EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020DC0660

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Mededeling 2020 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

COM/2020/660 final

Brussel, 6.10.2020

COM(2020) 660 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Mededeling 2020 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

{SWD(2020) 350 final} - {SWD(2020) 351 final} - {SWD(2020) 352 final} - {SWD(2020) 353 final} - {SWD(2020) 354 final} - {SWD(2020) 355 final} - {SWD(2020) 356 final}


Mededeling 2020 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

I.INLEIDING

Sinds het aantreden van de nieuwe Commissie eind 2019 hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan met betrekking tot de uitbreidingsagenda van de EU. In februari 2020 keurde de Commissie voorstellen goed om het toetredingsproces te versterken en in maart bekrachtigden de leden van de Europese Raad het besluit van de Raad Algemene Zaken om toetredingsonderhandelingen te openen met de Republiek Albanië en de Republiek Noord-Macedonië. Tijdens de top tussen de EU en de Westelijke Balkan op 6 mei 2020 herhaalden de EU-leiders dat de Unie vastbesloten is haar samenwerking met de regio verder te intensiveren en toonden zij zich ingenomen met de toezegging van de partners van de Westelijke Balkan om de noodzakelijke hervormingen grondig en krachtdadig door te voeren.

2020 staat nog altijd in het teken van de verwoestende gevolgen van de COVID-19-pandemie. De EU wordt zelf zwaar getroffen door deze crisis, maar biedt ook grootschalige steun aan de regeringen van met name de Westelijke Balkan om de problemen aan te pakken. De EU is begonnen haar financiële bijstand te herverdelen in het licht van de noodsituaties waarmee de regio als gevolg van de crisis wordt geconfronteerd, zowel wat betreft gezondheid als op sociaal-economisch gebied.

De EU heeft een pakket van meer dan 3,3 miljard EUR vrijgemaakt ten behoeve van burgers en bedrijven in de Westelijke Balkan 1 . Dit omvat herschikkingen van het instrument voor pretoetredingssteun, met een bedrag van 38 miljoen EUR voor onmiddellijke steun voor de gezondheidszorg, met name door de levering van essentiële levensreddende benodigdheden, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen, tests en beademingsapparatuur, 389 miljoen EUR voor sociaal en economisch herstel, 455 miljoen EUR om de economie in de regio weer op gang te brengen, in nauwe samenwerking met de internationale financiële instellingen, alsmede 8 miljoen EUR uit het instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede, ter ondersteuning van de COVID-19-respons voor migranten, vluchtelingen en asielzoekers in de Westelijke Balkan. Er is ook een voorstel 2 voor 750 miljoen EUR aan macrofinanciële bijstand en voor een pakket van 1,7 miljard EUR aan bijstand van de Europese Investeringsbank.

De huidige pandemie maakt duidelijk hoe de EU en de Westelijke Balkan gemeenschappelijke problemen samen aanpakken. Dit omvat de gezamenlijke aankoop van medische uitrusting, waarbij de regio wordt betrokken bij de werkzaamheden van het Gezondheidsbeveiligingscomité en persoonlijke beschermingsmiddelen worden vrijgesteld van de EU-regels voor uitvoervergunningen 3 , en de levering door de EU van testmateriaal dat is ontwikkeld door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat COVID-19-tests in de Westelijke Balkan correct worden uitgevoerd. De samenwerking tussen de EU en de Westelijke Balkan en de steun uit de EU gaan veel verder dan wat andere partners voor de regio hebben gedaan, hetgeen een weerspiegeling is van de strategische verankering van de regio.

Deze en andere maatregelen zijn uiteengezet in de mededeling “Steun aan de Westelijke Balkan voor de bestrijding van COVID-19 en het herstel na de pandemie” 4 , die de Commissie op 29 april heeft aangenomen. In die mededeling werd beschreven welke onmiddellijke steun de EU aan de Westelijke Balkan heeft verstrekt voor de aanpak van de COVID-19-crisis. Vlak daarna, op 6 mei, zijn de leiders van de EU en de Westelijke Balkan tijdens de top van Zagreb via videoconferentie bijeengekomen, waarbij de EU haar sterke solidariteit met de Westelijke Balkan en het Europese perspectief voor de regio opnieuw heeft bevestigd.

In de mededeling van april werd ook het kader geschetst voor het economisch en investeringsplan 5 voor de regio dat tegelijk met deze mededeling wordt aangenomen. Dit plan richt zich op de bevordering van het economisch herstel op lange termijn, stimulering van de economische groei en ondersteuning van de hervormingen die nodig zijn om vooruitgang te boeken op de weg naar de EU, onder andere door de Westelijke Balkan dichter bij de eengemaakte markt van de EU te brengen. De bedoeling is het onbenutte economische potentieel van de regio en de aanzienlijke mogelijkheden voor meer intraregionale samenwerking en handel te benutten.

Voor Turkije heeft de EU tot dusver 83 miljoen EUR herschikt voor de bestrijding van COVID-19 en steun aan de zwaarst getroffenen. In het kader van de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije heeft de Commissie onmiddellijk voorlichting opgezet voor de vluchtelingen, die tot de meest kwetsbare personen behoren. Met de Turkse regering is overeengekomen om middelen die zijn bespaard of die waren gereserveerd voor onvoorziene uitgaven in het kader van de faciliteit in te zetten voor de COVID-19-respons in het land. Deze steun zal worden voortgezet. Tijdens de top over de wereldwijde COVID-19-respons van 4 mei heeft Turkije 75 miljoen EUR toegezegd voor de zoektocht naar een vaccin.

Overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen

Op 5 februari heeft de Europese Commissie de mededeling Bevordering van het toetredingsproces – Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan 6 aangenomen. Deze mededeling, die in maart door de Raad werd bekrachtigd, bevat concrete voorstellen om het toetredingsproces te versterken door het voorspelbaarder, geloofwaardiger en dynamischer te maken, en er meer politieke sturing aan te geven. Benadrukt wordt dat het toetredingsproces gebaseerd is op objectieve en heldere criteria en strenge voorwaarden. De omkeerbaarheid wordt versterkt, zodat de EU doeltreffendere en evenredige sancties kan opleggen bij ernstige stagnatie of achteruitgang van de uitvoering van de hervormingen. De voorstellen van de Commissie onderstrepen het belang van een op verdiensten gebaseerd toetredingsproces, waarbij de Europese Unie en de Westelijke Balkan vertrouwen hebben in het proces en in elkaar en duidelijke verbintenissen aangaan, en waarbij de nadruk nog sterker ligt op fundamentele hervormingen. Op 2 maart heeft de Commissie actuele informatie gepresenteerd over de uitvoering van hervormingen in Albanië 7 en Noord-Macedonië 8 , waaruit bleek dat beide landen hun inspanningen hadden opgevoerd en verdere concrete en duurzame resultaten hadden geboekt op de kernterreinen die waren aangewezen in de conclusies van de Raad van juni 2018.

Vervolgens heeft de Raad Algemene Zaken van maart 2020 de mededeling van de Commissie bekrachtigd, besloten toetredingsonderhandelingen te openen met Albanië en Noord-Macedonië en de Commissie uitgenodigd voorstellen in te dienen voor de onderhandelingskaders voor beide landen.

De Commissie heeft deze voorstellen in juli 2020 gepresenteerd en daarin de versterkte aanpak van het toetredingsproces geïntegreerd en verder ontwikkeld. De Commissie bracht ook opnieuw verslag uit over de uitvoering van hervormingen in Albanië en Noord-Macedonië. De Commissie ziet uit naar de eerste intergouvernementele conferenties, die zo spoedig mogelijk na de aanneming van de onderhandelingskaders door de Raad zullen worden bijeengeroepen.

Voor Albanië heeft de Raad een aantal voorwaarden gesteld waaraan vóór de eerste intergouvernementele conferentie moet zijn voldaan 9 . Het land heeft op dit punt al wezenlijke vooruitgang geboekt.

Het uitbreidingspakket van dit jaar weerspiegelt ook de voorstellen voor de versterkte aanpak van het toetredingsproces. De beoordelingen en aanbevelingen voor elk land, en met name de toekomstgerichte richtsnoeren inzake specifieke hervormingsprioriteiten, zijn nog duidelijker en nauwkeuriger geformuleerd. De verslagen bieden meer transparantie, ook over de stand van zaken van de toetredingsonderhandelingen en de vooruitgang in de uitvoering van fundamentele hervormingen. De prestaties met betrekking tot fundamentele kwesties worden vergeleken en de beoordelingen van de Commissie worden aangevuld met externe indicatoren. De bijdrage van de lidstaten is versterkt: zij zijn tijdens het proces geraadpleegd en hebben onder andere via hun ambassades ter plaatse input en expertise geleverd. De verslagen bevatten ook beoordelingen van de openlijke politieke inzet van de overheid voor het strategische doel van toetreding tot de EU.

Voor de eerste keer maakt de Commissie de algemene balans op van de toetredingsonderhandelingen met Montenegro en Servië en doet zij voorstellen voor de komende tijd, zodat tijdens de intergouvernementele conferenties, die na de publicatie van het jaarlijkse uitbreidingspakket moeten plaatsvinden, een politieke dialoog over de hervormingen kan plaatsvinden, de balans kan worden opgemaakt van het algemene toetredingsproces en de planning voor het komende jaar kan worden opgesteld, waaronder de opening en sluiting van hoofdstukken en eventuele corrigerende maatregelen.

Na het vorige uitbreidingspakket heeft de Raad ook conclusies aangenomen 10 waarin de veertien kernprioriteiten van het advies van de Commissie over het verzoek van Bosnië en Herzegovina om toetreding tot de Europese Unie worden bevestigd 11 . Het advies van de Commissie, dat in mei 2019 werd uitgebracht, bevat een uitgebreide routekaart voor hervormingen om het land te begeleiden en te ondersteunen op weg naar integratie in de EU. Kosovo 12* heeft beperkte vooruitgang geboekt met EU-gerelateerde hervormingen, voornamelijk vanwege een langdurige verkiezingsperiode en twee regeringswisselingen. De Kosovaarse autoriteiten moeten hun inspanningen verdubbelen om vooruitgang te boeken op het Europese traject, onder meer door de uitvoering van de stabilisatie- en associatieovereenkomst.

Het actieplan dat als bijlage was opgenomen bij de strategie voor de Westelijke Balkan van 2018, is het afgelopen jaar verder uitgevoerd. In de strategie werd de nadruk gelegd op domeinen waarop de partners in de Westelijke Balkan verdere hervormingen moeten nastreven en inspanningen moeten leveren, en op de intensievere steun van de EU aan de regio. Een aanzienlijk deel van deze acties werd goedgekeurd door de lidstaten en de partners in de Westelijke Balkan via de prioriteitenagenda van Sofia, die in mei 2018 in Sofia werd vastgesteld. De bijlage bij deze mededeling bevat een overzicht van de vorderingen met de uitvoering van de verschillende acties.

Turkije is een belangrijke partner voor de EU en is kandidaat-lidstaat. De dialoog en de samenwerking met Turkije zijn voortgezet, met name wat betreft migratievraagstukken, ondanks de bezorgdheid over de gebeurtenissen aan de Grieks-Turkse grens in maart 2020. Turkije bleef voortreffelijk werk leveren bij de opvang van meer dan 4 miljoen vluchtelingen uit Syrië en andere landen, in de grootste vluchtelingengemeenschap ter wereld. De EU verleent nog altijd aanzienlijke steun aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije en geeft zo concreet uiting aan haar solidariteit. Via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is 6 miljard EUR gemobiliseerd. Inmiddels zijn contracten gesloten voor in totaal 5,1 miljard EUR, waarvan 3,8 miljard EUR is uitbetaald. In juli 2020 beloofde de EU een aanvullend bedrag van 485 miljoen EUR vrij te maken om de voortzetting van de cruciale humanitaire steun van de faciliteit tot eind 2021 te waarborgen. Gedurende de referentieperiode bedroegen de uitbetalingen gemiddeld 60 miljoen EUR per maand, wat wijst op snellere uitvoering. Van de 115 contracten moeten er nog 7 worden ondertekend. Hulp aan vluchtelingen die het slachtoffer zijn van de Syrische crisis en aan hun gastlanden blijft noodzakelijk en volgens de recente mededeling over een nieuw asiel- en migratiepact zal het van zeer groot belang zijn dat de EU de financiering daarvan in een of andere vorm langdurig voortzet 13 .

Turkije drijft echter steeds verder van de Europese Unie af, met ernstige achteruitgang op het gebied van de democratie, de rechtsstaat, de grondrechten, en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Het feit dat nog steeds oppositieleiders, mensenrechtenactivisten, journalisten, actoren van het maatschappelijk middenveld en wetenschappers op grond van brede antiterreurwetgeving worden aangehouden en in voorlopige hechtenis worden genomen, is uiterst zorgwekkend. In juni 2019 constateerde de Raad onder verwijzing naar zijn conclusies van 26 juni 2018 dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije dientengevolge feitelijk tot stilstand zijn gekomen en dat geen nieuwe hoofdstukken in aanmerking komen voor opening of sluiting. Turkijes buitenlands beleid botste steeds vaker met de prioriteiten van de EU in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, met name vanwege de Turkse militaire operaties in het noordoosten van Syrië en de twee memoranda van overeenstemming die werden ondertekend met de regering van nationale overeenstemming van Libië. Het ene memorandum betreft samenwerking op het gebied van veiligheid en leidde tot meer inmenging van Turkije in het conflict in Libië. Het andere betreft de afbakening van maritieme rechtsgebieden, waarbij de soevereine rechten van de Griekse eilanden worden genegeerd. Vanwege de ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijke deel van de Middellandse Zee nam de EU in juli 2019 een aantal maatregelen, waaronder een opschorting tot nader order van de Associatieraad EU-Turkije en verdere dialoogbijeenkomsten op hoog niveau. In november 2019 stelde de EU ook een kader voor gerichte maatregelen tegen Turkije vast en in februari 2020 besloot zij twee personen toe te voegen aan de lijst van personen en entiteiten waarop deze sancties van toepassing zijn.

Op 1 oktober 2020 verklaarde de Europese Raad dat de EU een strategisch belang heeft bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Op voorwaarde dat de constructieve inspanningen om een einde te maken aan de illegale activiteiten ten aanzien van Griekenland en Cyprus worden voortgezet, zal de Europese Raad een positieve politieke agenda EU-Turkije opstellen, met bijzondere nadruk op de modernisering van de douane-unie en handelsfacilitatie, contacten tussen mensen, dialogen op hoog niveau, en voortgezette samenwerking rond migratievraagstukken, in overeenstemming met de verklaring EU-Turkije van 2016. De Europese Raad benadrukte tevens dat de EU in geval van nieuwe unilaterale acties of provocaties die in strijd zijn met het internationaal recht, alle instrumenten en opties zal inzetten waarover zij beschikt, overeenkomstig artikel 29 VEU en artikel 215 VWEU, om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen.

In het kader van de samenwerking en solidariteit in verband met de COVID-19-pandemie gingen de eerste door de EU gefinancierde responsmaatregelen onmiddellijk na de uitbraak van start. Ongeveer 83 miljoen EUR aan EU-steun is herschikt, waarvan 52 miljoen EUR uit de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije snel werd gemobiliseerd ten behoeve van de meest kwetsbare vluchtelingen. Het Uniemechanisme voor civiele bescherming werd eind mei 2020 geactiveerd om Turkije te helpen bij de repatriëring van Turkse burgers die waren gestrand in Peru en Colombia.

II.DE FUNDAMENTEN VAN HET EU-LIDMAATSCHAP

Bij de voorbereiding van (potentiële) kandidaat-lidstaten op de vereisten van het lidmaatschap moet sterk de nadruk liggen op fundamentele hervormingen op het gebied van de rechtsstaat, de economie en het functioneren van de democratische instellingen en het openbaar bestuur. De inspanningen op deze gebieden zijn ondeelbaar en versterken elkaar wederzijds; zij moeten daadkrachtiger en met duidelijkere politieke wil worden nagestreefd. Er moet nog meer aandacht worden besteed aan deze hervormingen nu de Raad de voorstellen van de Commissie ter versterking van het toetredingsproces heeft bekrachtigd.

De rechtsstaat is een essentieel onderdeel van de democratische transformatie en het belangrijkste criterium waaraan de EU de vooruitgang van de uitbreidingslanden op weg naar het lidmaatschap toetst. De vooruitgang wisselde sterk het afgelopen jaar. Een positief element was dat de operationele samenwerking tussen de Westelijke Balkan en de EU-lidstaten en EU-agentschappen verder is verbeterd en geïntensiveerd op het gebied van de bestrijding van terrorisme en radicalisering die tot gewelddadig extremisme leidt, alsmede op het gebied van migratie- en grensbeheer. Het gebrek aan geloofwaardige vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat blijft een belangrijk struikelblok, dat vaak gepaard gaat met ontoereikende politieke wil, elementen die wijzen op hardnekkige gijzeling van de staat door privébelangen, beperkte vooruitgang op het gebied van rechterlijke onafhankelijkheid, institutionele weerstand en een steeds moeilijker klimaat voor het maatschappelijk middenveld. De Europese Commissie heeft aanbevolen dat bij noodmaatregelen in het kader van de COVID-19-pandemie de fundamentele beginselen en waarden in acht worden genomen. Verder moeten deze maatregelen evenredig zijn, beperkt worden tot wat noodzakelijk is, van beperkte duur zijn, op niet-discriminerende wijze worden uitgevoerd, onderworpen zijn aan gerechtelijk en democratisch toezicht en over de hele linie in overeenstemming zijn met Europese normen.

Justitie en grondrechten

Een onafhankelijk en efficiënt justitieel stelsel, waarin besluiten doeltreffend ten uitvoer worden gelegd, is cruciaal voor de rechtsstaat. In de gehele Westelijke Balkan hebben de hervormingen te lijden onder de trage verandering in de justitiële cultuur, waarbij onvoldoende blijk wordt gegeven van gehechtheid aan het beginsel van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en eerbiediging van rechterlijke beslissingen. Overheidsinstanties moeten zich met name onthouden van inmenging in lopende zaken en van publieke commentaren, omdat hierdoor rechterlijke beslissingen dreigen te worden ondermijnd.

Albanië blijft goede vorderingen maken bij de hervorming van het justitiële stelsel door de grootschalige justitiële hervorming te blijven voortzetten en dankzij de concrete resultaten van het doorlichtingsproces. In totaal werden ruim 286 besluiten genomen en alle prioritaire zaken zijn in eerste instantie afgerond, waarna 62 % van de beoordeelde rechters werd ontslagen of vrijwillig opstapte. De nieuwe onafhankelijke rechterlijke instanties zijn opgericht en volledig operationeel.

Noord-Macedonië heeft goede vooruitgang geboekt, onder andere met de inwerkingtreding van de wet inzake het openbaar ministerie, een mijlpaal die onder andere zorgt voor een duurzame oplossing voor de zaken van het speciale openbaar ministerie. In de zaak rond de vermeende afpersing en het vermeende ambtsmisbruik waarbij het speciaal openbaar ministerie betrokken zou zijn, is de voormalige speciale hoofdaanklager veroordeeld voor het aannemen van steekpenningen en ambtsmisbruik.

Bosnië en Herzegovina heeft geen vooruitgang geboekt op justitieel gebied. Tegenwerking van de justitiële hervorming door politieke actoren en vanuit de rechterlijke macht en het slechte functioneren van het justitiële stelsel bleven het genot van rechten door burgers en de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad ondermijnen.

Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt. Er zijn nu een nieuwe gedragscode en versterkte tuchtprocedures.

In Montenegro is beperkte vooruitgang geboekt en er blijven problemen bestaan met betrekking tot de onafhankelijkheid, de professionaliteit, de efficiëntie en de verantwoordingsplicht van het gerecht.

Servië heeft tijdens de verslagperiode geen vooruitgang geboekt, want de aanbevelingen uit het vorige verslag van de Commissie zijn niet uitgevoerd. Wijzigingen van de grondwet om deze in overeenstemming te brengen met de Europese normen zijn opgeschort tot na de parlementsverkiezingen. Dit uitstel is van invloed op de goedkeuring van gerelateerde justitiële wetgeving die nodig is om de waarborgen voor onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te vergroten.

In Turkije verslechtert de situatie verder na de ernstige achteruitgang die sinds de couppoging van 2016 werd waargenomen. De politieke druk op de rechterlijke macht blijft bestaan en grote aantallen rechters en openbaar aanklagers worden tegen hun wil overgeplaatst, wat de onafhankelijkheid van de Turkse rechterlijke macht verder ondermijnt. Er blijft reden tot grote bezorgdheid, met name wat betreft het systematische gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, waaronder het parallelle stelsel van vrederechters. Er bestaat bezorgdheid dat deze procedures tot zelfcensuur en intimidatie binnen de rechterlijke macht hebben geleid. De vaststelling van de strategie voor justitiële hervorming was een gemiste kans om veel van de vereiste fundamentele hervormingen aan te vatten.

Op de Westelijke Balkan en in Turkije is corruptie nog steeds wijdverbreid. Serieuze resultaten in de strijd tegen corruptie zijn nodig voor een stabiel en transparant ondernemingsklimaat en om reële bedreigingen voor democratische structuren te beperken. Met de bestrijding van corruptie op hoog en middelhoog niveau zijn in de regio wisselende vorderingen geboekt. Corruptie wordt minder doortastend aangepakt en de resultaten die de meeste partners hebben behaald, voldoen nog lang niet aan de vereisten voor lidmaatschap. Corruptie op hoog niveau en politieke corruptie moeten duidelijker en consequenter worden aangepakt. Een positief signaal is de deelname van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro en Noord-Macedonië aan de prioritaire actie van Sofia inzake het toezicht op rechtszaken over corruptie op hoog niveau en georganiseerde misdaad. Met Servië is verder overleg op dit punt nodig. Overheidsopdrachten blijven bijzonder gevoelig voor wijdverbreide corruptie. De controlemechanismen gedurende het gehele aanbestedingsproces moeten worden versterkt en de transparantie moet aanzienlijk worden vergroot door middel van robuuste, ambitieuze maatregelen.

Albanië heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van corruptiebestrijding. Het doorlichtingsproces begint vruchten af te werpen en tegen enkele hooggeplaatste ambtenaren zijn veroordelingen uitgesproken.

Noord-Macedonië heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van corruptiebestrijding. Er is sprake van een consolidatie van de staat van dienst op het gebied van onderzoek naar en vervolging en berechting van corruptiezaken op hoog niveau en de openbare commissie voor corruptiepreventie is steeds actiever.

In Bosnië en Herzegovina is geen vooruitgang geboekt. Het gebrek aan harmonisatie van de wetgeving in het land en de zwakke institutionele samenwerking en coördinatie blijven struikelblokken in de strijd tegen corruptie.

In Kosovo is beperkte vooruitgang vastgesteld. De inbeslagneming van vermogensbestanddelen wordt nog steeds als een nevenaspect van strafrechtelijke procedures gezien, waaraan weinig aandacht en middelen worden besteed.

In Montenegro is beperkte vooruitgang geboekt. Er moeten betere resultaten worden geboekt met de inbeslagneming van criminele vermogensbestanddelen. Ondanks enkele positieve ontwikkelingen zijn de meeste problemen met betrekking tot de onafhankelijkheid, geloofwaardigheid en prioriteitenstelling van het agentschap voor corruptiepreventie nog steeds niet opgelost.

In Servië is beperkte vooruitgang geboekt. De onafhankelijkheid van het agentschap voor corruptiebestrijding is versterkt door middel van operationele stappen, maar er is tastbare verbetering nodig met betrekking tot de transparantie- en corruptierisicobeoordelingen en risicobeperking in sectoren die bijzonder kwetsbaar zijn voor corruptie.

In Turkije is geen vooruitgang geboekt. Het wettelijke en institutionele kader moet nog altijd worden verbeterd om ongepaste politieke inmenging in het onderzoek naar en de vervolging van corruptiezaken te voorkomen.

De grondrechten zijn veelal verankerd in de wetgeving van de Westelijke Balkan en het afgelopen jaar is enige vooruitgang geboekt, maar de uitvoering blijft in de praktijk op een aantal terreinen een probleem. In Turkije hielden de mensenrechtenschendingen onverminderd aan en mensen die de mensenrechten in Turkije willen handhaven, worden vaak gearresteerd en vastgezet.

Vrijheid van meningsuiting, alsmede vrijheid en pluralisme van de media, zijn pijlers van de democratie en zijn essentieel voor een open en vrij debat. De basisbepalingen zijn weliswaar voorhanden, maar dringende inspanningen zijn nodig om de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media in de hele regio te waarborgen. Dit is het punt waarop het afgelopen jaar de minste vooruitgang is geboekt. De bedreiging en intimidatie van en het geweld tegen journalisten zijn nog altijd zeer zorgwekkend en het onderzoek naar en de vervolging van dergelijke aanvallen verlopen in de hele regio traag. In alle landen van de regio moet meer worden gedaan om de onafhankelijkheid van de publieke omroep te waarborgen, de transparantie van de publieke en private financiering van de media te bevorderen en de verstoorde advertentiemarkt aan te pakken.

In Albanië is geen vooruitgang geboekt. De Albanese autoriteiten hebben toegezegd wijzigingen van de mediawetgeving te heroverwegen en verdere maatregelen te treffen overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie van Venetië vóór de goedkeuring door het parlement.

In Noord-Macedonië is beperkte vooruitgang geboekt. De algemene context en het klimaat waarin de media opereren, zijn over het algemeen bevorderlijk voor de persvrijheid, de vrijheid van meningsuiting en kritische berichtgeving.

In Bosnië en Herzegovina is geen vooruitgang geboekt. De autoriteiten reageren slechts zwak op bezorgdheid over politieke druk, intimidatie en bedreigingen gericht tegen journalisten.

In Kosovo is beperkte vooruitgang geboekt. Er is sprake van een pluralistische en levendige mediaomgeving, maar de media hebben het moeilijk om het hoofd boven water te houden met commerciële middelen. De openbare omroep blijft kwetsbaar voor politieke druk en beïnvloeding. Het gebrek aan financiële zelfredzaamheid maakt media kwetsbaar voor politieke en zakelijke belangen.

In Montenegro is over het algemeen geen vooruitgang geboekt. De mediawetgeving is weliswaar herzien, maar dit is overschaduwd door arrestaties en procedures tegen uitgevers van onlineportalen en burgers voor inhoud die zij in de loop van 2020 online hadden geplaatst of gedeeld. Maatregelen die worden genomen om de gevolgen van desinformatie en online-intimidatie of ‑haatzaaien tegen te gaan mogen niet leiden tot een disproportionele beperking van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid.

In Servië is op transparante en inclusieve wijze een nieuwe mediastrategie tot stand gekomen, waarin de belangrijkste uitdagingen zijn vastgesteld. Er is echter nog geen begin gemaakt met de uitvoering van de nieuwe strategie en in de praktijk is geen vooruitgang geboekt met de verbetering van het algemene klimaat voor de vrijheid van meningsuiting. De bedreiging en intimidatie van en het geweld tegen journalisten zijn nog altijd zeer zorgwekkend.

Hoewel de noodtoestand is opgeheven, is er nog steeds sprake van een ernstige achteruitgang in Turkije. De uitoefening van de vrijheid van meningsuiting en de verspreiding van tegengeluiden worden aanzienlijk bemoeilijkt door de disproportionele toepassing van beperkende maatregelen. De vrijheid van meningsuiting staat zwaar onder druk en de media worden evenals in voorgaande jaren geïntimideerd. Mensen die in de media werken, worden gearresteerd, opgesloten, veroordeeld en ontslagen, wat leidt tot censuur en zelfcensuur. Om volledige eerbiediging van de mensenrechten te waarborgen, moet Turkije het actieplan inzake mensenrechten vaststellen dat in de plaats moet komen van het huidige actieplan inzake de voorkoming van schendingen van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.

Er moeten meer inspanningen worden geleverd om gendergelijkheid te waarborgen en discriminatie, intimidatie en gendergerelateerd geweld te voorkomen en te bestrijden. In de hele regio is het aantal meldingen van huiselijk geweld tijdens de lockdown vanwege COVID-19 toegenomen. Vrouwen blijven ondervertegenwoordigd in de besluitvorming en op de arbeidsmarkt.

Er moeten meer inspanningen worden geleverd om de rechten van het kind in de uitbreidingslanden te bevorderen en te beschermen en de systemen voor de bescherming en opvang van kinderen moeten dringend worden versterkt. Ook moeten de beschermings- en adviesdiensten voor kinderen dringend worden verbeterd, met name wat betreft samenwerking met justitie en kwesties in verband met jeugddetentie, zoals het feit dat te weinig een beroep wordt gedaan op herstelrecht.

Regeringen moeten de rechten van mensen met een handicap verder bevorderen en beschermen, overeenkomstig het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, en de discriminatie van minderheden aanpakken. Er is beperkte vooruitgang geboekt bij het verbeteren van de sociaal-economische situatie van kwetsbare Roma 14 . Door de bestaande structurele problemen werden kwetsbare Roma onevenredig zwaar getroffen door de COVID-19-crisis en de daarmee verband houdende beperkende maatregelen. Tijdens de top van de Westelijke Balkan die in juli 2019 in Poznań plaatsvond, beloofden de leiders van de Westelijke Balkan vóór toetreding concrete doelstellingen inzake de integratie van Roma te verwezenlijken op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid, huisvesting, identiteitsdocumenten en de bestrijding van Romahaat.

De regeringen in de regio moeten ook mishandeling voorkomen en zorgen voor passende omstandigheden in gevangenissen, overeenkomstig internationale mensenrechtennormen.

Justitie, vrijheid en veiligheid

De georganiseerde misdaad blijft een zeer ernstig probleem in de Westelijke Balkan en Turkije. Machtige criminele netwerken met een internationaal bereik blijven vanuit en via deze landen opereren en er lopen belangrijke smokkelroutes door deze landen. De Balkanroute is nog steeds de belangrijkste corridor voor de binnenkomst van heroïne en illegale vuurwapens in de EU. Bepaalde aspecten van dit fenomeen zijn aangepakt en in 2019 en 2020 werden opnieuw belangrijke arrestaties en drugsvangsten gemeld. De operationele samenwerking, ook met EU-agentschappen, wordt steeds intensiever en dat leidt tot zichtbare resultaten op het terrein. Over het algemeen zijn de resultaten wat betreft definitieve veroordelingen in zaken van georganiseerde misdaad evenwel nog steeds zwak. Sommige landen kunnen de afgelopen jaren slechts een klein aantal of helemaal geen definitieve veroordelingen inzake georganiseerde misdaad of het witwassen van geld voorleggen, en daarbij is er ook nog vaak sprake van schuldbekentenissen in ruil voor strafvermindering en milde straffen. Dergelijke slechte resultaten wijzen op ondoeltreffendheid van de strafrechtelijke procedures, geven een sterk signaal van straffeloosheid en dragen bij tot het risico van infiltratie van de politieke en economische systemen. Criminele groepen moeten krachtdadiger worden aangepakt, banden tussen misdaad en politiek mogen niet worden getolereerd en er moet aanzienlijk vaker worden overgegaan tot inbeslagneming en verbeurdverklaring van vermogensbestanddelen in zaken van georganiseerde misdaad en corruptie.

In Albanië is goede vooruitgang geboekt op het gebied van de bestrijding van georganiseerde misdaad. De operationele samenwerking, met name met de EU-lidstaten en ‑agentschappen, is opgevoerd.

Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt, onder meer door de oprichting van een bureau voor terugvordering van vermogensbestanddelen overeenkomstig het EU-acquis.

In Bosnië en Herzegovina is geen vooruitgang geboekt. De overheid en justitie hebben geen passende maatregelen getroffen om de prioriteiten van het advies van de Commissie en de bevindingen van het deskundigenverslag over de rechtsstaat (het “rapport-Priebe”) aan te pakken.

In Kosovo is beperkte vooruitgang geboekt. Over het algemeen blijven de resultaten van het openbaar ministerie en de rechtbanken beperkt en er vinden weinig definitieve inbeslagnemingen van vermogensbestanddelen plaats.

In Montenegro is sprake van enige vooruitgang. Het land heeft goede vooruitgang geboekt in de strijd tegen mensenhandel. De capaciteit en professionaliteit van de politie zijn versterkt en er is een toename van het aantal lopende procedures inzake de inbeslagneming van vermogensbestanddelen.

In Servië is beperkte vooruitgang geboekt. Er is beperkt succes geboekt bij het ontmantelen van criminele netwerken en bij het opbouwen van een staat van dienst op het gebied van proactieve onderzoeken, vervolgingen en veroordelingen.

In Turkije is beperkte vooruitgang geboekt. Het rechtskader voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering moet worden versterkt.

De Westelijke Balkan blijft belangrijke maatregelen treffen om het wettelijke en institutionele kader inzake de bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme te moderniseren. De operationele samenwerking met de EU-lidstaten en EU-agentschappen is verder verbeterd en geïntensiveerd. In 2018 is een gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding vastgesteld, en alle partners van de Westelijke Balkan hebben in 2019 bilaterale uitvoeringsregelingen met de Commissie ondertekend. De Westelijke Balkan moet verdere inspanningen leveren om radicalisering die leidt tot gewelddadig extremisme te voorkomen, ook in gevangenissen, en om het probleem van de terugkerende buitenlandse strijders aan te pakken. De uitwisseling van informatie, de monitoring en de responscapaciteit moeten worden versterkt. De Westelijke Balkan moet meer inspanningen op het terrein leveren om witwassen, terrorismefinanciering en ongepaste externe beïnvloeding te bestrijden, en ook illegale financiering aanpakken die bijdraagt tot de verspreiding van gewelddadig extremisme.

Turkije moet zijn antiterreurwetgeving herzien. Turkije wordt nog steeds bedreigd door terroristische groeperingen, maar de Turkse inspanningen om terrorisme aan te pakken, hebben geresulteerd in een verbeterd veiligheidsklimaat. Turkije blijft binnenlandse en buitenlandse terroristische cellen bestrijden. Er is verder samengewerkt met EU-lidstaten op het gebied van opsporing en repatriëring van buitenlandse terroristische strijders, wat een van de belangrijkste gebieden van gemeenschappelijk belang is. In zijn dreigingsanalyse geeft Turkije prioriteit aan de strijd tegen de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die nog altijd op de EU-lijst van terroristische organisaties staat, en aan de ontmanteling van de Gülen-beweging. Turkije heeft weliswaar een legitiem recht om terrorisme te bestrijden, maar moet ervoor zorgen dat de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden hierbij worden gewaarborgd. Dat is momenteel niet het geval. Antiterreurmaatregelen moeten evenredig zijn en de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden moeten hierbij worden gewaarborgd.

Zogeheten “hybride activiteiten”, met name van actoren uit derde landen, met inbegrip van desinformatie over COVID-19, komen steeds vaker voor in de Westelijke Balkan en Turkije. Dergelijke incidenten maken duidelijk hoe kwetsbaar samenlevingen en infrastructuur zijn voor cyberaanvallen, cybercriminaliteit en hybride dreigingen. Overeenkomstig de verklaring van Zagreb moet de samenwerking worden versterkt om desinformatie en andere hybride activiteiten tegen te gaan. Nauwere samenwerking is nodig bij het opbouwen van weerbaarheid, cyberbeveiliging en strategische communicatie.

Het beheer van de vluchtelingencrisis en de aanpak van irreguliere migratie waren belangrijke uitdagingen voor de EU, de Westelijke Balkan en met name Turkije, dat het grootste aantal vluchtelingen ter wereld opvangt.

Er is verder samengewerkt betreffende de migratieroutes door het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Westelijke Balkan. Migrantensmokkel, onbegeleide minderjarigen en mensenhandel, waarvan met name vrouwen en kinderen het slachtoffer zijn, blijven punten van zorg. Het aantal vluchtelingen en migranten dat via de regio naar de EU trok, steeg in 2019 sterk: meer dan 15 000 mensen kwamen via de Westelijke Balkanroute op irreguliere wijze de EU binnen, een toename van 159 % ten opzichte van 2018. In Bosnië en Herzegovina bedroeg het aantal irreguliere binnenkomsten in 2019 meer dan 29 000. De huidige situatie is niet vergelijkbaar is met het aantal irreguliere migranten tijdens de piek van de crisis (750 000 alleen al in 2015), maar meer EU-steun, in samenwerking met lidstaten en EU-agentschappen, is nodig om de capaciteit van de partners op het gebied van migratiebeheer te versterken. Er moet meer werk worden gemaakt van vrijwillige terugkeer en van samenwerking op het gebied van overname met landen van herkomst. De EU en haar lidstaten moeten regionale informatie-uitwisseling blijven aanmoedigen en ondersteunen.

In het onlangs gepresenteerde nieuwe Europese migratie- en asielpact wordt benadrukt dat migratie centraal moet worden gesteld in brede partnerschappen, op basis van een beoordeling van de belangen van de EU en haar partnerlanden. Voor de Westelijke Balkan is een aanpak op maat nodig, zowel vanwege zijn geografische ligging als vanwege zijn toekomst als integraal onderdeel van de EU: coördinatie kan ertoe bijdragen dat zij als toekomstige lidstaten constructief kunnen reageren op gedeelde uitdagingen, door hun capaciteiten en grensprocedures te ontwikkelen en dichter bij de EU te brengen, gezien hun toetredingsperspectieven. Met betrekking tot Turkije wordt in het pact gewezen op de bijdrage van de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije en op de noodzaak dat de EU de financiering daarvan in een of andere vorm langdurig voortzet.

