zijn voornamelijk bijdragen uit de nationale begroting of gemeentelijke bronnen (gewoonlijk bij milieuprojecten). Ook nu zijn de EIB en andere internationale financiële instellingen, met name de EBRD, sleutel partners bij de verstrekking van medefinanciering. Een bijkomend voordeel van mede financiering met deze internationale krediet instellingen is zeker ook hun er va ring op het gebied van projectuitvoering. De Commissie verga dert regelmatig met beide financiële instellingen, zowel op horizontaal niveau om beleidsaspecten op het gebied van programmering en uitvoering door te spreken en te coördineren, als op nationaal niveau. Voor zover mogelijk, worden gezamenlijke projectidentificatie- en -beoordelingsmissies voor die sectoren en projecten georganiseerd waarvoor naar medefinanciering wordt gestreefd. In 2001 zijn er een aantal van deze missies ondernomen.

In 2001 lag voor alle projecten het subsidieniveau op gemiddeld circa 64 % (bijna gelijk aan het niveau van 2000), waarmee reeds in de eerste operationele jaren van het ISPA een flinke hefboomwerking wordt verkregen.

Het huidige niveau van de medefinanciering bij investeringsprojecten in de sector vervoer loopt van 44 % voor een spoorwegproject in Litouwen tot 75 %. Bij inves teringsprojecten in de sector milieu loopt het subsidieniveau van 47% voor een drinkwater- en rioolwaterproject in Litouwen tot 75 %. Evenals in 2000 waren er geen projecten waarvoor een subsidieniveau van 85 % is aangevraagd (maar dit hogere niveau is wel op enkele projecten voor technische bijstand toegepast).

Europese Investeringsbank (EIB)

De resultaten van de eerste twee jaren dat het ISPA en de EIB samenwerken, zijn zeer positief. Deze samenwerking vond plaats op twee verschillende niveaus. Ten eerste zijn er de eerste twee jaar dat het ISPA wordt uitgevoerd, een aantal coör dinatievergaderingen gehouden om het werkkader op te zetten en de samen wer kingsovereenkomst in werking te stellen (ondertekening in 2000). De over eenkomst moest de basis leggen voor een geslaagde samenwerking tussen de Commissie en de EIB, om te kunnen bepalen hoe ISPA-subsidies het best kunnen worden gecombineerd met EIB-leningen. Het hoofddoel was, de hef boom werking van de EG-subsidies zo veel mogelijk te versterken en in het bijzonder, de EG-begrotingsmiddelen te bestemmen voor die projecten die een grotere bijdrage in de vorm van subsidie nodig hebben.

Ten tweede heeft de uitwisseling van informatie op projectniveau in een zeer vroege fase van de projectidentificatieprocedure plaatsgevonden om mogelijke voorstellen voor medefinanciering te kunnen aanwijzen. De samenwerking met de EIB heeft in 2001 geresulteerd in de gezamenlijke medefinanciering van een aantal projecten (zie ook tabel 8).

In zulke gevallen worden de door de kandidaat-lidstaten ingediende voorstellen door beide instellingen beoordeeld en worden de resultaten door beide gebruikt. In dit kader moeten echter ook enkele aanloopmoeilijkheden worden genoemd die zich hebben voorgedaan op weg naar een efficiënte samenwerking tussen het ISPA en de EIB. Dit zijn onder andere de complexiteit van de procedures van zowel het ISPA als van de EIB, de afstemming in de tijd wanneer de besluit vorming bij beide instellingen niet parallel verloopt en de noodzaak dat het desbetreffende begunstigde land tijdelijk met beide instellingen te maken heeft om de middelen van de Commissie en van de Bank optimaal voor zijn projecten te benutten.

Bij de projecten die niet door de EIB worden medegefinancierd, voorziet de samenwerkingsovereenkomst erin dat de EIB door de Commissie kan worden geraadpleegd of uitgenodigd om aan de beoordeling van sommige ISPA-projecten deel te nemen. Daardoor kan de Commissie profiteren van de technische bijstand van de EIB. In 2000 en 2001 is de EIB om 19 "eerste reacties" gevraagd (zie ook tabel 9).

Tabel 8: 2001 ISPA-projecten medegefinancierd door de EIB

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 9: Lijst van eerste reacties uitgevoerd door de EIB in het kader van de kaderovereenkomst Jaar 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD)

De goede werkrelatie met de EBRD, die met de start van het ISPA is begonnen, is in 2001 voortgezet. Op een geregelde basis is er informatie uitgewisseld en zijn er coördinatievergaderingen gehouden, er is een voortdurende afstemming geweest over de aanpak van projecten en ook is er uitvoerig gediscussieerd over de te gebruiken methoden. Sinds 2000 wist de Commissie dat de ISPA-verordening moest worden gewijzigd om door de EBRD te financieren uitgaven te kunnen beschouwen als aanvullende subsidiabele uitgaven. Deze wijziging is in december 2001 vol tooid, waarmee ervoor is gezorgd dat projecten kunnen worden gefinancierd met combinaties van ISPA-subsidies en EBRD-kredieten (zie ook hoofdstuk 7).

De specialistische kennis van de EBRD om gecombineerde financieringen van subsidies en leningen te organiseren, met inbegrip van publiek-private partner schappen, is nuttig gebleven bij de voorbereiding van door het ISPA ondersteunde projecten. De EBRD kan rechtstreeks lenen aan gemeenten en nutsbedrijven zonder staatsgarantie, wat de samenwerking met het ISPA extra flexibiliteit verschaft.

Het aantal projecten dat door het ISPA en de EBRD wordt medegefinancierd, verschilt sterk van sector tot sector en van land tot land. In 2001 hebben het ISPA en de EBRD in projecten samengewerkt, zoals weergegeven in tabel 10:

Tabel 10: 2001 ISPA-projecten die door de EBRD zijn medegefinancierd

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Andere financiële instellingen

In 2001 is er op projectniveau informatie uitgewisseld met de Noordse banken en andere instellingen. De samenwerking met de Nordic Investment Bank (NIB) en de Nordic Environment Finance Corporation (NEFCO) heeft geresulteerd in de ge zamen lijke medefinanciering van drie maatregelen in Letland. Dit omvat een totale uitgave van EUR 94,94 miljoen, waaraan de NIB bijdraagt met EUR 3,411 miljoen en de NEFCO met EUR 3,116 miljoen. De Zweedse Instantie voor Internationale Ontwikke lings samen werking (SIDA) financiert parallel een jumelageregeling met het vuilnis bedrijf van de regio Liepaja in Letland. Ook aan de voorbereiding van projecten in Litouwen wordt steun verleend: SIDA aan de rioolwaterzuivering in Kaunas, het Finse ministerie van Milieu aan het beheer van afvalstoffen in Klaipeda en DEPA aan het beheer van afvalstoffen in Vilnius.

Tabel 11: ISPA-projecten medegefinancierd door de NIB en de NEFCO

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bovendien loopt er in Letland één maatregel met parallelle medefinanciering met de Wereldbank (EUR 2,378 miljoen - vaste afvalstoffen in Liepaja).

Publiek-private partnerschappen

Een mogelijke oplossing om aanvullende middelen aan te trekken is, de particuliere sector betrekken bij overheidsdiensten. Dit is een reden dat sommige landen nu overgaan tot publiek-private partnerschappen (PPP). Een andere belangrijke factor om de particuliere sector bij het ISPA-proces te betrekken, is de ervaring die internationale medespelers en nutsbedrijven van naam kunnen inbrengen. PPP-systemen zullen dan ook in het algemeen de doelmatigheid van beheer en exploitatie helpen vergroten.

Deze trend is in een stroomversnelling geraakt doordat middelgrote en kleine steden moeten voldoen aan Gemeenschapswetgeving die is gericht op een hogere drink water kwaliteit, een betere rioolwaterzuivering en een beter afvalstoffenbeheer. Maar ook in de sector vervoer wordt de betrokkenheid van particuliere partners bij exploitatie, beheer en investeringen een belangrijk factor.

Zulke PPP-systemen worden hiermee, ook in het kader van ISPA-activiteiten, steeds belangrijker. Er zijn echter bijzondere situaties waarin het de vraag is tot hoe ver ISPA-subsidie kan worden toegewezen in een geprivatiseerde situatie die gecom pliceerd is ten gevolge van bestaande, reeds verstrekte concessies zonder dat trans parantie en billijkheid zijn gewaarborgd. Bovendien zou het ISPA geen particuliere partners mogen verdringen, waarmee het zuiver 'aanvullend' blijft.

In het geval van de kandidaat-lidstaten is er zeker behoefte dat advies wordt verstrekt aan gemeenten en andere overheidslichamen die partnerschappen met particuliere medespelers willen aangaan.

Het is duidelijk dat er gevallen bestaan die het risico inhouden dat de voordelen van een ISPA-subsidie ten goede komen aan het particuliere bedrijf in plaats van aan het overheidsbedrijf, bijvoorbeeld wanneer de nationale autoriteit activa heeft geprivatiseerd met de bedoeling dat de particuliere investeerder de investering inbrengt om het geheel aan de milieuwetgeving te laten voldoen of om moderniseringen uit te voeren. Het risico bestaat dat reeds in de verkoopprijs met deze investeringen is rekening gehouden. Verstrekking van een ISPA-subsidie zou dan uiteindelijk in houden dat er dubbel wordt betaald.

Alle uitvoerende instanties in de begunstigde landen moeten de EU-beginselen inzake openbare aanbestedingen opvolgen waar het gaat om publiek-private partner schappen voor projecten die met ISPA-middelen worden medegefinancierd.

De extreme zwakte van de publiekrechtelijke instellingen in de begunstigde landen is genoemd als risicofactor bij een volledig gedereguleerde benadering van de markt: bij de uitvoering van een concessiecontract zouden de krachten extreem kunnen doorslaan naar de kant van de vergunninghouder. Deze situatie zou bij het hanteren van contractgegevens zoals tarieven zeer gevaarlijk kunnen zijn wanneer de publiekrechtelijke instelling niet beschikt over de benodigde kennis en capaciteit om te kunnen omgaan met complexiteit en veranderingen.

Om deze tekortkomingen aan te pakken, heeft de Commissie in 2001, na een open bare internationale procedure, een kaderovereenkomst gesloten ter waarde van EUR 3,1 miljoen voor analyse, advisering en bijstand ten behoeve van de Commissie en de overheidslichamen over de omgang met publiek-private regelingen die van belang zijn voor ISPA-projecten (zie ook tabel 6).

10. COÖRDINATIE TUSSEN PRETOETREDINGSINSTRUMENTEN

Zoals is vereist door Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad inzake van de coördinatie van pretoetredingsbijstand, zorgt de Commissie voor nauwe coördi natie tussen de drie pretoetredingsinstrumenten, PHARE, Sapard en ISPA. In over een stemming met de bepalingen van deze verordening speelt het comité van beheer van PHARE een bijzondere rol in de algehele coördinatie van de drie pretoetre dingsinstrumenten.

Coördinatie met het gezamenlijke toezichtcomité (PHARE)

Het gezamenlijke toezichtcomité is verantwoordelijk voor de coördinatie van het toezicht op elk pretoetredingsinstrument (PHARE, Sapard en ISPA) en voor de beoordeling van door de EU gefinancierde bijstand in de begunstigde landen.

Het gezamenlijke comité ontvangt de notulen van het ISPA-toezichtcomité en kan indien nodig aanbevelingen doen aan het ISPA-comité of aan de Commissie.

