EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

EU-richtsnoeren over foltering en andere wrede behandeling

SAMENVATTING VAN:

Richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

SAMENVATTING

WAT DOEN DEZE RICHTSNOEREN?

Bij het contact met derde landen vormen deze richtsnoeren voor de EU een praktisch hulpmiddel om foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende bestraffing (zoals lijfstraffen tijdens gevangenschap) te bestrijden.

KERNPUNTEN

De EU bestrijdt foltering en wrede behandeling door steun aan internationale aktes (zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, Verdragen van Genève, Statuut inzake het Internationaal Strafhof, enz.), en door maatregelen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU (GBVB), zoals regulering van de handel in martelwerktuigen.

Het EU-beleid ten aanzien van derde landen om foltering en wrede behandeling te bestrijden bestaat uit:

  • het aangaan van politieke dialogen met derde landen en regionale organisaties. De richtsnoeren voor mensenrechtendialogen bevatten daar duidelijke voorwaarden en principes voor;
  • het nemen van politieke stappen en het doen van openbare verklaringen waarin er bij toepasselijke landen wordt aangedrongen op doeltreffende maatregelen tegen foltering en andere wrede behandeling;
  • het bevorderen van samenwerking met het maatschappelijk middenveld bij bilaterale en multilaterale samenwerking, in het bijzonder in het kader van het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie, dat steun geeft aan de strijd van ngo's tegen foltering;
  • de rol van waarnemer die EU-vertegenwoordigers vervullen bij rechtszaken waarbij de vrees bestaat dat de verdachte foltering of wrede behandeling heeft moeten ondergaan.

In het kader van deze richtsnoeren dringt de EU bij derde landen aan op de volgende maatregelen:

  • het voorkomen, verbieden en veroordelen van foltering en wrede behandeling;
  • het naleven en in de praktijk brengen van internationale normen en procedures (bijvoorbeeld het antimartelverdrag van de Verenigde Naties);
  • het creëren van waarborgen en procedures voor detentiecentra;
  • het rehabiliteren en schadeloos stellen van slachtoffers;
  • het verankeren van garanties in de nationale wetgeving;
  • het bestrijden van straffeloosheid;
  • de vorming van groepen die speciale aandacht nodig hebben (zoals vluchtelingen, asielzoekers en gevangenen);
  • het toestaan van gestructureerd toezicht op detentie;
  • het oprichten van nationale instellingen voor het voorkomen van foltering;
  • het versterken van het justitiële systeem;
  • het effectief trainen van medewerkers bij politie en defensie en in de gezondheidszorg in de omgang met foltering en wrede behandeling;
  • het voorkomen van enige vorm van intimidatie of vergelding;
  • het uitvoeren van lijkschouwingen.

ACHTERGROND

Respect voor mensenrechten is een van de belangrijkste punten in de buitenlandse betrekkingen van de EU. Het bestrijden van foltering en wrede behandeling is daar een noodzakelijk onderdeel van, ondanks de vele bestaande internationale aktes die deze ernstige schending van de menselijke waardigheid verbieden.

Het beleid van de EU, dat door alle EU-landen ten zeerste wordt gesteund, heeft tot doel om foltering en wrede behandeling te voorkomen en uit te roeien en om tegen te gaan dat degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn vrijuit gaan. Dit werk is een aanvulling op het EU-beleid ter bestrijding van de doodstraf.

BESLUIT

Richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing — Een herziening van Richtsnoeren 6129/1/12 REV1 van 20 maart 2012

Laatste bijwerking 08.03.2016

Top