De EU heeft aan elke partner van de Westelijke Balkan steun verleend voor de instelling van nieuwe of robuustere instellingen, wetten en procedures op het gebied van asiel, bescherming en grensbeheer, alsmede voor de omzetting van complex en veeleisend EU-acquis. De partners van de Westelijke Balkan moeten ook verantwoordelijkheid nemen voor en betrokkenheid tonen bij alle aspecten van migratie.

Met vijf landen van de regio zijn ook onderhandelingen over statusovereenkomsten afgerond, waardoor teams van de Europese grens- en kustwacht (Frontex) met uitvoerende bevoegdheden in de zones aan de buitengrenzen van de EU kunnen worden ingezet, ter ondersteuning van de nationale grensautoriteiten. Om het grensbeheer en de grensbescherming te versterken is de inwerkingtreding en effectieve uitvoering van alle statusovereenkomsten van groot belang. De overeenkomst met Albanië is al in werking getreden en de eerste grenswachten zijn gestationeerd. Op 1 juli is ook de overeenkomst met Montenegro in werking getreden.

De partnerlanden moeten hun wetgeving verder aanpassen aan het visumbeleid van de EU.

De EU en Turkije blijven zich inzetten voor de uitvoering van de verklaring EU-Turkije 15 van maart 2016. Sindsdien speelde Turkije een belangrijke rol bij het doeltreffend beheer van de migratiestromen langs de oostelijke Middellandse Zeeroute. De irreguliere migratie vanuit Turkije naar de EU is in 2019 toegenomen, hoewel de cijfers nog steeds aanzienlijk lager liggen dan de aantallen die vóór de verklaring werden geregistreerd. Voor een deel is deze toename ook toe te schrijven aan de toename van de irreguliere migratie naar Turkije in 2019 in vergelijking met voorgaande jaren. Begin maart 2020 moedigde Turkije migranten en vluchtelingen echter actief aan om via Griekenland over land naar Europa te reizen. De EU erkende de toegenomen migratielast en de risico’s waarmee Turkije op zijn grondgebied werd geconfronteerd, alsmede de aanzienlijke inspanningen die het levert om vluchtelingen op te vangen, maar verwierp krachtig dat Turkije migratiedruk inzette voor politieke doeleinden. Later in maart organiseerden de Turkse autoriteiten vervoer van migranten en vluchtelingen weg van het grensgebied met Griekenland en sloten zij de grenzen met Griekenland en Bulgarije, behalve voor vrachtverkeer, vanwege de uitbraak van de COVID-19-pandemie. In die periode werd ook een aanzienlijke toename van de migratiestromen van Turkije naar Cyprus geconstateerd. Turkije blijft buitengewone inspanningen leveren door 3,6 miljoen geregistreerde vluchtelingen uit Syrië en ongeveer 370 000 vluchtelingen uit andere landen op te vangen. De EU is het land daarbij blijven ondersteunen. De volledige operationele begroting van 6 miljard EUR voor de EU-faciliteit voor vluchtelingen in Turkije 16 was eind 2019 toegewezen. Er zijn contracten gesloten voor 5,1 miljard EUR, en daarvan is tot nu toe 3,8 miljard EUR uitbetaald. De uitbetalingen volgen nog steeds het tempo van de contracten en de uitvoering van projecten, en zij bedroegen tijdens de verslagperiode gemiddeld 60 miljoen EUR per maand. Tot nu toe zijn contracten voor meer dan 100 projecten ondertekend en de grootste projecten lopen tot uiterlijk medio 2025. De faciliteit blijft voorzien in de humanitaire en ontwikkelingsbehoeften van vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije, en levert tastbare en zichtbare resultaten op 17 . De faciliteit blijft een toonaangevend coördinatiemechanisme voor snelle, doeltreffende en doelmatige EU-bijstand.

Naast de 6 miljard EUR die reeds is gemobiliseerd in het kader van de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije, maakte de EU in juli 2020 een pakket van 485 miljoen EUR vrij om twee humanitaire vlaggenschipprojecten voor de meest kwetsbare vluchtelingen voort te zetten tot eind 2021 18 .

Functioneren van de democratische instellingen

De versterking van de democratische instellingen en de waarborging van inclusieve democratische processen blijven topprioriteiten voor de uitbreidingslanden. Een goed functionerend parlement, onder meer wat betreft toezicht op de uitvoerende macht en op de doeltreffendheid van wetgeving, is een essentiële voorwaarde voor toetreding tot de EU.

De democratische stelsels in de Westelijke Balkan functioneren nog steeds niet naar behoren als gevolg van sterke politieke polarisatie, in sommige gevallen beperkte ruimte voor de democratische controlefunctie van de oppositie, en de boycot door de oppositie van verkiezingen en parlementaire werkzaamheden.

Vrije en eerlijke verkiezingen zijn cruciaal voor het democratisch bestuur van een land. De aanbevelingen van verkiezingswaarnemingsmissies moeten naar behoren worden uitgevoerd en structurele zwakke punten moeten worden aangepakt.

In Albanië bereikten de politieke partijen een akkoord over een hervorming van het kiesstelstel die het verkiezingsproces integerder en transparanter moet maken, op basis van aanbevelingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR). De verkiezingen in het land hadden te lijden onder boycots door oppositiepartijen.

In Bosnië en Herzegovina zijn in juli 2020 wetswijzigingen goedgekeurd die het mogelijk moeten maken om in december voor het eerst sinds 2008 gemeenteraadsverkiezingen te houden in Mostar. De politieke leiders bereikten ook een akkoord over verdere hervormingen van het kiesstelsel.

In Kosovo konden de parlementsverkiezingen van oktober 2019 grotendeels als pluralistisch worden beschouwd, maar het blijft van belang dat de resterende tekortkomingen worden verholpen, overeenkomstig de aanbevelingen van de verkiezingswaarnemingsmissie van de EU.

In Noord-Macedonië en Servië werden de aanvankelijk voor april 2020 geplande verkiezingen uitgesteld vanwege de uitbraak van de COVID-19-pandemie. In Servië vonden op 21 juni parlementsverkiezingen plaats, in Noord-Macedonië op 15 juli en in Montenegro op 30 augustus.

Het OVSE/ODIHR constateerde dat de verkiezingen van juli 2020 ondanks de pandemie goed waren verlopen. Sommige aanbevelingen werden opgevolgd, maar de rechtszekerheid werd ondermijnd door ingrijpende herzieningen van de kieswet en latere adhoc-verordeningen die tijdens de noodtoestand werden vastgesteld.

In Montenegro waren de spanningen en het wantrouwen tussen de politieke actoren groot in de aanloop naar de verkiezingen. De tijdelijke parlementaire commissie kon haar werkzaamheden niet afronden omdat het quorum niet werd gehaald. De parlementsverkiezingen van 30 augustus 2020 vonden daarom plaats binnen een grotendeels ongewijzigd electoraal kader. Geen enkele politieke partij heeft de verkiezingen geboycot. Volgens de voorlopige beoordeling van het OVSE/ODIHR namen meerdere partijen deel aan de verkiezingen in Montenegro en was het klimaat sterk gepolariseerd over kwesties in verband met de kerk en de nationale identiteit. De campagne verliep vreedzaam, ondanks de vaak scherpe toon. De deelnemers konden hun boodschap overbrengen, maar de regerende partij behaalde een onrechtmatig voordeel door misbruik van macht en overheidsmiddelen en door dominante berichtgeving in de media.

Een aantal oppositiepartijen in Servië bleef de parlementsverkiezingen boycotten, ondanks de in 2019 door het Europees Parlement geleide dialoog tussen de regeringspartijen en een aantal parlementaire en niet-parlementaire oppositiepartijen. Verschillende oppositiepartijen hebben de parlementsverkiezingen van juni 2020 geboycot. Kenmerkend voor het nieuwe Servische parlement is de overgrote meerderheid van de regerende coalitie en het ontbreken van een levensvatbare oppositiepartij. Deelnemers konden campagne voeren voor de parlementsverkiezingen van 21 juni en de fundamentele vrijheden werden geëerbiedigd, maar de keuze van de kiezer was beperkt door het overweldigende voordeel van de regeringspartij en de positieve aandacht die de meeste grote media aan het regeringsbeleid besteedden, volgens internationale waarnemers van het OVSE/ODIHR. Een aantal oppositiepartijen hebben de verkiezingen geboycot.

De regels voor de publieke en private financiering van politieke partijen moeten verder worden herzien. In Servië heeft de regering regels vastgesteld voor het gebruik van overheidsmiddelen voor verkiezingsdoeleinden. In Montenegro vertoont het rechtskader voor politieke partijen en de financiering daarvan nog steeds tekortkomingen, ook na de goedkeuring van nieuwe wetgeving in december 2019 en de latere wijzigingen daarvan in april 2020. In de hele regio zijn nog aanzienlijke inspanningen nodig om meer transparantie en verantwoordingsplicht te brengen in de financiering van politieke partijen en verkiezingscampagnes.

In Turkije gaat het presidentiële systeem door met het extreem centraliseren van bevoegdheden op het niveau van de president, zonder te zorgen voor een doeltreffend controlemechanisme. De wetgevende en toezichthoudende functies van het parlement worden nog steeds aanzienlijk beknot. Veel parlementsleden van de pro-Koerdische “Democratische Volkspartij” (HDP) zitten nog steeds in hechtenis. In juni 2020 werden drie parlementsleden uit hun functie gezet. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2019 en de burgemeestersverkiezing van Istanboel, die in juni 2019 werd overgedaan, hadden te lijden onder een gebrek aan pluraliteit in de media en de voorwaarden waren niet in alle opzichten objectief en eerlijk voor alle politieke partijen en kandidaten. Turkije moet het bredere verkiezingsklimaat verbeteren en de integriteit van het verkiezingsproces beschermen. Het feit dat in het zuidoosten van het land verkozen burgemeesters werden ontslagen en vervangen door vertrouwelingen van de regering, alsmede de aanhoudende arrestaties van lokale vertegenwoordigers, blijven een bron van grote zorg, want hierdoor wordt de lokale democratie ondermijnd.

Regeringen moeten ervoor zorgen dat de oppositie haar democratische controlefunctie in passende omstandigheden kan uitoefenen. Tegelijkertijd moet de oppositie deelnemen aan de democratische processen. Buitensporige toepassing van verkorte parlementaire procedures belemmert de rol van de oppositie en tast de controlemechanismen aan die kenmerkend zijn voor een goed functionerende democratie. Het gebruik van spoedprocedures verschilt per land, maar blijft over het algemeen buitensporig en vatbaar voor misbruik.

Zelfs in de context van noodmaatregelen die tijdens de COVID-19-crisis worden genomen, moeten parlementen de bevoegdheid behouden om de uitvoerende macht te controleren en moeten zij een rol spelen bij het toezicht op de noodtoestand, met inbegrip van de beslissing over de eventuele verlenging daarvan. Ontbinding of schorsing van het parlement kan deze bevoegdheid aantasten.

In Albanië heeft de regering een aantal decreten uitgevaardigd waarmee de noodtoestand, die van kracht was sinds de aardbeving van november 2019, werd verlengd tot juni 2020. De parlementaire commissies hebben hun activiteiten via telewerken voortgezet en op 16 april zijn de wekelijkse plenaire vergaderingen hervat. Het parlement heeft amendementen op het wetboek van strafrecht vastgesteld die verband houden met de verspreiding van besmettelijke ziekten. Alle rechtszaken, met uitzondering van dringende, werden opgeschort. Eind mei zijn de rechtszittingen hervat.

In Bosnië en Herzegovina heeft het nationale parlement geen zittingen gehouden tussen medio maart en medio mei 2020. De assemblee van de entiteit Republika Srpska vaardigde een noodtoestand uit van 3 april tot 20 mei, waarbij de president van de entiteit volledige wetgevende bevoegdheden kreeg. Het nationale parlement van Bosnië en Herzegovina hield zijn zittingen online.

De regering van Kosovo kondigde in maart 2020 een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid af. Er werden maatregelen genomen om burgers te beschermen, zoals tijdelijke beperkingen op niet-essentiële verplaatsingen, afgrendeling van bepaalde gebieden, stillegging van het meeste luchtverkeer en sluiting van de grenzen. Ook werden maatregelen getroffen om in onmiddellijke behoeften te voorzien en de sociaal-economische gevolgen van de crisis te verzachten. De wetgevende vergadering is tijdens de crisis blijven functioneren.

In Montenegro is geen noodtoestand afgekondigd. De overheid nam maatregelen om de pandemie te bestrijden, de burgers te beschermen en de sociaal-economische gevolgen van de crisis te verzachten, zoals beperkingen op de vrijheid van vergadering en het vrije verkeer van personen. Het parlementaire wetgevingsproces werd bijna vijftig dagen opgeschort en de rol van het parlement in het toezicht op de aanpak van de pandemie door de regering was beperkt. Van de autoriteiten wordt verwacht dat zij zorgen voor de juiste balans tussen bescherming van de gezondheid en eerbiediging van de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens en het recht op privacy van de burgers.

De president van Noord-Macedonië kondigde in maart de noodtoestand af, die verschillende keren werd verlengd, tot juni 2020. De politieke leiders besloten bij consensus om de vervroegde verkiezingen, die gepland waren voor 12 april, uit te stellen tot 15 juli 2020. Gedurende deze periode bleef het parlement ontbonden en werden decreten uitgevaardigd door de technische regering, waaraan de belangrijkste oppositiepartij deelnam. De autoriteiten troffen ongekende maatregelen om de burgers te beschermen, zoals beperking van niet-essentiële verplaatsingen en bijeenkomsten, oplegging van zelfisolatie, stillegging van het luchtverkeer en sluiting van de grenzen. Ook werden maatregelen getroffen om in onmiddellijke behoeften te voorzien en de sociaal-economische gevolgen van de crisis te verzachten.

In Servië werd op 15 maart de noodtoestand uitgeroepen door de president, de premier en de voorzitter van het parlement. Het parlement kwam pas iets meer dan zes weken later bijeen en keurde de noodtoestand goed op 28-29 april en trok deze een week later weer in. De parlementaire, provinciale en lokale verkiezingen, die in april hadden moeten plaatsvinden, werden uitgesteld. De autoriteiten hebben verstrekkende tijdelijke maatregelen getroffen, waaronder een strikte avondklok, sluiting van scholen en universiteiten, een verbod op openbare bijeenkomsten, stillegging van het meeste luchtverkeer en sluiting van de grenzen.

Het Turkse parlement keurde met meerderheid van stemmen een controversieel wetgevingspakket goed. Een van de doelstellingen was het terugdringen van de hoge gevangenispopulatie door de voorwaardelijke vrijlating van ongeveer 90 000 gevangenen. Hiervoor kwamen gevangenen die in voorlopige hechtenis worden gehouden voor vermeende terrorismegerelateerde misdrijven niet in aanmerking, met inbegrip van advocaten, journalisten, politici en mensenrechtenverdedigers. Het parlement besloot tot een reces van tien dagen vanwege de pandemie, dat werd gevolgd door het gebruikelijke reces van een maand tijdens de ramadan.

Hervorming van het openbaar bestuur

De hervorming van het openbaar bestuur is van groot belang voor beter bestuur op alle niveaus. Dit omvat meer transparantie en verantwoordingsplicht, degelijk beheer van de overheidsfinanciën, en professionelere overheidsdiensten. Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn redelijk voorbereid op dit punt en in de hele regio is vooruitgang geboekt. In Servië is geen vooruitgang geboekt aangezien het buitensporig hoge aantal leidinggevende functies niet aanzienlijk is verminderd. Kosovo is in enige mate voorbereid, maar Bosnië en Herzegovina verkeert nog in het beginstadium. In Turkije is sprake van achteruitgang op het gebied van beleidsontwikkeling, verantwoordingsplicht van het openbaar bestuur en personeelsbeheer, wat een negatief effect had op de algemene stand van de voorbereidingen.

De beleidsplanning is enigermate verbeterd, maar er zijn verdere inspanningen nodig om goede kwaliteitscontrole door de centrale overheden te waarborgen. Montenegro heeft zijn beleidsplanning versterkt en gerationaliseerd en het aantal strategiedocumenten teruggebracht. Beleidsmaatregelen, wetgeving en overheidsinvesteringen worden vaak nog steeds voorbereid zonder effectbeoordeling.

De verantwoordingsplicht van managers en de professionalisering van het ambtenarenapparaat moeten in de meeste landen nog steeds worden gewaarborgd en buitensporige politieke inmenging moet worden aangepakt. Transparante en op verdienste gebaseerde procedures voor aanwerving, promotie, demotie en ontslag moeten worden ingebed in de wetgevingskaders en consequent worden toegepast in alle overheidsdiensten. De structuur van de overheidsadministratie moet doeltreffende rapportagelijnen waarborgen. Veel landen hebben inspanningen geleverd om de dienstverlening aan burgers en bedrijven, met name e-diensten, te verbeteren. Meer interinstitutionele coördinatie is nodig om de hervorming van het openbaar bestuur door te voeren.

In het proces van aanpassing aan de EU-regels en de uiteindelijke toepassing daarvan moet rekening worden gehouden met de rol van regionale en lokale overheden. Er moet een passend evenwicht worden gevonden tussen centraal, regionaal en lokaal bestuur. De besluiten en maatregelen van de Turkse autoriteiten tegen gemeenten met burgemeesters van oppositiepartijen blijven zeer zorgwekkend, met name wanneer zij politiek gemotiveerd lijken.

De bestuurlijke capaciteit en het professionalisme van de organen die belast zijn met de uitvoering van het EU-acquis, moeten worden versterkt en de onafhankelijkheid van de regelgevende instanties moet worden gevrijwaard. Meer transparantie en verantwoordingsplicht, met name inzake een doeltreffende, efficiënte en transparante regeling voor overheidsopdrachten en het beheer van de overheidsfinanciën, blijven essentieel. Hoewel Servië aanzienlijke delen van zijn wetgeving inzake overheidsopdrachten aan het EU-acquis heeft aangepast, maakt een in februari 2020 aangenomen wet inzake bijzondere procedures voor lineaire infrastructuur het mogelijk om infrastructuurprojecten van “bijzonder belang” voor Servië vrij te stellen van de toepassing van de regels inzake overheidsopdrachten, waardoor de EU-regels en ‑normen kunnen worden omzeild. In Montenegro heeft de regering in oktober 2019 een grote aanbesteding uitgeschreven voor de concessie voor de uitbating van de luchthavens van het land. Dit proces vormt een test voor het voornemen van de regering om de EU-normen inzake eerlijke en transparante overheidsopdrachten na te leven. Turkije kent op dit punt grote lacunes in de aanpassing aan het EU-acquis, aangezien het toepassingsgebied van de regels voor overheidsopdrachten aanzienlijk wordt beperkt door allerlei vrijstellingen, alsmede door discriminerende binnenlandse prijsvoordelen en verrekenpraktijken. Om het risico op fraude tijdens de COVID-19-pandemie te beperken is het bijzonder belangrijk om controlesporen aan te houden. Het publiceren van alle informatie over aanbestedingen in verband met COVID-19 op overheidsportalen zal ook de transparantie en het vertrouwen helpen vergroten.

Het is cruciaal dat de nationale bestuurssystemen worden hervormd om de verantwoordingsplicht van bestuurders, een gedegen financieel beheer en de externe controle van overheidsmiddelen te bevorderen. In Noord-Macedonië werd enige vooruitgang geboekt met de uitvoering van het nieuwe beleidsdocument over de interne financiële controle bij de overheid en de nationale fraudebestrijdingsstrategie, maar de interne controles en de doeltreffende follow-up van de aanbevelingen met betrekking tot externe audits moeten nog worden doorgezet, en de financiële inspecties zijn nog steeds niet efficiënt. In Montenegro zijn verdere inspanningen nodig om de verantwoordingsplicht van bestuurders aan te pakken en interne controles en interne audits op alle niveaus te versterken. In tijden van crisis moeten de autoriteiten verschillende controles blijven uitvoeren om ervoor te zorgen dat begrotingsbesluiten worden uitgevoerd zoals goedgekeurd en dat de middelen worden besteed zoals gepland, om verspilling, fraude en wanbeheer te voorkomen. De transparantie van dergelijke maatregelen moet worden gewaarborgd en externe toezichthoudende instanties moeten worden betrokken bij het waarborgen van de verantwoordingsplicht van de regering. Fraude moet daadkrachtiger worden bestreden en partnerlanden worden aangemoedigd om de samenwerking op dit punt verder te versterken en gebruik te maken van de steun van het Europees Bureau voor fraudebestrijding om het risico op fraude te beperken.

Economie

Toetreding tot de EU vereist een goed functionerende markteconomie en het vermogen om aan concurrentiedruk en marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden. De afgelopen jaren is economische governance nog belangrijker geworden in het uitbreidingsproces. De Commissie monitort dit via de programma’s voor economische hervormingen 19 en de beoordeling van de naleving van de economische toetredingscriteria in het uitbreidingspakket. Gedurende de verslagperiode hebben Albanië, Montenegro en Servië enige vooruitgang geboekt wat betreft het bestaan van een goed functionerende markteconomie en het vermogen om het hoofd te bieden aan concurrentiedruk. Turkije heeft geen vooruitgang geboekt, terwijl Bosnië en Herzegovina en Noord-Macedonië beperkte vooruitgang hebben geboekt met betrekking tot het bestaan van een goed functionerende markteconomie. Noord-Macedonië heeft ook enige vooruitgang geboekt wat betreft het vermogen om het hoofd te bieden aan concurrentiedruk. In Turkije was er geen vooruitgang op dit punt en Bosnië en Herzegovina en Kosovo hebben beperkte vooruitgang geboekt. Alleen Turkije is een goed functionerende markteconomie, ondanks ernstige bedenkingen op dit punt, en is goed voorbereid wat betreft het vermogen om de concurrentiedruk het hoofd te bieden.

In de Westelijke Balkan blijft veel economisch potentieel onbenut en zijn er aanzienlijke mogelijkheden voor meer intraregionale samenwerking en handel. Met bijna 18 miljoen inwoners is de regio een belangrijke markt voor EU-goederen. Vóór de COVID-19-pandemie lagen de gemiddelde groeicijfers in de regio boven het EU-gemiddelde, al was dat nog steeds niet voldoende om reële convergentie met het inkomensniveau in de EU te bewerkstelligen. De COVID-19-pandemie heeft tot grote vraag- en aanbodschokken geleid, met dalende productie en stijgende werkloosheid. De duur en de ernst van de recessie zullen van land tot land verschillen, afhankelijk van de economische structuren en het belang van mondiale toeleveringsketens, toerisme en geldovermakingen of, in sommige gevallen, de uitvoer van grondstoffen. De partners in de regio hebben onmiddellijk en achtereenvolgende begrotingsmaatregelen genomen om de gevolgen van de crisis te verzachten, wat onherroepelijk heeft geleid tot hogere staatsschulden en overheidstekorten. Het wordt een grote uitdaging om te zorgen voor een gerichte, doeltreffende en transparante crisisrespons en tegelijkertijd de houdbaarheid van de begroting op middellange termijn te waarborgen.

De COVID-19-pandemie heeft duidelijk gemaakt hoe hoog het niveau van marktintegratie is en hoe sterk de economieën van de EU en de Westelijke Balkan van elkaar en onderling afhankelijk zijn. De Westelijke Balkan is bezig met een proces van convergentie van de regelgeving met de EU. Met deze aanpassing kan de regionale economische ruimte (REA) worden verdiept tot een gemeenschappelijke regionale markt op basis van EU-regels en ‑normen. Beide ontwikkelingen versterken elkaar en maken de regio tot een aantrekkelijk investeringsgebied.

De Westelijke Balkan kampt echter nog steeds met grote problemen die verhinderen dat de regio zijn economisch potentieel ten volle kan benutten en de kloof met de EU kan dichten. Hoewel de groei, de werkgelegenheid en de stijging van de inkomens de afgelopen jaren enigszins zijn versneld, ligt de regio nog steeds achter wat betreft de hervorming van de economische structuren en de vergroting van het concurrentievermogen. De werkloosheid is nog steeds hoog, vooral onder jongeren, en er is een grote kloof tussen vraag en aanbod van vaardigheden. De informele economie, de braindrain, de lage arbeidsparticipatie van vrouwen en het lage niveau van innovatie blijven hardnekkig. Het is essentieel dat de kwaliteit en de relevantie van de onderwijs- en opleidingsstelsels in de regio worden verbeterd en dat de samenwerking tussen werkgevers en onderwijsinstellingen wordt versterkt. Het investeringsklimaat bleef grotendeels ongewijzigd; het wordt gekenmerkt door een zwakke rechtsstaat, gebrek aan adequate handhaving van de staatssteunregels, een diepgewortelde grijze economie, slechte toegang tot financiering voor bedrijven en lage niveaus van regionale integratie en connectiviteit. Er blijft sprake van staatsinmenging in de economie. De infrastructuur moet dringend worden gemoderniseerd en investeringen zouden moeten worden gekanaliseerd via uniforme projectcycli en in overeenstemming moeten zijn met de met de EU overeengekomen prioriteiten. Besluiten over belangrijke investeringen moeten gebaseerd zijn op transparantie en robuuste zorgvuldigheidsverplichtingen, zoals het geval is met de connectiviteitsprojecten die worden gefinancierd via het investeringskader voor de Westelijke Balkan.

Gedurende de COVID-19-crisis is veel aandacht besteed aan het waarborgen van een onbelemmerde goederenstroom (met name van essentiële levensmiddelen en medische uitrusting). Daartoe hebben de EU en de Westelijke Balkan groene corridors ingesteld aan kritieke grensovergangen, en de Westelijke Balkan deed hetzelfde voor de intraregionale handel op een goed gecoördineerde en vlotte manier.

De EU blijft veruit de grootste handelspartner van de Westelijke Balkan, met 69,4 % van de totale handel in goederen in 2019 (82,9 % van de totale uitvoer en 61,8 % van de totale invoer). Sinds 2009 is de handel met 129,6 % toegenomen.

EU-bedrijven zijn de grootste investeerders in de regio: zij vertegenwoordigen 73 % van de buitenlandse directe investeringen en zijn daarmee de grootste externe aanjager van groei en werkgelegenheid in de regio. Het is van belang dat de weerbaarheid van de regio wordt versterkt om ervoor te zorgen dat alle buitenlandse economische activiteiten volledig aansluiten bij de waarden, normen en standaarden van de EU, met name op belangrijke gebieden als de rechtsstaat, overheidsopdrachten, milieu, energie, infrastructuur en mededinging. Bij de toenemende zakelijke en investeringsactiviteiten van derde landen in de Westelijke Balkan worden vaak de sociaal-economische en financiële duurzaamheid en de EU-regels inzake overheidsopdrachten veronachtzaamd, wat kan resulteren in een hoge schuldenlast, uitsluiting van EU-ondernemingen – omdat zij niet kunnen concurreren –, suboptimaal gebruik van overheidsmiddelen en overdracht van de controle over strategische activa en hulpbronnen.

Het tegelijk met deze mededeling goedgekeurde economisch en investeringsplan voor de regio zal een belangrijke rol spelen bij het aanpakken van de hierboven beschreven problemen en bij het bevorderen van wederzijds voordelige, duurzame economische groei en investeringen.

Het functioneren van de Turkse markteconomie blijft nog altijd grote zorgen baren. De recessie en de snelle daling van de binnenlandse vraag hebben geleid tot een duidelijke kentering en tot het verdwijnen van het tekort op de lopende rekening, maar de externe financieringsbehoeften van Turkije blijven hoog, waardoor de economie blootstaat aan veranderingen in het investeerderssentiment en het risico van sancties. De inflatie, die zeer hoog was, is gedaald, maar ligt nog altijd ruim boven het streefcijfer. De economie herstelde zich in de tweede helft van 2019, geholpen door expansief overheidsbeleid en een sterke bijdrage van de netto-uitvoer. Door de zwakke arbeidsmarkt, de noodzaak om de bedrijfsbalansen te herstellen en de aanhoudende geopolitieke onzekerheid blijft dit herstel echter broos. Turkije kent nog altijd een grote informele sector. De staat bleef interveniëren in de prijsvormingsmechanismen en er is een chronisch gebrek aan regels voor de tenuitvoerlegging van staatssteun, handhaving en transparantie, en de institutionele structuur is nog niet voltooid. De economische governance in Turkije is verder verslechterd door de terugkerende politieke druk die de geloofwaardigheid en het functioneren van de onafhankelijke instellingen ondermijnt. Turkije moet de terugval in markthervormingen keren. Turkije blijft goed geïntegreerd in de EU-markt wat zowel handels- als investeringsbanden betreft, maar het relatieve aandeel van de EU in de buitenlandse handel van Turkije is afgenomen (het EU-aandeel in de Turkse uitvoer daalde van 50 % in 2018 tot 48,5 % in 2019, en het EU-aandeel in de invoer van 36,25 % tot 34,2 %), waarbij Turkije steeds vaker afwijkt van zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie met de EU. Op het gebied van onderwijs blijven aanzienlijke problemen bestaan wat betreft kwaliteit en toegang. Vrouwen ondervinden moeilijkheden bij de toegang tot kwaliteitsonderwijs en de arbeidsmarkt.

III.HET VERMOGEN OM DE VERPLICHTINGEN VAN HET LIDMAATSCHAP OP ZICH TE NEMEN

De partners van de Westelijke Balkan hebben hun wetgeving op een aantal punten verder aangepast aan de EU-vereisten, zij het in wisselend tempo.

De meeste landen zijn al redelijk voorbereid op het gebied van de interne markt: vrij verkeer van goederen, diensten en kapitaal, mededingingsbeleid, financiële diensten en consumenten- en gezondheidsbescherming. Montenegro en Servië zijn goed voorbereid op het gebied van vennootschapsrecht en intellectuele-eigendomsrecht. Servië heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van het recht van vestiging en de vrijheid van dienstverlening, vennootschapsrecht, intellectuele-eigendomsrecht, mededingingsbeleid en financiële diensten.

De Westelijke Balkan is ook grotendeels redelijk voorbereid op het gebied van concurrentievermogen en inclusieve groei, bijvoorbeeld met betrekking tot de informatiemaatschappij en de media, belastingen, economisch en monetair beleid, en ondernemings- en industriebeleid. Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië zijn redelijk voorbereid op het gebied van de informatiemaatschappij en de audiovisuele media; er is onder meer vooruitgang geboekt op het gebied van de strategieën inzake de digitale agenda en e-overheidsdiensten. Kosovo is op deze gebieden enigszins voorbereid, maar Bosnië en Herzegovina verkeert nog in een beginstadium. Montenegro heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van belastingen en wetenschap en onderzoek. Montenegro en Servië zijn goed voorbereid op het gebied van wetenschap en onderzoek en op het gebied van onderwijs en cultuur. Op het gebied van de douane-unie heeft Noord-Macedonië goede vorderingen gemaakt. Servië is goed voorbereid, terwijl Albanië, Kosovo en Montenegro redelijk voorbereid zijn. In Bosnië en Herzegovina is sprake van enige mate van voorbereiding. Over de hele linie moeten echter sociaal-economische hervormingen worden doorgevoerd om de bestaande structurele zwakheden, het lage concurrentievermogen, de hoge werkloosheid en de impact van de COVID-19-pandemie aan te pakken.

De groene transitie en duurzame connectiviteit zijn essentieel voor de economische integratie binnen de regio en met de Europese Unie en om de grensoverschrijdende handel binnen de regio te vergemakkelijken en concrete voordelen voor bedrijven en burgers te realiseren. Servië en een deel van Montenegro zijn goed voorbereid op het gebied van het vervoersbeleid. Noord-Macedonië heeft goede vooruitgang geboekt op het gebied van energie en is goed voorbereid op de trans-Europese netwerken, terwijl de voorbereiding van Montenegro en Servië op dit punt redelijk is. Albanië, Noord-Macedonië, Montenegro en Servië zijn enigszins voorbereid op het gebied van milieu en klimaatverandering. Kosovo bevindt zich in een beginstadium en Bosnië en Herzegovina bevindt zich tussen het beginstadium en enige mate van voorbereiding. Alle landen moeten hun inspanningen op dit gebied aanzienlijk opvoeren.

Wat betreft hulpbronnen, landbouw en cohesie zijn Noord-Macedonië en Montenegro redelijk voorbereid op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling, terwijl Albanië, Kosovo en Servië enigszins voorbereid zijn en Bosnië en Herzegovina in het beginstadium verkeert. Noord-Macedonië en Montenegro hebben ook goede vooruitgang geboekt op het gebied van voedselveiligheid en veterinair en fytosanitair beleid. In het kader van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (Cefta) hebben de partijen bovendien een besluit aangenomen om de handel in groenten en fruit te vergemakkelijken. Wat betreft regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten is de Westelijke Balkan redelijk voorbereid, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina, dat in het beginstadium verkeert. 

De uitbreidingslanden moeten ook hun aanpassing aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU (GBVB) versnellen en in stand houden, ook wat betreft beperkende maatregelen. Albanië en Montenegro hebben zich altijd volledig aangesloten bij GBVB-standpunten (verklaringen van de HV/VV namens de EU en besluiten van de Raad over beperkende maatregelen). Servië bleef intensieve betrekkingen en strategische partnerschappen ontwikkelen met een aantal landen wereldwijd, waaronder Rusland, China en de Verenigde Staten. De samenwerking tussen Servië en China is tijdens de COVID-19-crisis toegenomen en werd gekenmerkt door pro-Chinese en eurosceptische retoriek door hoge overheidsfunctionarissen. Turkijes buitenlands beleid botste steeds vaker met de prioriteiten van de EU in het kader van het GBVB, met name vanwege de Turkse militaire operaties in het noordoosten van Syrië en de twee memoranda van overeenstemming die werden ondertekend met de regering van nationale overeenstemming van Libië. Het ene memorandum betreft samenwerking op het gebied van veiligheid en leidde tot meer Turkse steun aan de Syrische regering; het andere betreft de afbakening van maritieme rechtsgebieden, waarbij de soevereine rechten van de Griekse eilanden worden genegeerd.

Turkije heeft zich verder aangepast aan het EU-acquis, zij het in een zeer beperkt tempo en op versnipperde wijze, wat erop wijst dat er geen algemene aanpassingsstrategie bestaat. Er was in verscheidene opzichten opnieuw sprake van achteruitgang met betrekking tot een aantal essentiële aspecten op het vlak van mededinging, informatiemaatschappij en media, economisch en monetair beleid, de douane-unie, externe betrekkingen en buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Turkije is vergevorderd op het gebied van vennootschapsrecht, trans-Europese netwerken en wetenschap en onderzoek en is goed voorbereid op het gebied van vrij verkeer van goederen, intellectuele-eigendomsrecht, financiële diensten, ondernemings- en industriebeleid, consumenten- en gezondheidsbescherming, de douane-unie en financiële controle.

IV.REGIONALE SAMENWERKING EN BETREKKINGEN VAN GOED NABUURSCHAP

Goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking zijn essentiële elementen van het stabilisatie- en associatieproces en van het uitbreidingsproces. De regelmatige contacten tussen regeringen zijn voortgezet, evenals de technische dialoog en samenwerking op bilateraal en regionaal niveau.

Inclusieve regionale organisaties, zoals de Raad voor regionale samenwerking, de Vervoersgemeenschap en de Cefta, speelden een grote rol bij de respons van de regio tijdens de COVID-19-crisis. Zij hebben efficiënt samengewerkt met alle partners van de Westelijke Balkan, onderling en met de Commissie.

De regionale samenwerking heeft verder vruchten afgeworpen. De connectiviteitsagenda heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van vervoers- en energienetwerken. Er zijn echter nog aanzienlijke inspanningen nodig om te voldoen aan de resterende verplichtingen in het kader van regionale overeenkomsten en verbintenissen, waaronder de uitvoering van de in 2015 overeengekomen hervormingen op connectiviteitsgebied. De regio moet de regionale samenwerking volledig in eigen hand nemen. Alle partners van de Westelijke Balkan moeten volwaardig en inclusief kunnen deelnemen aan initiatieven en evenementen op dit vlak. Het Erasmus+-programma heeft de interculturele dialoog tussen jongeren verder gestimuleerd.

Zowel tijdens de top van de Westelijke Balkan in Poznań in 2019 als tijdens de top van Zagreb tussen de EU en de Westelijke Balkan in mei 2020 zijn de leiders van de regio overeengekomen om een ambitieuze groene en digitale transformatie na te streven en alle dimensies van connectiviteit verder te ontwikkelen: vervoer, energie, digitalisering en intermenselijke contacten. De leiders riepen op tot een groene agenda voor de regio, die niet alleen de gezondheid en het welzijn van de burgers rechtstreeks ten goede zou komen, maar ook de regio aantrekkelijker zou maken voor investeringen en toerisme, en het aanzienlijke economische potentieel van de groene en de circulaire economie zou aanboren. De groene agenda hoort bij het economisch en investeringsplan voor de regio.

