EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016D2265

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/2265 van de Raad van 6 december 2016 tot wijziging van Beschikking 2007/884/EG waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 169 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

OJ L 342, 16.12.2016, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2019

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2016/2265/oj

16.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 342/28


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/2265 VAN DE RAAD

van 6 december 2016

tot wijziging van Beschikking 2007/884/EG waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 169 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van Beschikking 2007/884/EG van de Raad (2) werd het Verenigd Koninkrijk tot 31 december 2010 gemachtigd om het recht van de huurder of lessee op aftrek van de voorbelasting op de huur- of leasekosten van een personenauto die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, tot 50 % te beperken. Tevens werd het Verenigd Koninkrijk gemachtigd om het privégebruik van een auto die door een belastingplichtige voor bedrijfsdoeleinden wordt gehuurd of geleased, niet als een dienst onder bezwarende titel aan te merken. Dankzij die maatregelen (de „derogatiemaatregelen”) hoeft de huurder of lessee niet voor zulke auto's van de zaak een administratie van de gereden privékilometers bij te houden noch belasting over de feitelijk afgelegde privékilometers te voldoen.

(2)

Besluit (EG) nr. 2007/884/EG werd later gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit 2011/37/EU van de Raad (3) en bij Uitvoeringsbesluit 2013/681/EU van de Raad (4), waarin de geldigheidsduur voor de derogatiemaatregelen verlengd werd tot 31 december 2016.

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 14 maart 2016, heeft het Verenigd Koninkrijk verzocht om machtiging tot verlenging van de derogatiemaatregelen.

(4)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 28 juni 2016 van het verzoek van het Verenigd Koninkrijk in kennis gesteld. Bij brief van 28 juni 2016 heeft de Commissie het Verenigd Koninkrijk meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(5)

Overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2007/884/EG heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie een verslag voorgelegd over de toepassing van die beschikking, met daarin ook een evaluatie van het percentage van de aftrekbeperking. Uit de door het Verenigd Koninkrijk verstrekte gegevens blijkt dat een beperking van het recht op aftrek tot 50 % nog altijd aansluit bij de werkelijke verhouding tussen het zakelijke en niet-zakelijke gebruik van de voertuigen in kwestie.

(6)

Het Verenigd Koninkrijk moet derhalve worden gemachtigd de derogatiemaatregelen gedurende een nieuwe beperkte periode te blijven toepassen, namelijk tot 31 december 2019.

(7)

Indien het Verenigd Koninkrijk een verdere verlenging na 2019 noodzakelijk acht, moet het de Commissie uiterlijk op 1 april 2019 een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het percentage van de aftrekbeperking, samen met het verzoek om verlenging.

(8)

De verlenging van de derogatiemaatregelen zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(9)

Beschikking 2007/884/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 3 van Beschikking 2007/884/EG wordt vervangen door:

„Artikel 3

Deze beschikking verstrijkt op 31 december 2019.

Bij een verzoek om verlenging van de in deze beschikking vervatte maatregelen wordt een verslag gevoegd dat uiterlijk op 1 april 2019 aan de Commissie wordt voorgelegd en ook een evaluatie omvat van het percentage van de aftrekbeperking van de btw op huur- of leasekosten van auto's die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt.”.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 6 december 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

P. KAŽIMÍR


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  Beschikking 2007/884/EG van de Raad van 20 december 2007 waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 169 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 346 van 29.12.2007, blz. 21).

(3)  Uitvoeringsbesluit 2011/37/EU van de Raad van 18 januari 2011 tot wijziging van Beschikking 2007/884/EG waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 169 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 19 van 22.1.2011, blz. 11).

(4)  Uitvoeringsbesluit 2013/681/EU van de Raad van 15 november 2013 tot wijziging van Beschikking 2007/884/EG waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 169 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 316 van 27.11.2013, blz. 41).


Top