EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D2271

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2271 van de Commissie van 15 december 2016 betreffende de gelijkwaardigheid van beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen in Japan overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst )

C/2016/8323

OJ L 342, 16.12.2016, p. 45–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/2271/oj

16.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 342/45


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/2271 VAN DE COMMISSIE

van 15 december 2016

betreffende de gelijkwaardigheid van beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen in Japan overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 2 bis,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 648/2012 worden voorschriften inzake clearing en bilateraal risicobeheer voor over-the-counter derivatencontracten (hierna „otc-derivatencontracten” genoemd), alsook rapportagevoorschriften voor dergelijke contracten, vastgesteld. In artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn otc-derivaten omschreven als derivatencontracten waarvan de uitvoering niet plaatsvindt op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), of op een markt van een derde land die overeenkomstig artikel 2 bis van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt geacht gelijkwaardig te zijn aan een gereglementeerde markt. Een derivatencontract waarvan de uitvoering plaatsvindt op een markt van een derde land die niet wordt geacht gelijkwaardig te zijn aan een gereglementeerde markt, wordt bijgevolg als otc-derivatencontract aangemerkt voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012.

(2)

Overeenkomstig artikel 2 bis van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt een markt van een derde land geacht gelijkwaardig te zijn aan een gereglementeerde markt mits hij voldoet aan juridisch bindende voorschriften die gelijkwaardig zijn aan de in titel III van Richtlijn 2004/39/EG vastgelegde voorschriften, en in dat derde land doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving is onderworpen.

(3)

Opdat een markt van een derde land kan worden geacht gelijkwaardig te zijn aan een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG, dient het concrete resultaat van de toepasselijke juridisch bindende voorschriften en toezicht- en handhavingsregelingen gelijkwaardig te zijn aan de Unievoorschriften wat de bereikte toezicht- en regelgevingsdoelstellingen betreft. Het doel van de onderhavige gelijkwaardigheidsbeoordeling is bijgevolg na te gaan of de juridisch bindende voorschriften die in Japan op beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen van toepassing zijn, gelijkwaardig zijn aan de in titel III van Richtlijn 2004/39/EG vastgelegde voorschriften, en of die markten doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving zijn onderworpen. Markten waaraan op de datum van vaststelling van dit besluit een vergunning als beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen is verleend, moeten bijgevolg worden aangewezen als markten die geacht worden gelijkwaardig te zijn aan een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG.

(4)

Het in Japan bestaande rechtskader voor beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen omvat de Financial Instruments and Exchange Act 2006 (FIEA), waarin het regelgevingskader voor beurzen voor financiële instrumenten is vastgelegd, en de Commodity Derivatives Act 2009 (CDA), die het toezicht- en regelgevingskader voor grondstoffenbeurzen verschaft. Derivatencontracten waarvan de onderliggende waarde een grondstof is, worden op een grondstoffenbeurs genoteerd, terwijl derivaten die op financiële instrumenten zijn gebaseerd, op beurzen voor financiële instrumenten worden genoteerd. De voor beurzen voor financiële instrumenten geldende voorschriften worden verder uitgewerkt in de Order for Enforcement of the Financial Instruments and Exchange Act en de Cabinet Office Ordinance on Financial Instruments Exchanges, terwijl de voor grondstoffenbeurzen geldende voorschriften nader zijn uitgewerkt in de Order for Enforcement of the Commodities Derivatives Act en de Ordinance for Enforcement of the Commodity Derivatives Act. Daarnaast beschikken zowel de grondstoffenbeurzen als de beurzen voor financiële instrumenten over vrij ruime zelfregulerende bevoegdheden ten aanzien van bepaalde vereisten. De zelfregulerende bevoegdheden van de beurzen voor financiële instrumenten omvatten met name bedrijfsvoeringsregels die betrekking hebben op de notering en de beëindiging van de notering van financiële instrumenten, regelingen voor de handel en lidmaatschapsvereisten. De operationele voorschriften moeten ter goedkeuring aan de eerste minister van Japan worden voorgelegd (artikel 81 van de FIEA). De zelfregulerende bevoegdheden van een grondstoffenbeurs worden uitgeoefend door haar comité of afdeling voor zelfregulering. De marktvoorschriften van een grondstoffenbeurs omvatten voorschriften voor de handel en lidmaatschapsvereisten, die allemaal ter goedkeuring aan het ministerie van Landbouw, Bosbouw en Visserij en het ministerie van Economie, Handel en Industrie moeten worden voorgelegd. De zelfregulerende voorschriften zijn juridisch bindend voor de beurzen.

(5)

De juridisch bindende voorschriften die van toepassing zijn op beurzen waaraan in Japan vergunning is verleend, leveren op de volgende gebieden resultaten op die gelijkwaardig zijn aan die van de in titel III van Richtlijn 2004/39/EG vastgelegde voorschriften: vergunningsproces, definitievereisten, toegang tot de beurs, organisatorische vereisten, vereisten voor het hoger management, toelating van financiële instrumenten tot de handel, opschorting en uitsluiting van instrumenten van de handel, monitoring van de naleving, en toegang tot clearing- en afwikkelingsregelingen.