Regionale integratie is een belangrijke factor om de levensstandaard op de Westelijke Balkan te verhogen. De totstandbrenging van een regionale economische ruimte (REA) zorgt voor meer concurrentie en maakt schaalvoordelen en productiviteitsgroei mogelijk. Een regionale markt zal de intraregionale handel ontsluiten en de Westelijke Balkan aantrekkelijker maken voor investeringen. Marktintegratie zal helpen nieuwe waardeketens te ontwikkelen en de regio aantrekkelijker te maken voor buitenlandse directe investeringen. Betere connectiviteit op het gebied van vervoer en energie zal de integratie van de regio in pan-Europese netwerken versnellen. De Vervoersgemeenschap zal de uitvoering van de connectiviteitsagenda ondersteunen en versterken.

Snelle en betrouwbare internetverbindingen zijn essentieel voor de nodige hervormingen om een markt- en investeringsvriendelijk klimaat in de Westelijke Balkan te bewerkstelligen. In het kader van de REA heeft de in april 2019 ondertekende nieuwe regionale roamingovereenkomst ertoe geleid dat de roamingtarieven sinds juli 2019 geleidelijk worden afgebouwd en in juli 2021 worden afgeschaft. Deze overeenkomst maakt ook de weg vrij voor de afschaffing van de roamingkosten tussen de Westelijke Balkan en de EU, zoals uiteengezet in de digitale agenda voor de Westelijke Balkan.

Op het gebied van handel moeten achterstallige Cefta-besluiten worden goedgekeurd betreffende het Aanvullend Protocol nr. 6 inzake de liberalisering van de handel in diensten, de wederzijdse erkenning van programma’s voor geautoriseerde marktdeelnemers en een overeenkomst ter vergemakkelijking van de handel in groenten en fruit.

Tijdens de top van de Westelijke Balkan in juli 2019 in Poznań is een verklaring over de erkenning van kwalificaties van hoger onderwijs bekrachtigd. Hierin wordt een model beschreven voor de automatische erkenning van in het buitenland verkregen kwalificaties van hoger onderwijs en in het buitenland doorgebrachte studieperioden, wat een belangrijk onderdeel is van de inspanningen voor nauwere regionale economische integratie. Er moeten meer inspanningen worden geleverd om vooruitgang te boeken op het gebied van de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties met het oog op een meer geïntegreerde arbeidsmarkt en op het scheppen van de broodnodige kansen voor jongeren.

Het verwerken van de erfenis van het verleden en het oplossen van geschillen die voortvloeien uit de conflicten van de jaren negentig, blijft van groot belang. Er zijn nog altijd bilaterale kwesties die moeten worden opgelost, waaronder grenskwesties, gerechtigheid voor de slachtoffers van oorlogsmisdaden, het identificeren van de resterende vermisten en het nauwkeurig documenteren van de gruweldaden in het verleden op regionaal niveau. In de EU is geen ruimte voor ophitsende taal of de verheerlijking van oorlogsmisdadigers door om het even welke partij.

Een van de meest dringende kwesties in de regio blijft de noodzaak om de betrekkingen tussen Servië en Kosovo te normaliseren. De betrekkingen tussen Pristina en Belgrado blijven problematisch. Op 1 april 2020 heeft de Kosovaarse overgangsregering het tarief van 100 % op de invoer uit Servië en Bosnië en Herzegovina, dat sinds november 2018 van kracht was, afgeschaft en op 6 juni zijn alle wederkerigheidsmaatregelen opgeheven. De hervatting in juli 2020 van de door de EU gefaciliteerde dialoog en de toezegging van beide partijen om daaraan opnieuw deel te nemen, is een positieve eerste stap, die moet worden gevolgd door verdere tastbare vooruitgang in de richting van een omvattende, juridisch bindende normaliseringsovereenkomst.

Bestaande overeenkomsten, waaronder de Prespa-overeenkomst tussen Noord-Macedonië en Griekenland en het Verdrag inzake goed nabuurschap met Bulgarije, moeten door alle partijen te goeder trouw worden uitgevoerd.

De spanningen in het oostelijke deel van de Middellandse Zee en de Egeïsche Zee blijven de regionale stabiliteit en veiligheid ondermijnen. Gezien de aanhoudende illegale activiteiten voor de exploratie van koolwaterstoffen die Turkije ontplooit in de maritieme zones van Cyprus, de ondertekening van een memorandum van overeenstemming met de Libische regering van nationale overeenstemming en de sterke toename van provocaties ten aanzien van Griekenland, heeft de Commissie Turkije herhaaldelijk aangespoord om alle vormen van bedreiging, frictie of handelen te voorkomen die de betrekkingen van goed nabuurschap en de vreedzame oplossing van geschillen in gevaar brengen. De Commissie wees ook meermaals met nadruk op alle soevereine rechten van de EU-lidstaten. Deze omvatten het recht op het sluiten van bilaterale overeenkomsten en het zoeken naar en exploiteren van natuurlijke hulpbronnen, overeenkomstig het EU-acquis en het internationaal recht, met inbegrip van het VN-verdrag inzake het recht van de zee. De soevereiniteit en soevereine rechten over de maritieme zones van alle aangrenzende kuststaten, met inbegrip van die waar hun eilanden recht op hebben, moeten worden geëerbiedigd en de afbakening van exclusieve economische zones en het continentaal plat moet geschieden volgens het internationaal recht door middel van dialoog te goeder trouw en met het oog op goede nabuurschapsbetrekkingen. Vanwege de illegale Turkse booractiviteiten stelde de EU in november 2019 ook een kader voor gerichte maatregelen tegen Turkije vast en in februari 2020 besloot zij twee personen toe te voegen aan de lijst van personen en entiteiten waarop deze sancties van toepassing zijn. Nadat Turkije op 12 september 2020 een onderzoeksschip terugtrok, konden de verkennende gesprekken met Griekenland worden hervat.

In zijn conclusies van 1 oktober 2020 veroordeelde de Europese Raad met klem de schendingen van de soevereine rechten van de Republiek Cyprus. Deze schendingen moeten worden beëindigd. De Europese Raad benadrukte dat de EU een strategisch belang heeft bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Het is absoluut noodzakelijk te goeder trouw in dialoog te gaan en geen eenzijdige acties te ondernemen die tegen de belangen van de EU, het internationaal recht of de soevereine rechten van EU-lidstaten indruisen. Alle geschillen moeten worden opgelost door middel van vreedzame dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht. De EU was ingenomen met de vertrouwenwekkende stappen van Griekenland en Turkije, alsook met de aankondiging dat zij hun rechtstreekse verkennende gesprekken met het oog op de afbakening van het continentaal plat en de exclusieve economische zones van beide landen zullen hervatten. Deze inspanningen moeten worden volgehouden en opgevoerd.

Het is van bijzonder belang dat Turkije zich blijft uitspreken voor en in concrete termen bijdraagt tot de onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en haalbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de Verenigde Naties en overeenkomstig de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. De vooruitgang die tot dusver is geboekt in de onderhandelingen onder leiding van de Verenigde Naties over een oplossing van het conflict in Cyprus, moet in stand worden gehouden en er moet verder worden gewerkt aan een rechtvaardige, omvattende en haalbare oplossing, met inbegrip van de externe aspecten daarvan. Turkije dient dringend te voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst tussen de EU en Turkije volledig uit te voeren en te werken aan de normalisering van de betrekkingen met de Republiek Cyprus.

V.CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

Op basis van de bovenstaande analyse en de beoordelingen in de als bijlage opgenomen samenvattingen over de afzonderlijke landen komt de Commissie tot de volgende conclusies en aanbevelingen:

I

1.Een geloofwaardig uitbreidingsbeleid is een geostrategische investering in vrede, stabiliteit, veiligheid en economische groei in heel Europa. Het is gebaseerd op strikte maar billijke voorwaarden en het beginsel van de eigen verdiensten en blijft een motor voor transformatie en modernisering in de partnerlanden in een veelal moeilijk klimaat. De politieke wil en vastberadenheid van de partnerlanden blijven de sleutel tot succes.

2.Er hebben zich belangrijke ontwikkelingen voorgedaan met betrekking tot de uitbreidingsagenda van de EU, waarbij de aanpak van de Commissie een nieuw elan heeft gekregen, gebaseerd op drie essentiële pijlers: het voorstel om het toetredingsproces te verbeteren, het besluit van de Raad om toetredingsonderhandelingen te openen met Albanië en Noord-Macedonië en het voorstel voor een economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan, dat tegelijk met deze mededeling wordt aangenomen.

3.Met het voorstel dat de Europese Commissie in februari 2020 heeft gepresenteerd en dat in maart door de Raad is bekrachtigd, wordt het toetredingsproces verder versterkt door het voorspelbaarder, geloofwaardiger en dynamischer te maken en meer politieke sturing te geven. In het voorstel van de Commissie wordt het belang benadrukt van een op verdiensten gebaseerd toetredingsproces waarbij zowel de Europese Unie als de Westelijke Balkan vertrouwen hebben in het proces en in elkaar en duidelijke verbintenissen aangaan. Nog meer nadruk zal worden gelegd op hervormingen op cruciale terreinen als de rechtsstaat, de werking van democratische instellingen, het openbaar bestuur en de economie. De Westelijke Balkan moet ook vooruitgang boeken op het gebied van verzoening, goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking.

4.De Raad Algemene Zaken van maart 2020 besloot ook toetredingsonderhandelingen te openen met Albanië en Noord-Macedonië, waarbij werd erkend dat beide landen belangrijke voortuitgang in het hervormingsproces hadden geboekt.

5.Met de aanstelling in april 2020 van de nieuwe speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de dialoog tussen Belgrado en Pristina en andere regionale kwesties in verband met de Westelijke Balkan werd nogmaals benadrukt hoe belangrijk de regio en de normalisatie van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo zijn voor de EU. De door de EU gefaciliteerde dialoog is in juli hervat en er zijn tot dusver verscheidene bijeenkomsten op hoog niveau en op operationeel niveau gehouden.

6.In de verklaring van Zagreb van 6 mei 2020 is het onloochenbare Europese perspectief van de Westelijke Balkan bevestigd. De leiders van de Westelijke Balkan hebben hierbij bevestigd dat zij aan het Europese perspectief en de noodzakelijke cruciale hervormingen vasthouden als hun vaste strategische keuze. De geloofwaardigheid van deze verbintenis hangt ook af van duidelijke publieke communicatie en de uitvoering van de noodzakelijke hervormingen. In de verklaring van Zagreb werd de Europese Commissie verzocht met een robuust economisch en investeringsplan voor de regio te komen om de regionale economieën een impuls te geven.

7.Turkije blijft een essentiële partner van de Europese Unie op cruciale terreinen van gemeenschappelijk belang, gaande van migratie en terrorismebestrijding tot economie, handel, energie en vervoer. In juni 2019 heeft de Raad er nog maar eens op gewezen dat Turkije steeds verder van de Europese Unie afdrijft en dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije feitelijk tot stilstand zijn gekomen en geen nieuwe hoofdstukken in aanmerking komen voor opening of sluiting. De feiten die ten grondslag lagen aan deze beoordeling, zijn nog steeds van toepassing.

8.2020 staat ook in het teken van de verwoestende gevolgen van de COVID-19-pandemie. De autoriteiten in alle uitbreidingslanden hebben strenge maatregelen genomen om de uitbreiding van de pandemie en de impact ervan op de volksgezondheid te beperken en de sociaal-economische gevolgen te verzachten. Niettemin is de economische impact van de pandemie aanzienlijk, waardoor er beperkte budgettaire ruimte is voor overheidsingrijpen. Noodmaatregelen moeten evenredig en in de tijd beperkt zijn, met inachtneming van de fundamentele vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting.

9.Hoewel de EU zelf zwaar door deze crisis wordt getroffen, heeft zij een pakket van meer dan 3,3 miljard EUR vrijgemaakt, waaronder onmiddellijke steun voor de aanpak van gezondheidsproblemen en aanzienlijke financiële middelen voor het economisch herstel van de regio. De EU behandelt de Westelijke Balkan als een geprivilegieerde partner, door toegang te bieden tot talrijke initiatieven en instrumenten die eigenlijk alleen voor EU-lidstaten bedoeld zijn. Deze steun van de EU gaat veel verder dan wat andere partners voor de regio hebben gedaan, hetgeen een duidelijke weerspiegeling is van de strategische verankering van de regio.

II

10.In Montenegro wordt de openlijke politieke inzet van de autoriteiten voor het strategische doel van toetreding tot de EU regelmatig en op consistente wijze aangemerkt als nationale topprioriteit, en dit komt in het algemeen tot uiting in de desbetreffende beleidsbeslissingen, bijvoorbeeld de verdere volledige aanpassing aan het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.

Volgens het oordeel van de Commissie wordt, in overeenstemming met het onderhandelingskader, gezorgd voor een algeheel evenwicht tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat enerzijds en vooruitgang bij de toetredingsonderhandelingen over de verschillende hoofdstukken heen anderzijds. Tijdens de verslagperiode heeft Montenegro beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van rechterlijke macht en grondrechten (hoofdstuk 23) en enige vooruitgang op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid (hoofdstuk 24). Na de opening van het laatste hoofdstuk in juni 2020 blijft de verwezenlijking van tussentijdse benchmarks over de rechtsstaathoofdstukken 23 en 24 de prioriteit voor verdere algemene vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen. Zolang niet aan deze benchmarks is voldaan, kan niet worden overgegaan tot de voorlopige afsluiting van andere hoofdstukken.

Montenegro heeft een lange weg afgelegd bij de hervorming van zijn wettelijke en institutionele kader op het gebied van de rechtsstaat, waarbij op de meeste gebieden vooruitgang is geboekt. De EU kan via de benchmarks voor sluiting van de hoofdstukken duidelijk aangeven aan welke rechtsstaatsvereisten Montenegro uiteindelijk zal moeten voldoen vóór de sluiting van deze beide hoofdstukken. Montenegro zal deze fase van het toetredingsproces alleen bereiken als het land de resterende tekortkomingen wegwerkt op de kritieke gebieden van de vrijheid van meningsuiting en de media en de strijd tegen corruptie, en als het de bezorgdheid wegneemt over politieke inmenging en het gebrek aan benoemingen in belangrijke onafhankelijke instellingen en de rechterlijke macht, zonder eerdere verwezenlijkingen in het justitiële hervormingsproces terug te draaien. Montenegro heeft over de hele linie gestaag vooruitgang geboekt in de onderhandelingshoofdstukken; momenteel voldoet echter geen enkel hoofdstuk aan alle vereisten voor afsluiting.

Montenegro heeft in de strijd tegen de COVID-19-pandemie een breed scala aan maatregelen genomen, waaronder de instelling van een strikte avondklok en beperkingen op verplaatsingen. Het parlement speelde geen rol in het besluitvormingsproces voor de eerste reeks maatregelen die zijn genomen om de COVID-19-pandemie aan te pakken, maar werd vervolgens in kennis gesteld van de genomen maatregelen en keurde verscheidene pakketten met economische steunmaatregelen goed.

De spanningen en het wantrouwen onder de politieke actoren waren hoog in de aanloop naar de verkiezingen. De tijdelijke parlementaire commissie kon haar werkzaamheden niet afronden omdat het quorum niet werd gehaald. De algemene verkiezingen van 30 augustus 2020 vonden daarom plaats binnen een grotendeels ongewijzigd electoraal kader. Geen enkele politieke partij heeft de verkiezingen geboycot. Volgens de voorlopige beoordeling van het OVSE/ODIHR namen meerdere partijen deel aan de verkiezingen in Montenegro en was het klimaat sterk gepolariseerd over kwesties in verband met de kerk en de nationale identiteit. De campagne verliep vreedzaam, ondanks de vaak scherpe toon. De deelnemers konden hun boodschap overbrengen, maar de regerende partij behaalde een onrechtmatig voordeel door machtsmisbruik en dominante berichtgeving in de media. De problematische COVID-19-context heeft de kiezers niet belet hun stem uit te brengen; met 76,6 % van het electoraat dat zijn stem uitbracht, was de opkomst groter dan ooit. Om vooruitgang te blijven boeken op de weg naar toetreding tot de EU moeten het nieuw samengestelde parlement en de onlangs gevormde regering de brede consensus over EU-gerelateerde politieke en economische hervormingen handhaven, met bijzondere aandacht voor het halen van de tussentijdse benchmarks met betrekking tot de rechtsstaat.

Er is goede vooruitgang geboekt op het gebied van beleid, planning en monitoring van de kwaliteit van strategische beleidsdocumenten. Het regeringsbeleid inzake door de staat gefinancierde woningen of leningen onder gunstige voorwaarden voor leden van de rechterlijke macht en onafhankelijke instellingen gaf evenwel aanleiding tot bezorgdheid over de doeltreffendheid van het nationale systeem van controlemechanismen. Er moet meer worden gedaan om te zorgen voor zinvolle betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij zowel het toetredings- als het wetgevingsproces.

In 2019 tekende de economie een solide groei van 3,6 % op dankzij een recordaantal toeristen, waardoor de particuliere consumptie en de uitvoer van diensten werden gestimuleerd. De economische prestaties zullen in 2020 naar verwachting echter verslechteren als gevolg van de negatieve gevolgen van de COVID-19-pandemie, aangezien de economie van Montenegro sterk afhankelijk is van toerisme. De structurele tekortkomingen zijn verergerd door COVID-19, waaruit blijkt dat er dringend hervormingen nodig zijn, met name op het gebied van volksgezondheid, werkgelegenheid, sociale bescherming en ondernemingsklimaat. 

11.De Servische regering bleef het EU-lidmaatschap aanmerken als haar strategische doelstelling. Er moet echter meer nadruk worden gelegd op objectieve, positieve en ondubbelzinnige communicatie over de EU, de belangrijkste politieke en economische partner van Servië.

De vooruitgang die Servië heeft geboekt op het vlak van de rechtsstaat en de normalisering van de betrekkingen met Kosovo is essentieel en het algemene tempo van de toetredingsonderhandelingen zal daarvan blijven afhangen. Tijdens de verslagperiode heeft Servië zeer beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van rechterlijke macht en grondrechten (hoofdstuk 23) en enige vooruitgang op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid (hoofdstuk 24). De betrekkingen tussen Pristina en Belgrado blijven problematisch, hoewel de hervatting van de door de EU gefaciliteerde dialoog in juli een zeer positieve stap is. Kortom, de Commissie is van oordeel dat momenteel een algeheel evenwicht tot stand is gekomen tussen vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat en normalisatie enerzijds en vooruitgang in de onderhandelingen over de verschillende hoofdstukken anderzijds.

De vooruitgang op het gebied van de rechtsstaat verloopt echter niet zo snel en doeltreffend als kan worden verwacht van een land dat over toetreding onderhandelt. Servië moet dringend de hervormingen versnellen en verdiepen, met name wat betreft de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de bestrijding van corruptie, de mediavrijheid, de binnenlandse aanpak van oorlogsmisdaden en de strijd tegen georganiseerde misdaad. Servië moet ook trachten te voldoen aan de tussentijdse benchmarks voor de hoofdstukken 23 en 24, onder meer door een resultaatgerichte uitvoering van de herziene actieplannen voor de hoofdstukken 23 en 24.

Wat de normalisering van de betrekkingen met Kosovo betreft, heeft Servië blijk gegeven van inzet en betrokkenheid bij de hervatte dialoog. Servië moet verdere aanzienlijke inspanningen leveren en een klimaat tot stand helpen brengen dat bevorderlijk is voor het sluiten van een omvattende en juridisch bindende overeenkomst met Kosovo. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Servië en Kosovo op hun Europese parcours. Servië moet ook alle eerdere dialoogovereenkomsten blijven handhaven en uitvoeren.

Het politieke klimaat in Servië wordt gekenmerkt door aanhoudende polarisatie. In reactie op COVID-19 kondigde de regering in maart 2020 de noodtoestand af en werden uitgebreide tijdelijke maatregelen opgelegd. Het parlement kwam pas iets meer dan zes weken na de afkondiging van de noodtoestand bijeen, waardoor het in die periode slechts in beperkte mate controle kon uitoefenen op de uitvoerende macht. De parlements-, provinciale en gemeenteraadsverkiezingen in Servië (oorspronkelijk gepland voor april 2020) werden uitgesteld tot 21 juni. Hoewel de verkiezingen efficiënt werden georganiseerd, hadden de regeringspartijen een machtspositie, onder meer in de media. Ondanks de inspanningen van het Europees Parlement om een partijoverschrijdende consensus over electorale hervormingen tot stand te brengen, hebben enkele oppositiepartijen de verkiezingen geboycot, waarbij zij aangaven bezorgd te zijn over het democratische verloop van de verkiezingen en een ongelijk speelveld. Kenmerkend voor het nieuw samengestelde Servische parlement is de overgrote meerderheid van de regerende coalitie en het ontbreken van een doeltreffende oppositie.

Servië blijft een belangrijke partner in GVDB-missies en -operaties van de EU, maar is nog steeds in geringe mate afgestemd op het buitenlands beleid van de EU.

Servië moet nog steeds een aanzienlijke vermindering tot stand brengen van het buitensporig aantal leidinggevende functies in de openbare diensten die ad interim worden vervuld. Gebrekkige transparantie en niet-naleving van de op verdienste gebaseerde aanwervingsprocedure voor hoge ambtenaren zijn een bron van toenemende bezorgdheid. Servië heeft zijn inspanningen opgevoerd om zijn wetgeving in overeenstemming te brengen met het EU-acquis in de hoofdstukken over de economische en interne markt. De economische hervormingen blijven resultaten opleveren, vooral op het gebied van de macro-economische stabilisatie. De prestatie van de arbeidsmarkt is verder verbeterd. Er is vooruitgang geboekt bij de hervorming van de belastingadministratie en bij de privatisering van staatsbanken; bij enkele andere belangrijke hervormingen – met name van het openbaar bestuur en staatsbedrijven – komt de vooruitgang echter slechts langzaam tot stand. De overheid behoudt een stevige greep op de economie. Als gevolg van de COVID-19-crisis zullen de economische vooruitzichten in 2020 naar verwachting aanzienlijk verslechteren, met name wat betreft de bbp-groei, de overheidsfinanciën en de werkgelegenheid.

12.Noord-Macedonië heeft vooruitgang geboekt bij de verwezenlijking van zijn strategische doelstellingen dankzij het besluit om toetredingsonderhandelingen te openen met de EU en dankzij zijn NAVO-lidmaatschap in maart 2020. De autoriteiten bleven publiekelijk blijk geven van hun inzet om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU. Tussen maart en juni 2020 werd de noodtoestand afgekondigd als gevolg van de COVID-19-pandemie, waardoor de regering van technocraten, met deelname van ministers en onderministers van de belangrijkste oppositiepartij, bij decreet kon regeren. Noord-Macedonië heeft maatregelen genomen om de pandemie in te dammen, de gezondheid van zijn burgers te beschermen en de sociaal-economische gevolgen van de crisis te verzachten, onder andere met een nooit eerder gezien steunpakket van de EU. Vanwege de onzekerheden ten gevolge van de pandemie besloten de politieke partijen de vervroegde verkiezingen uit te stellen van april naar juli 2020. Volgens het OVSE/ODIHR waren de parlementsverkiezingen op 15 juli over het algemeen goed georganiseerd en konden de kandidaten vrij campagne voeren, maar werd de juridische stabiliteit ondermijnd door ingrijpende herzieningen van het rechtskader en daaropvolgende regeringsbesluiten.

Tijdens de verslagperiode is Noord-Macedonië de hervormingsagenda van de EU op inclusieve wijze blijven bevorderen. Ook de parlementaire oppositie, het maatschappelijk middenveld en internationale partners werden hierbij betrokken. Noord-Macedonië heeft zijn inspanningen opgevoerd en heeft verdere concrete en duurzame resultaten geboekt, onder meer op de kernterreinen die waren aangewezen in de conclusies van de Raad van juni 2018. De duurzaamheid van deze structurele hervormingen is een proces op lange termijn, dat een volgehouden inzet van zowel de regering als de oppositie vergt. Na de verkiezingen van juli 2020 heeft de nieuwe regering zich ertoe verbonden de uitvoering van EU-gerelateerde hervormingen voort te zetten en te versnellen, met name op het gebied van de rechtsstaat, met inbegrip van de bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie. De nadruk moet liggen op de uitvoering van bestaande strategieën en wetgeving en het gebruik van de reeds bestaande instrumenten, in overeenstemming met de EU-normen. Er zijn belangrijke resultaten geboekt bij het versterken van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De goedkeuring van de wet inzake het openbaar ministerie was een belangrijke mijlpaal. De staat van dienst op het gebied van onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen in zaken van corruptie en georganiseerde misdaad, ook op hoog niveau, is verder verbeterd. De voormalige speciale hoofdaanklager werd veroordeeld nadat zij schuldig was bevonden aan ambtsmisdrijf en misbruik van gezag in een afpersingszaak. De inspanningen ter bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad moeten onafgebroken en op transparante wijze worden voortgezet, ongeacht de positie of politieke overtuiging van de verdachten. De openbare commissie ter voorkoming van corruptie (SCPC) is bijzonder actief geweest om corruptie te voorkomen en heeft aantijgingen van nepotisme of niet op merites gebaseerde benoemingen onderzocht. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de SCPC over de nodige middelen en capaciteit beschikt om haar mandaat uit te voeren. Alle overheidsinstellingen moeten meer doen om gevolg te geven aan haar aanbevelingen. Er zijn stappen gezet om het openbaar bestuur transparanter te maken, met de goedkeuring van de transparantiestrategie en de bredere bekendmaking van overheidsgegevens. Het land heeft nauw samengewerkt met de NAVO en strategische partners om zijn inlichtingen- en veiligheidsdiensten te hervormen. De toezichtcapaciteit van het parlement op de inlichtingendiensten moet echter worden versterkt. Er is sprake van een grotere afstemming op het buitenlands beleid van de EU.

Vóór de door COVID-19 veroorzaakte externe schok in 2020 nam de economische groei in 2019 toe tot 3,6 % als gevolg van de aantrekkende binnenlandse vraag, met inbegrip van het herstel van de investeringen en ondersteund door budgettaire stimuli en een accommoderend monetair beleid. De werkloosheid daalde in 2019 tot 17,3 %, en de arbeidsparticipatie steeg. Het aandeel van de informele werkgelegenheid nam licht af, maar bleef een aanzienlijk percentage van het bbp vormen. Vanaf het vroege voorjaar bleef de COVID-19-crisis niet zonder gevolgen voor de economische prestaties en de overheidsfinanciën. De COVID-19-crisis vereiste een massale lockdown van de economie en soortgelijke maatregelen bij de belangrijkste handelspartners leidden tot handelsverstoringen. Deze gevolgen van de COVID-19-crisis hebben ertoe geleid dat de economie in 2020 waarschijnlijk in een recessie zal terechtkomen en dat de positieve trends op de arbeidsmarkt waarschijnlijk ongedaan zullen worden gemaakt. De autoriteiten hebben een reeks maatregelen genomen ter ondersteuning van bedrijven en huishoudens om de economische en sociale gevolgen van de crisis te verzachten. De autoriteiten hebben aanvullende maatregelen genomen om de transparantie van de overheidsfinanciën te verbeteren. De hervormingen van de inkomstenbelasting en het pensioenstelsel die een aanzienlijke budgettaire impact hadden, zijn echter teruggedraaid.

De Commissie kijkt uit naar de verdere uitvoering van de Prespa‑overeenkomst met Griekenland en van het Verdrag inzake goed nabuurschap met Bulgarije en benadrukt het belang ervan.

In maart 2020 hebben de leden van de Europese Raad hun goedkeuring gehecht aan het besluit om toetredingsonderhandelingen te openen met Noord-Macedonië. Overeenkomstig de conclusies van de Raad is de Commissie begonnen met de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden en ziet zij uit naar de eerste intergouvernementele conferentie, die zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de onderhandelingskaders door de Raad, zal worden bijeengeroepen.

13.Albanië heeft vooruitgang geboekt bij de verwezenlijking van zijn strategische doelstellingen dankzij het besluit van de Raad om de onderhandelingen te openen voor toetreding tot de EU. De autoriteiten bleven publiekelijk blijk geven van hun inzet om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU, gebaseerd op krachtige steun vanuit de bevolking. Het beleid van Albanië is nog steeds voor 100 % afgestemd op het buitenlands beleid van de EU. Naar aanleiding van de uitbraak van de COVID-19-pandemie heeft Albanië de noodtoestand voor natuurrampen, die na de aardbeving van november 2019 was ingesteld, verlengd tot juni 2020. Ondanks de noodtoestand heeft Albanië heeft beslissende vooruitgang geboekt en voldoet het bijna aan de voorwaarden die de Raad met het oog op de eerste intergouvernementele conferentie heeft vastgesteld. De sterke politieke polarisatie nam af in januari 2020, toen de regeringsmeerderheid en de parlementaire en niet-parlementaire oppositie overeenkwamen de hervorming van het kiesstelsel voort te zetten. Uiteindelijk werd op 5 juni 2020 een akkoord bereikt. De wijzigingen van de kieswet, waarbij uitvoering wordt gegeven aan de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR, werden op 23 juli 2020 door het parlement aangenomen, overeenkomstig het akkoord van 5 juni 2020. Deze wijzigingen voorzien in hogere integriteits- en transparantienormen bij het verkiezingsproces in de aanloop naar de voor april 2021 aangekondigde parlementsverkiezingen. Daarnaast heeft het parlement op 30 juli een aantal amendementen op de grondwet aangenomen met betrekking tot het kiesstelsel. De uitvoering van deze wijzigingen, die geen verband houden met de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR, vereiste verdere wijzigingen van de kieswet, die door de partijen in de politieke raad zijn besproken, zonder dat evenwel een compromis kon worden bereikt voorafgaand aan de stemming in het parlement over de wijzigingen op 5 oktober. Ondanks het positieve resultaat van het akkoord van 5 juni 2020 moet de politieke dialoog in het land worden verbeterd, met name wat betreft de hervorming van het kiesstelsel en de uitvoering ervan.

Er zijn verdere resultaten geboekt bij de uitvoering van de grootschalige justitiële hervorming, die gestaag is gevorderd. Alle nieuwe instellingen voor de autonomie van de rechterlijke macht zijn volledig functioneel en werken doeltreffend. Het Hooggerechtshof is begonnen met de uitvoering van zijn taken. Er is ook aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van de werking van het Grondwettelijk Hof. De gespecialiseerde structuur voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (SPAK) is volledig opgericht, met inbegrip van een speciaal openbaar ministerie (SPO), dat zijn belangrijke onderzoekstaken heeft vervuld. De directeur van het Nationaal Bureau voor Onderzoek (NBI) is aangesteld. De tijdelijke herbeoordeling van alle rechters en aanklagers (doorlichting) vorderde gestaag; zij bleef concrete resultaten opleveren en leidde in 62 % van de gevallen tot ontslag – vooral voor kwesties in verband met niet-aangegeven vermogens – of vrijwillig vertrek. In doorlichtingsdossiers waar strafbare feiten werden vermoed, is vervolging ingesteld, onder meer ten aanzien van tien voormalige rechters op hoog niveau van het Hooggerechtshof en het Grondwettelijk Hof.

Albanië heeft de strijd tegen corruptie verder opgevoerd en heeft goede vooruitgang geboekt bij de consolidatie van de capaciteiten voor operationele coördinatie en monitoring. De inspanningen voor het opbouwen van een solide staat van dienst op het gebied van onderzoek naar en vervolging en berechting van corruptiezaken zijn voortgezet. Hoewel het aantal lopende onderzoeken hoog blijft, blijven de definitieve veroordelingen in zaken waarbij hoge ambtenaren betrokken zijn, tot op heden beperkt. De nieuw opgerichte gespecialiseerde corruptiebestrijdingsinstanties zullen naar verwachting de algemene capaciteit om corruptie te onderzoeken en te vervolgen aanzienlijk versterken. Ook in de strijd tegen de georganiseerde misdaad zijn de inspanningen voortgezet. De politieoperaties om criminele organisaties te ontmantelen zijn verder geïntensiveerd en er is goede vooruitgang geboekt, onder meer wat betreft de bestrijding van de teelt van en de handel in cannabis. Ook de internationale politiële samenwerking, met name met de EU-lidstaten, is toegenomen, hetgeen heeft geleid tot een aantal succesvolle grootschalige rechtshandhavingsoperaties. De inspanningen moeten worden voortgezet, met name door witwassen van geld doeltreffender aan te pakken en het actieplan van de Financiële-actiegroep (FATF) verder uit te voeren.

Wat de grondrechten betreft, worden inspanningen geleverd om een grootschalige landhervorming door te voeren en eigendomsrechten te consolideren. De wet betreffende de voltooiing van overgangsprocessen inzake eigendomskwesties is aangenomen, rekening houdend met de aanbevelingen van de Commissie van Venetië. De registratie- en compensatieprocedures worden voortgezet. Albanië moet snel de resterende uitvoeringswetgeving met betrekking tot de kaderwet van 2017 inzake de bescherming van nationale minderheden goedkeuren. In december 2019 heeft het parlement een nieuwe mediawet aangenomen, die momenteel wordt herzien in het licht van het advies van de Commissie van Venetië.

Albanië heeft de hervorming van het openbaar bestuur verder uitgerold door concrete vooruitgang te boeken op het gebied van regelgevingseffectbeoordeling, het wetgevingspakket inzake beleidsplanning te ontwikkelen, het aantal e-diensten te verhogen en de transparantie van gegevensverzameling en personeelsbeheer tussen het centrale en lokale niveau te verbeteren. De inspanningen op dit gebied moeten worden voortgezet, onder meer met het oog op de vaststelling van een salarisbeleid voor ambtenaren.

Vóór de aardbeving van november 2019 en de externe schok in 2020 als gevolg van de COVID-19-pandemie bleef de werkloosheid dalen tot een ongekend laag niveau, groeide de uitvoer gestaag en nam de overheidsschuldquote weliswaar af maar bleef niettemin hoog. Banken hebben het aantal niet-renderende leningen verder afgebouwd en er was een toename van leningen aan de particuliere sector. Er zijn stappen gezet met het oog op de ontwikkeling van een financiële markt, maar de financiële intermediatie bleef laag.

In maart 2020 hebben de leden van de Europese Raad hun goedkeuring gehecht aan het besluit om toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië te openen. Overeenkomstig de conclusies van de Raad is de Commissie begonnen met de noodzakelijke voorbereidende werkzaamheden en ziet zij uit naar de eerste intergouvernementele conferentie, die zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de onderhandelingskaders door de Raad, zal worden bijeengeroepen.

14.Bosnië en Herzegovina moet werk maken van de 14 kernprioriteiten van het advies van de Commissie van mei 2019 over het verzoek van het land om toetreding tot de EU, overeenkomstig de desbetreffende conclusies van de Raad van december 2019. Het advies is een uitgebreid stappenplan voor grondige hervormingen op het gebied van democratie/functionaliteit, de rechtsstaat, grondrechten en de hervorming van het openbaar bestuur. Bosnië en Herzegovina moet zijn wetgevende en institutionele kader diepgaand verbeteren, waar nodig ook op constitutioneel niveau, om aan de vereisten van het EU-lidmaatschap te voldoen. De verwezenlijking van de 14 kernprioriteiten zal het land in staat stellen toetredingsonderhandelingen met de EU te openen.

Nadat beleidsmakers een groot deel van de verslagperiode uitsluitend aan partijpolitiek hadden besteed, eindigde deze periode waarin weinig vooruitgang werd geboekt en de parlementaire werkzaamheden achterstand opliepen, met de aanstelling van een nieuwe regering eind 2019, 14 maanden na de algemene verkiezingen. De afgelopen maanden heeft de politieke situatie in Bosnië en Herzegovina tegen de achtergrond van de COVID-19-pandemie enkele positieve ontwikkelingen en een positieve dynamiek te zien gegeven. In de voorbije maanden zijn stappen gezet om een aantal van de kernprioriteiten uit het advies aan te pakken. In oktober 2019 keurde de ministerraad een actieplan goed voor de uitvoering van de aanbevelingen van het analyserapport van de Commissie van 2019, hoewel er niet op alle bestuursniveaus overeenstemming werd bereikt over de inhoud van het actieplan. Het Grondwettelijk Hof heeft de bepaling over de doodstraf in de grondwet van de entiteit Republika Srpska ingetrokken, waarmee een deel van kernprioriteit 10 werd vervuld. Wetswijzigingen naar aanleiding van een politiek akkoord in juni 2020 moeten het mogelijk maken om in december voor het eerst sinds 2008 lokale verkiezingen te houden in Mostar, waarmee kernprioriteit 1 deels wordt verwezenlijkt. Verdere hervormingen zijn nodig om ervoor te zorgen dat de verkiezingen in overeenstemming met de Europese normen verlopen. In juli 2020 hebben alle bestuursniveaus het strategisch kader voor de hervorming van het openbaar bestuur aangenomen, hetgeen bijdraagt tot kernprioriteit 14. Alle overheidsniveaus moeten nu het bijbehorende actieplan goedkeuren. Bosnië en Herzegovina heeft in september 2020 de herziene nationale strategie inzake oorlogsmisdaden aangenomen, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan kernprioriteit 5. Er zijn ook voorbereidingen aan de gang met het oog op een vergadering van de Gemengde Parlementaire Commissie. Bosnië en Herzegovina moet ook op het gebied van de andere kernprioriteiten vooruitgang boeken.

De noodzaak van een gecoördineerde respons op de COVID-19-crisis heeft ertoe bijgedragen dat de partijpolitiek tijdelijk opzij kon worden gezet, maar de spanningen bleven aanhouden. De uitvoerende macht heeft snel gereageerd op de uitbraak van de pandemie, maar de noodtoestand beperkte de toezichthoudende bevoegdheden van de wetgevende vergaderingen.

