EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0181

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/181 van de Commissie van 18 oktober 2017 tot wijziging van bijlage III ter bij Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

C/2017/6902

OJ L 40, 13.2.2018, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/02/2019; stilzwijgende opheffing door 32019R0125

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2018/181/oj

13.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 40/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/181 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2017

tot wijziging van bijlage III ter bij Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad van 27 juni 2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (1), en met name artikel 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig de artikelen 7 ter en 7 sexies van Verordening (EG) nr. 1236/2005 is een vergunning vereist voor de uitvoer van bepaalde goederen die zouden kunnen worden gebruikt voor de doodstraf en voor tussenhandeldiensten of technische bijstand met betrekking tot die goederen, die in bijlage III bis bij die verordening zijn vermeld.

(2)

Een algemene Unie-uitvoervergunning, die is beschreven in bijlage III ter bij die verordening, is van toepassing op de uitvoer naar landen die de doodstraf voor alle misdaden hebben afgeschaft en die deze afschaffing hebben bevestigd met een internationale verbintenis, indien de voorwaarden en eisen voor het gebruik van die vergunning zijn vervuld. In deel 2 van de genoemde bijlage worden de betrokken landen vermeld.

(3)

Wat betreft landen die geen lid zijn van de Raad van Europa, omvat die lijst de landen die niet alleen de doodstraf voor alle misdaden hebben afgeschaft, maar ook het tweede facultatief protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten hebben geratificeerd zonder enig voorbehoud te maken.

(4)

Nu de Dominicaanse Republiek, Sao Tomé en Principe, en Togo dat protocol zonder enig voorbehoud hebben geratificeerd, voldoen zij aan de voorwaarden om in die lijst te worden opgenomen.

(5)

Verordening (EG) nr. 1236/2005 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(6)

Om te vermijden dat buitensporige lasten worden opgelegd aan uitvoerders en bevoegde autoriteiten, dienen de eerstgenoemden zo snel mogelijk te kunnen steunen op de gewijzigde algemene Unie-uitvoervergunning. Deze verordening dient derhalve onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage III ter bij Verordening (EG) nr. 1236/2005 wordt de lijst in deel 2 — Bestemmingen als volgt gewijzigd:

1)

Na Djibouti wordt „Dominicaanse Republiek” ingevoegd.

2)

Na San Marino wordt „Sao Tomé en Principe” ingevoegd.

3)

Na Seychellen wordt „Togo” ingevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 200 van 30.7.2005, blz. 1.


Top