EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R1357

Verordening (EU) nr. 1357/2014 van de Commissie van 18 december 2014 ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen Voor de EER relevante tekst

OJ L 365, 19.12.2014, p. 89–96 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/1357/oj

19.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 365/89


VERORDENING (EU) Nr. 1357/2014 VAN DE COMMISSIE

van 18 december 2014

ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (1), en met name artikel 38, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bevat een lijst van gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen.

(2)

Richtlijn 2008/98/EG bepaalt dat bij de indeling van een afvalstof als gevaarlijke afvalstof onder meer moet worden uitgegaan van de EU-wetgeving inzake chemische stoffen, meer bepaald met betrekking tot de indeling van preparaten als gevaarlijk, inclusief de daartoe gehanteerde grenswaarden. Voorts moet het systeem waarbij afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen zijn ingedeeld conform de laatstelijk bij Beschikking 2000/532/EG van de Commissie (2) opgestelde lijst van afvalstoffen worden gehandhaafd, teneinde een geharmoniseerde indeling van afvalstoffen aan te moedigen en te komen tot een geharmoniseerde definitie van gevaarlijke afvalstoffen binnen de Unie.

(3)

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bepaalt dat de gevaarlijke eigenschappen H 4 („irriterend”), H 5 („schadelijk”), H 6 („vergiftig” en „zeer vergiftig”), H 7 („kankerverwekkend”), H 8 („corrosief”), H 10 („vergiftig voor de voortplanting”), H 11 („mutageen”) en H 14 („ecotoxisch”) aan stoffen worden toegeschreven aan de hand van de criteria in bijlage VI bij Richtlijn 67/548/EEG van de Raad (3).

(4)

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bepaalt dat, indien van toepassing, de grenswaarden die zijn vermeld in de bijlagen II en III bij Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) gelden.

(5)

Met ingang van 1 juni 2015 worden Richtlijn 67/548/EEG en Richtlijn 1999/45/EG ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1272/2008 (5), wat een weergave is van de technische en wetenschappelijke vooruitgang. Bij wijze van uitzondering kunnen beide richtlijnen voor sommige mengsels tot en met 1 juni 2017 van toepassing blijven, indien zij werden ingedeeld, geëtiketteerd en verpakt overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG en reeds vóór 1 juni 2015 op de markt zijn gebracht.

(6)

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG moet worden gewijzigd om de definities van de gevaarlijke eigenschappen, waar nodig, aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008, en de verwijzingen naar Richtlijn 67/548/EEG en Richtlijn 1999/45/EG te vervangen door verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 1272/2008.

(7)

Om te zorgen voor voldoende volledigheid en representativiteit wat betreft de informatie over mogelijke effecten van de uitlijning van HP 14 („ecotoxisch”) aan Verordening (EG) nr. 1272/2008, moet een aanvullende studie worden uitgevoerd.

(8)

De aanduidingen van de in bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG omschreven gevaarlijke eigenschappen H 1 tot en met H 15 moeten worden gewijzigd in HP 1 tot en met HP 15 om mogelijke verwarring met de in Verordening (EG) nr. 1272/2008 gedefinieerde codes voor gevarenaanduidingen te voorkomen.

(9)

De benaming van de voormalige gevaarlijke eigenschappen H 5 („schadelijk”) en H 6 („vergiftig”) moeten worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de wijzigingen van de wetgeving inzake chemische stoffen en met name de in Verordening (EG) nr. 1272/2008 gedefinieerde nieuwe gevarenklasse en -categoriecodes.

(10)

Nieuwe benamingen moeten worden ingevoerd voor de voormalige gevaarlijke eigenschappen H 12 en H 15 om de consistentie met de benamingen van de andere gevaarlijke eigenschappen te waarborgen.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG bedoelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2015.

Gedaan te Brussel, 18 december 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

(2)  Beschikking 2000/532/EG van de Commissie van 3 mei 2000 ter vervanging van Beschikking 94/3/EG houdende vaststelling van een lijst van afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad betreffende afvalstoffen en Beschikking 94/904/EG van de Raad tot vaststelling van een lijst van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen (PB L 226 van 6.9.2000, blz. 3).

(3)  Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PB 196 van 16.8.1967, blz. 1).

(4)  Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).