Het land moet zorgen voor een professioneel en gedepolitiseerd ambtenarenapparaat en een gecoördineerde landelijke aanpak van de beleidsvorming. Het is bijzonder belangrijk dat Bosnië en Herzegovina op alle bestuursniveaus zorgt voor een effectieve coördinatie van het grens- en migratiebeheer, en een doeltreffend asielstelsel opzet. Wat betreft de preventie en bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, bevindt Bosnië en Herzegovina bevindt zich in een beginstadium. Er is geen vooruitgang geboekt bij de aanpak van de kernprioriteiten van het advies en de bevindingen van het deskundigenverslag over rechtsstaatrechtsstatelijke kwesties. Politieke tegenwerking en weerstand binnen de rechterlijke macht tegen integriteitshervormingen blijven het genot van rechten door burgers en het vertrouwen van burgers in de instellingen ondermijnen, en brengen ook de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad in het gedrang. Er zijn dringende maatregelen nodig, te beginnen met een geloofwaardig en rigoureus systeem voor de controle van de activa van gerechtsambtenaren en leden van de Hoge Raad voor Justitie en Rechtsvervolging. Corruptie is nog steeds wijdverbreid en alle niveaus van de overheid vertonen tekenen van politieke beïnvloeding, hetgeen directe gevolgen heeft voor het dagelijks leven van de burgers. Criminele organisaties maken gebruik van lacunes op wettelijk en bestuursrechtelijk vlak en de politie is kwetsbaar voor politieke inmenging. Er zijn aanzienlijke inspanningen nodig op het gebied van financiële onderzoeken en de inbeslagneming van vermogensbestanddelen. Het opzetten van een samenwerking met EU-agentschappen (Frontex, Europol, Eurojust) laat nog steeds op zich wachten.

Er zijn ingrijpende hervormingen nodig om ervoor te zorgen dat alle burgers hun stemrecht daadwerkelijk kunnen uitoefenen en om een einde te stellen aan de praktijk van “twee scholen onder één dak”. Bosnië en Herzegovina moet de vrijheid van meningsuiting en van de media en de bescherming van journalisten waarborgen. Voorts moet het een gunstige omgeving tot stand brengen voor het maatschappelijk middenveld, met name door de Europese normen inzake vrijheid van vereniging en vrijheid van vergadering te handhaven. Er moet nog worden gezorgd voor zinvol en systematisch overleg met het maatschappelijk middenveld. De politieke leiders moeten ook concrete stappen zetten om een gunstig klimaat voor verzoening te bevorderen; revisionisme, ontkenning van genocide en verheerlijking van oorlogsmisdadigers zijn in strijd met de waarden van de EU.

Wat de economische criteria betreft, verkeert Bosnië en Herzegovina nog in een beginstadium wat betreft de totstandbrenging van een functionerende markteconomie. Vóór de externe schok als gevolg van COVID-19 was de economische situatie van het land op macro-economisch vlak stabiel. Investeringen in onderwijs en infrastructuur zijn absoluut noodzakelijk om de economie van het land een impuls te geven, aangezien aanpassing aan de Europese normen en de hoofdstukken van het EU-acquis cruciaal is.

15.In Kosovo werd de verslagperiode gekenmerkt door vervroegde verkiezingen, regeringswisselingen en relatief lange perioden met slechts een overgangsregering. In deze moeilijke context is beperkte vooruitgang geboekt op het gebied van EU-gerelateerde hervormingen, onder meer wat betreft de uitvoering van onlangs aangenomen wetgeving. In maart 2020 heeft de regering de COVID-19-pandemie als een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid verklaard, strenge preventiemaatregelen ingevoerd en een eerste pakket economische steunmaatregelen voor burgers en bedrijven genomen. De autoriteiten bleven publiekelijk blijk geven van hun inzet om vooruitgang te boeken op de weg naar toetreding tot de EU.

Aan de vervroegde wetgevende verkiezingen van 6 oktober 2019 namen meerdere partijen deel (behalve in Servisch-Kosovaarse gebieden), maar de telling van stemmen heeft zwakke punten aan het licht gebracht. Terugkerende tekortkomingen in het verkiezingsproces en hiermee verband houdende aanbevelingen van de EU-verkiezingswaarnemingsmissie moeten met meer spoed worden aangepakt.

Kosovo moet de hervormingsprocessen een nieuwe impuls geven, de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad opvoeren en meer vooruitgang boeken bij de hervorming van het openbaar bestuur, voortbouwend op de resultaten die het land tot nu toe heeft behaald.

Tijdens de verslagperiode heeft Kosovo het douanetarief van 100 % op de invoer uit Servië en Bosnië en Herzegovina geschrapt en zijn ook alle wederkerigheidsmaatregelen opgeheven. Dit besluit heeft het mogelijk gemaakt de handel met Servië en Bosnië en Herzegovina te herstellen. Het tariefbesluit, dat Kosovo in november 2018 in strijd met de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (Cefta) heeft opgelegd, had ernstige politieke gevolgen en ondermijnde de ontwikkeling van een regionale economische ruimte in de Westelijke Balkan.

Wat de normalisering van de betrekkingen met Servië betreft, heeft Kosovo blijk gegeven van inzet en betrokkenheid bij de hervatte dialoog. Kosovo moet verdere aanzienlijke inspanningen leveren en een klimaat tot stand helpen brengen dat bevorderlijk is voor het sluiten van een omvattende en juridisch bindende overeenkomst met Servië. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun Europese parcours. Kosovo moet ook alle eerdere dialoogovereenkomsten blijven handhaven en uitvoeren.

Ondanks robuuste bbp-groeicijfers sinds 2015, die tussen 2015 en 2018 gemiddeld 4,1 % bedroegen, is de groeidynamiek nog steeds sterk afhankelijk van de uitvoer van diensten, bruto-investeringen in vaste activa en particuliere consumptie, die wordt ondersteund door overmakingen uit het buitenland en een merkbare toename van de lonen en de kredietverlening. Bijgevolg zal de aangekondigde recessie in de EU directe gevolgen hebben voor de Kosovaarse economie, waarbij het reële bbp in 2020 naar verwachting met 5 % zal krimpen. Kosovo moet een doeltreffend en transparant mechanisme opzetten om de door de COVID-19-crisis getroffen particuliere sector te ondersteunen. Hierbij moet ook de werkgelegenheid veilig worden gesteld, onder meer door middel van regelingen voor werktijdverkorting. Voorts moet Kosovo zorgen voor een betere dekking van werkloosheidsuitkeringen en op behoeften gebaseerde sociale uitkeringen voor de meest kwetsbare groepen. Er moet budgettaire ruimte worden vrijgemaakt, onder meer door de uitgaven voor uitkeringen aan specifieke groepen, waaronder de pensioenen van oorlogsveteranen, te beperken. De uitvoering van de kapitaaluitgaven moet worden verbeterd.

Het voorstel van de Commissie voor visumliberalisering is hangende in de Raad en moet urgent worden behandeld. De Commissie blijft bij haar beoordeling van juli 2018 dat Kosovo aan alle benchmarks voor visumliberalisering heeft voldaan. Het Europees Parlement heeft zijn steun uitgesproken voor het voorstel van de Commissie voor visumliberalisering.

16.Turkije blijft een essentiële partner van de Europese Unie op cruciale terreinen van gemeenschappelijk belang, gaande van migratie en terrorismebestrijding tot economie, handel, energie en vervoer. In juni 2019 heeft de Raad er nog maar eens op gewezen dat Turkije steeds verder van de Europese Unie afdrijft en dat de toetredingsonderhandelingen met Turkije feitelijk tot stilstand zijn gekomen en geen nieuwe hoofdstukken in aanmerking kunnen komen voor opening of sluiting. De onderliggende feiten die tot deze beoordeling hebben geleid, zijn nog steeds van kracht, ondanks het feit dat de Turkse regering herhaaldelijk heeft uitgesproken vast te houden aan toetreding tot de EU. Turkije heeft de ernstige bezorgdheid van de EU over de aanhoudende negatieve ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat, de grondrechten en het gerechtelijk apparaat niet op geloofwaardige wijze weggenomen. Turkije moet prioritair deze negatieve trend keren door de verzwakking van effectieve controlemechanismen in het politieke stelsel aan te pakken.

Turkije moet zijn grondwettelijk kader in overeenstemming brengen met de Europese normen. Ondanks de opheffing van de noodtoestand in juli 2018 zijn een aantal wettelijke bepalingen die de regering buitengewone bevoegdheden verlenen en verschillende beperkende elementen van de noodtoestand handhaven, in de wetgeving opgenomen. Voor wie negatieve gevolgen had ondervonden van de wetsdecreten inzake de noodtoestand, bleef de toegang tot de rechter beperkt. Het presidentiële stelsel garandeert geen gezonde en doeltreffende scheiding der machten, waardoor de democratische verantwoordingsplicht van de uitvoerende macht afneemt. De politisering van het openbaar bestuur is hierdoor verder toegenomen.

Door het verstrekkende besluit om de burgemeestersverkiezingen in Istanbul over te doen naar aanleiding van buitengewone beroepen die de in eerste instantie officieel bevestigde uitslag betwistten, wordt het verkiezingsproces ondermijnd, waaraan de Turkse bevolking sterk gehecht is, zoals blijkt uit het zeer grote aantal burgers dat zijn stem heeft uitgebracht. Hoewel de verkiezingen professioneel werden georganiseerd, werden ze gekenmerkt door voorwaarden die objectief gezien niet eerlijk waren ten aanzien van alle politieke partijen en kandidaten. Turkije moet zorgen voor een vrij, eerlijk en transparant verkiezingsproces.

Aanhoudende gedwongen ontslagen van verkozen burgemeesters in het zuidoosten en hun vervanging door vertrouwelingen van de regering, alsmede de arrestaties van andere lokale vertegenwoordigers schaden de lokale democratie. Turkije moet maatregelen intrekken die de werking van de lokale democratie belemmeren, overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en de verplichtingen van Turkije met betrekking tot het Europees Handvest inzake lokale autonomie.

Turkije heeft weliswaar een legitiem recht om terrorisme te bestrijden, maar moet ervoor zorgen dat de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden hierbij worden gewaarborgd. Turkije moet de brede uitlegging van zijn antiterreurwet niet langer gebruiken om journalisten, schrijvers, advocaten, politici, academici, mensenrechtenactivisten en kritische stemmen aan te houden en in hechtenis te houden. De Turkse autoriteiten moeten dringend ernstige tekortkomingen aanpakken, met name wat betreft het recht op een eerlijk proces en de strikte eerbiediging van het beginsel van het vermoeden van onschuld. Het maatschappelijk middenveld en zijn organisaties bleven onder druk staan in een steeds grimmiger klimaat.

De Turkse economie is goed op weg. Toch blijft er ernstige bezorgdheid bestaan over de werking van de Turkse markteconomie. De economie leefde op na de recessie, maar het herstel was ook kwetsbaar als gevolg van de uitbraak van de COVID-19-pandemie. Turkije blijft blootstaan aan snelle veranderingen in het investeerderssentiment, die nog worden verergerd door de pandemie en geopolitieke ontwikkelingen. De economische governance is niet geloofwaardig en wordt belemmerd door het gebrek aan onafhankelijkheid van de regelgevende instanties; het ontslag van de gouverneur van de centrale bank en de terugkerende druk van de autoriteiten op de actoren van het monetaire beleid blijven punten van zorg. Het onderwijs kampt met aanzienlijke problemen op het gebied van kwaliteit en toegang. De ontwikkeling van intensieve handelsbetrekkingen tussen de EU en Turkije is een van de belangrijkste verwezenlijkingen van de douane-unie tussen de EU en Turkije. Het is dan ook betreurenswaardig vast te stellen dat Turkije zich steeds vaker onttrekt aan zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie, hetgeen gepaard gaat met een groot aantal wrijvingen op handelsgebied. Turkije heeft zich verder aangepast aan het EU-acquis, zij het in een zeer beperkt tempo en op versnipperde wijze.

Turkije bleef aanzienlijke inspanningen leveren voor de opvang en het lenigen van de noden van bijna 4 miljoen vluchtelingen, en om illegale grensoverschrijdingen naar de EU te voorkomen. In 2019 was Turkije vastbesloten de verklaring EU-Turkije van maart 2016 uit te voeren en speelde het land een belangrijke rol bij het aanpakken van de problemen op het gebied van migratiestromen langs de oostelijke Middellandse Zeeroute, maar vanaf eind februari 2020 heeft Turkije de oversteek naar de EU aangemoedigd en opgeroepen tot een nieuwe overeenkomst ter vervanging van de verklaring van maart 2016. De EU erkende de toegenomen migratielast en de risico’s waarmee Turkije op zijn grondgebied werd geconfronteerd, alsmede de aanzienlijke inspanningen die het levert om vluchtelingen op te vangen, maar verwierp krachtig dat Turkije migratiedruk inzette voor politieke doeleinden. Later in maart organiseerden de Turkse autoriteiten het vervoer van migranten en vluchtelingen weg van het grensgebied met Griekenland. Ondanks de toename van irreguliere migratie vanuit Turkije naar de EU in 2019 liggen de cijfers nog steeds ver onder die van vóór de verklaring EU-Turkije. Met de EU-faciliteit voor vluchtelingen in Turkije is zowel humanitaire als ontwikkelingshulp voor vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije ter beschikking gesteld. Met deze EU-faciliteit werden onder meer 1,7 miljoen vluchtelingen geholpen om in hun basisbehoeften te voorzien en 600 000 vluchtelingenkinderen om naar school te gaan, 180 scholen gebouwd en ruim 8 000 000 eerstelijnsconsulten verstrekt. Eind 2019 was de volledige operationele begroting van de faciliteit benut. De EU heeft besloten nog eens 485 miljoen EUR vrij te maken voor de voortzetting van vlaggenschipprojecten om te voorzien in de basisbehoeften van vluchtelingen en hen toegang tot onderwijs te bieden. Ondanks deze aanzienlijke steun zullen de behoeften van de vluchtelingen in Turkije, die ook te lijden hebben onder de economische gevolgen van de COVID-19-pandemie, niet snel verdwijnen. Hulp aan vluchtelingen die het slachtoffer zijn van de Syrische crisis en aan hun gastlanden blijft noodzakelijk en volgens de recente mededeling over een nieuw asiel- en migratiepact zal het van zeer groot belang zijn dat de EU de financiering daarvan in een of andere vorm langdurig voortzet. De Commissie is de EU-financiering op efficiënte en snelle wijze blijven verstrekken. De leidende beginselen voor de uitvoering van de faciliteit waren nog steeds spoed, doeltreffendheid en doelmatigheid en de garantie van gezond financieel beheer. Ook de duurzaamheid van de maatregelen van de faciliteit en de medeverantwoordelijkheid van de Turkse autoriteiten zijn belangrijk.

De spanningen in het oostelijke Middellandse Zeegebied, die de regionale stabiliteit en veiligheid ondermijnen, zijn toegenomen als gevolg van de acties en verklaringen van Turkije waarin het recht van de Republiek Cyprus om koolwaterstofvoorraden in de exclusieve economische zone te exploiteren wordt betwist, provocerende acties tegen Griekenland, waaronder Turkse vluchten over gebieden waar Grieken wonen, en de ondertekening van de twee memoranda van overeenstemming met de regering van nationale eenheid van Libië over samenwerking op veiligheidsgebied en de afbakening van maritieme rechtsgebieden, waarbij de soevereine rechten van Griekenland in het desbetreffende gebied worden genegeerd. Deze acties druisen in tegen de belangen van de EU, zijn in strijd met het internationaal recht en ondermijnen de inspanningen om de dialoog en de onderhandelingen te hervatten en te streven naar de-escalatie. De Commissie is volledig solidair met Cyprus en Griekenland en benadrukt dat concrete stappen nodig zijn om een gunstig klimaat voor dialoog tot stand te brengen. Bij verscheidene gelegenheden herhaalde de Raad dat Turkije zich ondubbelzinnig moet engageren tot goede betrekkingen met de buurlanden, de eerbiediging van internationale overeenkomsten, en de vreedzame regeling van geschillen in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, waarbij het eventueel een beroep kan doen op het Internationaal Gerechtshof.

In het licht van de illegale booractiviteiten van Turkije in het oostelijk deel van de Middellandse Zee heeft de Raad in juli 2019 een aantal maatregelen aangenomen. Vanwege de illegale Turkse booractiviteiten stelde de EU in november 2019 ook een kader voor gerichte maatregelen tegen Turkije vast en in februari 2020 besloot zij twee personen toe te voegen aan de lijst van personen en entiteiten waarop deze sancties van toepassing zijn. In december 2019 heeft de Europese Raad onderstreept dat het bilaterale memorandum van overeenstemming tussen Turkije en de regering van nationale eenheid van Libië inzake de afbakening van maritieme rechtsgebieden in de Middellandse Zee een inbreuk vormt op de soevereine rechten van derde staten, niet in overeenstemming is met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en geen rechtsgevolgen kan hebben voor derde staten.

Van Turkije wordt actieve ondersteuning verwacht voor onderhandelingen over een rechtvaardige, omvattende en levensvatbare oplossing voor de kwestie-Cyprus binnen het kader van de VN, in overeenstemming met de resoluties van de VN-Veiligheidsraad en de principes waarop de EU is gebaseerd. De vooruitgang die tot dusver is geboekt, moet in stand worden gehouden en er moet verder worden gewerkt aan een rechtvaardige, omvattende en levensvatbare oplossing, met inbegrip van de externe aspecten daarvan. Het blijft van cruciaal belang dat Turkije zich in concrete bewoordingen verbindt en bijdraagt tot een dergelijke omvattende regeling.

Turkije moet dringend voldoen aan zijn verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst EU-Turkije volledig en op niet-discriminerende wijze toe te passen. De belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, waaronder beperkingen op rechtstreekse vervoersverbindingen met de Republiek Cyprus, moeten volledig worden weggewerkt. Er is geen vooruitgang geboekt met de normalisering van de bilaterale betrekkingen met de Republiek Cyprus.

In oktober 2020 heeft de Europese Raad nog eens bevestigd dat de EU een strategisch belang heeft bij een stabiele en veilige omgeving in het oostelijke Middellandse Zeegebied en bij coöperatieve en voor beide partijen voordelige betrekkingen met Turkije. Het is absoluut noodzakelijk te goeder trouw in dialoog te gaan en geen eenzijdige acties te ondernemen die tegen de belangen van de EU, het internationaal recht of de soevereine rechten van EU-lidstaten indruisen. Alle geschillen moeten worden opgelost door middel van vreedzame dialoog en in overeenstemming met het internationaal recht. In dit verband betuigde de Europese Raad nogmaals zijn volledige solidariteit met Griekenland en Cyprus, waarvan de soevereiniteit en de soevereine rechten moeten worden geëerbiedigd.

Op voorwaarde dat de constructieve inspanningen om een einde te maken aan de illegale activiteiten ten aanzien van Griekenland en Cyprus worden voortgezet, zal de Europese Raad een positieve politieke agenda EU-Turkije opstellen, met bijzondere nadruk op de modernisering van de douane-unie en handelsfacilitatie, contacten tussen mensen, dialogen op hoog niveau, en voortgezette samenwerking rond migratievraagstukken, in overeenstemming met de verklaring EU-Turkije van 2016. De Europese Raad verzocht zijn voorzitter, in samenwerking met de voorzitter van de Commissie en met de steun van de hoge vertegenwoordiger, een voorstel uit te werken om de agenda EU-Turkije daartoe nieuw elan te geven.

De Europese Raad memoreerde en herhaalde onder meer haar vorige conclusies over Turkije van oktober 2019, waarin hij benadrukte dat de EU in geval van nieuwe unilaterale acties of provocaties die in strijd zijn met het internationaal recht, alle instrumenten en opties zal inzetten waarover zij beschikt, overeenkomstig artikel 29 VEU en artikel 215 VWEU, om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen.

De Europese Raad kwam overeen nauwlettend te blijven toezien op de ontwikkelingen en zo nodig ten laatste tijdens zijn bijeenkomst van december hierop terug te komen en passende besluiten te nemen.

(1)

Financiering die is toegewezen binnen het bestaande meerjarige indicatieve programma 2014-2020.

(2)

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan uitbreidings- en nabuurschapspartners in de context van de crisis van de COVID-19-pandemie (2020/0065 (COD) van 22 april 2020).

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/568 van de Commissie van 23 april 2020 tot onderwerping van de uitvoer van bepaalde producten aan de overlegging van een uitvoervergunning (PB L 129 van 24.4.2020).

(4)

  COM(2020) 315 final

(5)

COM(2020) 641/2

(6)

  COM(2020) 57 final

(7)

  SWD(2020) 46 final

(8)

  SWD(2020) 47 final

(9)

Vóór de eerste intergouvernementele conferentie moet Albanië de hervorming van het kiesstelsel goedkeuren, met volledige inachtneming van de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR, zorgen voor transparante financiering van politieke partijen en verkiezingscampagnes, de justitiële hervorming verder uitvoeren en ervoor zorgen dat het Grondwettelijk Hof en het Hooggerechtshof goed functioneren, rekening houdend met internationale expertise, waaronder de adviezen van de Commissie van Venetië, alsook de oprichting van gespecialiseerde structuren voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad voltooien. Albanië moet ook de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad verder opvoeren, onder andere door samen te werken met EU-lidstaten en via het actieplan inzake de aanbevelingen van de Financiële-actiegroep (FATF). Verder moet Albanië het fenomeen van ongegronde asielaanvragen aanpakken, zorgen voor repatriëring en de mediawet wijzigen overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie van Venetië.

(10)

In deze conclusies toont de Raad zich ingenomen met het advies van de Commissie en roept hij de uitvoerende en wetgevende organen op alle overheidsniveaus op werk te maken van de kernprioriteiten van het advies, overeenkomstig de legitieme aspiraties van de burgers van Bosnië en Herzegovina om bij de Europese Unie te komen.

(11)

  COM(2019) 261 final

(12)

* Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(13)

COM(2020) 609 final over een nieuw migratie- en asielpact.

(14)

Overeenkomstig de terminologie van de Europese instellingen verwijst de overkoepelende term “Roma” in dit document naar een aantal verschillende groepen, zonder dat hiermee de specifieke kenmerken van deze groepen worden ontkend.

(15)

  https://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2016/03/18/eu-turkey-statement/

(16)

  Besluit C(2015) 9500 van de Commissie van 24 november 2015 inzake een mechanisme voor de coördinatie van het optreden van de Unie en de lidstaten – de Vluchtelingenfaciliteit voor Turkije, als gewijzigd bij Besluit C(2016) 855 van de Commissie van 10 februari 2016. 

(17)

Bijna 1,7 miljoen vluchtelingen ontvangen maandelijks geld via het sociale vangnet voor noodgevallen, er vonden 9 miljoen eerstelijnsgezondheidszorgconsulten plaats en de gezinnen van meer dan 600 000 schoolgaande kinderen kregen financiële steun. De uitvoering van ongeveer 100 projecten in het kader van de faciliteit is gaande.

(18)

  https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_20_1324

(19)

De EU ondersteunt betere economische governance op de Westelijke Balkan en Turkije via de jaarlijkse programma’s voor economische hervormingen. Dit proces is het belangrijkste instrument geworden voor de formulering en uitvoering van macro-economische en structurele hervormingen om het concurrentievermogen te vergroten en groei en werkgelegenheid te stimuleren. Het proces zal worden aangepast om rekening te houden met de economische en maatschappelijke gevolgen van de COVID-19-pandemie.

Top

Brussel, 6.10.2020

COM(2020) 660 final

BIJLAGEN

bij

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Mededeling 2020 inzake het uitbreidingsbeleid van de EU

{SWD(2020) 350 final} - {SWD(2020) 351 final} - {SWD(2020) 352 final} - {SWD(2020) 353 final} - {SWD(2020) 354 final} - {SWD(2020) 355 final} - {SWD(2020) 356 final}


BIJLAGE 1 - Samenvattingen van de bevindingen van de verslagen

Montenegro

Wat de politieke criteria betreft, werd de verslagperiode gekenmerkt door spanningen en wantrouwen tussen de politieke actoren en een laag vertrouwen in het electorale kader. Als gevolg van de COVID-19-pandemie was het parlement in de eerste maanden van 2020 inactief en werd het vervolgens ontbonden met het oog op de parlementsverkiezingen van 30 augustus.

Geen enkele politieke partij heeft de verkiezingen geboycot, waaraan 11 kandidatenlijsten hebben deelgenomen.

Volgens de voorlopige bevindingen van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE/ODIHR) namen meerdere partijen aan de verkiezingen deel en werden deze op transparante en doeltreffende wijze georganiseerd, hoewel zij plaatsvonden in een sterk gepolariseerd klimaat over kwesties in verband met de kerk en de nationale identiteit. De campagne verliep vreedzaam, ondanks de vaak scherpe toon. De deelnemers konden hun boodschap overbrengen, maar het OVSE/ODIHR uitte zijn bezorgdheid over een onrechtmatig voordeel voor de regerende partij en onevenwichtige berichtgeving in de media.

De verkiezingen hadden tot gevolg dat de samenstelling van de regeringsmeerderheid onverwacht veranderde. Het nieuwe parlement moet streven naar een brede, partij-overstijgende en maatschappelijke consensus en in de praktijk blijk geven van daadwerkelijke inzet voor de EU-hervormingsagenda van Montenegro die van vitaal belang is voor de vooruitgang van het land op de weg naar toetreding tot de EU. Daarnaast moet het parlement een transparante, beslissende en inclusieve dialoog aangaan over de tenuitvoerlegging van de nog niet omgezette aanbevelingen van het OVSE/ODIHR.

Als gevolg van een gebrek aan quorum heeft het parlement in december 2019 alleen met de stemmen van de bestaande meerderheid een aantal wettelijke oplossingen aangenomen om gedeeltelijk gevolg te geven aan de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR. De goedgekeurde wijzigingen hadden geen grote gevolgen voor het bestaande electorale kader, met uitzondering van de campagnefinanciering. Prioritaire aanbevelingen van het OVSE/ODIHR waar nog steeds geen gevolg aan is gegeven, zijn bijvoorbeeld: professionalisme, onpartijdigheid en transparantie van de verkiezingsadministratie; registratie van kandidaten en mechanismen voor de authenticatie van de geloofwaardigheid van de handtekeningen van kiezers; toezicht van de media tijdens de verkiezingscampagne, een audit van het kiesregister; maatregelen tegen misbruik van overheidsgeld en een evenwichtige politieke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen bij de verkiezingen. Een grootschalige en inclusieve herziening van het verkiezingskader is dus nog niet afgerond.

De nieuwe voorzitter van de nationale kiescommissie werd in maart 2020 benoemd. De inspanningen moeten worden voortgezet om de werkzaamheden van de nationale kiescommissie transparanter en verantwoordelijker te maken. Ondanks het akkoord tussen de partijen om de lokale verkiezingen op dezelfde dag te houden, voorziet het wettelijke kader er nog steeds in dat deze verkiezingen doorlopend plaatsvinden. Er moet nog worden beslist wanneer een nieuw systeem zal worden ingevoerd.

Het politieke spectrum voor de verkiezingen van augustus 2020 was gefragmenteerd, gepolariseerd en werd getekend door een gebrek aan reële politieke dialoog. In de loop van 2019 werden enkele eerste stappen gezet om de politieke dialoog in het parlement weer op gang te brengen, waarbij de oppositiepartijen deels meewerkten aan de activiteiten van de tijdelijke parlementaire commissie. De leden van de oppositie schortten hun samenwerking echter op nadat de regering de ontwerp-wet inzake vrijheid van godsdienst of levensbeschouwing ter goedkeuring aan de plenaire vergadering had voorgelegd. Dit leidde vanaf december 2019 tot grootschalige religieuze protesten, die in het voorjaar van 2020 tijdelijk tot stilstand kwamen ten gevolge van de COVID-19-crisis.

De uitslag van de parlementsverkiezingen baant de weg om het politieke debat opnieuw naar het parlement te brengen. Actieve en constructieve deelname van alle partijen is vereist om de parlementaire verantwoordingsplicht, het toezicht op de uitvoerende macht, de democratische controle en een betere kwaliteit van de wetgeving te versterken en belangrijke benoemingen mogelijk te maken. In 2019 en de eerste helft van 2020 kon het parlement de vereiste tweederdemeerderheid voor belangrijke benoemingen in het gerecht niet bereiken; daarom zijn belangrijke rechterlijke functies nog steeds tijdelijk ingevuld. Het mandaat van de hoogste openbare aanklager liep af in oktober 2019 en zijn opvolger moet nog worden aangewezen.

Er waren geen nieuwe ontwikkelingen in de politieke en gerechtelijke follow-up van het vermeende misbruik van openbare middelen voor partijpolitieke doeleinden in 2012 (de “affaire van de audio-opnamen”). Wat de “affaire met de enveloppe” van januari 2019 betreft, werden twee personen in beschuldiging gesteld voor witwassen. Deze zaken vereisen een geloofwaardige, onafhankelijke en doeltreffende institutionele respons.

Wat goed bestuur betreft, is er behoefte aan meer transparantie, grotere betrokkenheid van belanghebbenden, en een sterker vermogen van de regering om hervormingen door te voeren. Het toezicht op de kwaliteit van strategische beleidsdocumenten door het secretariaat-generaal van de regering is structureel en systematisch geworden. Het regeringsbeleid inzake door de staat gefinancierde woningen of leningen onder gunstige voorwaarden gaf aanleiding tot bezorgdheid over de doeltreffendheid van het nationale systeem van controlemechanismen. De betrokkenheid van belanghebbenden aan het toetredings- en wetgevingsproces moet worden verbeterd.

Montenegro is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. In het algemeen is tijdens de verslagperiode enige vooruitgang geboekt. Montenegro is begonnen met de tenuitvoerlegging van de ambtenarenwet. Er was verder goede vooruitgang, met name wat betreft het kader voor beleidsplanning op middellange termijn, aanwerving op basis van verdienste, personeelsbeheer en rationalisering van de organisatie van het staatsbestuur. Er is nog steeds een sterke politieke wil nodig voor het effectief aanpakken van de depolitisering van de overheidsdiensten en de optimalisering van het staatsbestuur, alsmede om de verantwoordingsplicht van bestuurders te verwezenlijken.

Montenegro blijft redelijk voorbereid om het EU-acquis en de Europese normen op het gebied van justitie toe te passen en heeft daarbij in het algemeen beperkte vooruitgang geboekt, met name door de ononderbroken uitvoering van de ICT-strategie voor de rechterlijke macht. De aanbevelingen van vorig jaar met betrekking tot de rechterlijke macht werden slechts gedeeltelijk opgevolgd. Er blijven problemen bestaan, met name wat betreft de onafhankelijkheid, het professionalisme, de efficiëntie en de verantwoordingsplicht van het gerecht. Het besluit van de Raad van Justitie om zeven voorzitters van rechtbanken, waaronder de voorzitter van het Hooggerechtshof, opnieuw te benoemen voor ten minste een derde termijn, geeft aanleiding tot ernstige bezorgdheid over de interpretatie van de letter en de geest van het constitutionele en juridische kader door de Raad van Justitie, waarbij deze benoemingen tot maximaal twee ambtstermijnen beperkt moeten blijven om overconcentratie van de macht binnen de rechterlijke macht te voorkomen. Dit is niet in overeenstemming met de aanbevelingen van de Greco inzake de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, waaraan Montenegro geacht wordt te voldoen, om eerdere verwezenlijkingen in het kader van de justitiële hervorming niet ongedaan te maken.

Montenegro is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen corruptie. Het land boekte beperkte vooruitgang met betrekking tot de aanbevelingen van vorig jaar, die slechts gedeeltelijk zijn opgevolgd wat betreft de verwezenlijkingen inzake repressie en de voorkoming van corruptie en inzake een nieuw institutioneel kader voor het bureau voor de ontneming van vermogensbestanddelen. Het agentschap voor corruptiebestrijding dat onder een pas benoemde nieuwe leiding staat, is verder versterkt door middel van activiteiten voor capaciteitsopbouw en technische bijstand. De onafhankelijkheid, het stellen van prioriteiten, de selectieve aanpak en de kwaliteit van zijn beslissingen bleven echter problematisch. Het agentschap moet nog blijk geven van een proactieve aanpak op alle gebieden die onder zijn mandaat vallen, waaronder de bescherming van klokkenluiders, de controle op de financiering van politieke partijen en verkiezingscampagnes, en het toezicht op lobbying. Er moet verder werk worden gemaakt van de inbeslagneming en confiscatie van criminele vermogensbestanddelen. Corruptie komt nog steeds op vele gebieden voor en blijft een groot probleem. Er is een sterke politieke wil nodig om dit probleem daadwerkelijk aan te pakken, alsook een krachtige strafrechtelijke respons op corruptie op hoog niveau.

Montenegro heeft enige mate van voorbereiding bereikt/is redelijk voorbereid op het gebied van de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Er is enige vooruitgang geboekt, onder meer bij het opvolgen van de aanbevelingen van vorig jaar, met name wat betreft het opzetten van een centraal register van bankrekeningen, een grotere capaciteit en professionaliteit van de politie en een toename van het aantal lopende procedures inzake de confiscatie van vermogensbestanddelen. Er is een begin gemaakt met onderzoeken naar mensenhandel en witwassen van geld. De interne organisatie en coördinatie van rechtshandhavingsinstanties werd verder verbeterd, zoals blijkt uit het toenemende aantal onderzoeken, arrestaties en inbeslagnemingen. Toch moet Montenegro nog een aantal fundamentele en structurele tekortkomingen in zijn strafrechtelijke systeem aanpakken, waaronder de manier waarop zaken inzake georganiseerde misdaad door de rechtbanken worden behandeld. Er is enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van terrorisme en het voorkomen/bestrijden van gewelddadig extremisme, overeenkomstig de doelstellingen van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan en de bilaterale uitvoeringsovereenkomst.

Op het gebied van de grondrechten heeft Montenegro enige vooruitgang geboekt. Het wettelijke en institutionele kader op het gebied van de grondrechten is thans grotendeels voorhanden. In juli 2020 heeft het parlement de wet inzake levenspartnerschap voor personen van hetzelfde geslacht aangenomen, waardoor Montenegro het eerste land in de regio is dat de status van koppels van hetzelfde geslacht reguleert. De capaciteit van mensenrechteninstellingen en van het ministerie van Mensenrechten en Rechten van Minderheden is versterkt en het vertrouwen in het Bureau van de ombudsman neemt toe. Er blijven echter belangrijke uitdagingen bestaan wat betreft de daadwerkelijke uitvoering van de nationale wetgeving inzake mensenrechten. De berichten over buitensporig gebruik van geweld door de politie en beschuldigingen van foltering vereisen snel en doeltreffend onderzoek. Etnisch en religieus gemotiveerde aanvallen in het kader van de verkiezingen van augustus 2020 zijn een punt van grote zorg. Er zijn verdere inspanningen nodig om de mensenrechten te integreren in alle werkterreinen, het volledige overheidsbeleid en alle sectoren. Achtergestelde groepen, waaronder Roma en Egyptenaren, en personen met een handicap ondervinden nog steeds talrijke vormen van discriminatie en ervaren moeilijkheden bij het afdwingen van hun rechten in administratieve en gerechtelijke procedures. Geweld op basis van geslacht en geweld tegen kinderen blijven punten van grote zorg.

Tijdens de verslagperiode heeft Montenegro geen vooruitgang geboekt op het gebied van de vrijheid van meningsuiting. Er is weliswaar vooruitgang geboekt op het gebied van de mediawetgeving, maar dit is overschaduwd door arrestaties en procedures tegen uitgevers van onlineportalen en burgers voor inhoud die zij in de loop van 2020 online hadden geplaatst of gedeeld. Belangrijke oude zaken van geweldpleging blijven onopgelost, waaronder de moord op de hoofdredacteur van het dagblad Dan in 2004 en het neerschieten van een onderzoeksjournalist in 2018. Er blijft ook bezorgdheid bestaan over de redactionele onafhankelijkheid en professionele normen van de nationale publieke omroep RTCG. Het medialandschap is nog steeds sterk gepolariseerd en de zelfreguleringsmechanismen blijven zwak. De groeiende hoeveelheid desinformatie in de hele regio heeft de samenleving verder gepolariseerd in de nasleep van de wet op de vrijheid van godsdienst en tijdens de verkiezingscampagne.

Op het gebied van migratie werd de stijgende trend van het aantal binnenkomende irreguliere migranten die in 2018 was waargenomen, in 2019 bevestigd. In 2019 werden 7 978 irreguliere migranten opgepakt, dat is een stijging van 60 % ten opzichte van 2018. Alle opgepakte migranten maakten hun voornemen kenbaar om asiel aan te vragen, waardoor de opvangfaciliteiten van het land onder druk bleven staan. De autoriteiten van Montenegro voorkwamen 516 illegale binnenkomsten en 1 514 illegale uitreizen uit het land. Het speciaal openbaar ministerie stelde drie onderzoeken in naar migrantensmokkel waarbij meer dan 40 personen betrokken waren. De statusovereenkomst met de EU inzake de Europese Grens- en kustwacht werd in oktober 2019 ondertekend en trad op 1 juli 2020 in werking. De uitvoering van de eerste gezamenlijke operatie in het kader van de overeenkomst is op 15 juli van start gegaan. Montenegro moet zich blijven inspannen om de migratiedruk het hoofd te bieden, door zijn internationale samenwerking op het gebied van overname verder te ontwikkelen, zijn capaciteit voor de vervolging van migrantensmokkelnetwerken te vergroten, zijn opvangcapaciteit te versterken en zijn systeem voor het verzamelen van gegevens over migranten te verbeteren.