(6)

Op grond van Richtlijn 2004/39/EG zijn transparantievereisten vóór en na de handel alleen van toepassing op aandelen die tot de handel op gereglementeerde markten zijn toegelaten. Hoewel aandelen tot de handel op beurzen voor financiële instrumenten kunnen worden toegelaten, is de Commissie echter van oordeel dat de beoordeling van deze voorschriften niet relevant is voor de toepassing van het onderhavige besluit, daar het doel van dit besluit erin bestaat de gelijkwaardigheid van de op markten van derde landen toepasselijke juridisch bindende voorschriften met betrekking tot op die markten uitgevoerde derivatencontracten te bevestigen.

(7)

Bijgevolg moet worden geconcludeerd dat de juridisch bindende voorschriften die gelden voor beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen in Japan, resultaten opleveren die gelijkwaardig zijn aan die van de in titel III van Richtlijn 2004/39/EG vastgelegde voorschriften.

(8)

De grondstoffenbeurzen staan onder toezicht van het ministerie van Economie, Handel en Industrie en het ministerie van Landbouw, Bosbouw en Visserij. De CDA verschaft het kader voor de toezichtbevoegdheden van beide ministeries. Het ministerie van Economie, Handel en Industrie en het ministerie van Landbouw, Bosbouw en Visserij keuren met name het volgende goed: de marktvoorschriften, de voorschriften voor makelaarsovereenkomsten, de voorschriften voor geschillenbeslechting en de voorschriften voor het comité voor de uitoefening van toezicht op markttransacties van een grondstoffenbeurs, alsook alle wijzigingen in genoemde voorschriften. Teneinde een eerlijke handel en de bescherming van de beleggers te verzekeren, kunnen het ministerie van Economie, Handel en Industrie en het ministerie van Landbouw, Bosbouw en Visserij verlangen dat een grondstoffenbeurs haar statuten, andere voorschriften of bedrijfsmethoden wijzigt, dan wel alle andere maatregelen neemt om haar bedrijfsvoering te verbeteren. Indien een grondstoffenbeurs haar zelfregulerende bevoegdheden niet naar behoren uitoefent en nalaat de noodzakelijke maatregelen te nemen teneinde een eerlijke handel en de bescherming van de beleggers te verzekeren, kunnen het ministerie van Economie, Handel en Industrie en het ministerie van Landbouw, Bosbouw en Visserij de vergunning intrekken of de bedrijfsactiviteiten van de beurs geheel of gedeeltelijk opschorten. De beurzen voor financiële instrumenten staan onder toezicht van de eerste minister van Japan, die zijn bevoegdheid heeft gedelegeerd aan de commissaris van de Japan Financial Services Agency (JFSA). De toezichtmaatregelen waarover de JFSA beschikt, zijn vastgelegd in hoofdstuk V, afdeling 5, van de FIEA. Daarin is met name bepaald dat wanneer een beurs voor financiële instrumenten wet- en regelgeving overtreedt, de JFSA de vergunning kan intrekken of de gehele of gedeeltelijke opschorting van de bedrijfsactiviteiten van de beurs voor financiële instrumenten kan gelasten. Voorts kan de JFSA van een beurs voor financiële instrumenten verlangen dat zij haar statuten, operationele voorschriften, voorschriften voor makelaarsovereenkomsten of enigerlei andere voorschriften of handelspraktijken wijzigt, dan wel andere noodzakelijke toezichtmaatregelen neemt. De statuten van een beurs voor financiële instrumenten moeten voorzien in sancties voor inbreuken op haar bedrijfsvoeringsregels door de leden. Indien een beurs voor financiële instrumenten het markttoezicht niet doeltreffend uitoefent, kan de JFSA overgaan tot het nemen van handhavingsmaatregelen, zoals onder meer het intrekken van de vergunning of het opschorten van de bedrijfsactiviteiten.

(9)

Bijgevolg moet worden geconcludeerd dat beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen in Japan doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving onderworpen zijn.

(10)

De in artikel 2 bis van Verordening (EU) nr. 648/2012 neergelegde voorwaarden moeten bijgevolg worden geacht te zijn vervuld met betrekking tot beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen waaraan in Japan vergunning is verleend.

(11)

Dit besluit is gebaseerd op de op het moment van de vaststelling ervan in Japan geldende juridisch bindende voorschriften met betrekking tot beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen. De Commissie dient de ontwikkeling van de juridische en toezichtsregelingen voor deze markten en de inachtneming van de voorwaarden op basis waarvan dit besluit is genomen, regelmatig te blijven monitoren. Met name moet de Commissie dit besluit toetsen in het licht van het van toepassing worden van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3) en van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (4).

(12)

De regelmatige toetsing van de juridische en toezichtsregelingen die in Japan op beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen van toepassing zijn, laat de mogelijkheid van de Commissie onverlet om op elk moment een specifieke toetsing te ondernemen indien relevante ontwikkelingen het noodzakelijk maken dat de Commissie de bij dit besluit verleende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van dit besluit leiden.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) nr. 648/2012 worden de in de bijlage genoemde beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen waaraan in Japan vergunning is verleend, geacht gelijkwaardig te zijn aan gereglementeerde markten als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 14, van Richtlijn 2004/39/EG.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 december 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(4)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).


BIJLAGE

In artikel 1 bedoelde beurzen voor financiële instrumenten en grondstoffenbeurzen in Japan:

a)

Tokyo Stock Exchange, Inc.

b)

Osaka Exchange, Inc.

c)

Nagoya Stock Exchange, Inc.

d)

Fukuoka Stock Exchange

e)

Sapporo Securities Exchange

f)

Tokyo Financial Exchange Inc.

g)

Osaka Dojima Commodity Exchange

h)

Tokyo Commodity Exchange, Inc.


Top