BIJLAGE

„BIJLAGE III

GEVAARLIJKE EIGENSCHAPPEN VAN AFVALSTOFFEN

„Ontplofbaar”: afvalstoffen die door een chemische reactie gassen kunnen ontwikkelen met een zodanige temperatuur en druk, en met zodanige snelheid dat schade aan de omgeving wordt toegebracht. Hieronder vallen pyrotechnische afvalstoffen, explosieve organische afvalstoffen in de vorm van organische peroxiden en explosieve zelfontledende afvalstoffen.

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld bij een van de in tabel 1 vermelde gevarenklassen en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen worden, voor zover zulks passend en evenredig is, volgens testmethoden op HP 1 beoordeeld. Indien de aanwezigheid van een stof, mengsel of voorwerp aangeeft dat de afvalstof explosief is, wordt zij ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 1.

Tabel 1: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 1

„Oxiderend”: afvalstoffen die, in het algemeen door het afstaan van zuurstof, de verbranding van ander materiaal veroorzaken of daartoe bijdragen.

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld in een van de in tabel 2 vermelde gevarenklassen en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen worden, voor zover zulks passend en evenredig is, volgens testmethoden op HP 2 beoordeeld. Indien de aanwezigheid van een stof, mengsel of voorwerp aangeeft dat de afvalstof oxiderend is, wordt zij ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 2.

Tabel 2: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 2

„Ontvlambaar”:

—   ontvlambare vloeibare afvalstoffen: vloeibare afvalstoffen met een vlampunt beneden 60 °C of afvalstoffen van gasolie, diesel en lichte stookolie met een vlampunt van > 55 °C en ≤ 75 °C;

—   ontvlambare pyrofore vloeibare en vaste afvalstoffen: vaste en vloeibare stoffen die bij blootstelling aan lucht zelfs in kleine hoeveelheden binnen vijf minuten ontbranden;

—   ontvlambare vaste afvalstoffen: vaste afvalstoffen die gemakkelijk brandbaar zijn of die door wrijving brand kunnen veroorzaken of bevorderen;

—   ontvlambare gasvormige afvalstoffen: gasvormige afvalstoffen die met lucht bij 20 °C en een standaarddruk van 101,3 kPa ontvlambaar zijn;

—   met water reagerende afvalstoffen: afvalstoffen die bij aanraking met water gevaarlijke hoeveelheden ontvlambare gassen ontwikkelen;

—   overige ontvlambare afvalstoffen: ontvlambare aërosolen, ontvlambare voor zelfverhitting vatbare afvalstoffen, ontvlambare organische peroxiden en ontvlambare zelfontledende afvalstoffen.

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld in een van de in tabel 3 vermelde gevarenklassen en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen worden, voor zover zulks passend en evenredig is, volgens testmethoden beoordeeld. Indien de aanwezigheid van een stof, mengsel of voorwerp aangeeft dat de afvalstof ontvlambaar is, wordt zij ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 3.

Tabel 3: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 3

Gevarenklasse en categoriecode

Code(s) voor gevarenaanduidingen

Ontvl. gas 1

H220

Ontvl. gas 2

H221

Ontvl. aerosol 1

H222

Ontvl. aerosol 2

H223

Ontvl. vlst. 1

H224

Ontvl. vlst. 2

H225

Ontvl. vlst. 3

H226

Ontvl. vs. 1

H228

Ontvl. vs. 2

Zelfontl. CD

H242

Zelfontl. EF

Org. Perox. CD

Org. Perox. EF

Pyr. vlst. 1

H250

Pyr. vs. 1

Zelfverh. 1

H251

Zelfverh. 2

H252

Water ontvl. 1

H260

Water ontvl. 2

Water ontvl. 3

H261

„Irriterend — huidirritatie en oogletsel” afvalstoffen die bij aanbrenging huidirritatie of letsel aan het oog kunnen toebrengen.

Afvalstoffen die een of meer van de stoffen bevatten die zijn ingedeeld bij een van de onderstaande gevarenklasse en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen in een concentratie die de ondergrens overschrijden en die een of meer van de onderstaande concentratiegrenzen bereiken of overschrijden, worden ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 4.

De bij een beoordeling voor Huidcorr. 1A (H314), Huidirrit. 2 (H315), Ooglet. 1 (H318) en Oogirrit. 2 (H319) geldende ondergrens bedraagt 1 %.