Met betrekking tot de economische criteria heeft Montenegro enige vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid voor de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. Als gevolg van de lagere investeringsgroei vertraagde de economie in 2019 tot een duurzamer groeitempo. De uitvoer, met name van diensten, is gegroeid, maar niet voldoende om het grote tekort op de lopende rekening te beteugelen. De stabiliteit van de financiële sector werd versterkt na het failliet en de afwikkeling van twee lokale banken en de versterking van het kader voor bankentoezicht. De situatie op de arbeidsmarkt is verbeterd, maar de werkloosheid blijft hoog, vooral onder vrouwen, jongeren, Roma en laaggeschoolden. Er werd beperkte vooruitgang geboekt met de maatregelen ter activering van de arbeidsmarkt en de coördinatie tussen de diensten voor arbeidsvoorziening en de sociale diensten. De economische vooruitzichten van Montenegro zijn sinds het tweede kwartaal van 2020 aanzienlijk verslechterd, omdat de quarantainemaatregelen in verband met COVID-19 sinds april grote delen van de economie hebben stilgelegd. De overheidsfinanciën, die in 2019 verbetering hadden gekend, staan in 2020 onder aanzienlijke druk ten gevolge van de snel groeiende kosten om het overheidsbeleid in respons op de pandemie te financieren, gepaard met een scherpe daling van de begrotingsontvangsten door minder economische activiteit. Ondanks enkele tekenen van verbetering van het ondernemingsklimaat werden de maatregelen ter bestrijding van de informele economie ondertussen uitgesteld en is er een blijvend en zeer groot aantal bedrijven met bevroren bankrekeningen. Vervoersbedrijven die eigendom zijn van de staat, zijn niet concurrerend en hun verliezen worden aan de staat overgedragen. De institutionele capaciteit van de mededingingsinstanties en organen voor corruptiebestrijding blijft zwak.

Montenegro heeft enige vooruitgang geboekt en blijft redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te kunnen bieden. De investeringen in kennis en menselijk kapitaal zijn zeer bescheiden, hetgeen leidt tot lage innovatie- en productiviteitsniveaus van lokale bedrijven. De onderwijsresultaten moeten over de hele linie worden verbeterd, net als de maatregelen voor bijscholing en omscholing. Er worden diverse belangrijke infrastructuurprojecten uitgevoerd, waardoor Montenegro geleidelijk aan wordt omgevormd tot een netto-exporteur van elektriciteit en er worden vervoersnetwerken ontwikkeld. De particuliere sector ontwikkelt fysieke breedbandnetwerken, terwijl de overheid het wetgevende kader heeft versterkt. Toch vertoont de economie een zwakke industriële basis die wordt gekenmerkt door activiteiten met een lage toegevoegde waarde, beperkt door de geringe omvang van de markt en de lage technologische knowhow van de meeste lokale ondernemingen.

Op het vlak van goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking bleef Montenegro goede bilaterale betrekkingen onderhouden met de andere uitbreidingslanden en de naburige EU-lidstaten, hoewel de bilaterale betrekkingen met Servië spanningen kenden. Over het algemeen neemt Montenegro actief deel aan regionale samenwerking.

Met betrekking tot het vermogen van Montenegro om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, hebben op de meeste terreinen belangrijke werkzaamheden op het gebied van aanpassing aan en voorbereiding op de tenuitvoerlegging van het EU-acquis plaatsgevonden. Het land is goed voorbereid op gebieden als vennootschapsrecht, intellectuele-eigendomswetgeving, energie en buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Montenegro is redelijk voorbereid voor talrijke hoofdstukken zoals vrij verkeer van goederen, landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, en veterinair en fytosanitair beleid. Montenegro heeft enige mate van voorbereiding bereikt op gebieden als milieu en klimaatverandering, alsook sociaal beleid en werkgelegenheid. Er is goede vooruitgang geboekt op het gebied van sociaal beleid en werkgelegenheid, financiële diensten, landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid en wetenschap en onderzoek.

In de toekomst moet Montenegro zich in het bijzonder richten op het mededingingsbeleid, het economisch en monetair beleid, statistieken en financiële controle, en meer bepaald op de werking van het gerechtelijke apparaat en de vrijheid van meningsuiting. De versterking van de bestuurlijke capaciteit voor een gegarandeerde aanpassing aan het EU-acquis blijft voor Montenegro een grote uitdaging. Montenegro is zich volledig blijven aanpassen aan alle EU-standpunten en verklaringen inzake het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

Servië

Wat de politieke criteria betreft, werden de parlements-, provinciale en gemeenteraadsverkiezingen in Servië die oorspronkelijk voor april waren gepland, na de uitbraak van de COVID-19-pandemie uitgesteld en op 21 juni 2020 gehouden. De deelnemers konden campagne voeren en de fundamentele vrijheden werden geëerbiedigd, maar de keuze van de kiezer was beperkt door het overweldigende voordeel van de regeringspartij en de positieve aandacht die de meeste grote media aan het regeringsbeleid besteedden, volgens het OVSE/ODIHR. Talrijke eerdere aanbevelingen van het OVSE/ODIHR blijven onbeantwoord. Het is van cruciaal belang dat de Servische autoriteiten de reeds lang bekende tekortkomingen bij de verkiezingen aanpakken door ruim voor de volgende verkiezingen een transparante en inclusieve dialoog aan te gaan met de politieke partijen en andere relevante belanghebbenden. Een aantal oppositiepartijen heeft de verkiezingen geboycot.

Kenmerkend voor het nieuw samengestelde Servische parlement is de overgrote meerderheid van de regerende coalitie en het ontbreken van een levensvatbare oppositie, een situatie die niet bevorderlijk is voor het politieke pluralisme in het land. Tijdens de voorbije legislatuur werden enkele stappen gezet om de tekortkomingen in de werkzaamheden van het parlement aan te pakken door het aantal spoedprocedures en eerdere praktijken op het gebied van filibustering terug te dringen. Diverse oppositiepartijen zetten hun boycot van de parlementaire zittingen voort. Het parlementaire debat werd gekenmerkt door opruiende taal tegen politieke tegenstanders en vertegenwoordigers van andere instellingen die uiteenlopende politieke standpunten uitdrukken. De doeltreffendheid, onafhankelijkheid en transparantie van het parlement, met inbegrip van de rol en prerogatieven van de parlementaire oppositie, moeten worden versterkt om te zorgen voor de nodige controlemechanismen die onontbeerlijk zijn in een democratisch parlement. Het nieuwe parlement en de politieke krachten moeten zich blijven inzetten voor de door het Europees Parlement geleide dialoog tussen de partijen, met het oog op een verbetering van de parlementaire normen en de totstandbrenging van een brede partij-overstijgende en maatschappelijke consensus over EU-gerelateerde hervormingen, hetgeen van vitaal belang is voor de vooruitgang van het land op weg naar de EU.

Wat de hervorming van het openbaar bestuur betreft, is Servië redelijk voorbereid. Over het geheel genomen is geen vooruitgang geboekt, aangezien het buitensporig hoge aantal leidinggevende functies niet aanzienlijk is verminderd. Het gebrek aan transparantie en de niet-naleving van de op verdienste gebaseerde aanwervingsprocedure voor hoge ambtenaren is een steeds ernstiger punt van zorg. De effectieve tenuitvoerlegging van de wet inzake het planningssysteem moet worden gewaarborgd door een sterke kwaliteitscontrole van het secretariaat voor overheidsbeleid.

Wat het justitiële stelsel betreft, is Servië enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is geen vooruitgang geboekt. De hervorming van de grondwet in verband met het gerechtelijke apparaat is opgeschort tot na de parlementsverkiezingen van 2020. Dit uitstel is van invloed op de goedkeuring van gerelateerde justitiële wetgeving die nodig is om de waarborgen voor onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te vergroten. De voortdurende greep van de politiek op de rechterlijke macht in het kader van de huidige wetgeving is een ernstig punt van zorg. Servië heeft zijn inspanningen voortgezet om de achterstand met oude handhavingszaken in te halen en de rechtspraktijk te harmoniseren.

Servië is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen corruptie. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt. Er zijn operationele stappen gezet voor een versterking van het mandaat en voor het garanderen van de onafhankelijkheid van het agentschap voor corruptiebestrijding, alsook voor een vergroting van de capaciteit van het agentschap met het oog op de uitvoering van de wet inzake de preventie van corruptie bij de inwerkingtreding ervan in september 2020. Als gevolg van de wijzigingen van de wet inzake de organisatie en de rechtsbevoegdheid van de overheidsinstanties bij de bestrijding van georganiseerde misdaad, terrorisme en corruptie – die in maart 2018 in werking is getreden – werd een aantal zaken afgerond. Corruptie blijft over het algemeen een punt van zorg. Er bestaat nog steeds geen doeltreffend mechanisme voor de coördinatie van preventie. Het aantal afgeronde corruptiezaken op hoog niveau is gedaald ten opzichte van de voorgaande jaren. Servië moet zijn inspanningen opvoeren wat betreft de preventie en repressie van corruptie.

Op het gebied van de bestrijding van de georganiseerde misdaad heeft Servië enige mate van voorbereiding bereikt, met beperkte vooruitgang tijdens de verslagperiode, met name op het gebied van structurele hervormingen en de samenwerking tussen instanties. Servië versterkt zijn samenwerking met Europol. Algemeen genomen moet Servië nog overtuigende resultaten boeken met betrekking tot doeltreffende onderzoeken, vervolgingen en definitieve veroordelingen in zaken van zware en georganiseerde misdaad, hetgeen moet leiden tot een groter aantal geconfisqueerde vermogensbestanddelen. Servië moet meer inspanningen leveren om grote en internationaal actieve criminele organisaties te ontmantelen.

Het wettelijke en institutionele kader voor de eerbiediging van de grondrechten is over het algemeen voorhanden. Er moet echter nog steeds worden gezorgd voor een consistente en efficiënte uitvoering ervan. Mensenrechteninstellingen moeten worden versterkt en hun onafhankelijkheid moet worden gewaarborgd, onder meer door de nodige financiële en personele middelen toe te wijzen. In Servië is op transparante en inclusieve wijze een nieuwe mediastrategie tot stand gekomen, waarin de belangrijkste uitdagingen op het gebied van de persvrijheid in Servië in kaart zijn gebracht. Er is echter nog geen begin gemaakt met de uitvoering van de nieuwe strategie en in de praktijk is geen vooruitgang geboekt met de verbetering van het algemene klimaat voor de vrijheid van meningsuiting. Zoals in de mediastrategie is vermeld, zijn bedreigingen, intimidatie en geweld tegen journalisten nog altijd reden voor grote bezorgdheid. Er moet nog worden gezorgd voor transparantie met betrekking tot de eigendom van de media en de toewijzing van overheidsmiddelen, met name op lokaal niveau. Het OVSE/ODIHR stelde vast dat de meeste tv-kanalen met nationale uitzendingen en kranten tijdens de verkiezingscampagne het overheidsbeleid bepleitten. Het OVSE/ODIHR stelde ook vast dat de weinige mediakanalen die alternatieve standpunten aanboden, slechts een beperkt bereik hadden en geen doeltreffend tegengewicht boden, waardoor de diversiteit van de politieke standpunten via de traditionele media – via welke de meeste kiezers informatie krijgen – in het gedrang kwam.

Servië bleef een aanzienlijke bijdrage leveren tot het beheer van de gemengde migratiestromen naar de EU door een actieve en constructieve rol te spelen en doeltreffend samen te werken met zijn buurlanden en de EU-lidstaten. Ook is Servië de strategie voor geïntegreerd grensbeheer en het bijbehorende actieplan doeltreffend blijven uitvoeren.

Wat betreft de economische criteria, heeft Servië enige vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid/goed voorbereid op het vlak van de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. Vóór de COVID-19-crisis trok het tempo van de bbp-groei aan naarmate de binnenlandse vraag toenam. De externe onevenwichtigheden namen toe, maar de financiering ervan bleef gezond als gevolg van de grote instroom van buitenlandse directe investeringen. De prijsdruk bleef beperkt en de inflatieverwachtingen bleven onder controle. Door het begrotingstekort terug te dringen en een voorzichtig begrotingsbeleid te blijven voeren, heeft Servië de houdbaarheid van de schuld aanzienlijk verbeterd. De arbeidsmarktprestaties zijn verbeterd, met de laagste werkloosheidscijfers in de afgelopen tien jaar; dit was echter ook het gevolg van grootschalige emigratie. De COVID-19-crisis zal echter naar verwachting de economische vooruitzichten in 2020 sterk doen verslechteren, met name wat betreft de groei van het bbp, de overheidsfinanciën en de werkgelegenheid. Hoewel enige vooruitgang is geboekt bij de hervormingen van de belastingadministratie en de privatisering van staatsbanken, kenden andere structurele hervormingen van het openbaar bestuur en van staatsbedrijven slechts trage vorderingen. De zwakke punten in het begrotingskader moeten worden aangepakt. Er is geen vooruitgang geboekt met de aanscherping van de begrotingsregels. De overheid behoudt een stevige greep op de economie en de particuliere sector wordt gehinderd door tekortkomingen in de rechtsstaat.

Servië heeft enige vooruitgang geboekt en is redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. De structuur van de economie verbeterde verder en de economische integratie met de EU bleef sterk. Ondanks enige vooruitgang voldoen de kwaliteit en de relevantie van onderwijs en opleiding evenwel niet volledig aan de behoeften van de arbeidsmarkt. De investeringen zijn verder toegenomen, maar blijven na jaren van onderinvestering ontoereikend om in de ernstige infrastructuurbehoeften te voorzien. Servië moet dezelfde regels toepassen voor het prioriteren, selecteren en monitoren van alle kapitaalinvesteringen, ongeacht het soort investering of de financieringsbron, met inbegrip van die in het kader van intergouvernementele overeenkomsten. Alle investeringsbesluiten moeten voldoen aan de EU-normen inzake overheidsopdrachten, staatssteun, milieueffectbeoordelingen en kosten-batenanalysen. Hoewel de leningskosten van kleine en middelgrote ondernemingen recentelijk zijn gedaald, hebben deze ondernemingen nog steeds te kampen met een aantal problemen, waaronder een volatiel ondernemingsklimaat en oneerlijke concurrentie.

Servië bleef over het algemeen bilaterale betrekkingen onderhouden met de andere uitbreidingslanden en de naburige EU-lidstaten en actief deelnemen aan regionale samenwerking. De betrekkingen met Montenegro werden gekenmerkt door spanningen, onder meer met betrekking tot de parlementsverkiezingen van 30 augustus in Montenegro. Servië heeft tijdens de topontmoetingen in Novi Sad, Ohrid en Tirana aangetoond een nieuwe impuls te willen geven aan regionale samenwerking en een grotere regionale inbreng te willen leveren. Het is van belang dat regionale initiatieven alle partners in de Westelijke Balkan omvatten en gebaseerd zijn op EU-regels, voortbouwend op eerder aangegane verbintenissen in het kader van de Cefta, de Regionale Economische Ruimte (REA) of het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap.

Wat de normalisering van de betrekkingen met Kosovo betreft, is de door de EU gefaciliteerde dialoog hervat met bijeenkomsten op hoog niveau op 12 en 16 juli en op 7 september 2020. Een aantal vergaderingen op deskundigenniveau vond plaats in Brussel. Servië moet verder aanzienlijke inspanningen leveren en bijdragen tot het bereiken van een omvattende, juridisch bindende overeenkomst met Kosovo. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Servië en Kosovo op hun respectieve Europese parcours.

Met betrekking tot het vermogen te voldoen aan de verplichtingen van het lidmaatschap intensiveerde Servië zijn inspanningen om zijn wetgeving te blijven afstemmen op het EU-acquis in de hoofdstukken over de economische en interne markt. Het land heeft goede vooruitgang geboekt op economisch gebied, zoals vennootschapsrecht, intellectuele-eigendomsrecht, mededinging en financiële diensten. Inzake overheidsopdrachten is echter slechts beperkte vooruitgang geboekt. Hoewel Servië aanzienlijke delen van zijn wetgeving inzake overheidsopdrachten aan het EU-acquis heeft aangepast, maakt een in februari 2020 aangenomen wet inzake bijzondere procedures voor lineaire infrastructuur het mogelijk om infrastructuurprojecten van “bijzonder belang” voor Servië vrij te stellen van de toepassing van de regels inzake overheidsopdrachten, waardoor de EU-regels en -normen kunnen worden omzeild. Met name de uitvoering van intergouvernementele overeenkomsten met derde landen lijkt niet systematisch in overeenstemming te zijn met de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie, transparantie en mededinging en evenmin volledig in overeenstemming met het relevante EU-acquis en de nationale wetgeving. Milieu en klimaatverandering moeten voldoende politieke aandacht krijgen en vertaald worden in betere coördinatie, sterkere instellingen, meer financiering en mainstreaming in alle sectoren van de economie. Er moet prioritaire aandacht komen voor de transitie naar groene energie, weg van steenkool, en dit moet deel gaan uitmaken van de opgedreven inspanningen van Servië om de luchtverontreiniging tegen te gaan. Wat vervoer betreft, is Servië doorgegaan met de hervorming van het spoorvervoer. Beslissingen over investeringen in vervoer moeten zorgen voor een optimale kosten-batenverhouding. Adequate financiële en personele middelen en degelijke strategische kaders zullen van cruciaal belang zijn voor het tempo van de hervormingen, waaronder met name de benoeming van een hoofd van het EU-onderhandelingsteam van Servië.

Servië bleef intensieve betrekkingen en strategische partnerschappen ontwikkelen met een aantal landen overal ter wereld, waaronder Rusland, China en de Verenigde Staten. De samenwerking met China is tijdens de COVID-19-crisis toegenomen en werd gekenmerkt door pro-Chinese en eurosceptische retoriek door hoge overheidsfunctionarissen. Er waren frequente contacten op hoog niveau en regelmatige bilaterale bezoeken met Rusland, evenals militaire technische samenwerking, met inbegrip van gezamenlijke militaire oefeningen en regelingen voor wapenhandel. De president van Servië beloofde om de Servische ambassade in Israël tegen juli 2021 naar Jeruzalem te verhuizen. Servië heeft zich in 2019 op 60 % van de GBVB-standpunten van de EU aangesloten en moet zijn inspanningen opvoeren om in de aanloop naar toetreding zijn buitenlands en veiligheidsbeleid geleidelijk aan te passen aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie.

Noord-Macedonië

Wat de politieke criteria betreft, is Noord-Macedonië gedurende de verslagperiode gestaag doorgegaan met de uitvoering van EU-gerelateerde hervormingen. De inspanningen ter versterking van de democratie en de rechtsstaat werden voortgezet, onder meer door het activeren van de bestaande controlemechanismen en door middel van besprekingen en debatten over belangrijke beleids- en wetgevingskwesties. De oppositiepartijen bleven zich inzetten in het parlement en steunden belangrijke kwesties van gemeenschappelijk nationaal belang, zoals EU-gerelateerde hervormingen en het NAVO-integratieproces, waartoe Noord-Macedonië in maart 2020 toetrad. Naar aanleiding van de resultaten van de Europese Raad in oktober 2019 besloten de politieke partijen in onderlinge overeenstemming om vervroegde parlementsverkiezingen te houden op 12 april 2020. Overeenkomstig de nationale wetgeving werd in januari 2020 een regering van technocraten benoemd met ministers en viceministers van de belangrijkste oppositiepartij. Na de uitbraak van de COVID-19-pandemie werd tussen maart en juni 2020 de noodtoestand afgekondigd, waardoor de regering van technocraten per decreet kon regeren. De vervroegde parlementsverkiezingen werden uitgesteld tot juli 2020. Het OVSE/ODIHR oordeelde dat deze verkiezingen over het algemeen goed waren georganiseerd en dat aan de campagne verschillende politieke partijen daadwerkelijk konden deelnemen, maar dat de rechtszekerheid ondermijnd werd door ingrijpende herzieningen van het rechtskader en daaropvolgende regeringsbesluiten. Tijdens de verslagperiode heeft het parlement zijn rol als voornaamste forum voor een constructieve politieke dialoog verbeterd en zijn wetgevende taken volbracht, onder meer door belangrijke EU-gerelateerde wetten aan te nemen. De aanzienlijke toename van het gebruik van spoedprocedures geeft echter aanleiding tot bezorgdheid en moet beperkt blijven. Het parlement heeft grotere transparantie betracht en gebruikgemaakt van zijn toezichtfuncties, waarbij de controlemechanismen ten aanzien van de uitvoerende macht werden hersteld. Het parlement werd in februari 2020 ontbonden met het oog op de vervroegde verkiezingen, en de voorzitter was van mening dat het niet opnieuw bijeen kon komen. Na de verkiezingen van juli 2020 heeft het nieuw samengestelde parlement in augustus 2020 de regering verkozen. De situatie tussen de diverse volksgroepen bleef over het algemeen rustig. Er werden inspanningen geleverd om de betrekkingen tussen de diverse volksgroepen te versterken en het kaderakkoord van Ohrid ten uitvoer te leggen, waarmee een einde is gemaakt aan het conflict van 2001 en het kader werd gevormd voor de instandhouding van het multi-etnische karakter van de samenleving.

Het maatschappelijk middenveld blijft actief en speelt een sleutelrol in de beleids- en besluitvormingsprocessen. Er zijn maatregelen genomen ter uitvoering van de strategie en het actieplan voor de samenwerking tussen de regering en het maatschappelijk middenveld voor de periode 2018-2020. Er moeten echter inspanningen worden geleverd voor een betekenisvoller en tijdiger raadplegingsproces.

De aan de gang zijnde hervorming van de inlichtingendiensten heeft geleid tot de oprichting in september 2019 van het nationaal veiligheidsagentschap, dat is opgezet als een onafhankelijk overheidsorgaan zonder politiebevoegdheden, in tegenstelling tot zijn voorganger, het bureau voor veiligheid en contraspionage (UBK). Dit stemt overeen met de aanbevelingen van de deskundigengroep op hoog niveau inzake structurele rechtsstatelijke problemen. Het operationeel technisch agentschap is blijven functioneren. Er zijn verdere inspanningen nodig om ervoor te zorgen dat het agentschap toegang heeft tot alle instrumenten die nodig zijn om zijn mandaat te vervullen. De capaciteit voor parlementair toezicht op de inlichtingendiensten moet worden versterkt.

Noord-Macedonië is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. Er is enige vooruitgang geboekt met de verbetering van de transparantie, door de goedkeuring van de transparantiestrategie 2019-2021, de inwerkingstelling van het open dataportaal van de overheid en de publicatie van gegevens over overheidsuitgaven. De monitoringverslagen over de uitvoering van de strategie voor de hervorming van het openbaar bestuur en het hervormingsprogramma voor het beheer van de overheidsfinanciën werden opgesteld en gingen vergezeld van passende zichtbaarheidsacties. Eerbiediging van de beginselen van transparantie, verdienste en evenredige vertegenwoordiging blijft van essentieel belang. De overheidscommissie voor het voorkomen van corruptie heeft de beschuldigingen van nepotisme, vriendjespolitiek en politieke beïnvloeding bij het aanwervingsproces van werknemers in de openbare sector verder behandeld. Er moet worden gezorgd voor een goede follow-up van de verslagen en aanbevelingen van de overheidscommissie.

Wat betreft het justitiële stelsel, is Noord-Macedonië enigszins voorbereid/redelijk voorbereid. Er is goede vooruitgang geboekt bij de tenuitvoerlegging van de strategie voor justitiële hervorming; dit behelsde de aanpak van de “dringende prioriteiten voor hervorming” en van de aanbevelingen van de Commissie van Venetië en de deskundigengroep op hoog niveau inzake structurele rechtsstatelijke problemen. Er zijn nog inspanningen nodig om te zorgen voor een systematische uitvoering van het geactualiseerde actieplan van de strategie voor justitiële hervorming. De gerechtelijke instanties passen nieuwe regels toe voor de benoeming, bevordering, bestraffing en het ontslag van rechters, en de Raad van Justitie heeft zijn rol proactiever uitgeoefend. Als gevolg van de hervormingsinspanningen van de afgelopen jaren heeft Noord-Macedonië mechanismen ingevoerd om de onafhankelijkheid en verantwoordingsplicht van de rechterlijke macht te waarborgen, zoals regels inzake benoemingen op basis van verdienste, controle van activa en belangenconflicten en tuchtprocedures. Het land moet ervoor zorgen dat deze mechanismen resoluut en consequent worden gebruikt voordat verdere veranderingen op dit gebied worden overwogen. De wet inzake het openbaar ministerie is in juni 2020 in werking getreden. Het doel van de wet is onder meer te zorgen voor een duurzame oplossing voor de zaken van het speciale openbaar ministerie en de verantwoordingsplicht vast te stellen voor misdrijven die het gevolg zijn van illegale afluisterpraktijken en daarmee verband houden. De herziene wet inzake de raad van openbaar aanklagers werd eveneens aangenomen. Een doeltreffende tenuitvoerlegging van het rechtskader en grotere inspanningen van alle belanghebbenden om blijk te geven van hun voorbeeldfunctie, zullen bijdragen tot een groter vertrouwen van het publiek in de rechterlijke macht.

Op het vlak van de strijd tegen corruptie is Noord-Macedonië enigszins/redelijk voorbereid. Er zijn goede vorderingen gemaakt door een consolidatie van de staat van dienst op het gebied van het onderzoek naar en de vervolging en berechting van corruptie op hoog niveau. De overheidscommissie voor het voorkomen van corruptie is bijzonder proactief geweest bij het voorkomen van corruptie en heeft een groot aantal zaken geopend, waaronder zaken waarbij hoge ambtenaren uit het hele politieke spectrum betrokken waren, in overeenstemming met de aanbeveling van vorig jaar. De inspanningen om vorderingen te maken met de zaken van het speciale openbaar ministerie en de vaststelling van de verantwoordingsplicht voor illegaal afgeluisterde telefoongesprekken worden voortgezet. De voormalige speciale hoofdaanklager werd in juni 2020 in eerste aanleg veroordeeld in de zaak rond de vermeende afpersing en ambtsmisbruik waarbij het speciale openbaar ministerie betrokken zou zijn. Corruptie komt op veel gebieden voor en er moet worden gezorgd voor een meer proactieve aanpak van alle actoren die zich bezighouden met het voorkomen en bestrijden van corruptie.

Het land is enigszins voorbereid op het vlak van de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het wettelijke kader stemt over het algemeen overeen met de Europese normen, en de inspanningen om de strategieën tegen de georganiseerde misdaad ten uitvoer te leggen, moeten worden voortgezet. Er is enige vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de aanbeveling van vorig jaar om een bureau voor terugvordering van vermogensbestanddelen op te richten dat in overeenstemming is met het EU-acquis. Het bureau zal nu moeten aantonen dat het in staat is een proactief beleid inzake de inbeslagneming van vermogensbestanddelen te ondersteunen. Het land is betrokken bij de evaluatie van bedreigingen op regionaal niveau en zal de reikwijdte van zijn handelen moeten uitbreiden in overeenstemming met de EU-praktijken. Er is enige vooruitgang geboekt op operationeel niveau, maar er moet meer worden gedaan om de doeltreffendheid van de rechtshandhaving bij de bestrijding van specifieke vormen van criminaliteit, zoals het witwassen van geld en financiële misdrijven, te verbeteren. De samenwerking met Europol wordt op diverse terreinen van de misdaad opgevoerd. Coördinatie blijft van cruciaal belang voor alle belanghebbenden die betrokken zijn bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad.

Er is enige vooruitgang geboekt bij de bestrijding van terrorisme en het voorkomen/bestrijden van gewelddadig extremisme, overeenkomstig de doelstellingen van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan en de bilaterale uitvoeringsovereenkomst.

Het rechtskader voor de bescherming van de grondrechten is grotendeels in overeenstemming met de Europese normen. Het proces van deïnstitutionalisering is aan de gang en er wordt gewerkt aan de hervestiging van kinderen in de gemeenschapszorg. Het ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid investeert in collectieve diensten, onder meer om slachtoffers van gendergerelateerd geweld te ondersteunen. Het is van essentieel belang dat deze diensten beschikbaar blijven. Er zijn extra inspanningen nodig om gevolg te geven aan de aanbevelingen van Europese en internationale mensenrechtenorganen, met name wat betreft de behandeling van gedetineerde en veroordeelde personen. Het besluit van het Grondwettelijk Hof om de wet inzake de preventie van en bescherming tegen discriminatie op procedurele gronden in te trekken, betekent dat het land momenteel geen omvattend rechtskader inzake non-discriminatie en geen orgaan voor gelijke behandeling heeft. Deze ernstige lacune moet door de nieuwe legislatuur worden aangepakt. Het is ook van belang dat het land de uitvoering van de wetgeving inzake haatpropaganda en van het nationale actieplan voor de uitvoering van het Verdrag van Istanbul verbetert. Hoewel de opzet van het externe toezichtsmechanisme van de politie volledig is, kan het ontbreken van echt onafhankelijke onderzoekers het werk van de eenheid om de straffeloosheid van de politie doeltreffend aan te pakken, belemmeren. Het land moet dringend maatregelen nemen om de situatie in de gevangenissen verder te verbeteren en alternatieven voor detentie te ondersteunen.

Het land heeft enige mate van voorbereiding bereikt/is redelijk voorbereid op het gebied van de vrijheid van meningsuiting en heeft tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt. De algemene situatie en het klimaat waarin de media opereren, blijven over het algemeen bevorderlijk voor de vrijheid van de media en maken kritische berichtgeving mogelijk, hoewel er tijdens de COVID-19-crisis en in de context van de verkiezingen meer spanningen waren. De inspanningen op het gebied van zelfregulering moeten worden opgevoerd om de bevordering van professionele normen en de kwaliteit van de journalistiek te ondersteunen. Het is belangrijk te zorgen voor meer transparantie op het gebied van reclame in de media door overheidsinstellingen, politieke partijen en overheidsbedrijven. Er zijn duurzame oplossingen nodig om de onafhankelijkheid, de professionele normen en de financiële duurzaamheid van de openbare omroep te waarborgen. Het is van essentieel belang het pluralisme van de media te blijven ondersteunen, professionalisme, onpartijdige verslaggeving en onderzoeksjournalistiek te blijven bevorderen en weerbaarheid te blijven ontwikkelen om desinformatie doeltreffend te bestrijden. De financiële duurzaamheid van de onafhankelijke media en de arbeidsomstandigheden van journalisten blijven een uitdaging.

Wat regionale samenwerking betreft, onderhoudt het land goede betrekkingen met andere uitbreidingslanden en heeft het actief deelgenomen aan regionale initiatieven. Het is van belang dat bilaterale overeenkomsten, waaronder de Prespa-overeenkomst en het Verdrag inzake goed nabuurschap met Bulgarije verder worden uitgevoerd.

Noord-Macedonië blijft een actieve en constructieve rol spelen bij het beheer van gemengde migratiestromen. Het land blijft een van de belangrijkste transitroutes voor gemengde migratiebewegingen. Het land werkt doeltreffend samen met de buurlanden en de EU-lidstaten, onder meer met uitgezonden functionarissen van de EU-lidstaten ter plaatse. Er zijn verder aanzienlijke inspanningen geleverd om te zorgen voor basislevensomstandigheden en elementaire voorzieningen voor alle migranten die in het land verblijven. De registratie van migranten en adequate profilering volgens beschermingsbehoeften zijn verbeterd, maar moeten systematischer worden uitgevoerd. De statusovereenkomst met het Europees Grens- en kustwachtagentschap is nog niet ondertekend. Het probleem van de frequente smokkelactiviteiten aan de noordgrens moet verder worden aangepakt.

Wat betreft de economische criteria, is Noord-Macedonië goed voorbereid voor de totstandkoming van een goed werkende markteconomie, maar heeft het tijdens de verslagperiode beperkte vooruitgang geboekt. De economische groei is in 2019 versneld door het aantrekken van investeringen, maar sinds april 2020 heeft de COVID-19-crisis haar stempel op de economie en de overheidsfinanciën gedrukt. De autoriteiten hebben een reeks maatregelen genomen ter ondersteuning van bedrijven en huishoudens om de economische en sociale gevolgen van de crisis te verzachten. Tijdens de verslagperiode werd de begrotingstransparantie verder verbeterd. De in het begin van 2019 ingevoerde hervormingen van de inkomstenbelasting en het pensioenstelsel die een aanzienlijke budgettaire impact hadden, zijn echter teruggedraaid. Bovendien bleef de uitvoering van de kapitaaluitgaven van de overheid aanzienlijk laag en is de stabilisatie van de overheidsschuld nog niet gewaarborgd. Vóór de COVID-19-crisis was de werkloosheid verder gedaald, ook voor jonge werknemers, en was de informele werkgelegenheid licht gedaald. De gevolgen van de COVID-19-crisis zullen deze positieve trends echter waarschijnlijk ombuigen. De participatiegraad blijft laag, hoewel het aandeel van vrouwen op de arbeidsmarkt is toegenomen. De financiële sector bleef robuust en de kredietverlening aan de particuliere sector nam toe. Het ondernemingsklimaat wordt nog steeds geschaad door een groot aandeel van de informele economie.

Noord-Macedonië heeft enige vooruitgang geboekt en is redelijk voorbereid om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te bieden. De integratie met de EU op het gebied van handel en investeringen nam verder toe. De uitvoer en de industriële productie zijn verder gediversifieerd met een verschuiving naar hoogwaardiger producten. Tekorten aan vaardigheden wijzen echter op tekortkomingen in de onderwijscurricula die, tezamen met de uitstroom van geschoolde werknemers en lacunes op het gebied van investeringen in de infrastructuur, de arbeidsproductiviteit en het concurrentievermogen van de economie schaden. Hoewel er momenteel maatregelen van kracht zijn om de onmiddellijke negatieve gevolgen van de COVID-19-crisis voor de groei en de werkgelegenheid te verzachten, zou het tijdig aanpakken van deze structurele behoeften een snel economisch herstel na de crisis ondersteunen.

Met betrekking tot het vermogen te voldoen aan de verplichtingen van het lidmaatschap blijft het land op de meeste terreinen redelijk voorbereid, onder meer op concurrentiegebied, wat betreft overheidsopdrachten, statistiek, financiële controle, vervoer en energie. Het land is goed voorbereid op gebieden als vennootschapsrecht, douane-unie, trans-Europese netwerken en wetenschap en onderzoek. Het land bevindt zich in het beginstadium van de voorbereidingen op terreinen als het vrije verkeer van werknemers en financiële en budgettaire bepalingen. De komende tijd moet er ook meer aandacht worden besteed aan de bestuurlijke capaciteit en een doeltreffende tenuitvoerlegging. Het land heeft verder gewerkt aan de aanpassing van zijn beleid aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU.

Albanië

Wat de politieke criteria betreft, werd het politieke klimaat in Albanië nog steeds gekenmerkt door diepe polarisatie. De parlementaire werkzaamheden werden gehinderd door het feit dat de oppositiepartijen afstand deden van hun parlementaire mandaten. De institutionele continuïteit werd nog steeds gewaarborgd door het geleidelijk opvullen van vacante parlementaire zetels. Aan het eind van de verslagperiode telde het parlement 122 van de 140 leden. De oppositie besloot de lokale verkiezingen van 30 juni 2019 te boycotten. Deze verkiezingen werden gehouden, hoewel de president een besluit had uitgevaardigd om de stemming uit te stellen tot oktober. Het parlement leidde een afzettingsprocedure tegen de president in, die eind juli 2020 werd afgerond. De ad-hoconderzoekscommissie van het parlement concludeerde dat de president zijn grondwettelijke bevoegdheden weliswaar had overschreden, maar dat de inbreuken zijn afzetting niet rechtvaardigden. Er kwam een oplossing voor de politieke impasse in het land in januari 2020, toen de regeringsmeerderheid en de parlementaire en niet-parlementaire oppositie een akkoord bereikten om de hervorming van het kiesstelsel voort te zetten door een politieke raad op te richten, een platform om de technische en politieke besprekingen af te ronden en uitvoering te geven aan de resterende aanbevelingen van het OVSE/ODIHR, met het oog op een transparante financiering van de politieke partijen en verkiezingscampagnes. Op 5 juni 2020 bereikte de politieke raad een baanbrekende overeenkomst om geleidelijk een gedepolitiseerde verkiezingsadministratie in te voeren, in overeenstemming met de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR. De partijen kwamen ook overeen elektronische identificatie van alle kiezers in te voeren (indien technisch haalbaar), de centrale kiescommissie te herstructureren en het kiescollege te laten bestaan uit gescreende rechters. De wijzigingen van de kieswet, waarbij wordt voldaan aan de voorwaarde voor de eerste IGC, werden op 23 juli 2020 door het parlement aangenomen, overeenkomstig het akkoord van 5 juni 2020. Daarnaast heeft het parlement op 30 juli een aantal amendementen op de grondwet aangenomen met betrekking tot het kiesstelsel. Deze wijzigingen, die geen verband houden met de uitvoering van de aanbevelingen van het OVSE/ODIHR, vereisten verdere wijzigingen van de kieswet, die door de partijen in de politieke raad zijn besproken, zonder dat evenwel een compromis kon worden bereikt voorafgaand aan de stemming in het parlement over de wijzigingen op 5 oktober. Ondanks het positieve resultaat van het akkoord van 5 juni 2020 moet de politieke dialoog in het land worden verbeterd, met name wat betreft de hervorming van het kiesstelsel en de uitvoering ervan.

