EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001DC0278

Mededeling van de Commissie aan de raad en het Europees Parlement - Halfjaarlijkse bijwerking van het scorebord van de vorderingen op het gebied van de totstandbrenging van een ruimte van "vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" in de Europese unie - (1e halfjaar 2001)

/* COM/2001/0278 def. */

52001DC0278

Mededeling van de Commissie aan de raad en het Europees Parlement - Halfjaarlijkse bijwerking van het scorebord van de vorderingen op het gebied van de totstandbrenging van een ruimte van "vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" in de Europese unie - (1e halfjaar 2001) /* COM/2001/0278 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT - HALFJAARLIJKSE BIJWERKING VAN HET SCOREBORD VAN DE VORDERINGEN OP HET GEBIED VAN DE TOTSTANDBRENGING VAN EEN RUIMTE VAN "VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID" IN DE EUROPESE UNIE - (1e HALFJAAR 2001)

INHOUDSOPGAVE

1. Inleiding

2. Een gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid van de eu

2.1. Partnerschap met landen van herkomst

2.2. Een gemeenschappelijk Europees asielstelsel

2.3. Eerlijke behandeling van derdelanders

2.4. Beheer van migratiestromen

3. Een ware Europese rechtsruimte

3.1. Een betere toegang tot de rechter in Europa

3.2. Wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen

3.3. Grotere convergentie inzake burgerlijk recht

4. Bestrijding van de criminaliteit in de Unie in haar geheel

4.1. Criminaliteitspreventie op het niveau van de Unie

4.2. Versterking van de samenwerking bij de bestrijding van de criminaliteit

4.3. Bestrijding van bepaalde vormen van criminaliteit

4.4. Speciaal optreden tegen het witwassen van geld

5. Aangelegenheden op het gebied van binnen- en buitengrenzen en visumbeleid, tenuitvoerlegging van art. 62 VEG en omzetting van het Schengenacquis

6. Burgerschap van de Unie

7. Samenwerking ter bestrijding van drugs

8. Krachtdadiger extern optreden

9. ANDERE LOPENDE INITIATIEVEN

1. Inleiding

Tijdens zijn bijeenkomst in Tampere op 15 en 16 oktober 1999 heeft de Europese Raad de Commissie verzocht een voorstel in te dienen voor "een passend Scorebord terzake" waardoor "voortdurend kan worden toegezien op de vorderingen bij de uitvoering van de nodige maatregelen en op de inachtneming van het tijdschema" dat met het Verdrag van Amsterdam, het Actieplan van Wenen en de conclusies van Tampere is vastgesteld met het oog op de totstandbrenging van een "ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid". Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Commissie in maart 2000 een mededeling (COM(2000)167 van 24 maart 2000) aan de Raad en het Europees Parlement ingediend onder de titel "Scorebord van de vorderingen op het gebied van de totstandbrenging van een ruimte van "vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" in de Europese Unie". Een geconsolideerde versie, die een aantal verduidelijkingen bevatte in verband met opmerkingen die van bepaalde lidstaten hetzij gedurende de Raadsvergadering van 27 maart 2000 of daarna werden ontvangen, werd op 29 mei 2000 beschikbaar gesteld.

De eerste halfjaarlijkse bijwerking van het Scorebord overeenkomstig de toezegging van de Commissie om dit eenmaal per presidentschap te herzien, is ingediend in november 2000 onder Frans voorzitterschap (COM(2000)782 van 30.11.2000). Evenmin als in de versie van november 2000 zijn vorm, doelstelling en reikwijdte van deze halfjaarlijkse bijwerking gewijzigd.

Niettemin is aan deze uitgave van mei 2001 een nieuw hoofdstuk toegevoegd waarin een aantal initiatieven van de lidstaten worden behandeld die verband houden met de conclusie van Tampere en het actieplan van Wenen.

De belangrijkste veranderingen zijn te vinden in de rubriek "stand van zaken", die het "bewegende doel" vertegenwoordigt dat in de conclusies van Tampere voor alle instellingen en de lidstaten werd vastgesteld en waardoor de vorderingen wat betreft de totstandbrenging en ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de Europese Unie kunnen worden gevolgd.

Deze versie van het Scorebord vormt, hoewel structureel ongewijzigd, de eerste aanzet tot het overleg dat de instellingen in de periode tot de Europese Raad van Laken in december 2001 zullen moeten plegen, wanneer ingevolge de conclusies van Tampere, die zijn overgenomen door de Europese Raad van Stockholm in maart 2001, de bij de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid in de Europese Unie geboekte vorderingen zullen moeten worden geëvalueerd.