De vergaderingen van het ISPA-toezichtcomité worden zo veel mogelijk zo georga ni seerd dat zij samenvallen met de vergaderingen van het gezamenlijke toezicht comité.

Coördinatie binnen de Commissie

Binnen de Commissie zijn er sinds maart 2000 een aantal vergaderingen geweest van een breed coördinatiecomité, waarin alle relevante diensten van de Commissie zijn vertegen woordigd (Uitbreiding, Landbouw, Regionaal beleid, Begroting, Gezond heids- en consumentenbescherming, Juridische dienst). Op de agenda voor de verga deringen in 2001 en begin 2002 stonden o.a. financiële controle en beheer, overheidsopdrachten, inventarisatie van stappen op weg naar de uitge breide decentralisatie (EDIS) en de kwesties die zich zullen voordoen bij de overgang naar de structuurfondsen en het Cohesiefonds.

Coördinatie met EG-delegaties

De diensten van de Commissie (Uitbreiding, Buitenlandse betrekkingen en Regio naal beleid) hebben periodieke vergaderingen gehouden met de bij de EG-delegaties voor de uitvoering van PHARE en ISPA verantwoordelijke deskundigen om kwes ties betreffende de programmering en uitvoering te bespreken, met name ten aanzien van aanbesteding en contractering. Momenteel - voordat het EDIS in werking treedt - zijn de EG-delegaties nog verantwoordelijk voor de goedkeuring en bevestiging vooraf van aanbe ste dingsstukken, evaluatiecomités en contracten, communicatie en informatie

11. COMMUNICATIEPROGRAMMA

Voor het tijdvak 2001-2006 is er een communicatieprogramma opgesteld dat in grote lijnen de informatie weergeeft die aan de verschillende doelgroepen voor het ISPA moet worden verstrekt. Het benadrukt het belang om in het eerste jaar de procedures uit te leggen en vanaf 2002 de resultaten weer te geven. De uitvoering vindt plaats door middel van de kaderovereenkomsten die de Commissie (DG Regionaal beleid) begin 2002 heeft afgesloten en via nog af te sluiten contracten voor activiteiten op het gebied van informatie en communicatie die samenhangen met verschillende fondsen die zijn gericht op economische en sociale cohesie (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Cohesiefonds en het ISPA).

Dialoog met niet-gouvernementele organisaties (NGO's)

De diensten van de Commissie hebben ook verder deelgenomen aan de dialoog met de NGO's, waarmee al in 1999 was begonnen. Het betreft een reeks vergaderingen waarbij ambtenaren van de Commissie uit verschillende directoraten-generaal (maar hoofdzakelijk het directoraat-generaal Milieu), en vertegen woordi gers van NGO's op milieugebied uit de lidstaten en de begunstigde landen zijn betrokken. De dialoog heeft tot doel de NGO's over het uitbreidingsproces te infor meren en hun de gelegenheid te geven, hun mening daarover aan de Commissie kenbaar te maken. Het Regionaal Milieucentrum voor Midden- en Oost-Europa (Regional Environmental Centre for Central and Eastern Europe - REC), dat gedeeltelijk door de EG wordt gefinancierd, organiseert de vergaderingen en stimuleert de deelneming eraan.

Ook heeft de Commissie de nationale autoriteiten aangespoord, de uitwisseling van informatie met NGO's uit te breiden, bijvoorbeeld door informele vergaderingen met NGO's te organiseren om investeringsprioriteiten te bespreken en een informatie- en communicatiestrategie te ontwikkelen waarin NGO's een rol spelen. Voorts kunnen de nationale autoriteiten NGO's uitnodigen om als waarnemers aan ISPA-toezichtcomités deel te nemen.

Website

De website wordt regelmatig bijgewerkt met inlichtingenbladen over door de Com missie geaccepteerde projecten, bijgewerkte delen van bijlagen bij de finan cierings memoranda, een herzien ISPA-handboek (waarin de ISPA-programmerings- en uitvoeringsprocedures en -praktijk worden verklaard) en nieuwe brochures over de voortgang van het ISPA-proces (zie ook hieronder). Dit is een belangrijk hulp middel bij de verspreiding van informatie over het pretoetredingsinstrument.

Tegen het einde 2001 was deze website ook ingericht om de bezoekers van de lidstaten en van de kandidaat-lidstaten in hun eigen taal te ontvangen.

Seminars

Forum over het Cohesiefonds

Op het door de Commissie georganiseerde tweede forum over het Cohesiefonds (mei 2001) hebben de diensten van de Commissie een grote verscheidenheid aan aspecten van de programmering en uitvoering van het ISPA en de voortgang ervan tot nu toe gepresenteerd.

Seminars over overheidsopdrachten

In de winter van 2001 is DG Regionaal beleid begonnen met een reeks seminars in alle kandidaat-lidstaten waarbij de nadruk lag op aanbestedingen. De eisen en procedures van PRAG en FIDIC - alsmede de beginselen die in het algemeen bij aanbestedingen worden gevolgd - zijn uiteengezet, en er zijn adviezen gegeven over kritische kwesties die zich bij aanbesteding en contractering kunnen voordoen, zoals de criteria voor selectie/gunning en evaluatie. De seminars waren gericht op nationale autoriteiten, met name de uitvoerende instanties, en op EG-delegaties. Deze scholings activiteit, die in 2002 wordt voortgezet, is een belangrijk element in de inspanningen van de Commissie om de risico's te verminderen die aan de uitvoering van het ISPA zijn verbonden.

Seminars over de richtlijn betreffende milieueffectbeoordeling (MER)

In 2001 zijn er seminars georganiseerd om het inzicht van nationale autoriteiten in de bepalingen van de richtlijn inzake de milieueffectbeoordeling (MER) te vergroten (zie ook hoofdstuk 3).

Seminar over samenwerkingsmodellen voor milieu-infrastructuurprojecten

In september 2001 heeft de Commissie samen met de Oostenrijkse regering en gefinancierd met middelen voor technische bijstand een seminar georganiseerd om nationale autoriteiten in de kandidaat-lidstaten vertrouwd te maken met de ver schil lende concepten van publiek-private partnerschappen (zie ook 2.1.4). Een verslag hiervan is op de website geplaatst.

Publicaties

In februari 2001 is er een brochure gepubliceerd met de belangrijkste gegevens van vastgelegde projecten en ISPA-activiteiten in 2000. Deze brochure is een aanvulling op het jaarlijkse verslag over 2000.

De brochure met uitgebreide adressen van EG-delegaties in de begunstigde landen en van de nationale ISPA-coördinatoren is regelmatig bijgewerkt.

Er zijn specifieke brochures gemaakt met informatie over de stand van zaken in de verschillende begunstigde landen gedurende het gehele jaar.

Globaal overzicht van de financiële bijstand

Dit hoofdstuk beschrijft de financiële bijstand en de verdeling daarvan per sector en deel sector. De statistische gegevens in de tabellen hebben betrekking op de totale projectkosten, de totale subsidiabele projectwaarde, de totale door de Commissie beschikte ISPA-bijdrage, de door de Commissie voor 2000 en 2001 gedane vastleggingen, de totale vastlegging en de in 2001 gedane betalingen. Deze gegevens worden voor elk van de tien begunstigde landen weergegeven.

De deelsectoren op de gebieden milieu en vervoer zijn de volgende:

* Milieu:

- Drinkwater

- Drinkwater en rioolwater

- Drinkwater, rioolwater en vast afval

- Rioolwaterzuivering

- Beheer van vast afval (stortplaatsen, afvalverbrandingsovens)

* Vervoer:

- Wegen

- Spoorwegen

- Spoorwegen en wegen

- Luchtvaart

* Technische bijstand:

- Projectvoorbereiding:

Dit pakket is opgezet ten behoeve van de ontwikkeling van milieu- en vervoers projecten. Prioriteiten die voor de vijf kerngebieden zijn aange wezen, zijn:

- Verbeteren van de kwaliteit van de projectselectie

- Vereenvoudigen van de projectuitvoering

- Beginnen met en begeleiden van het decentralisatieproces

- Uitwerken van advisering gericht op financiële reorganisatie

- Versterking van informatie en communicatie

- EDIS:

Er worden middelen voor technische bijstand beschikbaar gesteld om dit sleutelaspect in het beheer van Gemeenschapsmiddelen bij toetreding op te zetten (zie ook hoofdstuk 5).

Tabel 12: ISPA-begroting 2001: vastleggingen per land en per sector

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De tabel verschaft informatie over de vastleggingen voor de 94 in 2001 goedgekeurde projecten en over de tweede tranche voor in 2000 goedgekeurde projecten.

Overzicht van de financiële bijstand per land

Tabel 13: Totale ISPA-subsidie voor nieuwe in 2001 goedgekeurde projecten per land en per sector

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 13 geeft voor alle in 2001 goedgekeurde projecten het totale bedrag weer van ISPA-middelen die voor deze projecten zijn voorzien, inclusief tranches die voor volgende jaren zullen worden vastgelegd (meerjarige vastlegging).

Tabel 14: ISPA-financiering per sector van in 2000 en 2001 goedgekeurde projecten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

De tabel geeft de totale ISPA-middelen weer die in 2000 en 2001 zijn vastgelegd en goedgekeurd (169 projecten), alsmede de totale projectkosten voor deze projecten.

12. BULGARIJE

In 2001 is aan Bulgarije een totale ISPA-vastlegging van EUR 106,8 miljoen toegewezen. Deze was als volgt verdeeld: vervoer EUR 61,9 miljoen en milieu EUR 44,9 miljoen. In 2001 hadden de vastleggingen voor de maatregelen voor tech nische bijstand een waarde van EUR 4 miljoen. De toewijzing aan Bulgarije bedraagt 9,63 % van de algehele ISPA-begroting voor 2001.

Programmering

Het kader van de ISPA-programmering wordt bepaald door de door de Bulgaarse autoriteiten in overeenstemming met de Commissie opgestelde strategieën voor de sectoren vervoer en milieu. Deze strategieën bevatten indicatieve lijsten van prioritaire projecten en moeten worden herzien.

* Ten aanzien van de vervoersinfrastructuur ligt nadruk op voltooiing of moder nisering van de grote trans-Europese netwerken en de ontwikkeling van grensaansluitingen (vijf van de tien TINA-corridors lopen door Bulgarije). Het land wil graag profiteren van zijn strategische ligging tussen Grie ken land, Turkije en Midden-Europa.

Ten aanzien van het milieu hebben de Bulgaarse regering en het ISPA de volgende prioriteiten:

* Waterkwaliteit: het Nationale Prioritaire Overheidsprogramma voor zuiverings instal laties voor stedelijk afvalwater wordt met ISPA-hulp uitgevoerd. Ook de modernisering van rioleringsstelsels en waterleidingsystemen is voorzien. Andere kerngebieden zijn onder andere de kwaliteitsverbetering van drinkwater, het terug dringen van waterverlies uit het waterleidingnet en de vervanging en moder nisering van het rioleringsstelsel.

* Stedelijk afval: gescheiden inzameling, hergebruik en aanleg van nieuwe stort plaatsen die voldoen aan EU-normen zijn essentiële vereisten. Het Nationale Overheidsprogramma inzake afvalstoffenbeheer bevat strategische richtsnoeren voor deze sector. Dit programma belicht de noodzaak om de hoeveelheid stedelijk afval te verminderen, de hoeveelheid industrieel afval te stabiliseren, gebruik te maken van materialen die als afval biologisch afbreekbaar zijn, voorzieningen voor een veilige behan de ling en verwijdering van afval aan te brengen, het aandeel teruggewonnen afval te vergroten, en het gebruik van herbruikbare verpakkingsmaterialen te bevor deren.

