EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Richtsnoeren betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, VWEU (oud artikel 81, lid 3, VEG)

 

SAMENVATTING VAN:

Richtsnoeren betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag

WAT IS HET DOEL VAN DE MEDEDELING?

  • Artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (oud artikel 81 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG)) voorziet in een verbod op handelspraktijken tussen EU-landen die de mededinging kunnen verhinderen, beperken of verstoren. In de richtsnoeren van de Europese Commissie wordt evenwel erkend dat sommige beperkende overeenkomsten economische voordelen kunnen opleveren die opwegen tegen de negatieve effecten van de mededingingsbeperking.
  • De richtsnoeren bevatten een interpretatie van de manier waarop uitzonderingen kunnen worden vastgesteld en bieden aanwijzingen over hoe artikel 101, lid 3, in individuele zaken moet worden toegepast.

KERNPUNTEN

Artikel 101, lid 1, VWEU omvat een verbod op alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen die de handel tussen EU-landen ongunstig beïnvloeden en die de mededinging kunnen verhinderen, beperken of verstoren. In artikel 101, lid 3, wordt erkend dat sommige beperkende overeenkomsten objectieve economische voordelen kunnen opleveren die opwegen tegen de negatieve effecten van de mededingingsbeperking en worden dergelijke overeenkomsten vrijgesteld van dit verbod.

Artikel 101, lid 3, kan worden toegepast op individuele zaken of, via een groepsvrijstellingsverordening, op groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen.

De richtsnoeren betreffen individuele zaken en geven voor elk van de vier voorwaarden van artikel 101, lid 3, aanwijzingen over de toepassing ervan.

Deze vier voorwaarden zijn:

  • de beperkende overeenkomst dient bij te dragen tot de verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang;
  • gebruikers moeten een billijk aandeel ontvangen van de uit de beperkende overeenkomst voortvloeiende voordelen;
  • de beperkingen moeten onmisbaar zijn voor het bereiken van deze doelstellingen; en
  • de overeenkomst mag de partijen niet de mogelijkheid geven om de mededinging uit te schakelen voor een wezenlijk deel van de betrokken producten.

VANAF WANNEER IS DE MEDEDELING VAN TOEPASSING?

De mededeling is van toepassing sinds 27 april 2004.

ACHTERGROND

Zie ook:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Mededeling van de Commissie — Richtsnoeren betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag (PB C 101 van 27.4.2004, blz. 97-118)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde Deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VII — Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgevingen — Hoofdstuk 1 — Regels betreffende de mededinging — Eerste afdeling — Regels voor de ondernemingen — Artikel 101 (oud artikel 81 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 88-89)

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1-25)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1/2003 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

Laatste bijwerking 29.05.2020

Top