EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0049

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/49 van de Commissie van 11 januari 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad naar aanleiding van een nieuw onderzoek ten behoeve van een „nieuwe exporteur” op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad

C/2018/0011

OJ L 7, 12.1.2018, p. 31–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/08/2019: This act has been changed. Current consolidated version: 12/01/2018

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/49/oj

12.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 7/31


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/49 VAN DE COMMISSIE

van 11 januari 2018

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad naar aanleiding van een nieuw onderzoek ten behoeve van een „nieuwe exporteur” op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) („de basisverordening”), en met name artikel 11, lid 4, artikel 13, lid 4, en artikel 14, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   GELDENDE MAATREGELEN

(1)

Op 29 mei 2013 heeft de Raad, naar aanleiding van een tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening, bij Verordening (EU) nr. 502/2013 (2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 (3) tot instelling van een definitief antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China gewijzigd („de bestaande maatregelen”).

(2)

Op dezelfde dag heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 (4) de maatregelen met betrekking tot de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China („VRC”) uitgebreid tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië („de maatregelen zoals uitgebreid”).

(3)

Op 18 mei 2015 heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/776 (5) de maatregelen met betrekking tot de invoer van rijwielen van oorsprong uit de VRC uitgebreid tot de invoer van rijwielen verzonden uit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen.

B.   HUIDIGE PROCEDURE

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

(4)

De Commissie heeft op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de basisverordening een verzoek ontvangen om vrijstelling van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de VRC, die zijn uitgebreid tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië.

(5)

Het verzoek is op 13 september 2016 ingediend door Look Design System SA („de indiener van het verzoek”), een in Tunesië („het betrokken land”) gevestigde producent-exporteur van rijwielen.

(6)

De indiener van het verzoek heeft aangevoerd dat hij niet is verbonden met een exporteur of producent in het betrokken land waarvoor de maatregelen zoals uitgebreid met betrekking tot rijwielen gelden.

(7)

De indiener van het verzoek heeft tevens aangevoerd dat hij geen rijwielen naar de Unie heeft uitgevoerd gedurende de verslagperiode die is gebruikt in het kader van het onderzoek dat tot de maatregelen zoals uitgebreid heeft geleid, te weten de periode van 1 september 2011 tot en met 31 augustus 2012 („de oorspronkelijke verslagperiode”).

(8)

Bovendien is er volgens hem geen sprake van dat hij de bestaande maatregelen heeft ontweken.

(9)

Ten slotte heeft de indiener van het verzoek bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat hij het onderzochte product in augustus 2016 naar de Unie heeft uitgevoerd.

2.   Opening van een nieuw onderzoek ten behoeve van een nieuwe exporteur

(10)

Daar zij tot de conclusie was gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal was om de opening van een onderzoek op grond van artikel 11, lid 4, en artikel 13, lid 4, van de basisverordening te rechtvaardigen met het oog op de vaststelling of de indiener van het verzoek van de maatregelen zoals uitgebreid kan worden vrijgesteld, en dat de betrokken bedrijfstak van de Unie in de gelegenheid is gesteld opmerkingen te maken, heeft de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/777 (6) met betrekking tot de indiener van het verzoek een nieuw onderzoek geopend ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013.

(11)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/777 is het bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 ingestelde antidumpingrecht op rijwielen ingetrokken ten aanzien van het onderzochte product dat door de indiener van het verzoek wordt vervaardigd en naar de Unie wordt uitgevoerd. Tegelijkertijd is de douaneautoriteiten overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening opgedragen de nodige maatregelen te nemen om deze invoer te registreren.

3.   Onderzocht product

(12)

Bij het onderzochte product gaat het om rijwielen (bakfietsen daaronder begrepen, doch met uitzondering van eenwielers), zonder motor, verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8712 00 30 en ex 8712 00 70 (Taric-codes 8712003010 en 8712007091).

4.   Betrokken partijen

(13)

De Commissie heeft de bedrijfstak van de Unie, de indiener van het verzoek en de vertegenwoordigers van het land van uitvoer officieel in kennis gesteld van de opening van het nieuwe onderzoek. Alle belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en te worden gehoord.

(14)

De Commissie heeft de indiener van het verzoek een aanvraagformulier voor vrijstelling toegezonden, dat binnen de daarvoor vastgestelde termijn ingevuld is teruggestuurd.

(15)

De Commissie heeft alle gegevens gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of er sprake is van een nieuwe exporteur, alsook om het door de indiener van het verzoek ingediende verzoek om vrijstelling van de maatregelen zoals uitgebreid te kunnen beoordelen. Er zijn controles ter plaatse uitgevoerd bij de indiener van het verzoek in Tunesië.

5.   Verslagperiode en onderzoektijdvak

(16)

De verslagperiode liep van 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017 en het voor de beoordeling van de corrigerende werking van de maatregelen relevante onderzoek had betrekking op de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 maart 2017.

C.   RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

1.   De status van nieuwe exporteur

(17)

De Commissie heeft onderzocht of was voldaan aan de drie voorwaarden van artikel 11, lid 4, van de basisverordening voor de verlening van de status van nieuwe exporteur.