Op 9 juni 2020 heeft de regering tijdens een uitgebreide vergadering van de nationale raad voor Europese integratie een actieplan gepresenteerd om tegemoet te komen aan de voorwaarden en prioriteiten die waren vastgesteld in de conclusies van de Raad van maart 2020 over Albanië. Op 6 mei 2020 heeft de regering de hoofdonderhandelaar en het onderhandelingsteam benoemd.

Albanië is redelijk voorbereid wat betreft de hervorming van het openbaar bestuur. De inspanningen werden op diverse verwante terreinen voortgezet, waardoor enige vooruitgang werd geboekt met de handhaving van de regelgeving op het gebied van regelgevingseffectbeoordeling in de sleutelministeries, de ontwikkeling van het wetgevingspakket inzake beleidsplanning, de verhoging van het aantal e-diensten en de verbetering van de transparantie van gegevensverzameling en personeelsbeheer tussen het centrale en lokale niveau. Deze tastbare verwezenlijkingen moeten verder worden geconsolideerd. De regering moet zich met name meer inspannen voor meer empirisch onderbouwde beleidsvorming door bestuurlijke capaciteit op te bouwen in de sleutelministeries op het gebied van beleidsplanning en -monitoring, gegevensverzameling en het gebruik van regelgevingseffectbeoordelingen met het oog op een beter beleid.

Wat het justitiële stelsel betreft, is Albanië enigszins/redelijk voorbereid. De uitvoering van een brede en grondige hervorming van het justitiële stelsel is gestaag voortgezet, waardoor in het algemeen goede vooruitgang kon worden geboekt. De nieuwe instellingen voor zelfbestuur van de rechterlijke macht hebben hun taken uitgevoerd, met inbegrip van het beheer van de procedures voor het invullen van de vacatures bij het Hooggerechtshof en het Grondwettelijk Hof. De Hoge Raad van Justitie heeft de selectie afgerond van drie kandidaten niet-magistraten voor het Hooggerechtshof, die op 11 maart 2019 zijn benoemd, zodat een van de kamers van het Hof kon functioneren en aan de daarmee samenhangende voorwaarde voor de eerste IGC kon voldoen. De selectieprocedure voor de vierde niet-magistraat is bijna afgerond. De andere kandidaten, die magistraat zijn, worden vanuit het gerechtelijk apparaat bevorderd. Albanië boekt vooruitgang bij de nieuwe samenstelling van het Grondwettelijk Hof en heeft drie nieuwe leden benoemd. Dit vormt de basis voor het herstel van de goede werking van het Grondwettelijk Hof — een voorwaarde voor de eerste IGC die bijna wordt gehaald — en voor een groter vertrouwen van de bevolking. In december 2019 had het Hof slechts één van de negen rechters in functie als gevolg van de doorlichting. Thans telt het Hof vier leden. Er was een geschil over de benoemingsprocedure van een van de onlangs benoemde rechters. De Commissie van Venetië heeft hierover advies uitgebracht en de Albanese autoriteiten de nodige richtsnoeren gegeven om de nog openstaande benoemingen bij het Grondwettelijk Hof te voltooien. Met de huidige vier leden heeft het Hof het minimale quorum om uitspraak te doen over de ontvankelijkheid van zaken. De selectieprocedure voor de drie vacante posten loopt. De procedure werd in lichte mate gehinderd door de COVID-19-crisis, maar zal naar verwachting prioritair worden afgerond. De benoemingen bij het Grondwettelijk Hof zullen worden voltooid zodra het Hooggerechtshof het vereiste quorum van drie vijfde van de leden bereikt, aangezien het Hof het derde tot aanstelling bevoegde gezag is, naast het parlement en de president van de republiek. De nieuwe procureur-generaal is voor het eerst benoemd op basis van de procedures die bij de jongste justitiële hervorming werden vastgesteld.

De oprichting van de speciale structuur ter bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad (SPAK) werd in 2019 afgerond met de benoeming van de speciale hoofdaanklager in december. Met dertien van de vijftien speciale aanklagers is het speciale openbaar ministerie (SPO) volledig operationeel. Op 30 juli 2020 werd ook de directeur van het Nationaal Bureau voor Onderzoek (NBI) benoemd door de Hoge Raad voor Rechtsvervolging en is hij begonnen met de uitvoering van zijn taken. Voornoemde ontwikkelingen voldoen aan de voorwaarden voor de eerste IGC. 

De tijdelijke herbeoordeling van alle rechters en aanklagers (doorlichting) ging gestaag vooruit en bleef tastbare resultaten opleveren, waardoor aan de voorwaarde voor de eerste IGC is voldaan. Onder auspiciën van de Europese Commissie bleef het internationaal monitoringbureau toezicht houden op het doorlichtingsproces. Tot dusver zijn ruim 286 dossiers verwerkt, wat leidde tot 62 % ontslagen, vooral voor kwesties in verband met ongerechtvaardigde activa, of vrijwillig vertrek. Tijdens de lockdownperiode voor COVID-19 zijn de doorlichtende instellingen een aantal belangrijke onderzoeksactiviteiten op afstand blijven uitvoeren. De doorlichtende instellingen hebben in juni 2020 de openbare hoorzittingen hervat.

Albanië heeft enige mate van voorbereiding bereikt op het vlak van de strijd tegen corruptie. Tijdens de verslagperiode is goede vooruitgang geboekt. De Albanese autoriteiten hebben de capaciteit voor de werking, de coördinatie en het toezicht in de strijd tegen corruptie versterkt en aldus voldaan aan de voorwaarde voor de eerste IGC. Albanië heeft zijn inspanningen voor het opbouwen van een solide staat van dienst op het gebied van het onderzoek naar en de vervolging en berechting van corruptiezaken voortgezet. Hoewel de doorlichting van de leden van de rechterlijke macht een administratief proces is, is het van belang om de concrete resultaten van Albanië op het gebied van corruptiebestrijding te kunnen beoordelen. Concrete resultaten zijn onder meer het ontslag uit hun ambt van een aantal hooggeplaatste magistraten, die ook op het niveau van het Grondwettelijk Hof en het Hooggerechtshof werkzaam waren. In 2019 waren er twee definitieve veroordelingen wegens passieve corruptie van rechters, openbare aanklagers en andere functionarissen van de rechterlijke macht. In 2019 waren er 262 veroordelingen in eerste aanleg waarbij lagere ambtenaren of ambtenaren uit het middenkader betrokken waren, naast 294 veroordelingen in eerste aanleg in 2018. In 2019 waren er 246 veroordelingen op beroepsniveau waarbij lagere ambtenaren of ambtenaren uit het middenkader betrokken waren, naast 289 definitieve veroordelingen in 2018. Er zijn verdere inspanningen geleverd om een solide staat van dienst in de strijd tegen corruptie tot stand te brengen, hoewel dit een langetermijndoelstelling blijft die verdere gestructureerde en consistente inspanningen blijft vergen. Hoewel het aantal lopende onderzoeken hoog blijft, blijven de definitieve veroordelingen in zaken waarbij hoge ambtenaren betrokken zijn, tot op heden beperkt. De nieuw opgerichte gespecialiseerde corruptiebestrijdingsinstanties (SPAK en de rechtbanken voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad) zullen naar verwachting de algemene capaciteit om corruptie te onderzoeken en te vervolgen aanzienlijk versterken. Over het algemeen blijft corruptie echter wijdverbreid en is dit een ernstig punt van zorg.

Albanië is enigszins voorbereid wat betreft de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Albanië heeft goede vooruitgang geboekt bij de intensivering van de strijd tegen de georganiseerde misdaad, onder meer door samenwerking met de EU-lidstaten en door middel van het actieplan om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Financiële-actiegroep (FATF), waarmee aan de voorwaarde voor de eerste IGC is voldaan. De politieoperaties om criminele organisaties te ontmantelen zijn verder geïntensiveerd en er is goede vooruitgang geboekt. Zoals in de afgelopen jaren heeft Albanië zich ook in 2019 sterk en voortdurend ingezet om de productie van en de handel in cannabis tegen te gaan. Albanië stemt in met de inzet van een zeer intrusief toezichtsmechanisme door een derde land (onderzoeken vanuit de lucht van de Italiaanse Guardia di Finanza, medegefinancierd door de EU). De internationale politiesamenwerking, in het bijzonder met de EU-lidstaten, werd eveneens opgedreven en heeft in de loop van 2019 geleid tot een aantal succesvolle rechtshandhavingsoperaties op grote schaal die in 2020 worden voortgezet. De samenwerking tussen politie en het openbaar ministerie is verder geïntensiveerd. Het SPO is opgericht en beschikt over een reeks belangrijke onderzoeksinstrumenten. Deze stappen zijn een tastbare vooruitgang ten aanzien van de aanbevelingen van de afgelopen jaren om op dit vlak betere resultaten te boeken. De inspanningen moeten worden voortgezet, met het oog op meer vervolgingen en definitieve veroordelingen, alsook het tegengaan van het witwassen van geld en de inbeslagneming van vermogens die afkomstig zijn van misdrijven en andere ongerechtvaardigde rijkdom. Wat de bestrijding van het witwassen van geld betreft, heeft het Albanese parlement in juli 2019 een “Moneyval-pakket” aangenomen om gevolg te geven aan de aanbevelingen van Moneyval in zijn verslag over Albanië dat in december 2018 werd gepubliceerd. Op 21 februari 2020 heeft de Financiële-actiegroep (FATF) Albanië echter op een lijst geplaatst voor verscherpt toezicht en een actieplan voorgesteld dat gericht was op een aantal openstaande aanbevelingen. Albanië heeft een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om met de FATF samen te werken om dat actieplan aan te pakken en is begonnen met de uitvoering van de maatregelen ervan. In dit verband is in juli 2020 in het parlement een nieuwe wet inzake het register van uiteindelijk begunstigden aangenomen. Er is goede vooruitgang geboekt bij de bestrijding van terrorisme en het voorkomen/bestrijden van gewelddadig extremisme, door de toepassing van de doelstellingen van het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan en de bilaterale uitvoeringsovereenkomst. De uitvoeringsinspanningen moeten worden voortgezet, met name wat betreft de bestrijding van het witwassen van geld.

Op het gebied van de grondrechten voldoet Albanië in grote lijnen aan de internationale mensenrechteninstrumenten en heeft het zijn rechtskader ontwikkeld overeenkomstig de Europese normen. Tijdens de verslagperiode heeft Albanië inspanningen geleverd om te voldoen aan de verplichtingen die hieruit voortvloeien. De algemene tenuitvoerlegging moet echter nog worden versterkt. Wat de tenuitvoerlegging van de wet op de sociale huisvesting betreft, zijn negen uitvoeringsbesluiten goedgekeurd na een breed raadplegingsproces. Het rechtskader op het gebied van kinderrechten en jeugdrecht is ook verbeterd door uitvoeringshandelingen. Er worden inspanningen geleverd om een grootschalige landhervorming door te voeren en eigendomsrechten te consolideren. De wet inzake de voltooiing van overgangsprocessen inzake eigendomskwesties is in maart 2020 aangenomen, rekening houdend met de aanbevelingen van het advies van de Commissie van Venetië van oktober 2019. Er moeten inspanningen worden geleverd om het proces voor registratie en compensatie voort te zetten. Albanië moet snel de resterende uitvoeringswetgeving met betrekking tot de kaderwet van 2017 inzake de bescherming van nationale minderheden goedkeuren. Albanië is ook bezig met de voorbereiding van de wet inzake de uitvoering van de volgende volkstelling. Er is snelle vooruitgang op dit gebied noodzakelijk, net als voor de registratie van eigendommen. Burgers die tot de Griekse minderheid behoren, hebben hun bezorgdheid geuit in verband met eigendomsrechten in de zuidelijke kuststreek. Wat de vrijheid van meningsuiting betreft, is Albanië enigszins voorbereid/redelijk voorbereid. In december 2019 keurde het Parlement een reeks amendementen op de mediawet goed, gericht op regulering van onlinemedia en bepaalde aspecten van smaad, waarover de Commissie van Venetië in juni 2020 een advies heeft uitgebracht. De wijzigingen schieten tekort ten opzichte van de internationale normen en beginselen van mediavrijheid en geven aanleiding tot bezorgdheid over de toegenomen censuur en zelfcensuur en over mogelijke negatieve ontwikkelingen voor de vrijheid van meningsuiting in het land. Vertegenwoordigers van de regeringsmeerderheid hebben publiekelijk toegezegd gevolg te zullen geven aan het advies van de Commissie van Venetië. De ontwerp-mediawet wordt momenteel herzien in het licht van het advies van de Commissie van Venetië.

Wat migratie betreft, is enige vooruitgang geboekt met de verbetering van de institutionele capaciteit op het gebied van grensbeheer en asiel. De opvangcapaciteit om het hoofd te bieden aan gemengde migratiestromen werd verder uitgebreid en bleef toereikend om het toegenomen aantal aankomsten op te vangen. Albanië is het eerste land van de Westelijke Balkan waar de statusovereenkomst met de EU inzake de Europese Grens- en kustwacht in werking is getreden (mei 2019). De gezamenlijke operatie van Frontex, waarbij aan de Grieks-Albanese grens teams worden ontplooid in samenwerking met de Albanese grenswacht, heeft haar deugdelijkheid bewezen voor een versterking van de grenscontroles, een verbetering van de veiligheid aan de buitengrenzen van de EU en de bestrijding van migrantensmokkel.

Het aantal ongegronde asielaanvragen dat door Albanese onderdanen in de EU is ingediend, is afgenomen, maar blijft hoog en vereist ononderbroken en volgehouden inspanningen. Daarnaast moet ook een oplossing worden gevonden voor het vraagstuk van niet-begeleide minderjarigen. Albanië heeft zijn inspanningen gehandhaafd om ongegronde asielaanvragen van Albanese burgers bij EU-lidstaten en met de Schengenruimte geassocieerde landen aan te pakken.

In 2019 waren er ongeveer 2,7 % minder van deze ongegronde asielaanvragen dan in 2018 en bijna 20 % minder dan in 2017. De daling zette zich in de eerste twee maanden van 2020 (vóór COVID-19) voort, met 35 % minder dan in dezelfde periode in 2019. In de periode januari-mei 2020 werden 3 305 aanvragen ingediend tegen 10 375 in dezelfde periode in 2019, wat neerkomt op een daling van ongeveer 74 % van de aanvragen. Het “erkenningspercentage” (d.w.z. het aantal succesvolle aanvragen uitgedrukt als percentage van alle beslissingen) bedroeg ongeveer 6 %, 1,6 procentpunten minder dan in 2018.

Deze kwestie heeft aanzienlijke inspanningen van de Albanese autoriteiten vereist en zal ook in de toekomst aanzienlijke inspanningen blijven vergen. Naast voorlichtingscampagnes over de rechten en plichten van de visumvrije regeling, grondige grenscontroles, weigering van vertrek voor burgers met onvoldoende middelen en maatregelen om de onderliggende oorzaken aan te pakken, hebben de Albanese autoriteiten de dialoog en de samenwerking versterkt met de landen die het meest met dit fenomeen te maken hebben. In dit verband zijn drie Albanese verbindingsofficieren van de politie naar de EU gestuurd om repatriëring naar Albanië te bespoedigen, en is een verbindingsofficier van de EU in Tirana gevestigd om bijstand te verlenen bij uitreiscontroles.

Met betrekking tot de economische criteria heeft Albanië enige vooruitgang geboekt en is het land redelijk voorbereid wat betreft de totstandkoming van een goed werkende markteconomie. Terwijl de bbp-groei vertraagde als gevolg van een lagere waterkrachtproductie, presteerden andere sectoren goed en kende de werkloosheid een recorddaling. De uitvoer groeide gestaag en de overheidsschuldquote nam verder af, maar bleef niettemin hoog tijdens de verslagperiode. Banken hebben het aantal niet-renderende leningen verder afgebouwd en er was een toename van leningen aan de particuliere sector. Er zijn stappen gezet met het oog op de ontwikkeling van een financiële markt, maar de financiële intermediatie bleef laag. De uitvoering van de brede justitiële hervorming is goed gevorderd, maar heeft de rechtszekerheid voor het bedrijfsleven nog niet verbeterd. De COVID-19-pandemie heeft de structurele zwakheden verergerd en de economische gevolgen ervan doen een deel van de vooruitgang teniet.

Albanië heeft enige vooruitgang geboekt en is enigszins voorbereid op het vlak van capaciteit om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie het hoofd te kunnen bieden. De infrastructuur op het gebied van energie, vervoer en digitale communicatie, alsook de onderwijsresultaten zijn verbeterd, maar er blijven aanzienlijke lacunes bestaan ten opzichte van het regionale en Europese niveau. Het concurrentievermogen van Albanië wordt belemmerd door een gebrek aan ondernemerschap en technologische knowhow, een aanzienlijke vaardigheidskloof, zwakke instellingen en lage investerings- en infrastructuurkwaliteit. De integratie in internationale waardeketens en de uitvoer bleven onder het potentieel. Voorts zijn de consolidatie van eigendomsrechten en een volledig functionerend kadaster essentiële voorwaarden om investeringen en de toegang tot financiering te verbeteren en om het concurrentievermogen van de landbouw- en toerismesector te vergroten.

Wat betreft goede nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking, is Albanië actief blijven deelnemen aan regionale samenwerking en het onderhouden van betrekkingen van goede nabuurschap.

Albanië heeft zijn wetgeving op een aantal gebieden verder aangepast aan de vereisten van de EU, en daarmee zijn capaciteit om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, vergroot. Op talrijke terreinen is er in Albanië sprake van een redelijke mate van voorbereiding, zoals op het gebied van de financiële controle, onderwijs en cultuur, en statistiek. Op andere terreinen is het land enigszins voorbereid, zoals op het vlak van overheidsopdrachten, sociaal beleid en werkgelegenheid, en trans-Europese netwerken. Albanië moet zijn inspanningen voortzetten wat betreft de algemene voorbereiding van goedkeuring en uitvoering van het EU-acquis. De goedkeuring van een omvattend beleid voor interne financiële controle binnen de openbare sector en de coördinatie van de uitvoering ervan met de lopende hervorming van de overheidsdiensten en het beheer van de overheidsfinanciën blijven essentieel voor een functionerend systeem van interne controle in de openbare sector. Albanië moet blijven werken aan de ontwikkeling van vervoers- en energienetwerken, en aan de hieraan gerelateerde hervormingsmaatregelen op het vlak van connectiviteit, ook met het oog op een betere connectiviteit in de regio. Albanië moet de laatste hand leggen aan de vaststelling van secundaire wetgeving voor de uitvoering van de hervorming van de werkgelegenheid en de interinstitutionele coördinatie van maatregelen versterken die de meest kwetsbare groepen treffen.

De bestuurlijke capaciteit en het professionalisme van de organen die belast zijn met de uitvoering van het EU-acquis, moeten worden versterkt en de onafhankelijkheid van de regelgevende instanties moet worden gevrijwaard. Meer transparantie en verantwoordingsplicht, met name inzake een doeltreffende, efficiënte en transparante regeling voor overheidsopdrachten en het beheer van de overheidsfinanciën, blijven essentieel. Albanië heeft de volledige aanpassing van zijn beleid aan alle EU-standpunten en -verklaringen inzake het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid voortgezet.

 

Bosnië en Herzegovina

Wat de politieke criteria betreft, werd de parlementaire vergadering van Bosnië en Herzegovina gedurende het grootste deel van de verslagperiode geblokkeerd om politieke redenen, wat tot een achterstand in de wetgeving heeft geleid, en handelde de raad van ministers de lopende zaken af, in afwachting van de benoeming van een nieuwe regering, die pas in december 2019 – 14 maanden na de algemene verkiezingen – is aangetreden. De regering op het niveau van de federatie functioneert nog steeds als overgangsregering. De grondwet van Bosnië en Herzegovina blijft in strijd met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zoals vastgesteld in de zaak Sejdić-Finci en hiermee gerelateerde zaken. Er is geen vooruitgang geboekt bij het verbeteren van het electorale kader overeenkomstig de Europese normen en het waarborgen van de transparantie van de financiering van politieke partijen. De in juli 2020 goedgekeurde wetswijzigingen moeten het mogelijk maken om voor het eerst sinds 2008 gemeenteraadsverkiezingen te houden in Mostar. De voorbereidingen zijn aan de gang voor de instelling van het Parlementair Stabilisatie- en associatiecomité, alsook voor de ontwikkeling van een nationaal programma voor de overname van het EU-acquis. Er is geen vooruitgang geboekt bij het garanderen van een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld. Er moet nog worden gezorgd voor zinvol en systematisch overleg met het maatschappelijk middenveld.

Bosnië en Herzegovina bevindt zich in een beginstadium wat betreft de hervorming van het openbaar bestuur en er is geen vooruitgang geboekt met het waarborgen van een professioneel en gedepolitiseerd ambtenarenapparaat en een gecoördineerde nationale aanpak van de beleidsvorming. Alle bestuursniveaus hebben het strategische kader voor de hervorming van het openbaar bestuur aangenomen en moeten nu het bijbehorende actieplan goedkeuren. Er is nog geen politiek orgaan opgericht dat de coördinatie van de hervorming van het openbaar bestuur leidt. Om een professioneel ambtenarenapparaat te waarborgen, moeten de procedures voor de ambtenarij gebaseerd zijn op beginselen van verdienste en vrij zijn van politieke inmenging.

Wat betreft het justitiële stelsel, verkeert Bosnië en Herzegovina in een beginstadium van de voorbereidingen/is Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is op dit punt geen vooruitgang geboekt. Er zijn geen passende maatregelen genomen om gevolg te geven aan de bevindingen van het deskundigenverslag over rechtsstatelijke kwesties. Integriteitshervormingen stuiten op verzet binnen de rechterlijke macht. Duidelijke tekenen van verslechtering vereisen dat dringende maatregelen worden genomen om de integriteit van de rechterlijke macht te versterken en het vertrouwen van de burgers terug te winnen, te beginnen met een geloofwaardig en rigoureus systeem voor de verificatie van de financiële staten van rechterlijke ambtsdragers. Tegenwerking van de justitiële hervorming door politieke actoren en vanuit de rechterlijke macht en het slechte functioneren van het justitiële stelsel ondermijnen het genot van rechten door burgers en de bestrijding van corruptie en de georganiseerde misdaad.

Wat betreft de preventie en de bestrijding van corruptie en de georganiseerde misdaad, bevindt Bosnië en Herzegovina zich in een beginstadium/is Bosnië en Herzegovina enigszins voorbereid. Er is geen vooruitgang geboekt bij de aanpak van de kernprioriteiten van het advies en de aanbevelingen van 2019 op dit gebied, en evenmin van de bevindingen van het deskundigenverslag over rechtsstatelijke kwesties. Corruptie was nog steeds wijdverbreid en is een belangrijk punt van zorg, waarbij alle niveaus van de overheid tekenen vertonen van politieke beïnvloeding, hetgeen directe gevolgen heeft voor het dagelijkse leven van de burgers. Er zijn systematische tekortkomingen in de operationele samenwerking tussen rechtshandhavingsinstanties, en inlichtingen worden zeer beperkt uitgewisseld. De politie is kwetsbaar voor politieke inmenging. Financiële onderzoeken en de inbeslagneming van tegoeden blijven grotendeels ondoeltreffend. Het contactpunt voor de samenwerking met Europol is nog niet operationeel. Er zijn geen stappen ondernomen om de samenwerking met Eurojust tot stand te brengen. Het land moet zijn capaciteit verbeteren en zijn inspanningen in de strijd tegen terrorisme en drugshandel voortzetten.

Wat de grondrechten betreft, is het wetgevings- en institutionele kader grotendeels voorhanden maar moet nog een omvattend strategisch kader worden goedgekeurd. Er werden enkele stappen gezet: het Grondwettelijk Hof trok met name de bepaling over de doodstraf in de grondwet van de Republika Srpska in, en de eerste LGBTI-Pride Parade vond vreedzaam plaats in Sarajevo. Er blijven problemen bestaan met betrekking tot de vrijheid van vergadering, met name in de entiteit Republika Srpska. Er zijn ingrijpende hervormingen nodig om ervoor te zorgen dat alle burgers hun politieke rechten daadwerkelijk kunnen uitoefenen en om een einde te stellen aan de praktijk van “twee scholen onder één dak” zodat voor iedereen inclusief en kwaliteitsvol onderwijs kan worden gegarandeerd. Er was geen vooruitgang met betrekking tot het waarborgen van de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de journalistieke bescherming door te zorgen voor passende juridische follow-up van bedreigingen en geweld tegen journalisten en werknemers van de media, en door de financiële duurzaamheid van de openbare omroep veilig te stellen.

De EU heeft aanzienlijke steun verleend aan Bosnië en Herzegovina om de migratie te helpen beheren. De EU roept de autoriteiten van Bosnië en Herzegovina op om dringend alle nodige maatregelen te nemen om te verhinderen dat een humanitaire crisis ontstaat. De EU verwacht ook dat schendingen van de wet terdege worden onderzocht. Bosnië en Herzegovina moet een doeltreffende coördinatie op alle niveaus garanderen van het grensbeheer en de capaciteit voor migratiebeheer, en de werking van het asielstelsel veilig stellen.

Wat de economische criteria betreft, heeft Bosnië en Herzegovina beperkte vooruitgang geboekt en verkeert het land in een beginstadium van de voorbereidingen op weg naar een goed werkende markteconomie. De kwaliteit van goed economisch bestuur had te lijden onder de trage regeringsvorming en onvoldoende samenwerking op regionaal en nationaal niveau, waardoor onder meer de vooruitgang naar een beter ondernemingsklimaat, dat door aanzienlijke tekortkomingen wordt belemmerd, tot stilstand kwam. Deze tekortkomingen betreffen de procedures voor het betreden en verlaten van de markt, de rechtsstaat en de toezichts- en regelgevende organen. De economische groei profiteerde van een sterke binnenlandse vraag, als gevolg van een aanzienlijke instroom van overmakingen door werknemers en een lage inflatie. De openbare sector bleef overgedimensioneerd en inefficiënt. De financiële sector bleef stabiel, de kredietverlening nam toe, en de werkloosheid nam af, deels als gevolg van een aanzienlijke uitstroom van arbeidskrachten. De economische impact van de COVID-19-crisis leidde echter tot een scherpe daling van de economische activiteit en een aanmerkelijke verslechtering op de arbeidsmarkt.

Bosnië en Herzegovina heeft, wat betreft het vermogen om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden, beperkte vooruitgang geboekt en verkeert op dit gebied nog steeds in een beginstadium. De algemene kwaliteit van het onderwijs bleef laag, en de maatregelen ter verbetering van de vervoers- en energie-infrastructuur zijn ontoereikend gebleven. De structurele hervormingen kwamen in beperkte mate tot stand, hoewel er in de handelsstructuur van het land toch enige diversificatie is opgetreden.

Bosnië en Herzegovina bleef actief deelnemen aan regionale samenwerking en onderhield betrekkingen van goede nabuurschap. Er is vooruitgang geboekt met de aanpassing aan het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, die verder moet worden voortgezet.

Bosnië en Herzegovina verkeert over het algemeen in een beginstadium/is enigszins voorbereid wat betreft zijn mate van paraatheid en capaciteit om de verplichtingen van het EU-lidmaatschap op zich te nemen, en het land moet het proces van aanpassing aan het EU-acquis aanzienlijk versnellen en de gerelateerde wetgeving uitvoeren en handhaven. Tijdens de verslagperiode is met betrekking tot de verschillende hoofdstukken van het EU-acquis weinig tot geen vooruitgang geboekt. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het vrij verkeer van goederen, het recht op vestiging en de vrijheid van dienstverlening, de informatiemaatschappij en de media, landbouw en plattelandsontwikkeling, visserij, vervoersbeleid, energie, economisch en monetair beleid, statistiek, sociaal beleid en werkgelegenheid, ondernemings- en industrieel beleid, regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten, onderwijs en cultuur, consumenten- en gezondheidsbescherming, en financiële controle.

Kosovo

Wat de political criteriapolitieke criteria betreft, werd de verslagperiode gekenmerkt door vervroegde wetgevende verkiezingen, twee regeringswisselingen en relatief lange perioden met slechts een overgangsregering. Als gevolg van deze onstabiele politieke context en de noodzakelijke aandacht voor de respons op de pandemie was er over het algemeen beperkte vooruitgang bij de EU-gerelateerde hervormingen in Kosovo.

Na het aftreden van de toenmalige premier Ramush Haradinaj in juli 2019 vonden in oktober 2019 vervroegde wetgevende verkiezingen plaats, met een hogere opkomst dan bij de vorige verkiezingen. De nieuwe vergadering werd in december 2019 samengesteld en op 3 februari 2020 trad een nieuwe regering onder leiding van premier Albin Kurti aan, met een vaste toezegging om de EU-gerelateerde hervormingen voort te zetten, de economische ontwikkeling te bevorderen en corruptie en georganiseerde misdaad te bestrijden. Deze regering werd echter minder dan twee maanden later door een motie van wantrouwen weggestemd na meningsverschillen tussen de coalitiepartners. De motie van wantrouwen leidde tot een politieke crisis, met name wat betreft de grondwettelijke procedures voor de vorming van een nieuwe regering. Nadat het Grondwettelijk Hof de kwestie had verduidelijkt, trad op 3 juni 2020 een nieuwe regering onder leiding van premier Avdullah Hoti aan.

Tijdens de verslagperiode heeft de vergadering haar algemene prestaties als forum voor een constructieve politieke dialoog en vertegenwoordiging niet verbeterd, hetgeen onder meer is gebleken uit het herhaaldelijk ontbreken van het quorum. In de nieuwe zittingsperiode is de organisatie van de werkzaamheden echter enigszins verbeterd. De vergadering moet voorrang geven aan EU-gerelateerde hervormingen en zorgen voor optimale parlementaire praktijken.

De wetgevende verkiezingen van oktober 2019 waren over het algemeen goed georganiseerd en transparant, maar bij de telling van de stemmen zijn zwakke punten aan het licht gekomen. Aan de campagne konden meerdere partijen deelnemen, behalve in de Servische gebieden van Kosovo waar de campagne werd ontsierd door intimidatie van kandidaten en hun aanhangers die niet tot Srpska Lista behoren. De resterende tekortkomingen moeten dringend worden verholpen, overeenkomstig de aanbevelingen van diverse verkiezingswaarnemingsmissies van de EU.

De situatie in het noorden van Kosovo blijft problematisch, met name op het gebied van corruptie, georganiseerde misdaad en de voorwaarden voor de vrijheid van meningsuiting.

Op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur is Kosovo enigszins voorbereid. Tijdens de verslagperiode is beperkte vooruitgang geboekt bij het vergroten van de transparantie van het openbaar bestuur en van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten. De tenuitvoerlegging van het pakket van drie wetten inzake de hervorming van het openbaar bestuur, dat in februari 2019 is aangenomen, is tot stilstand gekomen als gevolg van de politieke situatie en het verzoek om toetsing van de wet op de salarissen en de wet op de ambtenaren aan de grondwet. Op 30 juni 2020 heeft het Grondwettelijk Hof de wet op de salarissen in haar geheel ongrondwettig verklaard en geoordeeld dat de wet op de ambtenaren moest worden gewijzigd alvorens volledig in werking te kunnen treden. De wet inzake de organisatie en werking van het staatsbestuur is volledig van kracht en de tenuitvoerlegging ervan moet worden voortgezet. Zwakke coördinatie op centraal en interministerieel niveau blijft een uitdaging voor de algemene uitvoering van de hervorming. Tijdens de verslagperiode bleven niet op verdienste gebaseerde aanwervingen een punt van zorg, terwijl inclusieve en empirisch onderbouwde beleidsvorming werd belemmerd door ad-hocbesluiten, vaak onder invloed van bijzondere belangen. De Kosovaarse autoriteiten moeten ervoor zorgen dat de hervorming van het openbaar bestuur een prioriteit blijft en zij moeten voortbouwen op de tot dusver geboekte vooruitgang.

Het justitiële stelsel van Kosovo bevindt zich in een beginstadium van voorbereiding. Er is enige vooruitgang geboekt met de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van wetgeving op het gebied van de rechtsstaat, met inbegrip van de wet inzake de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van rechters en openbare aanklagers en de wet inzake bemiddeling, en met de invoering van een elektronisch dossierbeheersysteem en een centraal strafregister. De rechterlijke macht is nog steeds kwetsbaar voor ongepaste politieke beïnvloeding. De lopende functionele evaluatie van de rechtsstaatsector heeft een solide basis gelegd voor de hervorming en modernisering van diverse aspecten van het gerechtelijke apparaat. De Kosovaarse autoriteiten moeten deze werkzaamheden nu voortzetten. De rechtsbedeling verloopt nog steeds traag en inefficiënt en er zijn aanhoudende inspanningen nodig om de capaciteiten van de instellingen van de rechtsstaat op te bouwen. Als gevolg van de COVID-19-pandemie werden de rechtszittingen beperkt; het wetboek van strafvordering bepaalt in dat verband dat als er gedurende drie maanden geen hoorzittingen worden gehouden, het proces opnieuw moet beginnen. Een aanzienlijk aantal strafprocessen (inclusief prominente) kan onder deze regel vallen. De autoriteiten van Kosovo moeten deze kwestie op de voet volgen en de nodige maatregelen treffen om een doeltreffende en efficiënte rechtsbedeling te garanderen. Wat betreft de strijd tegen corruptie, verkeert Kosovo in een beginstadium van de voorbereidingen/is Kosovo enigszins voorbereid. Kosovo heeft op dit gebied beperkte vooruitgang geboekt, onder meer wat betreft het onderzoek naar en de vervolging van zaken op hoog niveau, de inbeslagneming van vermogensbestanddelen en de oprichting van speciale afdelingen voor de behandeling van corruptiezaken op hoog niveau (en georganiseerde misdaad) bij de rechtbanken. De definitieve inbeslagneming van vermogensbestanddelen en de totale capaciteit van het openbaar ministerie, ook wat betreft ondersteunend personeel, blijven laag. Corruptie is wijdverbreid en blijft een ernstig punt van zorg. Er is een sterke politieke wil nodig om corruptie daadwerkelijk aan te pakken, alsook voor een krachtige strafrechtelijke respons op corruptie op hoog niveau. De goedkeuring van het herziene wetboek van strafvordering is nog hangende, terwijl de herziening van de wetgeving inzake de financiering van politieke partijen vertraging opliep.

Wat betreft de strijd tegen de georganiseerde misdaad, verkeert Kosovo in een beginstadium. Er is vooruitgang geboekt bij het onderzoek naar en de vervolging van zaken op hoog niveau, het aanwerven van extra personeel voor het speciale parket en de opleiding en voorlichting met betrekking tot de bevriezing van tegoeden. Over het algemeen is de vooruitgang echter beperkt gebleven. Er zijn nog maar weinig financiële onderzoeken, definitieve inbeslagnemingen van vermogensbestanddelen en definitieve veroordelingen. Er zijn maatregelen nodig om strikt te waarborgen dat er geen politieke inmenging is in de operationele activiteiten van rechtshandhavingsinstanties en het openbaar ministerie. De situatie in het noorden van Kosovo met betrekking tot georganiseerde misdaad zorgt nog steeds voor problemen voor de rechtshandhavingsinstanties.

In juli 2020 sloten Europol en de Kosovaarse politie een werkafspraak. Kosovo was de enige partner in de Westelijke Balkan zonder gestructureerde en geformaliseerde samenwerking met Europol, waardoor een aanzienlijke kloof is ontstaan. De regeling zal de basis vormen voor nauwere samenwerking tussen de Kosovaarse politie, Europol en de EU-lidstaten, met name bij de bestrijding van terrorisme, extremisme en georganiseerde misdaad.

Er is vooruitgang geboekt in de strijd tegen het terrorisme, in overeenstemming met de doelstellingen van de uitvoeringsovereenkomst tussen de EU en Kosovo voor het gezamenlijke actieplan inzake terrorismebestrijding voor de Westelijke Balkan, met name wat betreft de rehabilitatie en re-integratie van buitenlandse terroristische strijders en hun gezinnen. De Kosovaarse autoriteiten moeten doeltreffender optreden bij hun inspanningen in het kader van de strijd tegen het witwassen van geld en de desbetreffende wetgeving moet in overeenstemming worden gebracht met het EU-acquis en internationale normen.

Het rechtskader garandeert grotendeels de bescherming van de mensenrechten en de grondrechten overeenkomstig de Europese normen. De uitvoering van de wetgeving en strategieën op het gebied van mensenrechten wordt vaak ondermijnd door ontoereikende financiële en andere middelen, in het bijzonder op lokaal niveau, een geringe politieke prioriteit en een gebrekkige coördinatie. De grote afhankelijkheid van buitenlandse donoren blijft bestaan. Met de aanneming van de wet inzake kinderbescherming werd voldaan aan een van de aanbevelingen uit het verslag van vorig jaar. Er moet meer worden gedaan om de rechten van ontheemden en personen die tot minderheden behoren, waaronder de Roma en Ashkali, te waarborgen, gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de praktijk te garanderen en de bescherming van cultureel erfgoed te bevorderen. Kosovo is enigszins voorbereid op het vlak van vrijheid van meningsuiting, die in de grondwet is verankerd. Kosovo profiteert van een pluralistisch en energiek mediaklimaat. De instellingen van de rechtsstaat moeten zich blijven inspannen voor de follow-up van bedreigingen en aanvallen tegen journalisten. De openbare omroep blijft onderhevig aan politieke beïnvloeding en er moet nog een duurzame oplossing voor de financiering ervan worden gevonden.