* Luchtvervuiling: hoewel de emissies door de teruggang van de zware industrie zijn verminderd, zijn er op aangewezen regionale kritieke plaatsen nog steeds ernstige problemen. Elektriciteitscentrales en verwarmingsinstallaties op basis van laag waardige steenkool zijn een belangrijke bron van SO2- en NOx-emissies.

Uitvoering

De functie van nationaal ISPA-coördinator wordt uitgeoefend door de minister voor Regionale Ontwikkeling en Publieke Werken en de vice-premier.

De uitvoerende instanties die momenteel voor het ISPA zijn aangewezen, zijn het ministerie van Vervoer, het ministerie van Milieu, de dienst Wegen en een gezamenlijke afdeling van de ministeries van Regionale Ontwikkeling en van Milieu. Voor de grotere projecten (luchthaven Sofia, herstel van de spoorlijn Plovdiv-Svilengrad en de brug over de Donau) zijn specifieke eenheden voor projectbeheer en -uitvoering opgezet die technische bijstand ontvangen.

In 2000 en 2001 zijn er in totaal vijf investeringsprojecten in de sector milieu, drie investeringsprojecten in de sector vervoer en één project voor technische bijstand voor vervoer voor ISPA-financiering goedgekeurd. In 2001 zijn er vijf nieuwe projecten goedgekeurd, drie voor milieu en twee voor vervoer, waarvan één voor technische bijstand.

De volgende projecten zijn voorgelegd voor ISPA-financiering, maar zijn in af wach ting van een nadere beoordeling nog niet goedgekeurd:

* Snelweg Ljulin - wegvak van 19 km in corridor IV, ringweg van Sofia tot de aftakking naar Daskalovo.

* Elektriciteitscentrale Maritsa 2 - nieuwe rookgasontzwavelingseenheden

* Centrum voor de behandeling van gevaarlijk afval - nieuwe voorziening voor de behandeling en verwijdering van gevaarlijke afvalstoffen.

Voor alle goedgekeurde projecten hebben de voorbereidingen voor aanbesteding en contractering in de loop van 2001 plaatsgevonden.

Terwijl alle beschikbare ISPA-toewijzingen in 2000 en 2001 zijn vastgelegd, zijn er tot aan het einde van het jaar betalingen ter waarde van EUR 15,8 miljoen gedaan, zijnde de eerste voorschotten op in 2000 goedgekeurde projecten.

Toezicht en evaluatie

De werkzaamheden van het toezichtcomité worden aangevuld met periodieke vergaderingen in de kantoren van de EG-delegatie in Sofia, bewakingsrapporten van de uitvoerende instanties en bezoeken ter plaatse van personeel van de Commissie.

Het toezichtcomité heeft vergaderd in juni en november 2001. In de vergaderingen is aandacht besteed aan de trage voortgang bij de uitvoering van ISPA-projecten en aan de beperkte capaciteit van enkele uitvoerende instanties. Ook is aandacht besteed aan de verstoring van de ISPA-coördinatie-eenheid en van de uitvoerende instanties bij het ministerie van Regionale Ontwikkeling na de regeringswisseling in juni 2001. Deze tekortkomingen zijn erkend door de Bulgaarse autoriteiten die hebben toegezegd, de desbetreffende structuren te versterken en aan de Commissie verslag te doen over genomen actie.

Gelijksoortige kwesties kwamen naar voren in de beoordeling van de uitvoerende instanties die heeft plaatsgevonden in het kader van het "jumelageproject" BG/98/SPP/02, deelproject 3 inzake de capaciteitsbeoordeling van uitvoerende instanties.

Medefinanciering met IFI's

Bij Bulgarije is de samenwerking met de internationale financiële instellingen (IFI's) belangrijk, waarbij er met name nauwe betrekkingen zijn met de EIB. Bij vier van de negen in 2000 en 2001 goedgekeurde ISPA-projecten is er ook sprake van EIB-financiering, waarvan in twee significante gevallen van gezamen lijke medefinan ciering (renovatie van de luchthaven van Sofia en elektrificatie en moder nise ring van de spoorlijn Plovdiv-Svilengrad). In totaal zijn medege finan cierde projecten goed voor circa EUR 240 miljoen aan ISPA-bijstand (bijna 70% van de totale goedgekeurde middelen). Gezien het feit dat de middelen zijn gericht op groot schalige infrastructuurprojecten waarin kredieten en subsidies vaak zijn gecombi neerd, is de doelstelling cruciaal om de hefboomwerking van beperkte ISPA-middelen zo veel mogelijk te vergroten. Bij de concipiëring van projecten voor 2002 is er ook sprake van mogelijke medefinanciering met de EIB en de EBRD.

EDIS

Het raadgevend bureau SIGMA is aangezocht om de Bulgaarse autoriteiten te helpen bij het onderzoek naar de implicaties van de uitgebreide decentralisatie van de uitvoering van PHARE- en ISPA-programma's (EDIS) voor de Bulgaarse overheids dienst, dit in overeenstemming met de algemene 'routekaart'. Onderzocht worden hierbij de capaciteit van het Nationaal Fonds, de uitvoerende instanties, de controle op overheidsfinanciën en openbare aanbestedingen, waarbij ook wordt gekeken naar de strategie van de Bulgaarse autoriteiten voor de overgang naar de structuurfondsen. In 2002 wordt ook technische bijstand van het ISPA beschikbaar gesteld om de organisatie en de capaciteiten van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen volledig door te lichten. Dit is de eerste fase of het 'onderzoek naar leemten' van de EDIS-routekaart.

Financieel beheer en controle

In december 2001 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen doorgelicht. Begin 2002 wordt aan de Bulgaarse autoriteiten een verslag toegezonden met de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen voor verbeteringen. De Bulgaarse autoriteiten krijgen een termijn van drie maanden om aan de hand van de bevindingen maatregelen te nemen. Een vervolg van dit onderzoek vindt in de loop van 2002 plaats.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* groep van zes projecten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

13. TSJECHISCHE REPUBLIEK

In 2001 zijn vastleggingen ter waarde van EUR 66,9 aan de Tsjechische Republiek gedaan, welke 6,03 % bedragen van de jaarlijkse ISPA-begroting. Een bedrag van EUR 26,1 miljoen was vastgelegd voor milieuprojecten en van EUR 40,3 miljoen voor ver voersprojecten. Technische bijstand was toegewezen aan het ministerie van Vervoer als bijstand bij de projectvoorbereiding. De hiervoor in 2001 gedane vastlegging had een waarde van EUR 160 000. Bovendien was EUR 544 722 vastgelegd als ondersteuning om het EDIS voor het ISPA in de Tsjechische Republiek te introduceren.

Programmering

Vanuit strategisch oogpunt is in 2001 prioriteit gegeven aan het vervoer over de weg, dit ter aanvulling op de nadruk die in 2000 aan het vervoer per spoor is gegeven. Bij milieu hadden de goedgekeurde projecten, net als in 2000, bijna uitsluitend betrek king op de deelsector rioolwater, waarbij ook enige bijkomstige werken op het gebied van de drinkwaterinfrastructuur zijn gefinancierd.

Hoewel de vastleggingen op het gebied van vervoer een afspiegeling is van de priori teiten in het ISPA-strategiedocument vervoer, waarmee de Commissie tevre den is, zijn er in 2001 op milieugebied wederom te weinig aanvragen binnen gekomen voor gebieden anders dan op watergebied.

In 2001 heeft de Commissie er bij de Tsjechische Republiek op aangedrongen, het strategiedocument milieu zodanig te herzien dat aandacht wordt besteed aan zowel de resultaten van de toetredingsonderhandelingen over het milieuhoofdstuk als aan de conclusies van PHARE-projecten die zijn opgezet om bijstand te geven bij de ont wikkeling van investeringsstrategieën voor vaste afvalstoffen en lucht vervuiling.

Uitvoering

De functie van nationaal ISPA-coördinator wordt uitgeoefend door de plaats vervangend minister voor Toerisme en Europese Integratie.

Vanaf 2001 is de uitvoerende instantie die in 2000 verantwoordelijk is voor de milieu projecten, het Centrum voor regionale ontwikkeling, voor alle ISPA-projecten vervangen door het Nationale Milieufonds. Gezien het gebrek aan ervaring van deze instantie met grootschalige infrastructuurprojecten zal de Commissie in noodzake lijke gevallen bijstand verlenen, met name via de delegatie te Praag.

Met betrekking tot de uitvoering is het werk aan de in 2000 geaccepteerde projecten beperkt gebleven tot het voorbereiden van aanbestedingsstukken en, bij vervoer, tot het publiceren van een oproep tot inschrijving op de contracten voor werken. Terwijl er in de sector vervoer naar verwachting in de eerste helft van 2002 contracten kunnen worden gegund, is er in de voortgang van milieuprojecten aan zienlijke vertraging opgetreden. Bijgevolg zijn er in 2001 alleen contracten voor project voor bereidingsdiensten toegewezen, waarvoor in 2000 ISPA-bijstand was toe gekend.

In totaal zijn er in 2000-2001 in de sector milieu zes investeringsprojecten en één maatregel voor technische bijstand goedgekeurd. In de sector vervoer zijn er zes investeringsprojecten en één maatregel voor technische bijstand goedgekeurd. In 2001 zijn er in totaal zeven nieuwe projecten goedgekeurd. Hieronder vallen drie milieuprojecten, twee vervoersprojecten, één maatregel voor technische bijstand vervoer en één maatregel voor horizontale technische bijstand ter voorbereiding van het EDIS.

In 2001 zijn de betalingen beperkt gebleven tot eerste voorschotten, doordat aanbestedings procedures in deze periode nog niet waren afgerond. De betalingen beliepen in 2001 een bedrag van EUR 10,1 miljoen.

Toezicht en evaluatie

De werkzaamheden van het toezichtcomité worden aangevuld met periodieke vergaderingen in de kantoren van de EG-delegatie in Praag, bewakingsrapporten van de uitvoerende instanties en bezoeken ter plaatse van personeel van de Commissie.

Medefinanciering met IFI's

In de loop van 2001 is de samenwerking tussen de Commissie en de EIB op het punt van de medefinanciering van twee grote vervoersprojecten geïntensi veerd. Voor één van deze projecten zijn er aanvragen ontvangen, te weten voor de voltooiing van de snelweg Praag-Dresden, maar de acceptatie van het project is uitge steld vanwege milieuoverwegingen en omdat de kosten-batenanalyse moet worden herzien. Tot op heden liggen er nog geen specifieke plannen voor mede financiering met de EBRD in de Tsjechische Republiek, hoewel deze situatie regelmatig opnieuw wordt bezien.

EDIS

Aangezien het financieringsmemorandum voor het EDIS pas eind 2001 is ondertekend, wordt het grootste deel van de uitvoering van deze belangrijke maatregel in 2002 verwacht. Er is enige voortgang geboekt. Onder auspiciën van de nationaal ISPA-coördinator is er een kerngroep ingesteld, en de Tsjechische autoriteiten hebben via een eigen beoordeling een begin gemaakt met fase I van de ISPA-routekaart.

