EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R1217

Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (gecodificeerde versie)

OJ L 328, 15.12.2009, p. 27–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 03 Volume 068 P. 213 - 224

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/1217/oj

15.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/27


VERORDENING (EG) Nr. 1217/2009 VAN DE RAAD

van 30 november 2009

tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap

(gecodificeerde versie)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, lid 2, derde alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

(2)

Het is voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid nodig te beschikken over objectieve en bruikbare gegevens, met name met betrekking tot de inkomens in de verschillende categorieën van landbouwbedrijven en tot de bedrijfseconomische werking van de bedrijven behorende tot de categorieën die een bijzondere aandacht op Gemeenschapsniveau vereisen.

(3)

De boekhoudingen van de landbouwbedrijven vormen de hoofdbron van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de waarneming van de inkomens in de landbouwbedrijven en voor de bedrijfseconomische analyse van deze bedrijven.

(4)

Het is noodzakelijk dat de in te winnen gegevens afkomstig zijn van naar behoren en speciaal aan de hand van gemeenschappelijke regels uitgekozen landbouwbedrijven en berusten op controleerbare feiten. Deze gegevens moeten worden beschouwd in samenhang met de technische, economische en sociale positie van het landbouwbedrijf, moeten betrekking hebben op afzonderlijke bedrijven, moeten zo snel mogelijk beschikbaar zijn, moeten beantwoorden aan identieke omschrijvingen, moeten in een gemeenschappelijk schema worden opgenomen en moeten op elk ogenblik en in alle bijzonderheden beschikbaar zijn voor de Commissie.

(5)

De nagestreefde doeleinden kunnen slechts worden bereikt, indien gebruik wordt gemaakt van een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, hierna „informatienet” genoemd, dat steunt op de bureaus voor landbouwbedrijfsboekhouding in elk land en dat, in het genot van het vertrouwen van de betrokkenen, berust op hun vrijwillige deelneming.

(6)

Om op communautair niveau voldoende homogene boekhoudresultaten te verkrijgen, voor het bepalen van de aantallen bedrijven met boekhouding per streek en per bedrijfsklasse moet worden uitgegaan van een stratificatie van het waarnemingsgebied die is gebaseerd op de communautaire typologie van de landbouwbedrijven, vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1242/2008 van de Commissie van 8 december 2008 houdende invoering van een communautaire typologie van de landbouwbedrijven (4).

(7)

De streken van het informatienet moeten zoveel mogelijk samenvallen met die welke worden aangehouden voor de opstelling van andere regionale gegevens die van essentieel belang zijn voor de oriëntatie van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

(8)

Uit beheersoogpunt is het praktisch de Commissie te machtigen om de vastgestelde lijst van de streken van de lidstaten op verzoek van een lidstaat te wijzigen.

(9)

Het waarnemingsgebied van het informatienet moet alle landbouwbedrijven boven een bepaalde economische omvang omvatten, ongeacht eventuele nevenactiviteiten van het bedrijfshoofd. Dit waarnemingsgebied dient periodiek te worden herzien in het licht van nieuwe gegevens die door middel van de enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven worden verkregen.

(10)

De bedrijven met boekhouding moeten worden gekozen overeenkomstig in het kader van een keuzeschema vastgelegde voorschriften die erop gericht zijn tot een voor het waarnemingsgebied representatieve boekhoudsteekproef te komen.

(11)

Het is wenselijk gebleken de voornaamste beslissingen inzake de keuze van de boekhoudbedrijven, en met name inzake de vaststelling van het keuzeschema, op nationaal niveau te nemen. Derhalve moet een orgaan op dat niveau met deze taak worden belast. Het is echter wenselijk toe te staan dat lidstaten met verschillende streken de streekcomités handhaven.

(12)

Het nationale verbindingsorgaan dient een essentiële rol te vervullen bij het beheer van het informatienet.

(13)

De keuze van de landbouwbedrijven, alsmede de kritische bestudering en de beoordeling van de verkregen gegevens vereisen vergelijking met gegevens uit andere informatiebronnen.

(14)

De landbouwers dient zekerheid te worden gegeven dat de boekhoudkundige gegevens van hun bedrijf en alle andere individuele gegevens, verkregen uit hoofde van de onderhavige verordening, noch voor belastingdoeleinden of voor andere doeleinden dan die welke in deze verordening zijn genoemd gebruikt zullen worden, noch zullen worden verspreid door degenen die aan het gemeenschappelijk informatienet voor landbouwbedrijfsboekhoudingen medewerken of hebben medegewerkt.

