EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0800

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 800/2014 van de Commissie van 24 juli 2014 tot vaststelling van verslagleggingsprocedures en andere praktische regelingen betreffende de financiering van operationele steun in het kader van nationale programma's en de bijzondere doorreisregeling overeenkomstig Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa

OJ L 219, 25.7.2014, p. 10–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/800/oj

25.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 219/10


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 800/2014 VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2014

tot vaststelling van verslagleggingsprocedures en andere praktische regelingen betreffende de financiering van operationele steun in het kader van nationale programma's en de bijzondere doorreisregeling overeenkomstig Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa (1), en met name artikel 10, lid 6, en artikel 11, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 19 van Verordening (EU) nr. 515/2014 is Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) van toepassing op het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa. Derhalve zijn alle gedelegeerde en uitvoeringsverordeningen die de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 514/2014 vaststelt, van toepassing op het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa.

(2)

In de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 802/2014 (3) en (EU) nr. 799/2014 (4) van de Commissie zijn in het bijzonder de voorwaarden voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen de Commissie en de lidstaten, modellen voor nationale programma's en modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over uitvoering vastgesteld.

(3)

Op grond van artikel 10, lid 1, van Verordening nr. 515/2014 kunnen de lidstaten tot 40 % van het in het kader van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa toegewezen bedrag gebruiken voor de financiering van operationele steun aan de overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor het vervullen van de taken en diensten die een openbare dienstverlening ten bate van de Unie vormen. Iedere lidstaat die in het kader van zijn nationaal programma financiering voor operationele steun wenst te verlenen, moet worden verplicht vóór de goedkeuring van het nationaal programma specifieke informatie te verstrekken, met name om de Commissie in staat te stellen te evalueren of aan de in artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 515/2014 vastgelegde voorwaarden is voldaan. Tevens moeten aanvullende verslagleggingsvereisten in verband met operationele steun worden vastgesteld.

(4)

Op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) nr. 515/2014 worden aan Litouwen middelen toegewezen als aanvullende specifieke operationele steun in de context van de bijzondere doorreisregeling tussen Litouwen en de Commissie. Litouwen moet worden verplicht in dit verband specifieke informatie te verstrekken, met name om de Commissie in staat te stellen te evalueren of de kosten zoals bedoeld in artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. 515/2014, die Litouwen ten laste van het instrument wil brengen, in aanmerking kunnen worden genomen. Tevens moeten aanvullende verslagleggingsvereisten in verband met operationele steun voor de bijzondere doorreisregeling worden vastgesteld.

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening en is deze derhalve niet bindend voor noch van toepassing op Denemarken. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van dat Protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad een besluit heeft genomen over deze verordening, of het deze verordening in zijn nationaal recht zal omzetten.

(6)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van het Schengenacquis als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die valt onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6).

(7)

Wat Zwitserland betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (8).

(8)

Wat Liechtenstein betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10).

(9)

Met het oog op de snelle toepassing van de maatregelen van deze verordening en om de goedkeuring van de nationale programma's niet te vertragen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de Fondsen voor asiel, migratie en integratie, en interne veiligheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Praktische regelingen betreffende de financiering van operationele steun in het kader van het nationaal programma en de bijzondere doorreisregeling

1.   Indien een lidstaat besluit overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 515/2014 operationele steun aan te vragen, verstrekt hij de Commissie de in bijlage I bij deze verordening vermelde informatie, bovenop de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) nr. 802/2014 vereiste informatie.

De lidstaat verstrekt de Commissie tevens een formulier met een indicatieve planning die is opgesteld overeenkomstig het model dat is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

2.   Indien Litouwen besluit gebruik te maken van de operationele steun die overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. 515/2014 beschikbaar is voor de bijzondere doorreisregeling, verstrekt het de Commissie de in bijlage III bij deze verordening vermelde informatie, bovenop de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) nr. 802/2014 vereiste informatie.

3.   De informatie en formulieren waar in dit artikel naar wordt verwezen, worden bij de Commissie ingediend via het bij artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 802/2014 ingestelde systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens.

Artikel 2

Model voor de verslaglegging over financiering van operationele steun in het kader van het nationaal programma en de bijzondere doorreisregeling

1.   Wanneer operationele steun wordt gefinancierd in het kader van het nationaal programma, brengt de betrokken lidstaat over de uitvoering verslag uit in het in artikel 54 van Verordening (EU) nr. 514/2014 bedoelde uitvoeringsverslag, dat wordt opgesteld overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 799/2014.

De lidstaten verstrekken bij het indienen van het uitvoeringsverslag bij de Commissie tevens de in bijlage IV bij deze verordening vermelde informatie.

2.   Wanneer operationele steun voor de bijzondere doorreisregeling wordt gefinancierd in het kader van het nationaal programma van Litouwen, brengt Litouwen over de uitvoering verslag uit in het in artikel 54 van Verordening (EU) nr. 514/2014 bedoelde uitvoeringsverslag, dat wordt opgesteld overeenkomstig het model dat in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 799/2014 is opgenomen.