De Kosovaarse autoriteiten hebben vooruitgang geboekt bij het beheer van zowel reguliere als gemengde migratiestromen. Kosovo heeft zijn noodplan geactiveerd vanwege de instroom van asielzoekers en irreguliere migranten. De inspanningen van Kosovo moeten voortgezet en verder ontwikkeld worden.

Wat de economische criteria betreft, verkeert Kosovo in een beginstadium en heeft het beperkte vooruitgang geboekt met de ontwikkeling van een functionerende markteconomie. De robuuste economische groei zette zich in 2019 voort, maar de moeilijke situatie op de arbeidsmarkt en het gebrek aan economische diversificatie blijven een uitdaging. Hoewel de regering zich in 2019 aan de begrotingsregel hield, is de samenstelling van de overheidsuitgaven verder verslechterd. Dalende kapitaaluitgaven, toenemende druk in verband met niet op armoede gerichte sociale uitkeringen en stijgende ambtenarensalarissen vormen risico’s voor de overheidsfinanciën en belemmeren de ontwikkeling van de particuliere sector. Het ondernemingsklimaat verbeterde in beperkte mate. De ontwikkeling van de particuliere sector wordt nog steeds beperkt door een wijdverbreide informele economie, een traag en inefficiënt gerechtelijk apparaat, een hoge prevalentie van corruptie en de over het algemeen zwakke rechtsstaat. De economische vooruitzichten van Kosovo begonnen in het voorjaar van 2020 snel te verslechteren, aangezien de quarantainemaatregelen in verband met COVID-19 de geldstromen uit de diaspora verstoorden. Kosovo verkeert in een beginstadium en heeft beperkte vooruitgang geboekt wat betreft zijn vermogen om de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU het hoofd te bieden. De kwaliteit van het onderwijs blijft een punt van zorg. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt met betrekking tot de verbetering van het wegennetwerk, maar de spoorweg- en energie-infrastructuur blijven kampen met aanzienlijke hiaten. Hoewel de investeringen in hernieuwbare energie geleidelijk toenemen, blijft Kosovo afhankelijk van een overwegend op kolen gebaseerd, verouderd en onbetrouwbaar energieproductiesysteem. Kosovo heeft enige vooruitgang geboekt op het gebied van de digitalisering van de economie. De sectorale structuur van de economie verschuift naar niet-verhandelbare activiteiten, die van invloed zijn op het concurrentievermogen en de groei van de goederenuitvoer.

Wat betreft betrekkingen van goede nabuurschap en regionale samenwerking, bleef Kosovo deelnemen aan de meeste regionale fora. In april 2020 heeft de Kosovaarse regering de tarieven op de invoer uit Servië en Bosnië en Herzegovina, die sinds november 2018 van kracht waren, afgeschaft en op 6 juni werden alle wederkerigheidsmaatregelen opgeheven. Hierdoor kon de handel met Servië en Bosnië en Herzegovina worden hersteld en kon de door de EU gefaciliteerde dialoog tussen Belgrado en Pristina worden hervat.

Wat de normalisering van de betrekkingen met Servië betreft, is de door de EU gefaciliteerde dialoog hervat met bijeenkomsten op hoog niveau op 12 en 16 juli en op 7 september 2020. Een aantal vergaderingen op deskundigenniveau vond plaats in Brussel. Kosovo moet verder aanzienlijke inspanningen leveren en bijdragen tot het bereiken van een omvattende, juridisch bindende overeenkomst met Servië. Een dergelijke overeenkomst is urgent en cruciaal voor de vooruitgang van Kosovo en Servië op hun respectieve Europese parcours.

Wat betreft de aanpassing aan de Europese normen, is Kosovo over het algemeen enigszins voorbereid. De aanpassing van de wetgeving op sommige gebieden vorderde, maar de uitvoering blijft vaak zwak. Er is goede vooruitgang geboekt op het gebied van belastingen, onder meer wat betreft de inning van de ontvangsten. Er is enige vooruitgang geboekt op het gebied van het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal, alsmede op het gebied van financiële diensten, overheidsopdrachten en mededinging. Er is ook enige vooruitgang geboekt op het gebied van energie, met name met energie-efficiëntiemaatregelen in de openbare sector en een geleidelijke toename van de investeringen in hernieuwbare energiebronnen. Er is beperkte vooruitgang geboekt bij de aanpak van milieukwesties. Er is geen vooruitgang geboekt op het gebied van onderwijs, en de kwaliteit van het onderwijs moet aanzienlijk worden verbeterd. In het algemeen moet Kosovo zijn administratieve capaciteit en coördinatie binnen alle sectoren verbeteren om te zorgen voor een doeltreffende uitvoering van het EU-acquis.

Turkije

Ondanks de opheffing van de noodtoestand in juli 2018 bleven de negatieve gevolgen van de twee jaar durende noodtoestand aanzienlijk wegen op de democratie en de grondrechten. Een aantal wettelijke bepalingen die de regering buitengewone bevoegdheden verlenen, en verschillende beperkende elementen van de noodtoestand werden in de wetgeving opgenomen. Belangrijke aanbevelingen van de Raad van Europa en zijn organen moeten nog worden opgevolgd. Beschuldigingen van wangedrag moeten door middel van transparante procedures en op individuele basis worden aangepakt. Individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid kan alleen worden vastgesteld met volledige eerbiediging van de scheiding der machten, de volledige onafhankelijkheid van het gerecht en het recht van elk individu op een eerlijk proces en een behoorlijke rechtsgang.

De constitutionele structuur bleef zodanig dat de bevoegdheden op het niveau van de president gecentraliseerd blijven, zonder te zorgen voor een gezonde en doeltreffende scheiding der machten tussen de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht. Bij gebrek aan een doeltreffend controlemechanisme blijft de democratische verantwoordingsplicht van de uitvoerende macht beperkt tot de verkiezingen. Onder deze omstandigheden bleven de eerbiediging van democratische normen, de rechtsstaat en de fundamentele vrijheden verder ernstig achteruitgaan. De politieke polarisatie bleef een constructieve parlementaire dialoog in de weg staan. Het parlementaire toezicht op de uitvoerende macht bleef zwak. In het kader van het presidentiële systeem waren veel regelgevende autoriteiten en de centrale bank rechtstreeks verbonden met de president, waardoor hun onafhankelijkheid werd ondermijnd.

De oppositiekandidaat won in tweede aanloop de burgemeestersverkiezingen in Istanbul op 23 juni 2019. Hoewel de verkiezingen professioneel werden georganiseerd, werden ze gekenmerkt door een beperkt pluralisme voor democratische media en door voorwaarden die objectief gezien niet in alle opzichten eerlijk waren ten aanzien van alle politieke partijen en kandidaten. Turkije moet het bredere verkiezingsklimaat verbeteren, zorgen voor een gelijk speelveld voor alle kandidaten en de integriteit van het verkiezingsproces beschermen. De uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie van Venetië is in dit verband van cruciaal belang.

De situatie in het zuidoosten bleef zeer zorgwekkend ondanks een verbeterde veiligheidssituatie. De vervanging van 47 democratisch gekozen burgemeesters van de HDP door centraal benoemde vertrouwelingen in het zuidoosten wierp een schaduw op de resultaten van het democratische proces van de lokale verkiezingen van 31 maart 2019. De arrestaties en ontslagen van verkozen burgemeesters en partijvertegenwoordigers bleven doorgaan tot ernstige schade van de lokale democratie. De regering zette de veiligheidsoperaties voort, tegen een achtergrond van aanhoudende gewelddaden door de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die nog steeds voorkomt op de EU-lijst van personen, groepen en entiteiten die betrokken zijn bij terroristische daden. De regering heeft weliswaar een legitiem recht om terrorisme te bestrijden, maar moet ervoor zorgen dat de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden hierbij worden gewaarborgd. Antiterreurmaatregelen moeten evenredig zijn. Ondanks enige werkzaamheden in het kader van de wederopbouw hebben slechts een beperkt aantal binnenlands ontheemden een vergoeding ontvangen. Er hebben zich geen zichtbare ontwikkelingen voorgedaan met betrekking tot de hervatting van een geloofwaardig politiek proces om een vreedzame en duurzame oplossing tot stand te brengen.

Het maatschappelijk middenveld kwam voortdurend onder druk te staan en zijn ruimte om vrijelijk te opereren is blijven afnemen. Het Gezi-proces en de voortgezette voorlopige hechtenis van Osman Kavala hadden een afschrikkend effect, ondanks een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens waarin werd opgeroepen hem vrij te laten. De administratieve moeilijkheden voor nationale en internationale niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) bleven de activiteiten van het maatschappelijk middenveld belemmeren. Maatschappelijke organisaties bleven uitgesloten van echte legislatieve raadplegingen.

Het juridische en institutionele kader voor de veiligheids- en inlichtingensector bleef ongewijzigd met een versterkt civiel toezicht op de veiligheidstroepen in het kader van het presidentiële stelsel.

Turkije heeft enige mate van voorbereiding bereikt/is redelijk voorbereid op het gebied van de hervorming van het openbaar bestuur. Er heeft zich tijdens de verslagperiode een achteruitgang voorgedaan. De ingrijpende herstructurering van het openbaar bestuur en het ambtenarenapparaat na de overgang naar het presidentiële stelsel in 2018 bleef een negatief effect hebben op de beleidsontwikkeling, de verantwoordingsplicht van de overheid en het personeelsbeheer, hoewel de beleidscoördinatie tussen de centrale overheidsinstellingen sterk bleef. Wijzigingen binnen het ambtenarenapparaat hebben de politisering van de overheidsdiensten versterkt. Er zijn geen stappen gezet om een brede strategie voor de hervorming van het openbaar bestuur en een overkoepelend hervormingsprogramma voor het beheer van de overheidsfinanciën te ontwikkelen. Er moet nog steeds een doeltreffende oplossing worden gevonden voor de grootschalige collectieve ontslagen tijdens de noodtoestand. Er bleven vragen rijzen over de mate waarin de onderzoekscommissie een doeltreffende voorziening in rechte is.

Het justitiële stelsel van Turkije bevindt zich in een beginstadium van voorbereiding en er is nog steeds sprake van ernstige achteruitgang tijdens de verslagperiode. Er blijft bezorgdheid bestaan, met name over het systematische gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. De president kondigde in mei 2019 de strategie voor de hervorming van het justitiële stelsel voor 2019-2023 aan. De belangrijkste tekortkomingen met betrekking tot de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht worden daarbij echter niet aangepakt. Er werden geen maatregelen aangekondigd om de bezwaren weg te nemen die door de Commissie van Venetië van de Raad van Europa en in de jaarlijkse landenverslagen van de Europese Commissie zijn gesignaleerd. Er bestaat bezorgdheid over het feit dat ontslagen zonder inachtneming van behoorlijke procedures tot zelfcensuur en intimidatie binnen de rechterlijke macht hebben geleid. Er werden geen maatregelen genomen om de structuur van en de procedure voor de selectie van de leden van de Raad van rechters en openbare aanklagers te wijzigen om de onafhankelijkheid ervan te versterken. Er bleef bezorgdheid bestaan over het ontbreken van objectieve, op verdienste gebaseerde, uniforme en vooraf vastgestelde criteria voor de aanwerving en bevordering van rechters en openbare aanklagers. Er zijn geen wijzigingen aangebracht wat betreft de aanstelling van “strafrechters van vrede”, zodat hun jurisdictie en praktijk nog steeds zorgen baren.

Wat de corruptiebestrijding betreft, is Turkije in een beginstadium gebleven en heeft het in de verslagperiode geen vooruitgang geboekt. Het land bleef een gebrek vertonen aan preventieve corruptiebestrijdingsinstanties. De tekortkomingen van het wettelijke en institutionele kader maakten ongepaste politieke inmenging in het onderzoek naar en de vervolging van corruptiezaken mogelijk. De verantwoordingsplicht en transparantie van overheidsinstellingen moeten worden verbeterd. Het ontbreken van een strategie en actieplan op het vlak van corruptiebestrijding is een teken van het gebrek aan politieke wil om resoluut op te treden tegen corruptie. Corruptie is over het algemeen wijdverbreid en blijft een punt van zorg.

Turkije is enigszins voorbereid op het vlak van de strijd tegen de georganiseerde misdaad, en er is beperkte vooruitgang geboekt. Het nationale actieplan 2019-2021 voor de uitvoering van de nationale strategie 2016-2021 ter bestrijding van de georganiseerde misdaad werd in mei 2019 aangenomen. De samenwerking tussen Europol en Turkije is gebaseerd op een strategische samenwerkingsovereenkomst, die in juli 2004 in werking is getreden. Er zijn onderhandelingen gaande over een operationele samenwerkingsovereenkomst inzake de uitwisseling van persoonsgegevens tussen Europol en Turkije, op grond waarvan Turkije zijn gegevensbeschermingswetgeving in overeenstemming moet brengen met de Europese normen. Turkije moet zijn staat van dienst inzake het ontmantelen van criminele netwerken en het confisqueren van criminele vermogensbestanddelen verbeteren. Het rechtskader voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering moet worden verbeterd. Turkije moet zijn wetgeving inzake cybercriminaliteit, de inbeslagneming van vermogensbestanddelen en getuigenbescherming verbeteren. Sinds 2010 is een samenwerkingsovereenkomst met Cepol van kracht.

De situatie van de mensenrechten en de grondrechten bleef verder verslechteren. Veel van de tijdens de noodtoestand ingevoerde maatregelen bleven van kracht en hebben nog steeds een vergaande en verwoestende impact. Het rechtskader voorziet in algemene waarborgen voor de naleving van de mensenrechten en de grondrechten, maar de wetgevende praktijk moet nog steeds in overeenstemming worden gebracht met het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) en de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het gebrek aan institutionele onafhankelijkheid, lange beroepsprocedures, het ontbreken van voldoende geïndividualiseerde criteria en het ontbreken van een passend verweermiddel hebben ernstige twijfel doen rijzen over het vermogen van de onderzoekscommissie om een doeltreffende voorziening in rechte tegen ontslagen te bieden. Door de wetgeving die onmiddellijk na de opheffing van de noodtoestand werd ingevoerd, vielen ook de cruciale waarborgen weg ter bescherming van gevangenen tegen misbruik, waardoor het risico van straffeloosheid is vergroot. De handhaving van rechten wordt belemmerd door de versnippering en de beperkte onafhankelijkheid van de openbare instellingen die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van de mensenrechten en vrijheden, hetgeen nog wordt verergerd door het ontbreken van een onafhankelijke rechterlijke macht. Beperkingen van en toezicht op de activiteiten van journalisten, schrijvers, advocaten, academici, mensenrechtenactivisten en kritische stemmen op grote schaal hebben een negatief effect op de uitoefening van deze vrijheden en leiden tot zelfcensuur. Er werd nog steeds melding gemaakt van geloofwaardige beschuldigingen van foltering en mishandeling. In de context van de COVID-19-pandemie voorzag een controversieel wetgevingspakket in de voorwaardelijke vrijlating van maximaal 90 000 gevangenen. In juli waren 65 000 gevangenen vrijgelaten. Hiervoor kwamen gevangenen die in voorlopige hechtenis worden gehouden voor vermeende terrorismegerelateerde misdrijven echter niet in aanmerking, met inbegrip van advocaten, journalisten, politici en mensenrechtenverdedigers.

Er is nog steeds sprake van een ernstige achteruitgang van de vrijheid van meningsuiting. De onevenredige uitvoering van de beperkende maatregelen bleef een negatieve invloed hebben op de vrijheid van meningsuiting en de verspreiding van tegengeluiden. Strafzaken en veroordelingen van journalisten, mensenrechtenverdedigers, advocaten, schrijvers en sociale media werden voortgezet. Het verbod op Wikipedia werd in december 2019 opgeheven, maar het om een onredelijk groot aantal redenen blokkeren en wissen van online-inhoud zonder gerechtelijk bevel ging door. Er was verdere achteruitgang op het gebied van de vrijheid van vergadering en vereniging in het licht van terugkerende verboden, onevenredig ingrijpen in vreedzame demonstraties, onderzoeken, administratieve boeten en vervolgingen tegen demonstranten op beschuldiging van “terrorismegerelateerde activiteiten”.

De rechten van de meest achtergestelde groepen en personen die tot minderheden behoren, moeten beter worden beschermd. De Roma wonen nog steeds in zeer slechte woningen, kunnen vaak geen beroep doen op elementaire publieke voorzieningen en zijn afhankelijk van sociale uitkeringen. De stadsvernieuwingsprojecten zijn nog steeds hoofdzakelijk gericht tegen hun vestigingsplaatsen, hetgeen de verplaatsing van hele families noodzakelijk maakt. Gendergerelateerd geweld, discriminatie, haatzaaien tegen minderheden, haatmisdrijven en schendingen van de mensenrechten van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transseksuele en interseksuele personen zijn nog steeds een ernstig punt van zorg.

Op het gebied van het migratie- en asielbeleid heeft Turkije enige vooruitgang geboekt. Turkije is zich in de loop van 2019 blijven inzetten voor de uitvoering van de verklaring EU-Turkije van maart 2016 het speelde een sleutelrol bij het doeltreffende beheer van de migratiestromen langs de oostelijke Middellandse-Zeeroute. Turkije bleef voortreffelijk werk leveren om aan meer dan 3,6 miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen en ongeveer 370 000 geregistreerde vluchtelingen uit andere landen ongekende humanitaire hulp en bijstand te bieden en vangt aldus de grootste vluchtelingengemeenschap ter wereld op. In maart 2020 moedigde Turkije migranten en vluchtelingen echter actief aan om via Griekenland over land naar Europa te reizen. Dit leidde tot de oprichting van een informeel kamp aan een van de Grieks-Turkse grensdoorlaatposten in Pazarkule, waar bijna 60 000 migranten en vluchtelingen onder moeilijke omstandigheden werden opgevangen. Later in maart organiseerden de Turkse autoriteiten vervoer van migranten en vluchtelingen weg van het grensgebied en sloten zij de grenzen met Griekenland en Bulgarije, behalve voor vrachtverkeer, vanwege de uitbraak van de COVID-19-pandemie. Niettemin gaf de Turkse minister van Binnenlandse Zaken aan dat deze stap niet betekent dat het Turkse beleid om irreguliere migranten over zijn grenzen heen te laten, wordt gewijzigd en dat de regering niemand wilde verhinderen om Turkije te verlaten. De EU erkende de toegenomen migratielast en de risico’s waarmee Turkije op zijn grondgebied werd geconfronteerd, alsmede de aanzienlijke inspanningen die het levert om vluchtelingen op te vangen, maar verwierp krachtig dat Turkije migratiedruk inzette voor politieke doeleinden. Over het geheel genomen bleef het aantal illegale grensoverschrijdingen tussen Turkije en Griekenland aanzienlijk lager dan vóór de goedkeuring van de verklaring EU-Turkije.

De langdurige aanwezigheid van vluchtelingen in het land vereist efficiënte integratiemaatregelen om sociale spanningen te voorkomen. De autoriteiten moeten de toegang tot de volksgezondheid voor migranten en vluchtelingen in het land verbeteren. In 2019 is een uitgebreide wijziging van de vreemdelingenwet en de wet inzake internationale bescherming aangenomen. Turkije heeft de overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije nog steeds niet ten aanzien van alle lidstaten uitgevoerd en evenmin de bepalingen inzake onderdanen van derde landen. Ondanks de aangekondigde versnelling van de werkzaamheden op het gebied van de visumliberalisering werd niet voldaan aan de resterende benchmarks voor visumliberalisering en werden de antiterreurwet en de gegevensbeschermingswetgeving nog niet gewijzigd. Turkije moet zijn wetgeving nog verder aanpassen aan het EU-acquis inzake visumbeleid.

Turkijes buitenlands beleid botste steeds vaker met de prioriteiten van de EU in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid. De spanningen in het oostelijke Middellandse-Zeegebied namen in de verslagperiode verder toe als gevolg van de illegale acties en provocerende verklaringen van Turkije waarin het recht van de Republiek Cyprus om koolwaterstofbronnen in de exclusieve economische zone van Cyprus te exploiteren, wordt betwist. Turkije heeft twee boorschepen en twee vaartuigen voor seismisch onderzoek ingezet in de exclusieve economische zone van Cyprus, onder meer in gebieden waar de activiteiten van Europese olie- en gasbedrijven door de regering van Cyprus vergund zijn, en in Cypriotische territoriale wateren. Turkse strijdkrachten vergezelden de boorschepen en vaartuigen voor seismisch onderzoek tijdens hun werkzaamheden, waardoor de veiligheid in de regio ernstig werd bedreigd. Turkije betwistte ook de status van het afgezette stadsdeel Varosia.

De EU heeft nadrukkelijk gewezen op de noodzaak om de soevereine rechten van de EU-lidstaten te eerbiedigen, waaronder het recht op het sluiten van bilaterale overeenkomsten en de exploratie en exploitatie van hun natuurlijke hulpbronnen, overeenkomstig het EU-acquis en het internationaal recht, met inbegrip van het VN-verdrag inzake het recht van de zee. Turkije moet zich ondubbelzinnig engageren tot goede betrekkingen met de nabuurschap, de eerbiediging van internationale overeenkomsten, en de vreedzame regeling van geschillen in overeenstemming met het Handvest van de Verenigde Naties, waarbij het eventueel een beroep kan doen op het Internationaal Gerechtshof. Vanwege de ongeoorloofde booractiviteiten van Turkije in het oostelijke deel van de Middellandse Zee nam de Raad in juli 2019 een aantal maatregelen, waaronder een opschorting tot nader order van de Associatieraad EU-Turkije en verdere dialoogbijeenkomsten op hoog niveau. In november 2019 stelde de EU ook een kader voor gerichte maatregelen tegen Turkije vast en in februari 2020 besloot zij twee personen toe te voegen aan de lijst van personen en entiteiten waarop deze sancties van toepassing zijn.

Op 1 oktober 2020 verklaarde de Europese Raad dat hij een positieve politieke agenda EU-Turkije zal opstellen, met bijzondere nadruk op de modernisering van de douane-unie en handelsfacilitatie, contacten tussen mensen, dialogen op hoog niveau, en voortgezette samenwerking rond migratievraagstukken, in overeenstemming met de verklaring EU-Turkije van 2016, op voorwaarde dat de constructieve inspanningen om een einde te maken aan de illegale activiteiten ten aanzien van Griekenland en Cyprus worden voortgezet. De Europese Raad benadrukte tevens dat de EU in geval van nieuwe unilaterale acties of provocaties die in strijd zijn met het internationaal recht, alle instrumenten en opties zal inzetten waarover zij beschikt, overeenkomstig artikel 29, VEU, en artikel 215, VWEU, om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen.

Turkije heeft nog steeds niet voldaan aan de verplichting om het Aanvullend Protocol bij de associatieovereenkomst EU-Turkije volledig en op niet-discriminerende wijze toe te passen. De belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen, waaronder beperkingen op rechtstreekse vervoersverbindingen met Cyprus, zijn nog niet volledig weggewerkt. Er is geen vooruitgang geboekt met de normalisering van de bilaterale betrekkingen met de Republiek Cyprus.

De ondertekening van een bilateraal memorandum van overeenstemming over de afbakening van maritieme jurisdictiegebieden tussen Turkije en de regering van nationale eenheid van Libië in november 2019 heeft de spanningen in het oostelijke Middellandse-Zeegebied doen toenemen, aangezien daarbij de soevereine rechten van de Griekse eilanden in het betrokken gebied werden genegeerd. Er was een acute toename van provocerende acties van Turkije ten aanzien van Griekenland, met name Turkse overvluchten van bewoonde gebieden in Griekenland. In dit verband heeft de Europese Raad in december 2019 ondubbelzinnig zijn solidariteit met Griekenland en Cyprus bevestigd met betrekking tot de acties van Turkije in het oostelijke deel van de Middellandse Zee en de Egeïsche Zee. De Raad benadrukte dat het memorandum inbreuk maakt op de soevereine rechten van derde landen, niet in overeenstemming is met het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee en geen rechtsgevolgen kan hebben voor derde landen. In mei 2020 herbevestigden de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU het standpunt van de EU over de voortdurende illegale activiteiten van Turkije in het oostelijke Middellandse-Zeegebied en over het provocerende en agressieve gedrag van Turkije ten aanzien van Cyprus en Griekenland, en benadrukten zij dat de dialoog tussen de EU en Turkije alleen kon worden bevorderd indien het land afziet van unilaterale maatregelen, en dat de illegale acties van Turkije ernstige negatieve gevolgen hebben voor alle betrekkingen tussen de EU en Turkije. In oktober 2020 riep de Europese Raad Turkije op om in te gaan op de uitnodiging van Cyprus om in dialoog te treden teneinde alle maritieme geschillen tussen Turkije en Cyprus te beslechten.

De EU veroordeelde het unilaterale militaire optreden van Turkije in het noordoosten van Syrië en drong er bij Turkije op aan zijn militaire optreden te beëindigen, zijn troepen terug te trekken en het internationaal humanitair recht te eerbiedigen. De overgrote meerderheid van de lidstaten besloot de afgifte van vergunningen voor wapenuitvoer naar Turkije stop te zetten. Na luchtaanvallen tegen Turkse troepen in het gouvernement Idlib eind februari 2020 heeft Turkije de militaire operatie “Lenteschild” in het gebied opgestart. Turkije en Rusland hebben in maart 2020 overeenstemming bereikt over een staakt-het-vuren, waardoor de frontlijnen in het noordwesten van Syrië zijn gestabiliseerd, een nieuwe corridor langs de snelweg M4 tot stand is gekomen en een kader is gecreëerd voor gezamenlijke Russisch-Turkse militaire patrouilles. Turkije heeft zijn militaire waarnemingsposten ter plaatse gehandhaafd, met inbegrip van die in gebieden die nu onder zeggenschap van het Syrische regime staan, en heeft verdere versterkingen naar de regio gebracht. Turkije heeft zijn militaire betrokkenheid bij het conflict in Libië nog aanzienlijk opgevoerd, wat heeft bijgedragen tot een omkering van de situatie ter plaatse.

Wat de economische criteria betreft, is de Turkse economie goed gevorderd; er is tijdens de verslagperiode echter geen vooruitgang geboekt en er blijft ernstige bezorgdheid bestaan over de werking van de economie van het land. De economie herstelde zich sneller dan verwacht na de scherpe waardevermindering van de valuta in de zomer van 2018 en de daaruit voortvloeiende recessie, mede dankzij expansief beleid en een sterke bijdrage van de netto-uitvoer. Door de zwakke arbeidsmarkt en de noodzaak om de bedrijfsbalansen te herstellen blijft dit herstel echter broos. Toen de COVID-19-crisis uitbrak, hebben de autoriteiten een aantal maatregelen genomen om de economische gevolgen van de pandemie op te vangen, waaronder een aanzienlijke monetaire expansie. Deze maatregelen werden echter gekortwiekt door een beperkte beleidsruimte, met name op begrotingsgebied, en door institutionele zwakheden. Het saldo op de lopende rekening, dat sinds 2017 duidelijk was verbeterd, begon eind 2019 opnieuw te verslechteren, wat leidde tot een aanzienlijke stijging van de invoerrechten en niet-tarifaire belemmeringen. Ten gevolge van zijn grote behoeften aan externe financiering blijft Turkije blootstaan aan snelle veranderingen in het investeerderssentiment, die nog worden verergerd door de pandemie en toenemende geopolitieke risico’s. De inflatie, die zeer hoog was, is gedaald, maar blijft hoog en ligt nog altijd ruim boven het streefcijfer. De geloofwaardigheid van het monetaire beleid werd verder verzwakt door het ontslag van de voorzitter van de centrale bank van de Republiek Turkije en de terugkerende politieke druk. Het prijsconcurrentievermogen bleef profiteren van de verzwakking van het Turkse pond en de reële effectieve wisselkoers daalde in 2019, een trend die in 2020 verder versnelde.

De regering is doorgegaan met de verdere verbetering van het regelgevingsklimaat voor het bedrijfsleven. De informele sector blijft echter groot. De staat bleef interveniëren in de prijsvormingsmechanismen en er is een chronisch gebrek aan regels voor de tenuitvoerlegging van staatssteun, handhaving, transparantie en de institutionele structuur. De financiële sector bleef stabiel. De kwetsbaarheden zijn echter toegenomen, meer bepaald door een snelle kredietgroei in de overheidsbanken en diverse regelgevende maatregelen voor het stimuleren van leningactiviteiten. De hoge werkloosheid, meer bepaald bij jongeren en vrouwen, in combinatie met een vermindering van het arbeidsaanbod, een lage arbeidsmobiliteit en een groot aandeel van zwartwerk, blijft een belangrijk punt van zorg.

Turkije heeft beperkte vooruitgang geboekt en er is sprake van een goede mate van voorbereiding om het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de EU. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling zijn gestegen, maar bleven ruim onder het streefcijfer van de regering. Investeringsexcessen en verkeerde toewijzingen namen af. Er werd vooruitgang geboekt met de diversificatie van de energievoorziening maar er zijn hervormingen nodig om de aardgasmarkt open te stellen en de concurrentie erop te vergroten. Op het gebied van onderwijs blijven aanzienlijke problemen bestaan wat betreft kwaliteit en toegang. Vrouwen ondervinden moeilijkheden bij de toegang tot kwaliteitsonderwijs en de arbeidsmarkt. Hoewel Turkije goed geïntegreerd blijft in de EU-markt wat zowel handels- als investeringsbanden betreft, is het relatieve aandeel van de EU in de buitenlandse handel van Turkije verder afgenomen, waarbij Turkije steeds vaker afwijkt van zijn verplichtingen in het kader van de douane-unie met de EU.

Wat het vermogen van Turkije betreft om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen, heeft het land zich verder aangepast aan het EU-acquis, zij het in een zeer beperkt tempo en op versnipperde wijze. Er was in verscheidene opzichten opnieuw sprake van achteruitgang met betrekking tot een aantal essentiële aspecten op het vlak van mededinging, vanwege een toename van de staatssteun en het gebrek aan transparantie daarbij, met betrekking tot de informatiemaatschappij en de media, het economische en monetaire beleid, de douane-unie, de externe betrekkingen en het buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid. Turkije is vergevorderd op het gebied van vennootschapsrecht, trans-Europese netwerken en wetenschap en onderzoek. Het heeft ook een goede mate van voorbereiding op een aantal gebieden, zoals het vrije verkeer van goederen, de intellectuele-eigendomswetgeving, financiële diensten, ondernemings- en industrieel beleid. Turkije is redelijk voorbereid wat betreft overheidsopdrachten, aangezien de aanpassing van de wetgeving nog belangrijke lacunes vertoont. Turkije is ook redelijk voorbereid op gebieden als het vrije verkeer van kapitaal, vervoersbeleid, energie, belastingen, economische en monetaire unie, statistiek, waar over de hele lijn verdere aanzienlijke inspanningen nodig zijn. Over het algemeen moeten op de meeste gebieden nog ambitieuzere en beter gecoördineerde beleidsmaatregelen worden vastgesteld en uitgevoerd. Op alle terreinen moet meer aandacht worden gegeven aan de handhaving van de wetgeving en op talrijke terreinen moet nog aanzienlijke vooruitgang worden geboekt om de wetgeving in overeenstemming te brengen met het EU-acquis. Voorts moet de onafhankelijkheid van de regelgevende instanties worden versterkt en moet de bestuurlijke capaciteit worden opgebouwd.

 

BIJLAGE 2 - Uitvoering van de strategie voor de Westelijke Balkan en de prioriteitenagenda van Sofia: grotere EU-betrokkenheid

De uitvoering van de strategie voor de Westelijke Balkan en de prioriteitenagenda van Sofia, die tijdens de top EU-Westelijke Balkan in Sofia in mei 2018 zijn goedgekeurd, is in 2019-2020 voortgezet. Beide documenten voorzien in acties op zes prioritaire beleidsterreinen: de rechtsstaat, migratie en veiligheid, sociaal-economische ontwikkeling, connectiviteit, de digitale agenda en goede nabuurschapsbetrekkingen.

De uitvoering van deze prioriteiten kwam tot stand via intensievere politieke betrokkenheid, een versterking van de operationele banden tussen de Westelijke Balkan en de EU en haar agentschappen, bredere toegang tot financiering en technische bijstand, en de heroriëntering van de financiële bijstand van de EU in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA), die in 2019 alleen al goed was voor een jaarlijkse toewijzing van ruim 1,1 miljard EUR aan de Westelijke Balkan.

Na de eerste top tussen de EU en de Westelijke Balkan in 15 jaar – die plaatsvond in Sofia in mei 2018 – werden in 2019 verdere politieke contacten met de regio onderhouden met een top in Poznań (Polen) in het kader van het proces van Berlijn, en niet minder dan 12 ministeriële bijeenkomsten gewijd aan het versterken van de regionale samenwerking en het aanknopen van nauwere banden met de EU op de prioritaire beleidsterreinen. De top EU-Westelijke Balkan die plaatsvond in Zagreb op 6 mei 2020 was gericht op het versterken van de regionale samenwerking en de EU-steun in de context van de COVID-19-crisis. Deze voortdurende betrokkenheid heeft geleid tot vooruitgang bij alle vlaggenschipinitiatieven en tot de voltooiing van ruim twee derde van de geplande acties.

Vlaggenschipinitiatief 1 – Versterkte steun aan de rechtsstaat is gericht op drie doelstellingen: beter toezicht op hervormingen van justitie, meer gerichte technische bijstand op het gebied van rechtshandhaving en meer steun voor de grondrechten, met inbegrip van gendergelijkheid, het maatschappelijk middenveld, democratisch activisme en onafhankelijke media. Het ministerieel forum EU-Westelijke Balkan inzake justitie en binnenlandse zaken dat plaatsvond in Skopje in november 2019 was een belangrijke mijlpaal op dit vlak, met name voor een verdere versterking van de samenwerking met de EU-agentschappen voor justitie en binnenlandse zaken (JBZ) en de inspanningen op het vlak van veiligheid, corruptiebestrijding en georganiseerde misdaad, en de hervorming van het rechtsstelsel.

Wat het toezicht op justitiële hervormingen betreft, is de nieuwe aanpak van de Commissie gebaseerd op gelijktijdige “collegiale toetsingen” met betrekking tot specifieke kwesties in de overheidsdiensten van elk van de zes partners. In 2019 voltooide de Commissie de drie reeksen collegiale toetsingen die in de strategie waren gepland, met betrekking tot: de handhaving van rechterlijke beslissingen, overheidsopdrachten en corruptie op hoog niveau. Samen met de Wereldbank en de Commissie voor Efficiëntie in Justitie (Cepej) van de Raad van Europa ontwikkelt de Commissie ook nieuwe manieren om geharmoniseerde gegevens uit de rechtsstelsels te verzamelen. In de eerste helft van 2020 zijn een reeks regionale justitiële enquêtes en een geharmoniseerde gegevensverzameling in de regio opgezet. Een belangrijk project op dit gebied is ook het toezicht op processen op het gebied van corruptie en georganiseerde misdaad door de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). De ondertekening van het project door Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Montenegro en Noord-Macedonië is gepland voor binnenkort; de besprekingen met Servië daarentegen zijn nog lopende.

De Commissie is ook begonnen met meer op maat gemaakte technische bijstand, met name adviesmissies waarbij wordt gefocust op hervormingen van justitie en de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie. Momenteel lopen er vier dergelijke adviesmissies in Montenegro, Albanië, Kosovo en Bosnië en Herzegovina; de financiering voor missies in Noord-Macedonië en Servië daarentegen is goedgekeurd en de activiteiten zullen in 2020 van start gaan.

Tot slot werkt de Commissie ook nauw samen met het Europees Fonds voor Democratie ter ondersteuning van onafhankelijke mediaplatformen, het maatschappelijk middenveld en voorvechters van de democratie. Door middel van extra EU-steun heeft het fonds zijn activiteiten uitgebreid tot de Westelijke Balkan met 19 nieuwe subsidies voor 90 onafhankelijke mediaorganisaties.

Vlaggenschipinitiatief 2 – Meer samenwerking op het gebied van veiligheid en migratie betreft het samen met de regio werken aan de aanpak van gemeenschappelijke dreigingen zoals terrorisme, gewelddadig extremisme, radicalisering, georganiseerde misdaad, mensen- of wapenhandel of -smokkel en hybride dreigingen, en aan de capaciteitsopbouw bij de partners voor de aanpak van migratie- en veiligheidsproblemen. Deze activiteiten werden ondersteund door ministeriële vergaderingen in Poznań in juli en in Skopje in november 2019, die cruciaal waren voor de nauwere samenwerking op het vlak van veiligheid, migratie, handvuurwapens en lichte wapens en gezamenlijke terrorismebestrijdingsmaatregelen.