Financieel beheer en controle

In november 2001 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de Tsjechische Republiek voor een onderzoek bezocht. Het doel van dit bezoek was, te beoordelen in hoeverre de Tsjechische Republiek een beheers- en controlesysteem volgens de vereisten van de ISPA-verordening had opgezet en tevens om de voortgang ter uitvoering van het EDIS voor het ISPA te volgen. De belangrijkste conclusies van dit onderzoek waren dat verdere voortgang nodig is om het wettelijk kader van de ISPA-uitvoeringsstructuur te voltooien, waarbij de interne controle capaciteit wordt verbe terd, procedures voor de aanpak van onregel matig heden worden opgezet en schrif te lijke procedures worden afgerond.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

14. ESTLAND

In 2001 is aan Estland een totale ISPA-vastlegging van EUR 29,9 miljoen toegewezen. Deze was als volgt verdeeld: vervoer EUR 12,2 miljoen en milieu EUR 17,3 miljoen. Maatregelen voor technische bijstand in beide sectoren hadden een waarde van EUR 996 000. Bovendien betrof één maatregel voor technische bijstand de voorbereiding voor het EDIS waarvoor in 2001 een bedrag van EUR 348 608 was vastgelegd. De toewijzing aan Estland bedraagt 2,70 % van de totale ISPA-begroting voor 2001.

Programmering

Het kader van de ISPA-programmering wordt bepaald door de door de Estlandse autoriteiten in overeenstemming met de Commissie opgestelde strategieën voor vervoer en milieu. Deze strategieën bevatten indicatieve lijsten van prioritaire projecten en zijn eind 2001 herzien.

Bij de vervoersinfrastructuur is de nadruk gelegd op de modernisering van de grote trans-Europese netwerken zoals corridor I en de verbindende weggedeelten tussen corridor I en corridor IX. Tot de prioriteiten in de sector wegen behoren de modernisering van de Via Baltica en van de weg Tallinn-Narva. Prioriteiten in de sector spoorwegen betreffen de modernisering van spoorlijnen in deze zelfde corri dors en de aanleg van een grensstation op de grens met Rusland. De Commissie wil met pas sende ISPA-bijstand voor investeringen in de spoorweg infrastructuur, duurzame ver voersstructuren tot stand brengen. Door de privatisering van de grote spoor verbindingen en de bijzonderheden van de privatiseringswetgeving heeft de Com missie nog niet de gelegenheid gevonden om spoorwegprojecten in Estland te onder steunen, met uitzondering van één maatregel voor technische bijstand.

In de sector milieu hangen de prioriteiten samen met ontoereikende systemen voor de watervoorziening en de rioolwaterzuivering. Een belangrijk negatief milieueffect heeft betrekking op de gebrekkige systemen voor waterbeheer en het beheer van afvalstoffen. De belangrijkste bronnen van gevaarlijk afval zijn de olieleisteen industrie en de elektriciteitsproductie in het noordoosten van het land. De herziene ISPA-strategie is een waardevolle inspanning van de Estlandse autoriteiten om de voorgaande versie te verbeteren.

Uitvoering

In 2001 is de functie van nationaal ISPA-coördinator uitgeoefend door de minister van Financiën.

De uitvoerende instanties die momenteel voor het ISPA zijn aangewezen, zijn de Estlandse Nationale Wegbeheersinstantie, de Estlandse Nationale Spoorwegen en het Centrum Milieu-investeringen.

In totaal zijn er in 2001 goedgekeurd: in de sector milieu vier investeringsprojecten en één maatregel voor technische bijstand, en in de sector vervoer één investeringsproject en één maatregel voor technische bijstand en één horizontaal project voor het EDIS (technische bijstand). In totaal zijn er in de gehele periode 2000-2001 negen milieuprojecten (waaronder twee voor technische bijstand) en vier vervoersprojecten (waaronder twee voor technische bijstand) alsmede de technische bijstand voor het EDIS goedgekeurd.

De volgende projecten zijn in 2001 voorgelegd voor ISPA-financiering, maar deze zijn in af wach ting van een nadere beoordeling nog niet goedgekeurd:

* Pärnu: waterbeheer

* Narva: waterbeheer

Voor alle goedgekeurde projecten hebben de voorbereidingen voor aanbesteding en contractering in de loop van 2001 plaatsgevonden. Er zijn twee contracten voor werken en één contract voor diensten ondertekend (waarde EUR 16,96 miljoen). Bovendien zijn er twee aanbestedingen voor contracten voor diensten in de loop van het jaar uitgegaan.

De betalingen tot aan het einde van het jaar bedroegen EUR 7,9 miljoen, zijnde de eerste voorschotten op in 2000 en begin 2001 goedgekeurde projecten.

Toezicht en evaluatie

De werkzaamheden van het toezichtcomité worden aangevuld met periodieke vergaderingen in de kantoren van de EG-delegatie in Tallinn, bewakingsrapporten van de uitvoerende instanties en bezoeken ter plaatse van personeel van de Commissie. Het toezichtcomité heeft vergaderd in mei en oktober 2001.

Medefinanciering met IFI's

Bij één vervoersproject (Via Baltica), één van de zes in 2000 goedgekeurde ISPA-projecten, vindt financiering door de EIB plaats. Twee milieuprojecten (stortplaats te Pärnu en rioolstelsel te Tartu) en een wegenbouwproject van de acht in 2001 goed gekeurde ISPA-projecten vindt financiering door de EIB plaats. In totaal zijn de medegefinancierde projecten goed voor circa EUR 51 miljoen ISPA-bijstand (62 % van de totale goedkeuringen in 2000 en 2001). De Noordse banken (NIB, NEFCO) en de Noordse milieubeschermingsinstanties dragen niet alleen actief bij aan projecten waarin het ISPA heeft geïnvesteerd, maar spelen ook een nuttige rol bij de beschikbaarstelling van technische deskundigheid om hoogwaardige aanvragen voor ISPA-bijstand te helpen opstellen. Een concreet voorbeeld is de NEFCO, die medefinanciering verschaft voor de verbetering van het waterleidingnet en het rioleringsstelsel van Narva , die beide door het ISPA worden gefinancierd.

EDIS

Estland maakt goede vorderingen in het EDIS-proces. In 2001 is technische bijstand van het ISPA toegekend voor fase I, II en III van de routekaart naar het EDIS. De aanbesteding voor fase I en III is in 2001 afgesloten, en in januari 2002 is het contract ondertekend. Fase I is in april 2002 afgerond. Fase II, 'het opvullen van leemten', begint in april of mei 2002. Naar verwachting kan Estland de volledige EDIS-status voor het ISPA voor het eind van 2002 hebben behaald.

Financieel beheer en controle

In oktober 2001 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maat regelen doorgelicht. Als algemene conclusie geldt dat Estland een samenhangende organisatiestructuur en procedures voor ISPA-projecten heeft ontwikkeld, hoewel nog wel enkele taken moeten worden verduidelijkt en verbeterd.

De belangrijkste bevindingen van de controle zijn begin 2002 toegezonden aan de Estlandse autoriteiten met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te vol doen aan de bepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

15. HONGARIJE

In 2001 is aan Hongarije een totale ISPA-vastlegging van EUR 90,8 miljoen toegewezen. Hiervan is EUR 48,2 miljoen bestemd voor vervoersprojecten en EUR 42,6 miljoen voor milieuprojecten. De vastleggingen voor maatregelen voor technische bijstand in beide sectoren hadden een waarde van EUR 2,4 miljoen. De volledige toewijzing aan Hongarije bedraagt 8,18% van de totale ISPA-begroting voor het jaar.

Programmering

Het kader van de ISPA-programmering wordt bepaald door de door de Hongaarse autoriteiten in overeenstemming met de Commissie opgestelde strategieën voor vervoer en milieu. Deze strategieën bevatten indicatieve lijsten van prioritaire projecten en moeten worden herzien.

Bij de vervoersinfrastructuur gelden de volgende hoofddoelstellingen:

* Bevordering van de integratie in de EU;

* Verbeterde samenwerking met buurlanden;

* Bijdrage aan een evenwichtige regionale ontwikkeling; bescherming van mense lijk leven en van het milieu;

* Een effectieve, op de markt georiënteerde vervoersregelgeving.

Bij het milieu zijn waterbescherming en gemeentelijke afvalbehandeling de ISPA-hoofd doelstellingen voor de beginfase van de ISPA-financiering (2000-2001). Ook behoort het tot de prioriteiten voor de programma periode 2000 - 2006 dat maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in de ISPA-milieuprojecten worden opgenomen. De strategische doelstelling van de Hongaarse overheid is, te komen tot een duurzame ontwikkeling doordat milieubeschermingsaspecten in het beleid van alle sectoren worden geïntegreerd.

Uitvoering

De uitvoerende instanties die momenteel voor het ISPA zijn aangewezen, zijn het ministerie van Vervoer en Waterbeheer en het ministerie van Milieu.

In de sector milieu zijn er in 2001 in totaal negen projecten goedgekeurd voor ISPA-financiering, waarvan drie voor technische bijstand, terwijl er in de sector vervoer in totaal twee projecten zijn goedgekeurd, waaronder één maatregel voor technische bijstand. In de periode 2000-2001 zijn er, alles tezamen genomen, 15 milieuprojecten goedgekeurd, waarvan vier voor technische bijstand, en zijn er acht vervoers projecten goedgekeurd, waarvan vier voor technische bijstand.

Van alle goedgekeurde projecten hebben de voorbereidingen voor aanbesteding en contractering in de loop van 2001 plaatsgevonden. In de sector vervoer zijn er één contract voor werken en drie contracten voor diensten ondertekend en zijn er vier aanbestedingen voor aanvullende werken uitgegaan. In de sector milieu is er één contract voor technische bijstand ondertekend.

Terwijl alle beschikbare ISPA-toewijzingen in 2000 en 2001 zijn vastgelegd, zijn er tot aan het einde van het jaar betalingen ter waarde van slechts EUR 27,2 miljoen gedaan, zijnde de eerste voorschotten op in 2000 goedgekeurde projecten.

Toezicht en evaluatie

De werkzaamheden van het toezichtcomité worden aangevuld met maandelijkse vergaderingen in de kantoren van de EG-delegatie in Boedapest, bewakingsrapporten van de uitvoerende instanties en bezoeken ter plaatse van personeel van de Commissie. Het toezichtcomité heeft in april en oktober 2001 vergaderd.

Medefinanciering met IFI's

In Hongarije is de samenwerking met internationale financiële instellingen belang rijk, waarbij er met name met de EIB nauwe contacten zijn. Op verzoek van de Hongaarse regering heeft de EIB in december 2000 ter aanvulling van de ISPA-medefinanciering twee kaderleningen goedge keurd voor de in 2000 goedgekeurde projecten, één voor elke sector. De bijbehorende kredietovereenkomsten zijn in sep tem ber 2001 respectievelijk december 2001 ondertekend. Voorts worden er in principe zes in 2001 goedgekeurde milieuprojecten en één vervoersproject door de EIB medegefinancierd. Bij alle in 2000 goedgekeurde ISPA-projecten is er EIB-financiering betrokken. In totaal maken medegefinancierde projecten in 2000 circa EUR 524 miljoen ISPA-bijstand uit. Voor de in 2001 goedgekeurde projecten is de beoordeling door de EIB nog niet afgesloten.

EDIS

Fase I, het 'onderzoek naar leemten', dat de organisatie en de capaciteiten van de uitvoerende instanties voor het ISPA betreft, is uitgevoerd door het controlebureau van de Hongaarse regering. De uitkomsten zijn in maart 2002 aan de Commissie gezonden. Fase II, het 'opvullen van leemten', wordt tegen eind 2002 afgerond, en fase III, het 'conformiteitsonderzoek' wordt begin 2003 door de Hongaarse autoriteiten uitgezet.