Sedert de laatste versie van het Scorebord van november 2000 zijn de werkzaamheden van de instellingen voortgegaan. De Commissie heeft o.a. wetgevingsvoorstellen en/of mededelingen ingediend betreffende het uniforme visummodel, de minimumnormen betreffende de voorwaarden voor de opvang van asielzoekers, de status van sedert lang in de Unie verblijvende onderdanen van derde landen, de wederzijdse erkenning van beslissingen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid, de omwerking van de communautaire instrumenten inzake het recht van verblijf, een betere beveiliging van de informatiemaatschappij, en gemeenschappelijke definities, strafbaarstellingen en sancties op het gebied van de drugshandel.

Hunnerzijds hebben ook bepaalde lidstaten een aantal initiatieven ingediend, die op het ogenblik in behandeling zijn bij de Raad.

Het Europees Parlement heeft voorts adviezen uitgebracht betreffende verschillende hem voorgelegde voorstellen voor besluiten, en het heeft niet geaarzeld een afwijzend advies uit te brengen wanneer het van oordeel was dat de inhoud ervan niet overeenkwam met de wenselijke politieke richtsnoeren of dat deze daar slechts ten dele aan beantwoordde.

Wat betreft de goedgekeurde instrumenten of de instrumenten waarvan de goedkeuring tijdens het Zweedse voorzitterschap te verwachten is, kunnen als voorbeeld het kaderbesluit betreffende de status van slachtoffers, de oprichting van de voorlopige Eurojust-eenheid - die in december 2001 zal moeten worden vervangen door de definitieve eenheid - de tijdelijke bescherming en het burgerlijk justitieel netwerk en het netwerk voor criminaliteitspreventie worden genoemd.

Uit dit overzicht blijken reeds bepaalde vertragingen evenals het ontbreken van zichtbare en concrete acties op bepaalde gebieden. Bovendien moet worden toegegeven dat voor verschillende acties in het actieplan van Wenen en de conclusies van Tampere de termijn april 2001 was gesteld, maar dit tijdschema is niet in acht genomen. Dit geldt o.a. voor bepaalde instrumenten inzake asiel, de bestrijding van bepaalde vormen van criminaliteit zoals corruptie, drugshandel en computercriminaliteit. De ratificatie van de overeenkomsten inzake uitlevering en de tenuitvoerlegging van de overeenkomst inzake wederzijdse rechtshulp en andere aspecten van de wederzijdse rechtshulp lopen eveneens vertraging op.

Wij allen dragen ons deel van de verantwoordelijkheid; de Commissie heeft ongetwijfeld een aantal voorstellen later ingediend dan zij zich oorspronkelijk had voorgenomen. Zo is vertraging opgelopen ten aanzien van de herziening van het Verdrag van Rome wat betreft de niet-contractuele aansprakelijkheid, het voorstel betreffende de gemeenschappelijke definities, strafbaarstellingen en sancties op het gebied van de drugshandel en het voorstel inzake de herziening van de Overeenkomst van Dublin. In ieder geval zal de Commissie in de gelegenheid zijn om vóór de zomer alle voorstellen in te dienen betreffende de vaststelling van een asiel- en immigratiebeleid volgens de in Tampere overeengekomen beginselen. De Raad heeft voorts nog geen overeenstemming bereikt over onder andere het voorstel van de Commissie betreffende gezinshereniging, terwijl een groot aantal verdragen nog niet door alle 15 lidstaten is geratificeerd.

En niettemin zijn de werkzaamheden, zoals boven vermeld, ononderbroken voortgezet. In sommige gevallen zijn de inspanningen echter besteed aan ad hoc-acties, die slechts een zeer gedeeltelijke toegevoegde waarde opleverden. Naar verwacht zal de Europese Raad van Laken niet alleen de geboekte voorzieningen evalueren maar zich eveneens buigen over de acties die niet hebben plaatsgevonden.

Het Scorebord vermeldt tevens gevallen waarin de voorgenomen acties niet tot de verwachte concrete resultaten hebben geleid, zoals met name het geval was met de bestrijding van de belastingfraude en de instrumenten tot aanvulling van de maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld.

