EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1298

Verordening (EU) nr. 1298/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat de financiële toewijzingen aan bepaalde lidstaten uit het Europees Sociaal Fonds betreft

OJ L 347, 20.12.2013, p. 256–258 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013; stilzwijgende opheffing door 32013R1303

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1298/oj

20.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 347/256


VERORDENING (EU) Nr. 1298/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 11 december 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad wat de financiële toewijzingen aan bepaalde lidstaten uit het Europees Sociaal Fonds betreft

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In verband met de onderhandelingen over het meerjarige financiële kader voor de jaren 2014-2020 moet voor enkele uit het eindresultaat van de onderhandelingen voortvloeiende vraagstukken nog een oplossing worden gevonden.

(2)

Tijdens de Europese Raad van 27 en 28 juni 2013 werd het standpunt ingenomen dat een budgettaire oplossing moest worden gevonden om die vraagstukken voor de meest getroffen lidstaten, met name Frankrijk, Italië en Spanje, op te lossen.

(3)

Gelet op de huidige economische crisis moeten, met het oog op het versterken van de economische, sociale en territoriale samenhang van de Unie, en als bijdrage aan de bijzondere inspanning die nodig is om despecifieke problemen van werkloosheid, in het bijzonderjeugdwerkloosheid, van armoede en sociale uitsluiting in Frankrijk, Italië en Spanje aan te pakken, de toewijzingen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) aan die lidstaten voor het jaar 2013 worden verhoogd.

(4)

Om de op grond van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 (2) aan de lidstaten toe te wijzen bedragen vast te stellen, moeten de bepalingen tot vaststelling van de totale middelen van de fondsen voor de drie doelstellingen waaraan zij bijdragen en bijlage II bij die verordening tot vaststelling van criteria en methoden die worden gebruikt bij de indicatieve jaarlijkse verdeling van vastleggingskredieten per lidstaat, worden aangepast.

(5)

Om de doeltreffendheid van de verhoging van de vastleggingskredieten voor het jaar 2013 te waarborgen en om de uitvoering van operationele programma's te vergemakkelijken, moet rekening worden gehouden met de opnamecapaciteit van de betrokken lidstaten wat betreft de doelstellingen van de fondsen op het gebied van convergentie en regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid.

(6)

Om ervoor te zorgen dat voor de operationele programma's voldoende tijd wordt geboden om van aanvullende ESF-toewijzingen gebruik te kunnen maken, moet eveneens de uiterste termijn voor de vastleggingen voor operationele programma's waaraan de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1083/2006 vastgelegde nieuwe toewijzingen ten goede komen, worden verlengd.

(7)

Aangezien die vastleggingskredieten op het jaar 2013 betrekking hebben, moet deze verordening met spoed in werking treden.

(8)

Verordening (EG) nr. 1083/2006 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Voor vastlegging ten laste van de Fondsen is voor de periode 2007 tot en met 2013 een bedrag van 308 542 551 107 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2004, beschikbaar, dat over de betrokken jaren wordt verdeeld overeenkomstig bijlage I.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De in de punten 12 tot en met 30 en punt 32 van bijlage II genoemde bedragen zijn begrepen in de in de artikelen 19, 20 en 21 genoemde bedragen en moeten duidelijk in de programmeringsdocumenten worden vermeld.”

2)

De artikelen 19 en 20 worden vervangen door:

„Artikel 19

Middelen voor de convergentiedoelstelling

De totale middelen voor de convergentiedoelstelling bedragen 81,53 % van de in artikel 18, lid 1, genoemde middelen (dat wil zeggen in totaal 251 543 760 146 EUR) en worden als volgt over de verschillende onderdelen verdeeld:

a)

70,50 % (dat wil zeggen in totaal 177 338 880 991 EUR) voor de in artikel 5, lid 1, bedoelde financiering, waarbij de indicatieve verdelingen per lidstaat worden berekend aan de hand van de volgende criteria: de in aanmerking komende bevolking, de regionale welvaart, de nationale welvaart en het werkloosheidspercentage;

b)

4,98 % (dat wil zeggen in totaal 12 521 289 405 EUR) voor de in artikel 8, lid 1, bedoelde specifieke overgangssteun, waarbij de indicatieve verdelingen per lidstaat worden berekend aan de hand van de volgende criteria: de in aanmerking komende bevolking, de regionale welvaart, de nationale welvaart en het werkloosheidspercentage;

c)

23,23 % (dat wil zeggen in totaal 58 433 589 750 EUR) voor de in artikel 5, lid 2, bedoelde financiering, waarbij de indicatieve verdelingen per lidstaat worden berekend aan de hand van de volgende criteria: de bevolking, de nationale welvaart en de oppervlakte;

d)

1,29 % (dat wil zeggen in totaal 3 250 000 000 EUR) voor de in artikel 8, lid 3, bedoelde specifieke overgangssteun.

Artikel 20

Middelen voor de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”

De totale middelen voor de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid” bedragen 15,96 % van de in artikel 18, lid 1, genoemde middelen (dat wil zeggen in totaal 49 239 337 841 EUR) en worden als volgt over de verschillende onderdelen verdeeld:

a)

78,91 % (dat wil zeggen in totaal 38 854 031 211 EUR) voor de in artikel 6 bedoelde financiering, waarbij de indicatieve verdelingen per lidstaat worden berekend aan de hand van de volgende criteria: de in aanmerking komende bevolking, de regionale welvaart, het werkloosheidspercentage, de tewerkstellingsgraad en de bevolkingsdichtheid; en

b)

21,09 % (dat wil zeggen in totaal 10 385 306 630 EUR) voor de in artikel 8, lid 2, bedoelde specifieke overgangssteun, waarbij de indicatieve verdelingen per lidstaat worden berekend aan de hand van de volgende criteria: de in aanmerking komende bevolking, de regionale welvaart, de nationale welvaart en het werkloosheidspercentage.”.

3)

In artikel 21, lid 1, wordt de inleidende zin vervangen door:

„De totale middelen voor de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” bedragen 2,51 % van de in artikel 18, lid 1, genoemde middelen (zijnde 7 759 453 120 EUR). Deze middelen, met uitsluiting van het in punt 22 van bijlage II genoemde bedrag, worden als volgt over de verschillende onderdelen verdeeld:”.

4)

In artikel 75 wordt het volgende lid ingevoegd:

„1   ter. In afwijking van lid 1, worden de vastleggingen voor de in punt 32 van bijlage II bedoelde bedragen uiterlijk op 30 juni 2014 verricht.”.

5)

Bijlage I wordt vervangen door:

„BIJLAGE I

Jaarlijkse verdeling van de vastleggingskredieten 2007-2013

(bedoeld in artikel 18)

(EUR — prijzen van 2004)

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

42 863 000 000

43 318 000 000

43 862 000 000

43 860 000 000

44 073 000 000

44 723 000 000

45 843 551 107”;

6)

Aan bijlage II wordt het volgende punt toegevoegd:

„32.

Voor het jaar 2013 wordt uit het ESF een aanvullend bedrag van 125 513 290 EUR toegewezen als volgt: 83 675 527 EUR wordt aan Frankrijk toegewezen, 25 102 658 EUR wordt aan Italië toegewezen en 16 735 105 EUR wordt aan Spanje toegewezen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 11 december 2013.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

V. LEŠKEVIČIUS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 november 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 5 december 2013.

(2)  Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).


Top