Litouwen verstrekt bij het indienen van het uitvoeringsverslag bij de Commissie tevens de in bijlage V bij deze verordening vermelde informatie.

3.   De in dit artikel bedoelde informatie wordt bij de Commissie ingediend via het bij artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 802/2014 ingestelde systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143.

(2)  Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 112).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 802/2014 van de Commissie van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor nationale programma's en tot vaststelling van de voorwaarden voor het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen de Commissie en de lidstaten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 799/2014 van de Commissie van 24 juli 2014 tot vaststelling van modellen voor jaarverslagen en eindverslagen over de uitvoering overeenkomstig Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing (zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad).

(5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(6)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(7)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(8)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(9)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(10)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


BIJLAGE I

PROGRAMMERING VAN OPERATIONELE STEUN IN HET KADER VAN HET NATIONALE PROGRAMMA

Iedere lidstaat die in zijn nationale programma operationele steun opneemt,dient te bevestigen dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 515/2014.

Nationale doelstelling: geef op algemene wijze aan waarvoor de operationele steun bestemd is, met inbegrip van de doelstellingen en de diensten en taken die in het kader van het mechanisme voor operationele steun zullen worden gefinancierd.

Als het nationale programma bovendien operationele steun op het gebied van visa of grenzen omvat, dient het formulier „Indicatieve planning” te worden ingevuld en bijgevoegd. Het formulier „Indicatieve planning” zal geen deel uitmaken van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het nationale programma.

SPECIFIEKE DOELSTELLING: Operationele steun/artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 515/2014

 

verklaart hierbij het acquis van de Unie inzake grenzen en visa na te leven.

 

verklaart hierbij de normen en richtsnoeren van de Unie voor goed bestuur inzake grenzen en visa, met name de Schengencatalogus inzake toezicht aan de buitengrenzen, het praktisch handboek voor grenswachters en het handboek inzake visa na te leven.

Nationale doelstelling: operationele steun met betrekking tot visa

 

Nationale doelstelling: operationele steun met betrekking tot grenzen

 


BIJLAGE II

FORMULIER VOOR INDICATIEVE PLANNING VAN OPERATIONELE STEUN IN HET KADER VAN HET NATIONALE PROGRAMMA

Dit formulier zal geen deel uitmaken van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van het nationale programma.

Verstrek voor elk type operationele steun (visa of grenzen) de volgende informatie:

i)

Indicatieve lijst begunstigden:

naam van de begunstigden (bv. ministerie van Buitenlandse Zaken, afdeling immigratie van de politie, kustwacht, havenautoriteiten, afdeling immigratie van de politie, het leger) en hun juridische status (bv. overheidsinstantie, naamloze vennootschap),

de statutaire verplichtingen van de begunstigden,

de belangrijkste soorten taken van de begunstigde met betrekking tot grensbeheer/visa, waaronder de taken waarvoor financiering wordt aangevraagd.

Zo nodig kunnen extra rijen worden toegevoegd.

ii)

Indicatieve lijst taken: beschrijf de belangrijkste soorten taken die de begunstigde uitvoert met betrekking tot:

de afgifte van visa, met vermelding van de taken waarvoor financiering wordt aangevraagd op grond van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 515/2014, of tot

grensbeheer, met vermelding van de taken waarvoor financiering wordt aangevraagd op grond van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 515/2014. Van de taken die de begunstigde uitvoert, hoeven enkel die in verband met grensbeheer en controle van immigratie te worden beschreven (bv. toezicht van het leger op zee om irreguliere binnenkomst te voorkomen).

De taken moeten worden gegroepeerd per geografische locatie waar ze zullen worden verricht (bv. consulaat-generaal in Peking, het ministerie van Buitenlandse Zaken of de grens Slowakije-Oekraïne). Voor zover mogelijk dient voor elke taak die met het oog op operationele steun voor grenzen wordt beschreven, het betrokken deel van de grens te worden vermeld.

iii)

Raming van het aantal personeelsleden:Geef, indien van toepassing, per begunstigde en per taak een raming van het aantal personeelsleden waarvoor de steun bestemd zou zijn (uitgedrukt in voltijdsequivalent, voor de totale duur van de operationele steun).

iv)

Indicatieve verdeling van de financiële middelen, per type begunstigde, in de volgende categorieën:

 

personeelskosten, met inbegrip van opleidingskosten

 

kosten voor dienstverlening, zoals onderhoud en reparatie

 

modernisering/vervanging van apparatuur

 

onroerend goed (afschrijving, renovatie)

 

IT-systemen (operationeel beheer van VIS, SIS en nieuwe IT-systemen, huur en renovatie van ruimten, communicatie-infrastructuur en beveiliging)

 

overige (kosten die niet tot de bovenstaande categorieën behoren)

Indicatieve planning — formulier I: operationele steun met betrekking tot visa

Deel I.1: Indicatieve lijst taken

Taken

Begunstigde

Personeel

1.