Als de som van de concentraties van alle als Huidcorr. 1A (H314) ingedeelde stoffen 1 % of meer bedraagt, wordt de afvalstof ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 4.

Als de som van de concentraties van alle als H318 ingedeelde bestanddelen 10 % of meer bedraagt, wordt de afvalstof ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 4.

Als de som van de concentraties van alle als H315 en H319 ingedeelde bestanddelen 20 % of meer bedraagt, wordt de afvalstof ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 4.

Hierbij moet worden opgemerkt dat afvalstoffen die stoffen bevatten die in hoeveelheden van 5 % of meer als H314 (Huidcorr. 1A, 1B en 1C) zijn ingedeeld, als gevaarlijk worden ingedeeld wegens HP 8. HP 4 is niet van toepassing wanneer de afvalstof wordt ingedeeld als HP 8.

„Specifieke doelorgaantoxiciteit (STOT)/Aspiratietoxiciteit”: afvalstoffen die specifieke doelorgaantoxiciteit kunnen veroorzaken, hetzij door eenmalige of door herhaalde blootstelling, of die acute toxische effecten veroorzaken bij aspiratie.

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld bij een van de in tabel 4 vermelde gevarenklassen en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen, en die een of meer van de in tabel 4 vermelde concentratiegrenzen bereiken of overschrijden, worden ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 5. Afvalstoffen die als STOT ingedeelde stoffen bevatten worden uitsluitend ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 5 als een van die stoffen de concentratiegrens bereikt of overschrijdt.

Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die als Asp. Tox. 1 zijn ingedeeld en de som van deze stoffen bereikt of overschrijdt de concentratiegrens worden enkel ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 5 als de totale kinematische viscositeit (bij 40 °C) niet meer dan 20,5 mm2/s (1) bedraagt.

Tabel 4: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen en de overeenkomstige concentratiegrenzen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 5

„Acute toxiciteit”: afvalstoffen die acute toxische effecten kunnen veroorzaken na orale of dermale toediening of na blootstelling bij inademing.

Is de som van de concentraties van alle stoffen in een afvalstof die is ingedeeld in de gevarenklasse en code voor gevarenaanduidingen „acute toxiciteit” in tabel 5 hoger dan of gelijk aan de in de tabel weergegeven drempelwaarde, dan wordt die afvalstof ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 6. Wanneer in een afvalstof meer dan een stof aanwezig is die is ingedeeld als acuut toxisch, is de som van de concentraties alleen voor stoffen binnen dezelfde gevarencategorie vereist.

Bij beoordelingen gelden de onderstaande ondergrenzen:

voor Acute tox. 1, 2 of 3 (H300, H310, H330, H301, H311, H331): 0,1 %

voor Acute tox. 4 (H302, H312, H332): 1 %

Tabel 5: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen en de overeenkomstige concentratiegrenzen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 6

„Kankerverwekkend”: afvalstoffen die kanker veroorzaken of de frequentie van kanker doen toenemen.

Bevat een afvalstof een stof die bij een van de onderstaande gevarenklassen en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen is ingedeeld en een van de hieronder in tabel 6 opgenomen concentratiegrenzen bereikt of overschrijdt, dan wordt die afvalstof ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 7. Wanneer in een afvalstof meer dan een als kankerverwekkend ingedeelde stof aanwezig is, wordt deze uitsluitend ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 7 als een afzonderlijke stof de concentratiegrens bereikt of overschrijdt.

Tabel 6: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen en de overeenkomstige concentratiegrenzen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 7

„Corrosief”: afvalstoffen die bij toediening huidcorrosie kunnen veroorzaken.

Wanneer een afvalstof een of meer stoffen bevat die als Huidcorr. 1A, 1B of 1C (H314) zijn ingedeeld, en de som van de concentraties daarvan is hoger dan of gelijk aan 5 %, wordt de betrokken afvalstof ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 8.

De bij een beoordeling van Huidcorr. 1A, 1B, 1C (H314) geldende ondergrens bedraagt 1,0 %.

„Infectueus”: afvalstoffen die levensvatbare micro-organismen of hun toxinen bevatten waarvan bekend is of waarvan sterk wordt vermoed dat zij ziekten bij de mens of bij andere levende organismen veroorzaken.

