EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Identificatie en registratie van schapen en geiten

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 21/2004 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten

WAT IS HET DOEL VAN DEZE VERORDENING?

Deze verordening moet de traceerbaarheid* van schapen en geiten verzekeren door de landen van de Europese Unie (EU) te verplichten een eenvormige identificatie- en registratieregeling in te voeren.

KERNPUNTEN

  • Elk EU-land dient een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten in te voeren met de volgende elementen:
    • een identificatiemiddel voor elk dier;
    • een register voor elk bedrijf met informatie over het bedrijf, de personen die verantwoordelijk zijn voor de dieren, de activiteit, het productietype en de gehouden dieren;
    • verplaatsingsdocumenten, die drie jaar moeten worden bijgehouden, wat echter facultatief is indien het land een centraal geautomatiseerd gegevensbestand heeft met informatie over de verplaatsingen van dieren;
    • een centraal register of geautomatiseerd gegevensbestand van alle bedrijven en verplaatsingen van groepen dieren op nationaal niveau.
  • Alle schapen en geiten moeten twee identificatiemiddelen hebben met hetzelfde unieke individuele identificatienummer. Een daarvan moet een elektronisch identificatiemiddel zijn.
  • Een zichtbaar identificatiemiddel is een conventioneel oormerk, maar kan ook, enkel bij geiten, een merkteken aan de poot (enkelband) zijn. Er kan ook een tatoeage worden gebruikt, behalve voor dieren die voor het handelsverkeer tussen EU-landen bestemd zijn. Een elektronisch identificatiemiddel is doorgaans een elektronisch oormerk, maar er kan ook worden gebruikgemaakt van een bolustransponder (een elektronisch identificatiemiddel dat door het dier wordt ingeslikt en kan worden gescand).
  • Voor dieren die bestemd zijn om te worden geslacht voordat ze twaalf maanden oud zijn en die niet voor het handelsverkeer binnen de EU of voor uitvoer naar niet-EU-landen bestemd zijn, kan als identificatiemethode één zichtbaar conventioneel oormerk worden toegestaan.
  • Op de identificatiemerken moeten het geboorteland en de individuele diercode worden vermeld.
  • Identificatie moet worden uitgevoerd binnen zes maanden na de geboorte van het dier en in elk geval voordat het dier het geboortebedrijf verlaat. Die termijn kan worden verlengd tot ten hoogste negen maanden voor dieren die worden gehouden in extensieve houderijsystemen of in openluchtfokkerijen. Dieren die worden ingevoerd uit niet-EU-landen, moeten binnen veertien dagen worden geïdentificeerd.
  • EU-landen met niet meer dan 600 000 schapen en geiten kunnen deze elektronische identificatie echter facultatief stellen voor dieren die niet voor het handelsverkeer binnen de EU bestemd zijn. EU-landen met niet meer dan 160 000 geiten kunnen deze elektronische identificatie ook facultatief stellen voor geiten die niet voor het handelsverkeer binnen de EU bestemd zijn.
  • De EU-landen passen sancties toe indien de verordening wordt overtreden.
  • Deze verordening zal worden ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) 2016/429 vanaf 20 april 2021.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is van toepassing sinds 29 januari 2004 met uitzondering van de artikelen 14, 15 en 16, die van toepassing zijn sinds 9 juli 2005. Bepaalde facultatieve regels zijn verplicht sinds 1 januari 2010.

* KERNBEGRIPPEN

Traceerbaarheid: de mogelijkheid om een voor consumptie bestemd levensmiddel, diervoeder, voedselproducerend dier of stof door alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren en te volgen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor schapen en geiten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Richtlijnen 92/102/EEG en 64/432/EEG (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 8-17)

De opeenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 21/2004 zijn opgenomen in de basistekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Beschikking 2006/968/EG van de Commissie van 15 december 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft richtsnoeren en procedures voor de elektronische identificatie van schapen en geiten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 6522) (PB L 401 van 30.12.2006, blz. 41-45)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 1505/2006 van de Commissie van 11 oktober 2006 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 21/2004 van de Raad wat betreft de minimaal te verrichten controles in verband met de identificatie en registratie van schapen en geiten (PB L 280 van 12.10.2006, blz. 3-6)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid („diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1-208)

Laatste bijwerking 04.10.2016

Top