(18)

Het onderzoek heeft bevestigd dat de onderneming het onderzochte product gedurende de oorspronkelijke verslagperiode niet had uitgevoerd, waarmee aan de eerste voorwaarde was voldaan. De indiener van het verzoek heeft tevens aangetoond direct noch indirect verbonden te zijn met enige Tunesische producent-exporteur waarop de maatregelen zoals uitgebreid met betrekking tot het onderzochte product van toepassing zijn, waarmee aan de tweede voorwaarde was voldaan. Ten slotte is uit het onderzoek gebleken dat de indiener van het verzoek pas na afloop van de oorspronkelijke verslagperiode met de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie is begonnen, zodat aan de derde voorwaarde was voldaan.

(19)

Bijgevolg heeft de Commissie vastgesteld dat de onderneming moet worden beschouwd als een nieuwe exporteur in de zin van artikel 11, lid 4, van de basisverordening, zodat het verzoek om vrijstelling dienovereenkomstig moet worden beoordeeld.

2.   Verzoek om vrijstelling

(20)

Er is een analyse van de leveringsbronnen van grondstoffen (rijwielonderdelen) en van de fabricagekosten van de indiener van het verzoek verricht teneinde vast te stellen of hij assemblagewerkzaamheden als bedoeld in artikel 13, lid 2, van de basisverordening verrichtte.

(21)

Uit het onderzoek is gebleken dat bij de assemblage van de tijdens de verslagperiode naar de Unie uitgevoerde rijwielen geen rijwielonderdelen uit de VRC zijn gebruikt. De onderdelen waren voornamelijk uit andere landen afkomstig en de grondstoffen (rijwielonderdelen) uit de VRC maakten dus minder dan 60 % uit van de totale waarde van de onderdelen van het geassembleerde product (60/40-criterium).

(22)

Aangezien de indiener van het verzoek aan het 60/40-criterium voldeed, behoefde bijgevolg niet te worden nagegaan of de waarde die tijdens de assemblage- of voltooiingswerkzaamheden aan de ingevoerde onderdelen werd toegevoegd, meer dan 25 % van de fabricagekosten bedroeg. Er behoefde evenmin te worden nagegaan of de corrigerende werking van het recht, gezien de prijzen en/of hoeveelheden, werd ondermijnd, en of er bewijs was van dumping als bedoeld in artikel 13, lid 2, onder c), van de basisverordening.

(23)

Bovendien is niet gebleken dat de indiener van het verzoek rijwielen uit de VRC heeft gekocht of in China gefabriceerde rijwielen naar de Unie heeft doorgevoerd.

(24)

De Commissie heeft dan ook geconcludeerd dat de indiener van het verzoek een echte fabrikant van rijwielen is en niet is verbonden met enige in de VRC gevestigde rijwielfabrikant. Bijgevolg heeft de Commissie besloten de indiener van het verzoek vrij te stellen van de maatregelen zoals uitgebreid.

D.   REGISTRATIE

(25)

In het licht van de bovenstaande bevindingen moet de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/777 ingestelde registratie van de invoer worden beëindigd, zonder dat met terugwerkende kracht een antidumpingrecht wordt geheven.

E.   MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

(26)

De belanghebbenden zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan de Commissie voornemens was de indiener van het verzoek vrij te stellen van de maatregelen zoals uitgebreid en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 dienovereenkomstig te wijzigen. De Commissie heeft geen opmerkingen van de belanghebbenden ontvangen die aanleiding gaven om het besluit om de indiener van het verzoek vrij te stellen van de maatregelen zoals uitgebreid, te wijzigen.

(27)

Deze verordening is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In artikel 1, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 wordt bij Tunesië de volgende rij aan de tabel toegevoegd:

Land

Onderneming

Aanvullende Taric-code

Tunesië

Look Design System

Route de Tunis Km6 — BP 18, 8020 Soliman, Tunesië

C206

2.   De douaneautoriteiten wordt opgedragen de registratie van de invoer van het door Look Design System SA vervaardigde onderzochte product van oorsprong uit Tunesië te beëindigen, zonder dat met terugwerkende kracht een antidumpingrecht wordt geheven.

3.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 januari 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Verordening (EU) nr. 502/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (PB L 153 van 5.6.2013, blz. 17).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 van de Raad van 3 oktober 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (PB L 261 van 6.10.2011, blz. 2).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 is ingesteld op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië (PB L 153 van 5.6.2013, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/776 van de Commissie van 18 mei 2015 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Verordening (EU) nr. 502/2013 van de Raad is ingesteld op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot rijwielen verzonden vanuit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Cambodja, Pakistan en de Filipijnen (PB L 122 van 19.5.2015, blz. 4).

(6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/777 van de Commissie van 4 mei 2017 tot opening van een nieuw onderzoek ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad (tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht op rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië verzonden rijwielen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië) met het oog op de vaststelling of één Tunesische producent-exporteur van die maatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht ten aanzien van de invoer afkomstig van die producent-exporteur kan worden ingetrokken en of die invoer moet worden geregistreerd (PB L 116 van 5.5.2017, blz. 20).


Top