Voor de toewijzing van HP 9 vindt een beoordeling plaats op basis van de bepalingen die in referentiedocumenten of wetgeving in de lidstaten zijn vastgesteld.

„Vergiftig voor de voortplanting”: afvalstoffen die schadelijke effecten hebben op de seksuele functie en de vruchtbaarheid van volwassen mannen en vrouwen, alsmede ontwikkelingstoxiciteit bij het nageslacht.

Afvalstoffen die stoffen bevatten die zijn ingedeeld bij een van de onderstaande gevarenklassen en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen en die een van de onderstaande in tabel 7 opgenomen concentratiegrenzen overschrijden of bereiken, worden ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 10. Afvalstoffen die meer dan een stof bevatten die als vergiftig voor de voortplanting is ingedeeld, worden uitsluitend ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 10 als een van die stoffen de concentratiegrens bereikt of overschrijdt.

Tabel 7: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen en de overeenkomstige concentratiegrenzen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 10

„Mutageen”: afvalstoffen die een mutatie, d.w.z. een permanente verandering in de hoeveelheid of de structuur van het genetisch materiaal in een cel kunnen veroorzaken.

Afvalstoffen die stoffen bevatten die zijn ingedeeld bij een van de onderstaande gevarenklassen en categoriecodes en codes voor gevarenaanduidingen en die een van de hieronder in tabel 8 opgenomen concentratiegrenzen overschrijden of bereiken, worden ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 11. Wanneer in een afvalstof meer dan een als mutageen ingedeelde stof aanwezig is, wordt deze uitsluitend ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 11 als een van die stoffen de concentratiegrens bereikt of overschrijdt.

Tabel 8: Gevarenklasse en categoriecode(s) en code(s) voor gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen en de overeenkomstige concentratiegrenzen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 11

„Afgifte van een acuut toxisch gas”: afvalstoffen die bij contact met water of zuur acuut toxische gassen (Acute tox. 1, 2 of 3) afgeven.

Afvalstoffen die een stof bevatten die is ingedeeld bij een van de volgende aanvullende gevaren EUH029, EUH031 en EUH032, worden volgens testmethoden of richtsnoeren ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 12.

„Sensibiliserend”: afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten waarvan bekend is dat zij sensibilisatie-effecten op de huid of de luchtwegen veroorzaken.

Afvalstoffen die een stof bevatten die is ingedeeld als sensibiliserend en waaraan een van de codes voor gevarenaanduidingen H317 of H334 is toegewezen, en die de concentratiegrens van 10 %, bereikt of overschrijdt, worden ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 13.

„Ecotoxisch”: afvalstoffen waarvan het gebruik onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor één of meer sectoren van het milieu oplevert of kan opleveren.

„Afvalstoffen die een van de hierboven genoemde gevaarlijke eigenschappen doen ontstaan die de oorspronkelijke afvalstof niet bezat”. Afvalstoffen die een of meer stoffen bevatten die zijn ingedeeld bij een van de in tabel 9 aangegeven gevarenaanduidingen of aanvullende gevarenaanduidingen, worden ingedeeld als gevaarlijk wegens HP 15, tenzij de afvalstof een zodanige vorm heeft dat zij in geen enkele omstandigheid explosieve of potentieel explosieve eigenschappen vertoont.

Tabel 9: Gevarenaanduidingen en aanvullende gevarenaanduidingen voor afvalbestanddelen voor de indeling van afvalstoffen als gevaarlijk wegens HP 15

Bovendien kunnen de lidstaten een afvalstof als gevaarlijk wegens HP 15 aanmerken op basis van andere toepasselijke criteria, bijvoorbeeld de beoordeling van het uitlogingsproduct.

Opmerking:

Toewijzing van de gevaarlijke eigenschap HP 14 gebeurt op basis van de in bijlage VI bij Richtlijn 67/548/EEG van de Raad vastgestelde criteria.

Testmethoden

De te gebruiken methoden zijn omschreven in Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Raad (2) en in andere relevante CEN-nota's of andere internationaal erkende testmethoden en richtsnoeren.”


(1)  De kinematische viscositeit wordt uitsluitend voor vloeistoffen bepaald.

(2)  Verordening (EG) nr. 440/2008 van de Raad van 30 mei 2008 houdende vaststelling van testmethoden uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) (PB L 142 van 31.5.2008, blz. 1).


Top