Op het gebied van terrorismebestrijding hebben de Commissie en de partners van de Westelijke Balkan in 2018 overeenstemming bereikt over een gezamenlijk actieplan inzake terrorismebestrijding, en in 2019 zijn zes afzonderlijke actieplannen ontwikkeld en ondertekend, die nu met steun van de Commissie worden uitgevoerd. Het regionale netwerk van nationale coördinatoren ter voorkoming van gewelddadig extremisme, dat in 2018 is opgericht, is volledig operationeel en vergadert regelmatig. De evaluatie van het actieplan 2015-2019 inzake de handel in vuurwapens tussen de EU en Zuidoost-Europa is in juni 2019 afgerond. Op 24 juli 2020 1 werd een nieuw actieplan aangenomen, waarvan de uitvoering met financiering uit de GBVB-begroting en het IPA wordt ondersteund.

De EU is blijven samenwerken met de partners in de Westelijke Balkan in het kader van de EU-beleidscyclus in de strijd tegen georganiseerde en ernstige internationale misdaad en bij de voorbereiding en uitvoering van de jaarlijkse actieplannen. Sinds 2018 is er een toename van de inzet van gemeenschappelijke onderzoeksteams voor gevallen van georganiseerde misdaad. In de periode 2018-2019 werden in totaal 226 zaken geregistreerd waarbij partners van de Westelijke Balkan en Turkije betrokken waren, en werden 16 gezamenlijke onderzoeksteams ingezet. Daarnaast hebben twee landen van de Westelijke Balkan, Bosnië en Herzegovina en Servië, in 2019 voor het eerst deelgenomen aan drie coördinatiecentra. De samenwerking tussen de Westelijke Balkan en Europol is verder versterkt met de door het IPA gefinancierde inzet van verbindingsofficieren voor Albanië, Bosnië en Herzegovina en Servië in 2019-2020, en met nieuwe werkafspraken tussen Europol en Kosovo die in juli 2020 zijn ondertekend.

Wat het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid betreft, heeft de EDEO de verhoogde frequentie van de vergaderingen in het kader van de GBVB-dialoog met de Westelijke Balkan gehandhaafd als aansporing voor de verdere afstemming van de regio op de gemeenschappelijke standpunten van de EU. Er zijn kader-partnerschapsovereenkomsten gesloten met vijf landen van de Westelijke Balkan, die bijdragen aan militaire GVDB-missies en -operaties. Met steun van de EDEO en de Commissie zijn in vier partners in de Westelijke Balkan analyses van de hybride risico’s afgerond om zo hun kwetsbare plekken te beoordelen en gerichter EU-bijstand te kunnen verlenen.

Er is vooruitgang geboekt op het gebied van cyberbeveiliging en de uitvoering van het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit, in samenwerking met het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa), de Europese groep voor opleiding in verband met cybercriminaliteit (ECTEG), Europol en het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol), ondersteund door specifieke regionale IPA-programma’s. Het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit heeft samenwerkingsovereenkomsten ondertekend met vijf landen van de Westelijke Balkan en er worden nauwere betrekkingen met Enisa tot stand gebracht.

Inzake migratie blijft de Commissie, in samenwerking met EU-agentschappen en internationale organisaties, ambitieuze projecten nastreven op het vlak van migratiebeheer, capaciteitsopbouw bij de partners inzake beheer van gemengde migratiestromen, opzetten van asielprocedures, terugkeermechanismen en informatie-uitwisseling. De Commissie heeft ook initiatieven genomen voor een betere coördinatie van het werk van migratie-verbindingsofficieren in de regio en voor een betere uitwisseling van de operationele informatie.

De Commissie is zich blijven inspannen om de betrokkenheid van JBZ-agentschappen in de Westelijke Balkan te vergroten. Naast de werkafspraken met het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving en de samenwerkingsovereenkomsten van Eurojust met Albanië, Montenegro, Noord-Macedonië en Servië, heeft de Commissie de onderhandelingen over de statusovereenkomsten inzake de Europese grens- en kustwacht (Frontex) afgerond met de vijf landen van de regio die grenzen aan de EU. De overeenkomsten met Albanië, Servië en Montenegro zijn ondertekend en de eerste grenswachters zijn ingezet. Eurojust heeft samenwerkingsovereenkomsten gesloten met vier landen van de Westelijke Balkan. De samenwerkingsovereenkomsten die in oktober 2018 met Albanië en in november 2019 met Servië zijn ondertekend, zijn van kracht. Tot slot heeft Europol met vijf landen van de Westelijke Balkan operationele overeenkomsten ondertekend, en met Kosovo een werkregeling over strategische samenwerking. Er is een Europol-verbindingsofficier naar Albanië gestuurd met IPA-steun, terwijl de accreditatie van de verbindingsofficier in Servië nog niet is afgerond.

Vlaggenschipinitiatief 3 – Ondersteuning van de sociaal-economische ontwikkeling is gericht op het stimuleren van vooruitgang met de tenuitvoerlegging van de regionale economische ruimte (REA), het aanpassen van de bestaande investeringskaders om de investeringen in de regio te boosten, een meer strategisch gebruik van de economische-hervormingsprogramma’s en de ondersteuning van onderwijs-, arbeidsmarkt- en sociale hervormingen. De bijeenkomst van de ministers van Economische Zaken in Poznań in juli was een belangrijke mijlpaal op dit prioritaire beleidsterrein, met name de uitvoering van de REA en initiatieven op het gebied van beroepsopleiding, studentenmobiliteit en de erkenning van kwalificaties. Tijdens de eerste ministeriële bijeenkomst EU-Westelijke Balkan over werkgelegenheid en sociale zaken werd gewezen op het belang van een nieuwe versterkte sociale dimensie in de Westelijke Balkan, met meer aandacht voor werkgelegenheid en sociale hervormingen. In 2019 vond ook de achtste jaarlijkse bijeenkomst op ministerieel niveau plaats van het onderwijs- en opleidingsplatform voor de Westelijke Balkan in Belgrado.

De Commissie is, samen met de Raad voor regionale samenwerking, de tenuitvoerlegging van het meerjarige actieplan voor de REA blijven faciliteren. Ondanks een complex politiek klimaat in 2019 kan op dit gebied een aantal verwezenlijkingen worden gemeld, waaronder een overeenkomst inzake certificaten van oorsprong, de goedkeuring van de strategie voor douanerisicobeheer van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst (Cefta), de goedkeuring van het Aanvullend Protocol nr. 6 van de Cefta-overeenkomst betreffende de handel in diensten, de overeenkomst inzake geautoriseerde marktdeelnemers en het feit dat het licht op groen werd gezet voor het openen van onderhandelingen over Aanvullend Protocol nr. 7 betreffende het mechanisme voor de beslechting van handelsgeschillen. Er is een door de EU gefinancierd verslag van de Wereldbank over de diversificatie van de financiële markten in de regio gepubliceerd, dat de basis zal vormen voor de ontwikkeling van toekomstige maatregelen op dit gebied.

De uitbreiding van het investeringskader voor de Westelijke Balkan (WBIF) werd in 2019 voortgezet, waarbij nieuwe en voorheen slapende donoren zich bij het fonds hebben aangesloten en voorbereidingen zijn getroffen voor interventies op nieuwe terreinen, zoals de groene agenda, sociale infrastructuur of de digitale agenda. De regionale jongerengarantieregeling ten belope van 10 miljoen EUR ter ondersteuning van startende ondernemingen, die tot 80 miljoen EUR aan financiering zou kunnen verstrekken, is ook volledig operationeel. De Commissie heeft ook haar steun voor de ontwikkeling van strategieën voor slimme specialisatie uitgebreid naar de Westelijke Balkan, waarbij Montenegro in 2019 de eerste strategie voor slimme specialisatie in de regio heeft aangenomen en Servië begin 2020.

In het kader van de steun van de Europese Unie aan de Westelijke Balkan voor de bestrijding van COVID-19 en het herstel na de pandemie heeft DG NEAR via internationale financiële instellingen een pakket van 455 miljoen EUR vrijgemaakt om de economie weer op gang te brengen en de economische gevolgen van de pandemie te verzachten. Hierbij gaat het onder meer over een pakket speciale maatregelen ten belope van 95 miljoen EUR met een bijkomende inbreng van 60 miljoen EUR voor de faciliteit voor bedrijfsontwikkeling en innovatie voor de Westelijke Balkan van de Wereldbank (WB EDIF), de verwerving van nieuwe aandelen in het kader van het Europees Fonds voor Zuidoost-Europa (EFSE) en het Green for Growth Fund voor een totaalbedrag van 20 miljoen EUR en 15 miljoen EUR als bijdrage aan het regionale programma voor concurrentievermogen van het WB EDIF om aldus de beschikbare liquiditeit te verhogen waarop de kmo’s een beroep kunnen doen om de crisis te overleven.

Het pakket omvat ook de heroriëntatie van de garantie voor de Westelijke Balkan ten belope van 120 miljoen EUR, waarmee in het voorjaar van 2020 drie “specifieke, doelgerichte COVID-19-garanties” werden toegekend om de toegang tot liquiditeit voor kmo’s te ondersteunen en aldus de economische gevolgen van de pandemie te verzachten.

Naast de dringende liquiditeitsbehoeften van kmo’s voorziet het pakket ook in een eerste aanzet voor de herstelfase door, als onderdeel van het pakket, een EU-bijdrage van 30 miljoen EUR aan het nieuwe Fonds voor bedrijfsinnovatie II (ENIF II) en het Fonds voor bedrijfsuitbreiding II (ENEF II) te verstrekken om ervoor te zorgen dat kmo’s toegang hebben tot een gediversifieerde financierings- en liquiditeitsbron, alsook een bijdrage van 8 miljoen EUR aan de ontwikkelingsfaciliteit van het EFSE om technische bijstand te verlenen aan kmo’s en ondernemers.

De economische hervormingsprogramma’s van de EU voor de partners van de Westelijke Balkan zijn nu afgestemd op het Europees Semester, en hun beoordeling door de Commissie is analytischer en meer gericht op de vastgestelde belangrijke structurele uitdagingen voor elke economie. Ook wordt technische bijstand verleend voor de kostenberekening en budgettering van structurele hervormingen. Bovendien is de financiële steun van de EU voor werkgelegenheid, onderwijs, sociale inclusie en gezondheid verbeterd door een aantal nieuwe bilaterale bijstandsprogramma’s en een mobiliteitsregeling voor beroepsonderwijs en -opleiding in de regio. Hiertoe zijn in respectievelijk 2019 en 2020 twee oproepen tot het indienen van voorstellen bekendgemaakt. De in het kader van deze oproepen geselecteerde projecten zullen de internationale mobiliteit van docenten en leerlingen in beroepsonderwijs en -opleiding ondersteunen, evenals de capaciteitsopbouw voor scholen voor beroepsonderwijs of -opleiding. De EU verhoogt haar steun in het kader van Erasmus+ geleidelijk aan totdat deze in 2019 en 2020 zal zijn verdubbeld ten opzichte van 2018.

Vlaggenschipinitiatief 4 – Betere connectiviteit is gericht op de ontwikkeling van verbindingen in de regio op het vlak van vervoer en energie om de handel te vergemakkelijken en economische groei te bevorderen. De acties binnen dit vlaggenschipinitiatief zijn planning en investeringen op het vlak van infrastructuur, en het creëren van een passend regelgevingskader voor regionale marktintegratie. Tijdens de bijeenkomst van de ministers van Energie en Milieu in Podgorica in februari 2019 werd de verklaring over de transitie naar schone energie door alle zes partners van de Westelijke Balkan aangenomen. Hierop werd voortgebouwd op de top van Poznań, waar de partners overeenkwamen een ambitieuze groene agenda voor de regio na te streven, die nu het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan vergezelt.

Op energiegebied bevordert de Commissie de uitbreiding van de EU-energie-unie naar de Westelijke Balkan en de totstandbrenging van één regelgevingsruimte in het kader van het Energiegemeenschapsverdrag. Verdere vooruitgang op dit gebied zal een wijziging van het verdrag vergen en vorderingen bij de normalisering van de betrekkingen tussen Servië en Kosovo. De regio ontvangt nog steeds steun uit een aantal financiële instrumenten, waaronder het Green for Growth Fund en het regionale programma voor energie-efficiëntie, voor de vergroening van de energiesector.

Op het vlak van vervoersbeleid is de Commissie ondersteuning blijven bieden voor de uitvoering van het Verdrag tot oprichting van de Vervoersgemeenschap en de werking van haar secretariaat. Het secretariaat werd officieel geopend in 2019 en de vaste directeur werd in 2020 benoemd. De Vervoersgemeenschap is de onderhandelingen over bilaterale overeenkomsten over de integratie van 32 prioritaire grensovergangen in de regio blijven faciliteren. Zij heeft ook het actieplan voor de regionale spoorwegstrategie en het actieplan voor verkeersveiligheid voor de regio opgesteld, die beide op de top van Poznań zijn goedgekeurd. Bij die gelegenheid is ook een subsidieregeling van 15 miljoen EUR voor verkeersveiligheid ingesteld.

Wat investeringen in infrastructuur betreft, bleef het investeringskader voor de Westelijke Balkan de connectiviteitsagenda in 2019 ondersteunen met de goedkeuring van een pakket van 180 miljoen EUR van 8 nieuwe connectiviteitsprojecten op het gebied van energie en vervoer, zoals aangekondigd op de top van Poznań. Sinds de oprichting van het investeringskader voor de Westelijke Balkan heeft de Commissie via dat instrument 880 miljoen EUR steun verleend aan 39 prioritaire projecten, die op hun beurt ruim 3,2 miljard EUR externe investeringen hebben gegenereerd. Naar verwachting zal de in 2015 gemaakte initiële toezegging van 1 miljard EUR voor de uitvoering van de connectiviteitsagenda eind 2020 gestand zijn gedaan.

Vlaggenschipinitiatief 5 – Digitale Agenda voor de Westelijke Balkan is gericht op de opbouw van de digitale economie en de samenleving in de regio. Sinds de instelling van dit initiatief in 2018 heeft de EU de partners van de Westelijke Balkan toegang gegeven tot Europese digitale fora en groepen. De partners zijn met name waarnemers in de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten, de groep op hoog niveau over de digitale eengemaakte markt en het Orgaan van Europese regulerende instanties voor elektronische communicatie. Er worden inspanningen geleverd om hen te betrekken bij de werkzaamheden van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa).

Een belangrijke verwezenlijking van de agenda in 2019 was de goedkeuring van de nieuwe regionale roamingovereenkomst inzake de afschaffing van intraregionale roamingtarieven in de Westelijke Balkan en de inwerkingtreding ervan in juli 2019.

De Commissie ondersteunt de uitrol van breedband in de regio. Sinds 2018 zijn voor dit doel elf subsidies voor technische bijstand aan vijf begunstigde partners goedgekeurd via het investeringskader voor de Westelijke Balkan uit het pakket van 30 miljoen EUR dat daartoe tijdens de top van Sofia is aangekondigd. Met de goedgekeurde subsidies wordt ondersteuning geboden voor de voorbereiding van projecten voor de uitrol van breedband in plattelandsgebieden, het bevorderen van de digitale connectiviteit van gemeenten (bv. concepten voor een slimme stad) of het beoordelen van het potentieel voor de ontwikkeling van infrastructuur voor high-performance computing.

Het programma van de Connecting Europe Facility heeft een reeks generieke en herbruikbare digitale-diensteninfrastructuren beschikbaar gesteld, zogenaamde bouwstenen, die door partners van de Westelijke Balkan kunnen worden hergebruikt om te voorzien in grensoverschrijdende digitale infrastructuren en diensten en hiermee de grens- en sectoroverschrijdende levering van digitale overheidsdiensten te faciliteren.

Tot slot bleef de Commissie de partners betrekken bij diverse initiatieven van de Gemeenschap op het gebied van digitale vaardigheden, elektronische aanbestedingen, e-overheid en e-gezondheid. Hierbij gaat het onder meer over het netwerk van adviesbureaus voor breedband, Digital Opportunity-stages, het ISA2-programma voor de EU-programmeerweek, het e-gezondheidsnetwerk, de Europese alliantie voor kunstmatige intelligentie en het EU-blockchainwaarnemingscentrum & -forum.

Vlaggenschipinitiatief 6 – Ondersteuning van verzoening en goede nabuurschapsbetrekkingen is gericht op het bevorderen van duurzame en blijvende vrede in de regio door drie thema’s te behandelen: het aanpakken van de erfenis van het verleden, het herstellen van interpersoonlijke contacten tussen gemeenschappen, en het versterken van de samenwerking op gebieden van wederzijds belang. Deze kwesties staan systematisch op de agenda van de vergaderingen van de ministers van Buitenlandse Zaken van de Westelijke Balkan, en van een aantal vergaderingen op hoog niveau over bilaterale kwesties.

Wat het omgaan met de erfenis van het verleden betreft, is de Commissie steun blijven verlenen aan het mechanisme voor de uitoefening van de residuele functies van de internationale straftribunalen en aan Kosovaarse Speciale Kamers om de strijd tegen de straffeloosheid van oorlogsmisdaden op te voeren. Samen met de Internationale Commissie vermiste personen en het Internationale Comité van het Rode Kruis ondersteunt de Commissie de inspanningen om de resterende zaken van vermiste personen op te lossen en hun families bij te staan. De Commissie is ook begonnen met een verkennend onderzoek naar landmijnen in de regio. De Commissie bleef actief steun verlenen aan de oprichting van een regionale waarheidscommissie in de aanloop naar de topontmoetingen in Londen en Poznań, maar de vooruitgang op dit gebied is tot stilstand gekomen. De Commissie is ook steun blijven verlenen aan andere initiatieven van het maatschappelijk middenveld ter bevordering van verzoening en uitwisselingen tussen gemeenschappen op verschillende belangrijke gebieden, zoals de media, mensenrechten en gendergelijkheid.

De Commissie heeft steun verleend aan een aantal succesvolle initiatieven op het gebied van cultuur en sport als vectoren voor intermenselijke contacten en economische groei, onder meer via het platform voor culturele diplomatie, het programma Europa voor de burger, een actie ter bestrijding van de handel in cultuurgoederen in samenwerking met Unesco, een speciale oproep voor organisaties van de Westelijke Balkan in het kader van het programma Creatief Europa, deelname van de Westelijke Balkan aan de EU-week van sport en een proefproject inzake mobiliteit in de sport.

Om jongeren uit de regio dichter bij elkaar te brengen, verleent de EU ook financiële steun aan het regionaal bureau voor jongerensamenwerking (RYCO). Het Jongerenlab voor de Westelijke Balkan is opgezet om jongeren te doen bijdragen aan de beleidsvorming. Daarnaast wordt momenteel een intraregionaal uitwisselingsprogramma voor scholen voorbereid en de EU-regeling voor jonge professionals in de regio wordt vernieuwd. De alumnivereniging van de Westelijke Balkan heeft ook haar eerste algemene vergadering gehouden en de eerste twee ronden van lokale projecten geselecteerd. Tot slot werd de samenwerking met het programma voor grensoverschrijdende samenwerking verder versterkt op gebieden van wederzijds belang, zoals toerisme, werkgelegenheid, arbeidsmobiliteit en natuurlijk erfgoed.

De Commissie is voornemens voort te bouwen op bovenstaande resultaten in 2020 om de in de strategie voor de Westelijke Balkan aangegane verbintenissen volledig na te komen. Waar passend zullen zij verder worden uitgewerkt tot acties in het kader van het pact voor economische ontwikkeling en investeringen 2020. Voortdurende betrokkenheid en constructieve regionale samenwerking van de partners van de Westelijke Balkan en van de lidstaten en andere internationale instellingen zal essentieel zijn voor de verwezenlijking van deze ambitieuze doelstellingen op het gebied van regionale samenwerking.



BIJLAGE 3

STATISTISCHE GEGEVENS (op 3.4.2020)

Demografie

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo*

EU-27

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Totaal bevolking (x 1000)

622,4

622,4

2 073,7

2 075,3

2 876,6

2 870,3

7 040,3

7 001,4

79 815

80 811

3 509,7

3 502,6

1 783,5e

1 798,5e

445 534p

446 098p

Aandeel 15-64 jaar in totale bevolking (%)

67,4

67,2

70,2

69,9

68,7

68,8

66,3

65,7

68,0

67,9

:

:

66,8

66,8

65,1

64,8p

Ruw cijfer nationale bevolkingsontwikkeling (per 1 000 inwoners)

1,5

1,2

0,7

0,8

3,0

2,5

-5,5

-5,4

10,8

10,1

-2,0

:

8,2e

10,3e

-0,8

-1,0p

Levensverwachting bij geboorte, mannen (jaren)

73,9

74,5

74,1

74,6

77,1

77,4

73,1

73,5

75,7

76,2

:

:

:

:

78,1

78,2p

Levensverwachting bij geboorte, vrouwen (jaren)

79,2

79,3

77,9

78,8

80,1

80,5

78,1

78,4

81,3

81,6

:

:

:

:

83,6

83,7p

Arbeidsmarkt

Voetnoot

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Economische activiteit, personen 20-64 jaar: deel van de bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

1)

69,3

70,5

70,3

70,4

73,9

74,8

71,2

72,5

61,9

62,3

58,4

58,4

49,0

46,6

77,5

77,9

Economische activiteit, mannen 20-64 jaar: deel van de mannelijke bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

1)

77,0

78,6

84,4

84,2

84,3

84,5

78,8

80,2

83,7

83,8

71,3

71,7

75,1

72,7

83,6

84,0

Economische activiteit, vrouwen 20-64 jaar: deel van de vrouwelijke bevolking tussen 20 en 64 jaar dat economisch actief is (%)

1)

61,7

62,5

55,7

56,3

63,5

65,4

63,6

64,8

40,0

40,8

45,6

45,0

22,6

20,7

71,4

71,8

Arbeidsparticipatie personen 20-64 jaar (% van bevolking), totaal

Totaal

58,2

59,8

54,8

56,1

63,9

65,6

61,5

63,1

55,3

55,6

46,6

47,7

34,4

33,2

71,3

72,3

Mannen

65,2

66,7

65,6

66,6

72,1

73,9

68,5

70,5

76,1

76,0

58,1

59,5

54,0

52,6

77,2

78,2

Vrouwen

51,4

52,9

43,7

45,2

55,6

57,4

54,5

55,8

34,4

35,2

35,1

35,8

14,6

14,1

65,4

66,4



Arbeidsmarkt, vervolg

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo

EU-27

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Personen tussen 15-24 jaar die niet werken en geen onderwijs of opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

16,7

16,2

24,9

24,1

25,9

26,5

17,2

16,5

24,2

24,5

24,3

21,6

27,4

30,1

11,0

10,5

Personen tussen 15-29 jaar die niet werken en geen onderwijs of opleiding volgen, % van bevolking in leeftijdsgroep

21,4

21,0

31,1

29,8

29,7

28,6

21,7

20,1

27,5

27,7

28,8

25,5

35,0

37,3

13,7

13,1

Werkgelegenheid belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

7,9

8,0

16,2

15,7

38,2e

37,4e

17,2

15,9

19,4

18,4

18,9

15,7

4,4

3,5

4,7

4,5

Industrie (%)

9,5

9,9

22,5

22,6

12,5e

12,7e

21,2

22,5

19,1

19,7

22,2

23,5

17,4

14,3

18,3

18,2

Bouw (%)

7,6

9,0

7,2

7,4

6,9e

7,0e

4,1

4,4

7,4

6,9

7,3

8,7

12,9

11,9

6,6

6,7

Diensten (%)

75,0

73,1

53,2

52,9

42,4e

42,9e

57,5

57,2

54,1

54,9

51,6

52,1

65,3

70,3

70,4

70,6

Aantal mensen dat werkzaam is in de publieke sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

2)

32,6

31,7

:

:

16,4e

15,9e

27,8

27,3

13,3

15,4

18,4

18,4

28,4

30,8

:

:

Aantal mensen dat werkzaam is in de particuliere sector als % van totale werkgelegenheid, 20-64 jaar (%)

2)

45,1

63,2b

:

:

83,6e

84,1e

72,2

72,7

86,7

84,6

81,6

81,6

71,6

69,2

:

:

Werkloosheid (% totale beroepsbevolking)

Totaal

1)

16,1

15,2

22,4

20,7

13,7e

12,3e

13,6

12,8

10,9

10,9

20,7

18,5

30,3

29,4

8,2

7,3

Mannen

1)

15,4

15,3

22,7

21,3

14,6e

12,7e

13,0

12,1

9,4

9,5

19,0

17,3

28,5

28,3

7,9

7,0

Vrouwen

1)

16,9

15,1

21,8

19,9

12,6e

11,9e

14,4

13,8

13,9

13,8

23,3

20,5

36,4

33,3

8,5

7,6

Jongeren, 15-24 jaar

1)

31,7

29,4

46,7

45,4

31,9e

28,3e

31,9

29,7

20,5

20,1

45,8

38,8

52,7

55,4

18,0

16,1

Langdurig (>12 maanden)

1)

12,4

11,4

17,4

15,5

8,9e

8,3e

8,2

7,6

2,4

2,5

17,0

15,2

21,7

17,2

3,8

3,2

Gemiddelde nominale maandlonen en -salarissen (EUR)

3)

510

511

372

395

365

397

544

580b

555

:

435

449

528

558

:

:



Onderwijs

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo

EU-27

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Schooluitval: percentage van de bevolking 18-24 jaar met ten hoogste lager middelbaar onderwijs dat geen verder onderwijs/opleiding volgt (%)

5,4

4,6

8,5

7,1

19,6

17,4

6,2

6,8

32,5

31,1

5,1

5,4

12,2

9,6

10,6

10,5

Overheidsuitgaven voor onderwijs t.o.v. bbp (%)

:

:

:

:

3,1p

3,2p

3,7

3,6

4,2

4,2

:

:

4,4

4,5

:

:

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, totaalcijfer

4,9

3,9

9,3

8,1

:

:

6,8

7,5

42,8

41,4

6,1u

6,5u

13,8

12,9

17,0

16,8

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, mannen

4,9

3,6

8,8

6,6

:

:

7,3

7,7

42,9

41,8

6,1u

6,3u

12,8

12,0

19,5

19,3

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat ten hoogste lager secundair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

4,9

4,2

9,8

9,7

:

:

6,3

7,3

42,7

41

6,2u

6,6u

14,9

14,0

14,4

14,2

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, totaalcijfer

86,9

84,6

80,3

82,5

:

:

85,0

85,6

36,1

37,3

86,9

87,1

70,8

78,9

66,7

66,7

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, mannen

90,6

88,2

83,7

87

:

:

86,3

87,3

39,4

40,2

89,4

89,4

74,2

81,0

67,4

67,4

Percentage van de bevolking van 20-24 jaar dat hoger secundair of postsecundair niet-tertiair onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

82,9

80,7

76,7

77,8

:

:

83,5

83,8

32,9

34,5

84,0

84,4

66,9

76,6

66,0

66,0

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, totaal

34,0

32,4

30,5

33,3

23,5e

27,3e

31,4

32,8

27,3

28,8

23,8

23,5

21,8

20,9

38,4

39,3

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, mannen

30,0

29,3

24,6

26,4

21,1e

22,5e

25,4

26,4

28,6

30,2

19,4

18,8u

22,4

20,9

33,1

34,0

Percentage van de bevolking 30-34 jaar dat hoger onderwijs heeft gevolgd, vrouwen

37,7

35,5

36,8

40,4

26,0e

33,2e

37,6

39,4

26,0

27,4

28,4

28,4

21,2

20,8

43,8

44,7



Nationale rekeningen

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo

EU-27

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Bruto binnenlands product

In lopende prijzen (miljard EUR)

4,3

4,7

10,0e

10,7p

11,6p

12,8e

39,2

42,9

754,9

652,5

16,0

16,8

6,4

6,7

13 046,8

13 484,8

Per hoofd van de bevolking (EUR)

6 910

7 490

4 840e

5 150p

4 020p

4 460e

5580

6140

9400

8 020

4 580

4 780p

3 580e

3 740e

29 230

30 160

In koopkrachtstandaard (KKS) per hoofd van de bevolking

13 420

14 390

10 670e

11 370p

8 960p

9 290e

11 390

12 120

19 540

19 730

9 100

9 470p

:

:

29 230

30 160

In KKS per hoofd van de bevolking in vergelijking met EU-gemiddelde (EU-27 = 100)

45,9

47,7

36,5e

37,7p

30,7p

30,8e

39,0

40,2

66,9

65,4

31,1

31,3p

:

:

-

-

Jaarlijkse reële procentuele wijziging (volume) t.o.v. vorig jaar (%)

4,7

5,1

1,1

2,7p

3,8p

4,1e

2,0

4,4

7,5

2,8

3,2

3,1

4,2

3,8

2,7

2,1

Bruto toegevoegde waarde belangrijkste sectoren

Landbouw, bosbouw en visserij (%)

8,4

8,2

9,1

9,8p

21,8p

21,0e

7,3

7,7

6,9

6,5

6,6

7,0

11,4

8,9

1,9

1,8

Industrie (%)

11,3

12,5

20,5

21,4p

12,8p

13,9e

26,5

25,4

23,3

24,9

23,3

23,0

21,8

21,8

20,3

20,1

Bouw (%)

6,9

7,0

7,5

6,2p

10,5p

10,4e

5,0

5,4

9,7

8,0

4,7

4,7

9,9

10,8

5,2

5,4

Diensten (%)

73,4

72,3

62,9

62,6p

54,9p

54,7e

61,2

61,5

60,1

60,6

65,4

65,3

56,9

58,5

72,6

72,7

Betalingsbalans

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (in miljoen EUR)

484,3

322,5

180,0

603,7

993,8

1 022,2

2 418,1

3 187,9

7 277,2

:

329,7

428,3

212,0

:

28 665,4

36 000,0

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) (% van bbp)

11,3

6,9

1,8

5,6p

8,6p

8,0

6,2

7,4

1,0

:

2,1

2,6

3,3

:

0,2

0,3

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vgl met EU-27 (in miljoen EUR)

166,0

-61,9

78,9

290,0p

:

:

1 634,6

1 865,8

:

:

:

:

:

:

-

-

Netto buitenlandse directe investeringen (inkomende minus uitgaande) in vgl met EU-27 (% bbp)

3,9

-1,3

0,8

2,7p

:

:

4,2

4,4

:

:

:

:

:

:

-

-

Overmakingen (% van bbp)

4,7

4,9

1,9

1,9p

5,5p

5,2

7,6

8,0

0,0

0,0

8,4

8,2

11,8

11,9

0,1

0,1



Externe handel in goederen

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo

EU-27

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Aandeel uitvoer naar EU-27 in totale uitvoer (%)

33,4

43,0

79,7

80,3

77,0

75,9

65,7

67,0

40,9

43,3

70,4

72,2

22,0

27,4

-

-

Aandeel invoer uit EU-27 in totale invoer (%)

46,4

47,1

52,8

52,9

60,8

60,0

57,5

55,9

33,6

32,9

60,0

59,7

42,3

42,7

-

-

Handelsbalans (in miljoen EUR)

-1 932

-2 153

-1 818

-1 804

-2 622

-2 595

-3 194

-4 424

-67 771

-46 047

-3 646

-3 770

-2 669

-2 980

223 067

152 317

Internationale handel in goederen en diensten tov bbp

Invoer (% bbp)

64,5

66,7

69,0

73,2p

46,6p

45,4e

57,1

59,3

29,3

30,6

56,4

56,9

52,5

55,6

44,1

45,0

Uitvoer (% van bbp)

41,1

42,9

55,1

60,6p

31,6p

31,7e

50,5

50,8

24,8

29,5

40,1

41,4

26,7

26,4

48,5

49,2

Overheidsfinanciën

Voetnoot

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

** Overheidsoverschot (+) / -tekort (–)
(% van bbp)

-5,7

-3,9

-2,7

-1,8

-2

-1,6

1,1

0,6e

-2,8

-2,8

2,6

1,6

:

:

-0,8

-0,4

** Overheidsschuld (% van bbp)

64,2

70,9e

39,4

40,6

66,9

65,1

58,7

54,4e

28,2

30,4

36,1

40,8

16,6e

17,1e

81,6

79,7

Financiële indicatoren

Voetnoot

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Jaarlijkse verandering consumentenprijzen (%)

4)

2,8

2,9

2,1

2,3

3,2

1,8

3,3

2,0

11,1

16,3

0,8

1,4

1,5

1,1

1,6

1,8

** Particuliere schuld, geconsolideerd, t.o.v. bbp (%)

5)

:

:

:

:

:

:

:

:

13,9

:

3,2

3,4

:

:

134,7

133,2p

Totale buitenlandse schuld t.o.v. bbp (%)

160,6

164,7

73,4

73,3p

68,7p

65,3

65,1

62,5

53,4

:

67,5

68,0

32,6

:

:

:

Totale schuld in vreemde valuta, t.o.v. bbp (%)

6)

:

:

:

:

68,7

65,3

:

:

:

:

:

:

:

:

:

:

Rente op leningen (1 jaar), per jaar (%)

7)

6,81

6,36

3,75

3,00

5,98

5,66

5,00

4,25

18,12

3,88

3,52

6,83

6,65

:

:

Depositorente (1 jaar), per jaar (%)

8)

0,69

0,56

0,25

0,15

0,75

0,73

2,00

1,75

13,53

:

0,06

0,05

1,04

1,31

:

:

Waarde van reserves (inclusief goud) (in miljoen EUR)

847,2

1 049,8

2 336,3

2 867,1

2 995,9

3 399,0

9 961,6

11 261,8

95 361,6

:

5 427,0

5 944,1

683,4

:

:

:

Internationale reserves (uitgedrukt in maanden invoer)

3,7

4,0

4,1

4,4

6,7

7,0

5,4

5,3

5,2

:

7,1

7,3

2,4

:

:

:



Bedrijfsleven

Voetnoot

Montenegro

Noord-Macedonië

Albanië

Servië

Turkije

Bosnië en 
Herzegovina

Kosovo

EU-27

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Index industriële productie (2015 = 100)

93,0

113,8

103,6

109,2

81,4

96,6

109,3

110,8

112,7

114,1

107,6

109,4

:

:

105,2

106,4

Infrastructuur

Voetnoot

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Dichtheid spoorwegnetwerk (aantal operationele lijnen per duizend km²)

9)

18,4

18,4

27,4

27,4

12,2

12,2

48,6

48,1

13,3

13,5

20,0

20,0

30,9

30,9

48,2

47,9e

Aantal kilometer autosnelweg

0z

0z

259

287

:

:

963

963

2 657

2 842

172

198

108

119

:

:

Energie

Voetnoot

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

2017

2018

Netto invoer van energie t.o.v. bbp

4,9

4,1

5,9

6,3

2,5

1,4

4,3

4,9

1,5

2,1

5,5

5,1

5,4

6,3

1,7

2,1

Bron: Eurostat en de statistische instanties in de Westelijke Balkan en Turkije

: = niet beschikbaar

b = onderbreking van serie

e = schatting

p = voorlopig

z = geen

u = geringe betrouwbaarheid

- = niet van toepassing

* = Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

** = De cijfers met betrekking tot het overheidstekort en de overheidsschuld van de uitbreidingslanden worden vermeld “zoals deze zijn”, zonder enige garantie wat betreft de kwaliteit of de conformiteit met ESER-regels.

Voetnoten:

1)

Turkije: onder werkloosheid worden mensen opgenomen die de afgelopen vier weken actief naar werk hebben gezocht.

2)

Bosnië en Herzegovina: de openbare sector omvat secties O, P en Q van de NACE rev. 2, de particuliere sector omvat de andere NACE-secties.

Montenegro: zonder ngo’s; gegevens 2017 hebben betrekking op het aantal werknemers (in particuliere of openbare sector) als percentage van het totale aantal werkende personen.

3)

Bosnië en Herzegovina: nettoloon.

Servië: 2017, lonen en salarissen die zijn betaald aan werknemers van ondernemingen met of zonder rechtspersoonlijkheid; 2018, totaalbedrag van de toegerekende inkomsten per voltijdequivalent.

4)

Geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen, met uitzondering van Bosnië en Herzegovina.

5)

Bosnië en Herzegovina: gegevens voor monetaire financiële instellingen. 2018, in verhouding tot het bbp voor 2017.

Turkije: schuldbewijzen en leningen.

6)

Albanië: externe schuld (met inbegrip van buitenlandse directe investeringen).

7)

Albanië: gewogen gemiddelde rentepercentage dat gedurende die maand wordt toegepast op nieuwe leningen met looptijd van twaalf maanden.

Bosnië en Herzegovina: kortetermijnkredietrente voor niet-financiële ondernemingen in nationale valuta (gewogen gemiddelde). 2018, gegevens voor november.

Montenegro: gewogen gemiddelde effectieve rente, uitstaande bedragen, per jaar.

Noord-Macedonië: eind van het jaar (31 december).

8)

Albanië: depositorente vertegenwoordigt gewogen gemiddelde van rente gedurende die maand voor nieuwe deposito’s met looptijd van twaalf maanden.

Bosnië en Herzegovina: termijndeposito’s voor huishoudens in nationale valuta (gewogen gemiddelde). 2018, gegevens voor november.

Montenegro: gewogen gemiddelde effectieve rente, uitstaande bedragen, per jaar.

Noord-Macedonië: eind van het jaar (31 december).

9)

Servië: onderschatting omdat de dichtheid is berekend in verhouding tot de totale oppervlakte (inclusief binnenwateren) in plaats van de landoppervlakte.

Turkije: alleen hoofdlijnen.

(1)

COM(2020) 608 final.

Top