Financieel beheer en controle

In oktober 2001 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen doorgelicht. De belangrijkste bevindingen van de controle zijn begin 2002 aan de Hongaarse autoriteiten toegezonden met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

16. LETLAND

In 2001 is aan Letland een totale ISPA-vastlegging van EUR 48,1 miljoen toegewezen Hiervan was EUR 21,7 bestemd voor vervoersprojecten en EUR 25,8 voor milieuprojecten. Maatregelen voor technische bijstand hadden een waarde EUR 3,3 miljoen voor beide sectoren tezamen. Één maatregel voor technische bijstand betrof de voorbereiding voor het EDIS tot een totale ISPA-bijdrage van EUR 700 000. In 2001 was er EUR 560 000 vastgelegd. De algehele toewijzing aan Letland bedraagt 4,33% van de totale ISPA-begroting voor het jaar.

Programmering

Het kader van de ISPA-programmering wordt bepaald door de door de Letlandse autoriteiten in overeenstemming met de Commissie opgestelde strategieën voor vervoer en milieu. De strategische doelstellingen in de sector vervoer zijn als volgt:

* Grootschalige investeringen zijn vooral gericht op de ontwikkeling van corridor I in het TINA-netwerk (Transport Infrastructure Needs Assessment - beoordeling van de behoeften inzake de vervoers infra structuur).

* De bestaande spoorweginfrastructuur is voldoende voor de huidige verkeers stromen en voor een stijging van de omvang. Prioriteit op de middellange termijn hebben het herstel en de modernisering van de bestaande oost-westverbindingen in de spoorweg infrastructuur, alsmede de verbete ring van de veiligheid.

Met betrekking tot de milieustrategie heeft Letland problemen ten aanzien van de behandeling van water en afval, waarvoor een grootschalige investering nodig is:

* De grootste zorg op milieugebied betreft het lage niveau van de riool water zuivering en het lage percentage aansluitingen op het rioleringsstelsel. Het water leidingnet moet worden verbeterd om water te kunnen leveren aan een groter deel van de bevolking. De drinkwaterkwaliteit moet worden verbeterd en het probleem van lekkende waterleidingen moet worden aangepakt.

* De op één na grootste oorzaak van milieuschade en de daarmee samenhangende gezondheidsrisico's betreft de verwijdering van met name stedelijk afval. De 558 vuilnisbelten die in Letland bekend zijn, voldoen momenteel niet aan Europese normen, afval wordt niet gescheiden ingezameld en er bestaat geen georganiseerd systeem voor hergebruik.

Uitvoering

De functie van nationaal ISPA-coördinator wordt uitgeoefend door de minister voor Bijzondere Opgaven voor de samenwerking met internationale financiële instel lingen.

De uitvoerende instanties die voor het ISPA zijn aangewezen, zijn het ministerie van Vervoer en het ministerie van Milieu. Voor alle maatregelen zijn er specifieke eenheden voor beheer en uitvoering opgezet, die vaak met technische bijstand worden begeleid.

De uitvoering van ISPA-maatregelen is in 2001 begonnen met de ondertekening van vijf vervoerscontracten voor werken in het kader van de maatregel Via Baltica: wegvak Gauja-Lilaste, het bijbehorende contract voor toe zicht, alsmede technische bijstand voor de spoorwegen (drie contracten). In 2001 zijn er twee aanbestedingen voor vervoers- en milieumaatregelen (elk één) uitgegaan.

In totaal zijn er in 2001 vijf nieuwe milieuprojecten goedgekeurd, waarvan één voor technische bijstand voor water en afval. In de sector vervoer zijn er drie projecten goedgekeurd. Tot slot was er één maatregel voor technische bijstand met betrekking tot de voorbereiding van het EDIS. In de periode 2000-2001 zijn er in totaal 17 projecten goedgekeurd, te weten acht in de sector milieu, acht in de sector vervoer en één voor het EDIS.

Terwijl alle beschikbare ISPA-toewijzingen in 2000 en 2001 zijn vastgelegd, zijn er tot aan het einde van het jaar betalingen ter waarde van EUR 9,1 miljoen gedaan, zijnde de eerste voorschotten op in 2000 goedgekeurde projecten, twee tweede voorschotten alsmede een tussentijdse betaling.

Toezicht en evaluatie

De eerste twee vergaderingen van het ISPA-toezichtcomité waren in mei en oktober 2001. Daar is aandacht besteed aan de trage voortgang (met name in de aanbestedings- en contracteringsfase) en aan de beperkte capaciteit van uitvoerende instanties. Het algemene resultaat is geweest een positieve verbetering van de uitvoerende instanties, en ook zijn de noodzakelijk stappen genomen om de structuren te versterken.

Medefinanciering met IFI's

Alle voor ISPA-subsidie goedgekeurde maatregelen in de milieuinfrastructuur wor den medegefinancierd met internationale financiële instellingen. Hiertoe behoren vier maatregelen met de EIB (water: Riga en Ventspils; vaste afval stoffen: Ventspils; rivierbekkens: Oost-Letland), vier maatregelen met de NIB (water: Jelgava; vaste afvalstoffen: Liepaja en Ziemelvidzeme; rivierbekkens: Oost-Letland), drie maatre gelen met de NEFCO (water: Jelgava en Ventspils; rivierbekkens: Oost-Letland), één maatregel met de EBRD (water: Riga) en één maatregel met de Wereldbank (vaste afvalstoffen: Liepaja). In de sector vervoer financieren de EIB, de EBRD en de Wereldbank parallelle projecten. In totaal bedragen de gezamenlijk medegefinancierde maatregelen circa EUR 88,7 miljoen ISPA-bijstand (dit betreft alleen het milieu).

EDIS

Eind 2001 is er een maatregel voor technische bijstand voor het EDIS goedgekeurd. De aanbesteding van de eerste fase (of 'onderzoek naar leemten' van de EDIS-routekaart) is begin 2002 uitgegaan en moet in mei 2002 beginnen. Onderzocht worden hierbij de capaciteit van het Nationaal Fonds, de uitvoerende instanties, de controle op overheidsfinanciën en openbare aanbestedingen. De streefdatum voor de uitvoering van het EDIS voor het ISPA is midden 2003.

Financieel beheer en controle

In december 2001 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen doorgelicht. De belangrijkste bevindingen van de controle zijn in april 2002 toegezonden aan de Letlandse autoriteiten met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad. Er zal een vervolgonderzoek worden uitgevoerd.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

17. LITOUWEN

In 2001 is aan Litouwen een totale ISPA-vastlegging van EUR 50,5 toegewezen. Deze was als volgt verdeeld: vervoer EUR 14,5 miljoen en milieu EUR 35,7 miljoen. Maatregelen voor technische bijstand in beide sectoren hadden een waarde van EUR 6,3 miljoen. Bovendien is er in 2001 een bedrag van EUR 305.136 voor één maatregel voor tech nische bijstand voor de voorbereiding van het EDIS vastgelegd. De toewijzing voor Litouwen bedraagt 4,55 % van de algehele ISPA-begroting voor 2001.

Programmering

In de sector vervoer voldoet de in december 1999 aan de Commissie voorgelegde strategie aan de EU-richtlijnen. De Commissie en de Litouwse autoriteiten hebben de volgende maatregelen als prioriteit voor ISPA-financiering aangewezen:

* Voltooiing en verbetering van de Europese corridors die door Litouwen lopen (I, IA, IXB, IXD).

* Spoorwegprojecten zijn bijzonder belangrijk, en er zijn plannen om de oost-westcorridors IXB en IXD volledig te vernieuwen.

* Ontwikkeling van een spoorlijn met Europese spoorbreedte dat de Poolse grens verbindt met een logistiek knooppunt en overslagcentrum in Kaunas: met Polen is een akkoord in hoofdlijnen bereikt over een strategie ter verbetering van de route.

De strategie in de sector milieu was in september 2000 aan de Commissie voorge legd; deze bevat een schets van de ontwerpfase van projecten voor de eerste drie jaar van het programma. Hierbij zijn projecten aangewezen op de gebieden:

* Water

* Rioolwater

* Vaste afvalstoffen

Een strategie ten aanzien van de luchtkwaliteit wordt momenteel ontwikkeld, waarvan de eerste projecten in 2003-2004 worden verwacht.

Voor verbeteringen in de deelsectoren water en rioolwater is een aanpak per afvloeigebied aangenomen, terwijl de eerste projecten in 2002 aan de beurt zijn.

Uitvoering

In juni 2001 is de functie van nationaal ISPA-coördinator overgedragen van het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het ministerie van Financiën.

De uitvoerende instanties die momenteel voor het ISPA zijn aangewezen, zijn de dienst Vervoersinvesteringen bij het ministerie van Vervoer en de uitvoerende dienst voor het ISPA bij het ministerie van Milieu. De Centrale Eenheid voor financiën en contracten (CFCU) is echter ook verantwoordelijk voor de uitvoering van ISPA-milieu projecten totdat de door het ministerie van Milieu ingestelde uitvoerende instantie volledig operationeel is.

De voorbereidingen voor aanbesteding en contractering hebben plaatsgevonden, zoals hier geschetst.

Bij slechts één project is er in 2001 aanzienlijke materiële voortgang geboekt: in de zomermaanden is de eerste fase van 2000/LT/16/P/PT/001 (modernisering van ver voers corridor IXB (fase 1)) aanbesteed, gecontracteerd en grotendeels uitgevoerd. Er zijn aanbestedingen gepubliceerd voor 2000/LT/16/P/PT/002 (ontwikkeling van de Via Baltica in 2000-2003 (pan-Europese corridor I)), 2000/LT/16/P/PT/003 (ontwikkeling van pan-Europese corridor IA in de periode 2001-2004) en 2000/LT/ 16/P/PT/004 (modernisering van telecommunicatie, elektriciteitsvoor ziening en sein inrichting op Kreta-corridor IX B; het was echter niet mogelijk om in de loop van het jaar contracten voor deze projecten te ondertekenen. In de sector milieu zijn er aanbestedingen gepubliceerd voor 2000/LT/16/P/PE/001 (herstel en uitbreiding van de waterleiding en het rioolstelsel van Vilnius (fase I en II)) en 2001/LT/16/P/PA/ 002 (steun aan de voorbereidende activiteiten voor ISPA-milieu projecten).

In totaal zijn er tussen 2000 en 2001 negen milieuprojecten, zes vervoersprojecten en één project voor technische bijstand voor het EDIS voor ISPA-finan ciering goedge keurd. In 2001 zijn er in totaal 11 projecten goedgekeurd. Hiertoe behoorden zes investeringsprojecten en één project voor technische bijstand in de sector milieu, en twee investeringsprojecten en één project voor technische bijstand in de sector vervoer, alsmede een maatregel voor technische bijstand voor het EDIS.

De ISPA-bijdrage aan projecten in 2000 en 2001 was grotendeels vastgelegd, en tot aan het einde van het jaar hebben de betalingen EUR 12,39 miljoen bedragen, zijnde de eerste voorschotten op in 2000 goedgekeurde projecten en met name het tweede voorschot en de eerste tussentijdse betaling voor 2000/LT/16/P/PT/001.

Bewaking en evaluatie

De ISPA-coördinator moet de technische en financiële voortgang van projecten bewaken. De werkzaamheden van het toezichtcomité worden aangevuld met periodieke vergaderingen in de kantoren van de EG-delegatie in Litouwen, bewakingsrapporten van de uitvoerende instanties en bezoeken ter plaatse van personeel van de Commissie.