(15)

Teneinde de objectiviteit en de doelmatigheid van de verkregen gegevens te waarborgen, moet de Commissie in staat zijn alle noodzakelijke inlichtingen in te winnen over de wijze waarop de organen, die de landbouwbedrijven moeten kiezen en de bureaus voor bedrijfsboekhouding die aan het gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen deelnemen, hun taak verrichten en indien zij dit noodzakelijk acht, deskundigen ter plaatse te zenden, met de medewerking van de bevoegde nationale instanties.

(16)

Het informatienet is een nuttig instrument dat de Gemeenschap in staat stelt het gemeenschappelijk landbouwbeleid te ontwikkelen, en daardoor staat het ten dienste van zowel de lidstaten als de Gemeenschap. Bijgevolg dienen de kosten van de voor het informatienet benodigde computersystemen en van studies over en de ontwikkeling van andere aspecten van het informatienet in aanmerking te worden genomen voor financiering door de Gemeenschap.

(17)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. (5)

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

OPRICHTING VAN EEN GEMEENSCHAPPELIJK INFORMATIENET INZAKE LANDBOUWBEDRIJFSBOEKHOUDINGEN

Artikel 1

1.   Voor de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen, hierna „informatienet” genoemd, in het leven geroepen.

2.   Het informatienet heeft tot doel de boekhoudkundige gegevens te verzamelen, die met name noodzakelijk zijn voor:

a)

het jaarlijks constateren van de inkomens van de landbouwbedrijven die binnen het in artikel 5 genoemde waarnemingsgebied vallen en

b)

de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven.

3.   De uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens dienen met name als grondslag voor het opstellen door de Commissie van verslagen over de situatie in de landbouw en op de landbouwmarkten alsmede over de landbouwinkomens in de Gemeenschap, die jaarlijks aan het Europese Parlement en de Raad worden voorgelegd, met name met het oog op de jaarlijkse vaststelling van de prijzen van de landbouwproducten.

Artikel 2

Voor de toepassing van de onderhavige verordening wordt verstaan onder:

a)   bedrijfsleider: de natuurlijke persoon die het lopende en dagelijkse beheer van het landbouwbedrijf voert;

b)   bedrijfsklasse: een aantal landbouwbedrijven die volgens de communautaire typologie van de landbouwbedrijven, vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1242/2008 naar productierichting en economische bedrijfsomvang tot dezelfde klasse behoren;

c)   bedrijf met boekhouding: ieder landbouwbedrijf dat in het kader van het informatienet is of wordt ingeschakeld;

d)   streek: het grondgebied van een lidstaat of een deel van het grondgebied van een lidstaat, dat is afgebakend met het oog op de keuze van de bedrijven met boekhouding. De lijst van deze streken is opgenomen in bijlage I;

e)   boekhoudkundige gegevens: ieder technisch, financieel of economisch gegeven dat kenmerkend is voor een landbouwbedrijf en ontleend is aan een boekhouding waarin tijdens het boekjaar systematisch en regelmatig de verschillende boekingen zijn verricht.

Artikel 3

Op verzoek van een lidstaat wordt de lijst van de streken volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure gewijzigd, mits het verzoek betrekking heeft op de streken van die lidstaat.

HOOFDSTUK II

CONSTATERING VAN HET INKOMEN IN DE LANDBOUWBEDRIJVEN

Artikel 4

Dit hoofdstuk is van toepassing op de verzameling van boekhoudkundige gegevens met het oog op de jaarlijkse constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven.

Artikel 5

1.   Het in artikel 1, lid 2, onder a), bedoelde waarnemingsgebied omvat de landbouwbedrijven waarvan de economische omvang groter is dan of gelijk is aan een drempelwaarde, uitgedrukt in euro overeenkomend met één van de ondergrenzen van de klassen van de economische bedrijfsomvang, zoals omschreven in de communautaire typologie.

2.   Als bedrijven met boekhouding worden gekozen landbouwbedrijven

a)

waarvan de economische omvang groter dan of gelijk is aan een overeenkomstig lid 1 vast te stellen drempelwaarde,

b)

die worden geëxploiteerd door landbouwers die over een boekhouding beschikken of die bereid en in staat zijn om een bedrijfsboekhouding te voeren en ermee instemmen dat de boekhoudkundige gegevens van hun bedrijf ter beschikking van de Commissie worden gesteld,

c)

die samen op streekniveau representatief zijn voor het waarnemingsgebied.