Het ziet er bijgevolg naar uit dat er grondiger zal moeten worden nagedacht over enerzijds het vaststellen van een rangorde van prioriteiten en anderzijds de meest doeltreffende manier om de doelstellingen binnen de gestelde termijnen te bereiken om daardoor de nodige stimulans te geven voor een snellere gang van zaken op de gebieden waar de grootste achterstanden worden vastgesteld.

2. Een gemeenschappelijk asiel- en migratiebeleid van de eu

De afzonderlijke, maar onderling nauw verbonden vraagstukken van asiel en migratie vereisen dat een gemeenschappelijk EU-beleid wordt uitgewerkt dat de volgende elementen bevat :

2.1. Partnerschap met landen van herkomst

Er zal een alomvattende aanpak van migratie worden ontwikkeld, met aandacht voor de politieke, mensenrechten- en ontwikkelingsvraagstukken in de landen en regio's van herkomst en doorreis. Deze aanpak zal gebaseerd zijn op een partnerschap met die landen en regio's teneinde de gezamenlijke ontwikkeling te stimuleren.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.2. Een gemeenschappelijk Europees asielstelsel

Het is de bedoeling toe te zien op de volledige en niet-restrictieve toepassing van het Verdrag van Genève en zo te garanderen dat niemand wordt teruggestuurd naar het land van vervolging, d.w.z. dat het beginsel van non-refoulement wordt gehandhaafd.

Op termijn moet dit leiden tot de vaststelling van een gemeenschappelijke asielprocedure en van een uniforme status voor personen die asiel hebben gekregen, welke in de hele Unie geldig is.

Secundaire bewegingen van asielzoekers tussen lidstaten moeten worden beperkt.

Op basis van de solidariteit tussen de lidstaten zal actief gezocht worden naar overeenstemming over een regeling voor tijdelijke bescherming van ontheemden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.3. Eerlijke behandeling van derdelanders

De voorwaarden voor toelating en verblijf van derdelanders, gebaseerd op een gezamenlijke evaluatie van de economische en demografische ontwikkelingen in de Unie alsook op de situatie in de landen van herkomst, zullen op elkaar worden afgestemd.

Het integratiebeleid moet erop gericht zijn aan derdelanders die legaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven (in bijzonder bij langdurig verblijf), rechten toe te kennen en verplichtingen op te leggen die vergelijkbaar zijn met die van de EU-burgers. Het moet tevens de non-discriminatie en de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat verder ontwikkelen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

2.4. Beheer van migratiestromen

Alle fasen van de migratiestromen moeten in nauwe samenwerking met de landen van herkomst en doorreis doeltreffender worden beheerd.

De bestrijding van de illegale immigratie moet beter worden aangepakt door de strijd aan te binden met de betrokken criminele netwerken en tegelijkertijd de bescherming van de slachtoffers garanderen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Een ware Europese rechtsruimte

Het is de bedoeling dat de burgers in de gehele Unie een zelfde beeld krijgen van justitie. Justitie moet worden beschouwd als een middel om het dagelijkse leven van de burgers te vergemakkelijken en om degenen die de vrijheid en de veiligheid van de individuen en de maatschappij in gevaar brengen, voor het gerecht te brengen. Dit impliceert zowel een betere toegang tot de rechter als volledige justitiële samenwerking tussen de lidstaten.

3.1. Een betere toegang tot de rechter in Europa

Een ware rechtsruimte moet garanderen dat burgers en bedrijven in alle lidstaten even gemakkelijk als in hun eigen land, toegang kunnen hebben tot de rechter en de autoriteiten en niet door de complexiteit van de juridische en administratieve stelsels van de lidstaten worden verhinderd of ontmoedigd om hun rechten te doen gelden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.2. Wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen

Een ware Europese rechtsruimte dient rechtszekerheid te verstrekken aan personen en economische subjecten. Dit betekent dat rechterlijke beslissingen en vonnissen in de gehele Unie in acht moeten worden genomen en uitgevoerd.

Een versterkte wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen en vonnissen en de noodzakelijke onderlinge aanpassing van de wetgevingen zouden de samenwerking tussen de autoriteiten en de justitiële bescherming van de rechten van het individu ten goede komen. Het is de bedoeling dat het beginsel van wederzijdse erkenning in zowel burgerlijke als strafzaken de hoeksteen van de justitiële samenwerking binnen de Unie wordt.