De ISPA-coördinator is ervoor verantwoordelijk dat de rapporten over de uitvoering van elk project worden opgesteld, dat het concept ervan wordt voorgelegd aan het gezamenlijke toezichtcomité en uiteindelijk aan de Commissie. De eerste twee vergaderingen zijn gehouden in mei en oktober 2001.

Medefinanciering met IFI's

Alle in 2000 voor financiering goedgekeurde projecten zijn medegefinancierd door de EIB, gewoonlijk via toewijzingen vanaf globale kredietregelingen.

In 2001 heeft de EBRD ook een project in de sector milieu medegefinancierd, terwijl de betrokkenheid van de EIB is voortgezet. In 2002 wordt dezelfde situatie verwacht. De Nordic Investment Bank en andere Noordse financieringsinstellingen zijn momenteel betrokken bij project voor bereidingen, met name bij een kaderfaciliteit voor milieu-investeringen in de gemeentelijke sector.

EDIS

Litouwen heeft zijn voorstellen ingediend naar aanleiding van de routekaart van de Commissie voor het EDIS in 2001. Steun hiervoor is afgesproken in de vorm van technische bijstand, toegewezen aan het einde van het jaar en bestemd voor de uitvoering van fase I. Men hoopt dat het EDIS voor het ISPA tegen eind 2002 in werking is.

Financieel beheer en controle

In december 2001 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen doorgelicht. De belangrijkste bevindingen van de controle zijn begin 2002 toegezonden aan de Litouwse autoriteiten met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad. In de loop van 2002 wordt er een vervolgonderzoek uitgevoerd.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

18. POLEN

In 2001 heeft Polen een vastlegging van in totaal EUR 406,6 miljoen ontvangen. Hiervan was EUR 228,0 miljoen bestemd voor milieuprojecten, terwijl EUR 177,6 miljoen naar ver voers projecten is gegaan. Maatregelen voor technische bijstand in beide sectoren hadden een waarde van EUR 5,5 miljoen. Één maatregel voor technische bijstand betrof de voorbereiding voor het EDIS. Het totale in 2001 vastgelegde bedrag was EUR 984 000. De volledige toewijzing aan Polen beslaat 36,65% van de totale ISPA-begroting voor het jaar.

Programmering

De Poolse regering heeft nationale strategiedocumenten opgesteld voor vervoers- en milieuprioriteiten, die de basis vormen voor de selectie van grootschalige meerjarige projecten. De milieustrategie is bijgewerkt aangezien bij het ISPA in 2000 nieuwe informatie en recente ontwikkelingen een rol zijn gaan spelen.

In 2001 heeft de toewijzing van middelen in de sector vervoer hetzelfde patroon gevolgd als in het jaar 2000. De nadruk is gebleven op grootschalige projecten op de hoofdroutes, en met name is getracht, te komen tot een geslaagd evenwicht tussen wegenbouw- en spoor wegprojecten. Daardoor was in 2001 de verhouding in de projectfinanciering: 54% voor wegen en 46% voor spoorwegen.

In de sector milieu heeft het ISPA in 2001 de milieustrategie gevolgd en is het financiering blijven verschaffen voor grote projecten op drie van de vier gebieden die voor bijstand in aanmerking komen. Dit waren rioolwater (het grootste aantal pro jecten en de grootste steuntoewijzing), de drinkwatervoorziening en de behan deling van vaste afvalstoffen. Evenals in 2000 is de bijstand gericht op de grootste bevolkingscentra. Tot de goedgekeurde projecten behoren gecombineerde projecten voor drinkwater en rioolwater in Poznan, Wroclaw, Suwalki en Bialystok, waar van het project in Poznan is bedoeld om te worden uitgevoerd op basis van een publiek-private aanpak, rioolwaterprojecten in Katowice, Gliwice, Warschau, Gdynia, Rybnik, Olsztyn en Przemysl, en tot slot twee projecten voor de verwij de ring van vaste afvalstoffen in Lodz.

Uitvoering

De functie van nationaal ISPA-coördinator wordt uitgeoefend door het kantoor van de staatssecretaris van het Comité voor Europese Integratie.

Voor de sector milieu is het Nationaal Fonds voor Milieubescherming en Water beheer de uitvoerende instantie en zijn de gemeenten in het algemeen de uiteinde lijke begunstigden.

Bij enkele projecten is de uitvoerende instantie dezelfde als de uiteindelijke begun stigde. Dit is het geval bij vervoer, waar DG Wegen (GDDP) tegelijk uitvoerende instantie en uiteindelijke begunstigde voor wegenbouw projecten is, terwijl het Poolse Spoorwegbedrijf (PKP) deze functies uitoefent voor spoorwegprojecten.

In 2000 en 2001 zijn er in totaal 21 milieuprojecten, 13 vervoersprojecten en één maatregel voor technische bijstand voor het EDIS voor ISPA-finan ciering goedgekeurd. Hieronder zijn twee maatregelen voor technische bijstand voor vervoersprojecten en één maatregel voor technische bijstand voor milieuprojecten. In 2001 zijn er 19 nieuwe projecten goedgekeurd. Hieronder zijn 13 milieu projecten, vijf vervoersprojecten en één maatregel voor technische bijstand voor de voorbereiding van vervoersprojecten.

Terwijl de voorbereiding en goedkeuring van projecten redelijk goed zijn verlopen, met name die van milieuprojecten, was in beide sectoren de uitvoering traag. Er zijn nog geen werken ter hand genomen. De eerste contracten voor toezicht op vervoers projecten zijn eind december 2001 goedgekeurd. (Voor milieu gebeurde dit in januari 2002.) De eerste contracten voor de aanleg zullen waarschijnlijk in de eerste helft van 2002 voor beide sectoren worden ondertekend. De belangrijkste oorzaak van de traagheid bij de uitvoering is het gebrek aan ervaring met aanbestedings- en gun nings procedures aan de zijde van de Poolse contracterende autoriteiten. Dit be zwaar is over enige tijd echter verholpen, wanneer zij zijn versterkt met maatre gelen voor technische bijstand.

De traagheid bij de uitvoering blijkt ook uit de situatie met betrekking tot de betalingen. Tot op heden is er slechts EUR 46 miljoen uitbetaald (EUR 26 miljoen voor vervoer en EUR 20 miljoen voor milieu). Nog meer vertraging wordt veroorzaakt door dat een verzoek om betaling van het eerste voorschot pas kan worden ingediend nadat voor elk afzonderlijk project een interne financieringsovereenkomst is ondertekend tussen het ministerie van Financiën en de sectorministeries (het ministerie van Milieu of het ministerie van Infrastructuur).

Toezicht en evaluatie

De algehele bewaking en evaluatie worden aangevuld met periodieke vergaderingen in de kantoren van de EG-delegatie, bewakingsrapporten van de uitvoerende instan ties en bezoeken ter plaatse van personeel van de Commissie. Tot de deelnemers be ho ren de nationale ISPA-coördinator (UKIE: Kantoor van het Comité voor Europese Integratie), de coördinatoren van de sectoren, de ministeries van Infrastructuur en van Milieu, het Nationaal Fonds voor milieubescherming en de uiteindelijke begun stig den. Internationale financiële instellingen die financieel bij veel van de ISPA-projecten zijn betrokken, wonen deze vergaderingen ook bij.

De eerste vergadering van het comité in 2001 is gehouden in april en de tweede in oktober. Voor één van de maatregelen in de deelsector spoorwegen is overeen gekomen dat er een toezichtcomité ad hoc wordt opgezet om zich speciaal bezig te houden met de verschillende projecten die vallen onder deze maatregel.

Medefinanciering met IFI's

Er bestaat een nauwe werkrelatie tussen het ISPA en de internationale financiële instellingen, met name met de EBRD, die één van de elf in het afgelopen jaar goedgekeurde ISPA-projecten met kredieten financiert, te weten het rioolwater project in Rybnik. De EBRD heeft ook een kader voor publiek-private samenwerking opgezet en gecoördineerd dat is bedoeld als basis voor de uitvoering van het waterproject van Poznan.

De EIB verschaft ook een globale lening voor drie van de in het afgelopen jaar goed gekeurde milieuprojecten van Katowice en Lodz en een rioolwaterproject in Warschau.

In de sector vervoer speelt de EIB een actieve rol via de gezamenlijke medefinan ciering van wegen bouw- en spoorwegprojecten. In 2001 zijn er één spoorweg- en twee wegenbouwprojecten goedgekeurd.

EDIS

Er is overeenstemming bereikt over technische bijstand ter ondersteuning van de Poolse autoriteiten bij hun voorbereiding op het EDIS. Begin december 2001 heeft de Commissie het financieringsmemorandum ondertekend. Dit financierings memo ran dum beslaat de eerste drie fasen van het EDIS: het onderzoek naar leemten, de voor bereiding op het EDIS, en het conformiteitsonderzoek; het bevat ook een indicatieve taakomschrijving voor de fasen I en III.

Eind 2002 kan de omschakeling naar het EDIS zijn afgerond. Dit zou dan op tijd zijn om het systeem reeds voor de uitbreiding toe te passen. Dit hangt echter voor een groot deel af van de capaciteit van de Poolse autoriteiten om de benodigde externe bijstand op tijd te contracteren.

Financieel beheer en controle

Eind oktober 2001 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de geschiktheid van de Poolse financiële beheers- en controlesystemen van de uit voerende instanties voor ISPA-maatregelen doorgelicht. De bevindingen zijn begin 2002 aan de Poolse autoriteiten toegezonden met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad. In de loop van 2002 wordt er een vervolgonderzoek uitgevoerd.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen in 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

19. ROEMENIË

In 2001 is aan Roemenië een totale ISPA-vastlegging van EUR 245,6 miljoen toege wezen. Van de toewijzing van 2001 was EUR 122,8 miljoen bestemd voor vervoers projecten en EUR 122,8 miljoen voor milieuprojecten. Vastleggingen voor technische bijstand hadden in 2001 een waarde van EUR 2,5 miljoen. De toewijzing aan Roemenië bedraagt 22,14 % van de totale ISPA-begroting voor 2001.

Programmering

Het kader van de ISPA-programmering wordt bepaald door de door de Roemeense autoriteiten in overeenstemming met de Commissie opgestelde strategieën voor milieu en vervoer. Het welslagen van deze programmering is te danken aan een goede en tijdige voorbereiding van projecten, waarbij de meeste hiermee samenhangende technische bijstand vanuit het PHARE-programma wordt verstrekt.

De strategische doelstellingen in de sector vervoer zijn gekozen op grond van ernstige zwakke punten in het netwerk van wegen en spoorwegen. Tegelijkertijd is er de noodzaak om te moderniseren naar Europese normen en in te spelen op een verhoogde verkeers capa ci teit in en om stedelijke gebieden. Het gebruik van waterwegen moet ook met het oog op duur zaamheid worden ontwikkeld.

De Roemeense regering heeft als prioriteit voor ISPA-financiering gesteld dat drukke delen van de drie trans-Europese verkeersroutes die het land doorkruisen worden gemoderniseerd, waarbij een redelijk evenwicht tussen wegen, spoorwegen en waterwegen wordt aangehouden:

* Corridor IV: van Hongarije naar Constanta (oostelijke tak) en van Hongarije naar Bulgarije (zuidelijke tak) met als oogmerk, het grootste deel van deze verkeersroute (spoor en weg) naar EU-normen te moderniseren.