Consulaten en andere in het buitenland gevestigde entiteiten

1.1

 

 

1.n

 

 

2.

Centrale en andere entiteiten (centrale diensten die gespecialiseerd zijn in de afgifte van visa en die niet aan een specifieke locatie gebonden zijn (bv. de visumafdeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken))

2.1

 

 

2.n

 

 

Deel I.2: Indicatieve verdeling van de financiële middelen

Totaal per begunstigde

Begunstigde:

 

1.1

personeelskosten, met inbegrip van opleidingskosten

 

1.2

kosten voor dienstverlening, zoals onderhoud en reparatie

 

1.3

modernisering/vervanging van apparatuur

 

1.4

onroerend goed (afschrijving, renovatie)

 

1.5

IT-systemen (operationeel beheer van VIS, SIS en nieuwe IT-systemen, huur en renovatie van ruimten, communicatie-infrastructuur en beveiliging)

 

1.6

overige (kosten die niet tot de bovenstaande categorieën behoren)

 

Totaal:

 


Indicatieve planning — formulier II: operationele steun met betrekking tot grenzen

Deel II.1: Indicatieve lijst taken

Taak

Begunstigde

Personeel

1.

Landgrenzen

1.1

 

 

 

1.n

 

 

 

2.

Zeegrenzen

2.1

 

 

 

2.n

 

 

 

3.

Luchtgrenzen

3.1

 

 

 

3.n

 

 

 

4.

Centrale en andere entiteiten (centrale diensten die gespecialiseerd zijn in grensbeheer en die niet aan een specifieke locatie gebonden zijn (bv. risicoanalyse op de hoofdzetel van de grenswacht, opleidingsactiviteiten))

4.1

 

 

 

4.n

 

 

 

Deel II.2: Indicatieve verdeling van de financiële middelen

Totaal per begunstigde

1.

Begunstigde:

 

1.1

personeelskosten, met inbegrip van opleidingskosten

 

1.2

kosten voor dienstverlening, zoals onderhoud en reparatie

 

1.3

modernisering/vervanging van apparatuur

 

1.4

onroerend goed (afschrijving, renovatie)

 

1.5

IT-systemen (operationeel beheer van VIS, SIS en nieuwe IT-systemen, huur en renovatie van ruimten, communicatie-infrastructuur en beveiliging)

 

1.6

overige (kosten die niet tot de bovenstaande categorieën behoren)

 

Totaal:

 


BIJLAGE III

PROGRAMMERING VAN OPERATIONELE STEUN IN HET KADER VAN DE BIJZONDERE DOORREISREGELING

Operationele steun in het kader van de bijzondere doorreisregeling (Litouwen): beschrijf de nationale strategie voor de uitvoering van de bijzondere doorreisregeling, alsook de vereisten in het kader van die strategie en de nationale doelstellingen om aan deze vereisten te voldoen. Vermeld ook de resultaten en het beoogde effect van de strategie.

Extra kosten: geef aan welke extra kosten verbonden zijn aan de uitvoering van de bijzondere doorreisregeling.

Bijzonder geval: operationele steun voor de bijzondere doorreisregeling (Litouwen)

 

Extra kosten

 


BIJLAGE IV

VERSLAGLEGGING INZAKE OPERATIONELE STEUN

Samenvatting: beschrijf kort de vooruitgang die bij de uitvoering van de operationele steun in de loop van het begrotingsjaar is geboekt ten opzichte van de uitgangssituatie, alsook de doelstellingen die zijn verwezenlijkt.

Activiteiten: geef een overzicht van de belangrijkste activiteiten die in de loop van het begrotingsjaar zijn uitgevoerd, de positieve resultaten en de vastgestelde (en opgeloste) problemen.

SPECIFIEKE DOELSTELLING: korte beschrijving operationele steun

 

Operationele steun voor activiteiten met betrekking tot visa

 

Operationele steun met betrekking tot grenzen

 


BIJLAGE V

VERSLAGLEGGING INZAKE OPERATIONELE STEUN IN HET KADER VAN DE BIJZONDERE DOORREISREGELING

Bijzondere doorreisregeling (als vastgelegd in de specifieke verordeningen): geef een overzicht van de uitvoering van de bijzondere doorreisregeling.

Vermeld alle wijzigingen van de strategie of van de nationale doelstellingen en alle factoren die in de toekomst tot wijzigingen kunnen leiden.

Vermeld alle belangrijke kwesties die van invloed kunnen zijn op de resultaten van de bijzondere doorreisregeling.

Nationale doelstellingen: geef een overzicht van de belangrijkste acties die in de loop van het jaar zijn uitgevoerd, de positieve resultaten en de vastgestelde (en opgeloste) problemen.

SPECIFIEKE DOELSTELLING: korte beschrijving operationele steun voor de bijzondere doorreisregeling (Litouwen)

 

Nationale doelstelling: activiteiten in het kader van de bijzondere doorreisregeling

 


Top