Op burgerrechtelijk gebied :

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Op strafrechtelijk gebied :

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.3. Grotere convergentie inzake burgerlijk recht

Met het oog op een vlottere justitiële samenwerking en een betere toegang tot de rechter dient een grotere overeenstemming en convergentie tussen de verschillende rechtsstelsels te worden tot stand gebracht.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Bestrijding van de criminaliteit in de Unie in haar geheel

In de gehele Unie moet een evenwichtige ontwikkeling van misdaadbestrijdingsmaatregelen worden bewerkstelligd waarbij de vrijheid en de wettelijke rechten van personen en economische subjecten worden beschermd.

In deze context wordt speciale aandacht gevraagd voor de "Strategie van de Europese Unie voor het begin van het nieuwe millennium" inzake preventie van en controle op georganiseerde misdaad. Een aantal aanvullende acties, die verder gaan dan de conclusies van Tampere en die in het leven zijn geroepen door de aanbevelingen van deze strategie, zijn in dit hoofdstuk opgenomen.

4.1. Criminaliteitspreventie op het niveau van de Unie

Een doeltreffend beleid op het gebied van de bestrijding van alle vormen van criminaliteit, al dan niet-georganiseerd, moet ook preventieve maatregelen van multidisciplinaire aard omvatten.

De integratie van aspecten van criminaliteitspreventie in maatregelen en programma's ter bestrijding van criminaliteit op het niveau van de Unie en van de lidstaten.

De samenwerking tussen nationale criminaliteitspreventieorganisaties moet worden aangemoedigd en er moeten bepaalde prioritaire gebieden worden vastgesteld.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4.2. Versterking van de samenwerking bij de bestrijding van de criminaliteit

In een ware rechtsruimte mogen de misdadigers niet de gelegenheid krijgen om voordeel te halen uit de verschillen in de rechtsstelsels van de lidstaten.

De voor de toepassing van de wetgeving verantwoordelijke autoriteiten dienen intensiever samen te werken om de burgers een hoog niveau van bescherming te bieden. Hiertoe moet bij onderzoeken inzake grensoverschrijdende criminaliteit optimaal profijt worden getrokken uit de samenwerking tussen de autoriteiten van de lidstaten.

Het Verdrag van Amsterdam heeft door de uitbreiding van de bevoegdheden van Europol de essentiële en centrale rol erkent die dit orgaan moet spelen door de Europese samenwerking op het gebied van preventie en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit te vergemakkelijken.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4.3. Bestrijding van bepaalde vormen van criminaliteit

Wat het nationaal strafrecht betreft, dienen de inspanningen om overeenstemming te bereiken over gemeenschappelijke definities, strafbaarstelling en sancties in een eerste fase vooral gericht te zijn op een beperkt aantal sectoren die van bijzonder belang zijn. Er moet een akkoord worden bereikt over gemeenschappelijke definities, strafbaarstelling en sancties wat betreft ernstige vormen van georganiseerde en transnationale criminaliteit teneinde de vrijheid en de wettelijke rechten van personen en economische subjecten te beschermen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4.4. Speciaal optreden tegen het witwassen van geld

Het witwassen van geld is nauw verweven met de georganiseerde criminaliteit. Om die reden moeten maatregelen worden genomen om het witwassen uit te roeien, waar het zich ook voordoet, teneinde ervoor te zorgen dat concrete maatregelen worden genomen om opbrengsten van misdrijven op te sporen, te bevriezen, in beslag te nemen en te confisqueren.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

5. Aangelegenheden op het gebied van binnen- en buitengrenzen en visumbeleid, tenuitvoerlegging van art. 62 VEG en omzetting van het Schengenacquis

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

6. Burgerschap van de Unie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

7. Samenwerking ter bestrijding van drugs

Het drugsprobleem, dat een collectieve en individuele bedreiging vormt, dient op een globale, multidisciplinaire en geïntegreerde manier te worden aangepakt. De drugsstrategie van de EU voor de jaren 2000-2004 zal eveneens halverwege en aan het einde worden geëvalueerd met de hulp van het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving (EWDD) en Europol.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. Krachtdadiger extern optreden

De Europese Unie onderstreept dat alle bevoegdheden en instrumenten die ter beschikking van de Unie staan, met name in de externe betrekkingen, op een geïntegreerde en consequente manier moeten worden gebruikt om een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen. Aangelegenheden op het gebied van justitie en binnenlandse zaken moeten geïntegreerd worden in de bepaling en de uitvoering van het beleid en de activiteiten van de Unie op andere gebieden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

9. ANDERE LOPENDE INITIATIEVEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top