* Corridor VII: de Donau vanaf de Joegoslavische grens tot aan de delta (Oekraïnse grens), waarbij de bevaarbaarheid moet worden verbeterd, rivier havens moeten worden gemoderniseerd en intermodale overslagpunten moeten worden ontwikkeld.

* Corridor IX: van de Oekraïnse en Moldavische grens naar de Bulgaarse grens, waarbij een accent ligt op de toegang naar de nieuwe brug over de Donau bij Calafat-Vidin.

Op het gebied van milieu heeft Roemenië te maken met acute problemen met betrekking tot lucht-, water- en bodemvervuiling, waarvoor grote investeringen nodig zijn alsmede de participatie van zowel de overheid als de particuliere sector.

De slechte waterkwaliteit vormt de grootste aanslag op het milieu, dit ten gevolge van de lozing van onbehandeld of gedeeltelijk behandeld afvalwater. Een tweede oorzaak van milieuschade waaraan ook gezondheidsrisico's zijn verbonden, is het wilde storten van met name stedelijk afval. De Commissie is voorstander van een integrale aanpak van rivierbekkens met projecten voor waterbeheer en het beheer van afvalstoffen.

Uitvoering

De functie van nationaal ISPA-coördinator wordt uitgeoefend door de minister voor Europese Integratie.

Aangezien de meeste van de uiteindelijke begunstigden in de milieusector (nutsbe drijven of gemeenten) in de huidige situatie niet beschikken over de capaciteit om grootschalige contracten goed uit te voeren, treedt de Centrale Eenheid voor finan ciën en contracten (CFCU) ook op als contracterende instantie voor de meeste contracten voor ISPA-milieuprojecten. Een aantal taken op het gebied van technische bewaking zullen via uitvoeringsovereenkomsten van de CFCU naar de uitein de lijke begunstigden worden gedelegeerd.

De Commissie zal in 2002 passende technische bijstand aan deze instanties verstrekken om te zorgen voor doelmatigheid in projectbeheer en -uitvoering die in overeenstemming zijn met de EU-vereisten voor aanbesteding, contractering, toezicht en financiële controle.

Het ministerie van Publieke Werken, Vervoer en Huisvesting en het ministerie van Waterstaat en Milieubescherming zijn de vakministeries die als uitvoerende instan ties optreden.

Met betrekking tot de uitvoering zijn er in 2001 in totaal 19 contracten voor diensten voor ontwerp, toezicht en technische bijstand uitgegaan (negen voor vervoer en tien voor milieu), waarvan er negen binnen een jaar waren ondertekend (zeven voor vervoer en twee voor milieu). In 2001 zijn er vijf aanbestedingen voor werken uitgegaan, waarvan één in de sector vervoer en vier in de sector milieu.

In 2001 zijn er in totaal 14 nieuwe projecten goedgekeurd. Hiervan zijn er negen milieuprojecten en vijf vervoersprojecten. Over het geheel genomen was er in 2000-2001 een aantal van 22 projecten, waarvan 14 voor milieu en acht voor vervoer. Drie hiervan waren projecten voor technische bijstand, te weten twee voor vervoer en één voor de voorbereiding van milieuprojecten.

Terwijl alle beschikbare ISPA-toewijzingen in 2000 en 2001 volledig zijn vastgelegd, zijn er tot aan het einde van het jaar betalingen ter waarde van EUR 65,6 miljoen gedaan, zijnde de eerste voorschotten op alle in 2000 goedgekeurde projecten en op enkele projecten die begin 2002 zijn goedgekeurd.

Toezicht en evaluatie

De eerste twee vergaderingen van het ISPA-toezichtcomité zijn gehouden in juni en oktober 2001.

In de vergaderingen is aandacht besteed aan de trage voortgang bij de uitvoering van ISPA-maatregelen (met name in de aanbestedings- en contracteringsfase), de trage voortgang bij het voldoen aan de voorwaarden van artikel 8 van de financierings memoranda in de sector milieu, de noodzaak om de kwaliteit van de voor de toezichtcomités opgestelde bewakingsverslagen te verbeteren en de noodzaak om de beheerscapaciteit van de uitvoerende instanties te versterken.

Medefinanciering met IFI's

In totaal zijn op twee na alle ISPA-milieuprojecten met internationale financiële instellingen medegefinancierd. Het betreft hier vijf maatregelen met de EIB (twee in 2000: Craiova en Braila, en drie in 2001: Cluj, Focsani en Pascani) en zes met de EBRD (twee in 2000: Constanta en Iasi, en vier in 2001: Arad, Oradea, Timisoara en Targu Mures). Één in 2000 goedgekeurde maatregel (Piatra Neamt) zal worden medegefinancierd door de Deense Instantie voor milieubescherming. In de sector vervoer financieren de EIB en de EBRD parallelle projecten. In totaal hebben de gezamenlijke medegefinancierde maatregelen een waarde van circa EUR 352,9 miljoen aan ISPA-bijstand (milieu).

Naar verwachting zal deze samenwerking de gehele periode van ISPA-program mering blijven bestaan aangezien het niveau van de investeringsbehoefte duidelijk hoger ligt dan de ISPA-toewijzingen.

EDIS

In 2001 zijn met een eindrapport over het onderzoek naar leemten, dat is gedateerd in januari 2002, de eerste stappen gezet naar de afronding van fase I van de EDIS-routekaart. De opdracht voor het 'onderzoek naar leemten' was echter gegeven door de EG-delegatie in Roemenië en niet door de Roemeense autoriteiten, zoals is vereist door de EDIS-routekaart. Er bestaat de facto dus een onderzoek naar leemten, maar de Roemeense autoriteiten moeten nu bevestigen dat de nationaal ordonnateur het rapport van het door de EG-delegatie begonnen onderzoek naar leemten kan accepteren als de uitkomst van fase I van de EDIS-routekaart, en vervolgens een begin maken met de volgende fasen van de routekaart, met name om een tijdschema te kunnen opstellen voor stappen op weg naar het EDIS. In 2002 wordt voor het eerste deel van het 'opvullen van leemten' technische bijstand in het kader van het ISPA goedgekeurd.

Financieel beheer en controle

Begin januari 2002 heeft de controledienst van DG Regionaal beleid de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen doorgelicht. De belangrijkste bevindingen van de controle zijn in mei 2002 aan de Roemeense autoriteiten toegezonden met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad. Eind 2002 wordt er een vervolgonderzoek uitgevoerd, waarbij de aanbestedings procedures en de uiteindelijke begunstigden in de sector milieu uitvoeriger zullen worden beoordeeld.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

20. SLOWAKIJE

In 2001 is aan Slowakije een totale ISPA-vastlegging van EUR 48,1 miljoen toegewezen. Deze was als volgt verdeeld: vervoer EUR 24,7 miljoen en milieu EUR 23,4 miljoen. Technische bijstand had een waarde van EUR 763 056. De toewijzing aan Slowakije bedraagt 4,33% van de totale ISPA-begroting voor 2001.

Programmering

Het kader voor de programmering voor vervoer in 2001 volgde de door de Slowaakse auto riteiten en de Commissie opgestelde strategie. In december 2001 heeft de Slowaakse regering haar nationale ISPA-strategie voor deze sector bijgewerkt; de algehele principes voor het instellen van deze prioriteiten zijn echter ongewijzigd gebleven. De prioriteiten waren gericht op de volgende doelstellingen:

* Opbouw en modernisering van de vervoersinfrastructuur in de multimodale corridors naar Europese normen

* Ontwikkeling van internationale wegen en de aansluiting daarvan op het Europese ver keers net

* Integratie van systemen voor personenvervoer

* Bevordering van gecombineerd vervoer over de weg en per spoor

* Erop toezien dat de vervoersinfrastructuur verenigbaar is met milieubelangen.

Op het gebied van milieu hanteert de Slowaakse regering de strategische doelstelling om de huidige kwaliteit van het milieu te behouden en de toestand van geschonden en veront reinigde gebieden te herstellen. Om aan deze doelstelling te voldoen zijn een hervorming van het rechtsstelsel, institutionele herstructurering en milieu-investerings programma's nood zake lijk. Een aantal gebieden heeft prioriteit:

* Gezien de algemeen voorkomende lozing van onbehandeld of gedeeltelijk behandeld afval water uit de belangrijkste bevolkings centra heeft de verbetering van de waterkwaliteit prio riteit. Dit vereist in de eerste plaats dat rioleringsnetten en rioolwater zuive ringsinstallaties worden aangelegd en hersteld, en ook dat verdere maatregelen worden genomen die zijn gericht op geselec teerde industriële bedrijven.

* Centraal bij de maatregelen voor het beheer van afvalstoffen staan de opbouw van een reeks regionale vuilstortplaatsen en afvalverbrandingsovens voor de verwijdering van gevaarlijk en ongevaarlijk afval, de systematische herontginning van stortplaats locaties, de vermindering van de productie van gevaarlijk afval, de intensivering van de gescheiden afvalinzameling en de grotere benutting van de gescheiden segmenten van gemeentelijk afval.

* Voor wat betreft de luchtvervuiling geldt dat, hoewel de emissies zijn vermin derd ten gevolge van de teruggang van de zware industrie en de daling van de hoeveelheid verstookte bruinkool, er regionaal op zo'n 20 plaatsen nog steeds ernstige problemen zijn.

De Europese Commissie heeft aan de Slowaakse regering voorgesteld, te zorgen voor een grotere diversiteit in de projecten die zich in de ontwerpfase bevinden, aangezien alle tot nu toe voor bereide projecten waren gericht op waterbeheer.

De programmering op milieugebied wordt op het ogenblik belemmerd door een gebrek aan middelen binnen het ministerie van Milieu alsmede door te weinig transparantie in de huidige hervorming van het waterbeheer. Na afronding van deze hervorming, die voorziet in gemeentelijke regionale waterbedrijven, zal er ongetwijfeld een einde zijn gekomen aan een belangrijke hindernis voor systematische programmering die is gebaseerd op behoeften en doelmatigheid.

Uitvoering

De functie van nationaal ISPA-coördinator wordt uitgeoefend door de vice-premier.

Er zijn drie uitvoerende instanties voor het ISPA in de sectoren milieu en vervoer:

* De uitvoerende instantie voor milieuprojecten

* De uitvoerende instantie voor wegenbouwprojecten

* De uitvoerende instantie voor spoorwegprojecten

Alle drie de uitvoerende instanties zijn nu operationeel.

In de sector milieu zijn er in 2000-2001 in totaal zes investeringsprojecten en één maatregel voor technische bijstand goedgekeurd voor financiering door het ISPA. In de sector vervoer zijn er in 2000-2001 drie investeringsprojecten goedgekeurd. Alleen in 2001 zijn er drie milieu projecten en één vervoersproject goedgekeurd. Hieronder waren één maatregel voor technische bijstand en drie investeringsprojecten in de sector milieu en twee investerings projecten in de sector vervoer. Één projectaanvraag voor rioolwaterzuivering in de stad Topolany is niet gehonoreerd, aangezien deze niet paste binnen de ISPA-strategie.

Gedurende het gehele jaar hebben er voorbereidingen voor aanbesteding en contractering plaatsgevonden. Van de uitvoerende instantie voor spoorwegen is er één aanbesteding uitge gaan (budget: EUR 51 miljoen). De voorbereiding van aanbestedingen voor milieuprojecten verliep traag, en afgezien van enkele aanbestedingen voor technische bijstand zijn er in deze sector geen aanbestedingen uitgegaan.

Het project voor technische bijstand voor projectvoorbereiding (totale kosten: EUR 1,3 miljoen) is gedeeltelijk uitgevoerd en heeft tot nu toe drie afgeronde projectvoorstellen opgeleverd, waarvan er twee aan de Commissie zijn voorgelegd en er één is goedgekeurd. Meer project aanvragen zijn in voorbereiding en zullen in 2002 aan de Commissie worden voorgelegd.

De betalingen tot aan het einde van het jaar bedroegen EUR 4 miljoen, zijnde de eerste voorschotten op in 2000 in goedgekeurde projecten.

Toezicht en evaluatie

In 2001 heeft het ISPA-toezichtcomité vergaderd in juni en in november. Er bestonden aanzienlijke kwaliteitsverschillen tussen de bewakingsrapporten voor de verschillende projec ten. De discussies van het comité waren echter nuttig en hebben een goed zicht op de uit voering van elk project mogelijk gemaakt.

Medefinanciering met IFI's

In de sector milieu is de nauwe samenwerking met de EIB voortgezet. Over een globale kaderlening via een Slowaakse door de overheid gegarandeerde bank is onderhandeld, maar er is geen overeenstemming bereikt.

Met de EIB is overeenstemming bereikt over de medefinanciering van het vervoersproject. Terwijl het ISPA zorgt voor financiering met EUR 27 miljoen, heeft de EIB ermee ingestemd om met EUR 40 miljoen te financieren, en de Slowaakse regering met EUR 19 miljoen. Eind 2001 had de Slowaakse regering echter nog niet definitief besloten, of zij deze lening ook echt zou gaan gebruiken.

Andere EIB-kredietfaciliteiten zijn (via een globale lening) in principe beschikbaar voor mede financiering van de spoorwegprojecten Bratislava-Senkvice en Senkvice-Cífer. De Slowaakse regering moet echter nog beslissen of deze leningen noodzakelijk zijn.

EDIS

Tegen het einde van 2001 heeft de Slowaakse regering met de Europese Commissie onderhandeld over een project voor een technische bijstand, teneinde de voorbereiding van de uitgebreide decentralisatie van het ISPA-beheer te versnellen.

De capaciteit zal aanzienlijk moeten worden versterkt, met name in de sector milieu. Binnen het centrale Slowaakse bestuur zijn voorzieningen voor interne controle en verificatie getroffen. Enkele van de hiervoor opgezette structuren moeten echter nog volledig operatio neel worden om voor het EDIS geschikt te zijn.

Financieel beheer en controle

Voor januari 2002 had de controledienst van DG Regionaal beleid een doorlichting van de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen op het programma. De belangrijkste bevindingen van de controle worden aan de Slowaakse autoriteiten toegezonden met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad. Later in 2002 wordt er een vervolgonderzoek uitgevoerd.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

21. SLOVENIË

In 2001 is aan Slovenië een totale ISPA-vastlegging van EUR 16,0 miljoen toegewezen. Deze was als volgt verdeeld: vervoer EUR 6,7 miljoen en milieu EUR 9,3 miljoen. De toewijzing aan Slovenië bedraagt 1,44 % van de totale ISPA-begroting voor 2001.

Programmering

De door de Sloveense autoriteiten in overeenstemming met de Commissie opgestelde strategieën voor de sectoren milieu en vervoer bepalen het kader van de ISPA-programmering. Deze strategieën bevatten indicatieve lijsten van prioritaire projecten en worden van tijd tot tijd herzien.

Bij de vervoersinfrastructuur ligt de nadruk op het voltooien of moderniseren van de grote trans-Europese netten en op het ontwikkelen van grensaansluitingen (twee van de tien prioritaire TINA-corridors lopen door Slovenië). Het land wil graag profiteren van zijn strategische ligging tussen Italië, Oostenrijk, Kroatië en Honga rije. De vervoersstrategie van de Sloveense regering is uitsluitend geconcentreerd op de spoor wegen die, gezien de slechte staat van onderhoud, veel herstel werk vereisen.

Op het gebied van het milieu heeft Slovenië te kampen met acute problemen, voor namelijk met betrekking tot water en afval, waarvoor grote financiële investeringen en de participatie van zowel de overheid als de particuliere sector nodig zijn. De grootste milieuproblemen hangen samen met de slechte kwaliteit van water. Voorts zijn er geen rioolwaterzuiveringsinstallaties met derdetrapszuivering, hetgeen in veel meren en reservoirs leidt tot eutrofiëring.

De prioriteiten betreffen de noodzaak om de verwijdering van voornamelijk stedelijk afval aan te pakken. Stortplaatsen voldoen niet aan EU-normen, er zijn momenteel onvoldoende afvalverbrandings ovens, afval wordt niet gescheiden ingezameld en er is geen georganiseerd systeem voor hergebruik.

Uitvoering

De functie van nationaal ISPA-coördinator wordt uitgeoefend door de minister voor Europese Zaken (Overheidsdienst voor Europese Zaken).

De uitvoerende instantie die momenteel voor het ISPA is aangewezen, is de Centrale Eenheid voor financiën en contracten (CFCU). Deze CFCU kan enkele van haar bevoegdheden betreffende aanbestedingen en andere zaken overdragen aan de uiteindelijke begunstigde en/of de voor de uitvoering verantwoordelijke instantie (het ministerie van Vervoer en het ministerie van Milieu en Ruimtelijke Ordening).

In 2001 hebben de leden van het comité van beheer een gunstig advies uitgebracht over vijf nieuwe projecten (vier voor milieu en één voor vervoer). Hiervan heeft de Commissie er vier goedgekeurd terwijl het contract voor één ervan (rivier de Paka) in 2002 moet worden ondertekend. Alles tezamen zijn er in de periode 2000-2001 negen projecten goedgekeurd, te weten vijf investeringsprojecten en één project voor technische bijstand in de sector milieu, en 2 investeringsprojecten en één project voor technische bijstand in de sector vervoer.

Voor alle goedgekeurde projecten hebben de voorbereidingen voor aanbesteding en contractering in de loop van 2001 plaatsgevonden. In de loop van het jaar zijn er twee contracten voor werken (waarde EUR 9,78 miljoen) ondertekend.

Terwijl alle beschikbare ISPA-toewijzingen in 2000 en 2001 zijn vastgelegd, zijn er tot aan het einde van het jaar betalingen ter waarde van EUR 2,45 miljoen gedaan, zijnde de eerste voorschotten op in 2000 goedgekeurde projecten.

Toezicht en evaluatie

De werkzaamheden van het toezichtcomité worden aangevuld met periodieke verga deringen met het personeel van de EG-delegatie in Ljubljana, bewakingsrapporten van de uitvoerende instanties en enkele bezoeken ter plaatse van personeel van de Commissie.

Één van de belangrijkste punten die in de rapporten over Slovenië naar voren komen, zijn vertragingen in de aanbesteding. Deze worden voornamelijk veroor zaakt door de veranderingen in de aanbestedingsprocedure van het DIS (systeem voor de uitvoering van de decentralisatie) naar de PRAG (praktische gids betreffende de bij PHARE, ISPA & Sapard toe te passen procedures). Aanbestedingsstukken die waren opgesteld op grond van de DIS- voorschriften moesten zodanig worden herzien dat deze voldoen aan de nieuwe PRAG-voorschriften. Tegen het einde van 2001 is deze kwestie opgelost.

Medefinanciering met IFI's

In 2002 wil Slovenië een overeenkomst met de EIB over twee kaderleningen afsluiten. Daardoor komt er aanvullend EUR 35 en EUR 30 miljoen beschikbaar voor milieu- resp. vervoersprojecten. Deze kredieten zullen de hefboomwerking van ISPA-middelen aanzienlijk helpen versterken aangezien deze bij de beoordeling van projectaanvragen tot nauwere samen werking tussen de EIB en de diensten van de Commissie zullen leiden.

EDIS

Momenteel worden de mechanismen voor het EDIS in Slovenië nader bekeken, maar nu al is wel duidelijk dat de taken en bevoegdheden van de Centrale Eenheid voor financiën en contracten (CFCU) zullen worden overgenomen door de lijnministeries. Het plan is dat deze overgang plaatsvindt vóór de toetreding om een proefperiode te hebben in de aanloop naar de uitvoering van de Cohesiefonds.

Een vergelijkbare reorganisatie is van toepassing op de taken van de nationale ISPA-coördinator, waarbij een overdracht zal plaatsvinden van de Overheidsdienst voor Europese Zaken naar de Nationale Dienst voor wederopbouw en ontwikkeling bij het ministerie van Economische Zaken.

Eind 2001 was er nog geen enkele fase van de EDIS-routekaart afgerond. De Sloveense autoriteiten zullen met eigen middelen het 'onderzoek naar leemten' (fase I) uitvoeren. Met betrekking tot fase II en III van de routekaart ('opvullen van leemten' en 'conformiteitsonderzoek') hebben de Sloveense autoriteiten in 2002 een voorstel voor technische bijstand in het kader van het ISPA-programma ingediend.

Financieel beheer en controle

In november 2001 heeft de desbetreffende controledienst van de Commissie de financiële beheers- en controlesystemen van de uitvoerende instanties voor ISPA-maatregelen doorgelicht. De belangrijkste bevindingen van de controle zijn in 2002 aan de Sloveense autoriteiten toegezonden met aanbevelingen voor verbeteringen die nodig zijn om te voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad. In de loop van 2002 wordt er een vervolgonderzoek uitge voerd.

Tabel 1: Goedgekeurde projecten en vastleggingen 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 2: Goedgekeurde projecten in 2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tabel 3: Maatregelen voor technische bijstand 2000-2001

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Lijst van afkortingen

BOT // Build Operate Transfer (bouwen-exploiteren-overdragen)

CFCU // Centrale Eenheid voor financiën en contracten

DIS // Systeem voor de uitvoering van de decentralisatie

EBRD // Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling

EDIS // Systeem voor de uitvoering van de uitgebreide decentralisatie

EFRO // Europees Fonds voor regionale ontwikkeling

EIB // Europese Investeringsbank

FIDIC // International Confederation of Consulting Engineers

IFI // Internationale financiële instelling

ISPA // Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid

MER // Milieueffectbeoordeling

NEFCO // Nordic Environment Finance Corporation

NF // Nationaal Fonds

NIB // Nordic Investment Bank

NIC // Nationaal ISPA-coördinator

NPAA // National Programmes for the Adoption of the Acquis

PPP // Publiek-privaat partnerschap

PHARE // Communautair bijstandsprogramma voor economische herstructurering in de landen van Centraal- en Oost-Europa

Sapard // Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling

TEN-T // Trans-Europees vervoersnetwerk

TINA // Transport Infrastructure Needs Assessment (Beoordeling van de behoeften inzake de vervoersinfra structuur)

Nuttige informatiebronnen

ISPA on-line:

http://www.europa.eu.int/comm/regional_policy/funds/ispa/ispa_en.htm

DG Regionaal beleid on-line:

http://www.europa.eu.int/comm/regional_policy/index_en.htm

Documentatiecentrum: // De Europese Commissie DG Regionaal beleid B-1049 Brussel Tel.: + 32.2.2960634 Fax: + 32.2.2966003 E-mail: regio-info@cec.eu.int

Website van de Europese Unie: // www.europa.eu.int

Website van DG Uitbreiding: // http://europa.eu.int/comm/enlargement/index.htm

Website van de EBRD: // www.ebrd.com

Website van de EIB: // www.eib.org

Projects signed - per country per (sub)sector

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top