3.   Het maximumaantal bedrijven met boekhouding bedraagt 105 000 voor de Gemeenschap.

4.   De uitvoeringsbepalingen van dit artikel, en met name de drempelwaarde voor de economische omvang en het aantal bedrijven met boekhouding per streek, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 6

1.   Iedere lidstaat stelt een Nationaal Comité van het informatienet in (hierna „Nationaal Comité”) te noemen.

2.   Het Nationaal Comité is verantwoordelijk voor de keuze van de bedrijven met boekhouding. Tot zijn taak behoort daartoe met name het goedkeuren van:

a)

het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding, dat met name de aantallen bedrijven met boekhouding per bedrijfsklasse bepaalt en de wijze van kiezen van genoemde bedrijven,

b)

het verslag betreffende de uitvoering van het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding.

3.   De voorzitter van het Nationaal Comité wordt door de lidstaat aangewezen uit de leden van het Comité.

Het Nationaal Comité besluit met eenstemmigheid; ingeval geen eenstemmigheid wordt bereikt, worden de besluiten getroffen door een door de lidstaat aangewezen autoriteit.

4.   De lidstaten met meer dan één streek mogen voor elke streek een Streekcomité van het informatienet oprichten, hierna „Streekcomité” te noemen.

Het Streekcomité heeft met name tot taak bij de keuze van de bedrijven met boekhouding samen te werken met het in artikel 7 bedoelde verbindingsorgaan.

5.   De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 7

1.   Iedere lidstaat wijst een verbindingsorgaan aan dat tot taak heeft:

a)

het in kennis stellen van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding van de hen betreffende uitvoeringsbepalingen en het toezicht op de naleving daarvan;

b)

het opstellen, het ter goedkeuring aan het Nationaal Comité voorleggen en het vervolgens bij de Commissie indienen van:

i)

het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding, welk schema moet zijn gebaseerd op de meest recente statistische gegevens, opgesteld volgens de communautaire typologie van de landbouwbedrijven;

ii)

het verslag betreffende de uitvoering van het schema voor de keuze van de bedrijven met boekhouding;

c)

het opstellen van:

i)

de lijst van bedrijven met boekhouding;

ii)

de lijst van de bureaus voor bedrijfsboekhouding die bereid en in staat zijn de bedrijfsformulieren overeenkomstig de in de artikelen 10 en 15 bedoelde overeenkomsten in te vullen;

d)

het inzamelen van de hem door de bureaus voor bedrijfsboekhouding toegezonden bedrijfsformulieren en het nagaan, aan de hand van een gemeenschappelijk controleprogramma, of deze naar behoren zijn ingevuld;

e)

het na controle doorzenden naar de Commissie van de naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren;

f)

het doen toekomen aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding van de in artikel 17 genoemde verzoeken om inlichtingen en het toezenden aan de Commissie van de desbetreffende antwoorden.

2.   De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 8

1.   Voor ieder bedrijf met boekhouding geldt een anoniem en individueel bedrijfsformulier.

2.   Het formulier omvat de boekhoudkundige gegevens waardoor het mogelijk is:

het bedrijf met boekhouding te kenmerken door de voornaamste bestanddelen van zijn productiefactoren;

de verschillende aspecten van het inkomen in het bedrijf met boekhouding te beoordelen;

de inhoud van het formulier steekproefsgewijze te verifiëren.

3.   De aard van de boekhoudkundige gegevens die op de bedrijfsformulieren moeten voorkomen, hun opmaak en de hiermede verband houdende omschrijvingen en instructies worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 9

De landbouwer wiens bedrijf is uitgekozen als bedrijf met boekhouding kiest uit de hiertoe door het verbindingsorgaan opgestelde lijst het bureau voor bedrijfsboekhouding dat bereid is het formulier van zijn bedrijf overeenkomstig de bepalingen van de in artikel 10 bedoelde overeenkomst in te vullen.

Artikel 10

1.   Onder verantwoordelijkheid van de lidstaat wordt jaarlijks tussen de door deze aangewezen bevoegde instantie en ieder bureau voor bedrijfsboekhouding, uitgekozen overeenkomstig artikel 9, een overeenkomst gesloten. Bij deze overeenkomst verplichten de bureaus voor bedrijfsboekhouding zich om de bedrijfsformulieren met inachtneming van het in artikel 8 bepaalde tegen een forfaitaire vergoeding in te vullen.

2.   De bepalingen van de in lid 1 bedoelde overeenkomst, die in alle lidstaten gelijkluidend dienen te zijn, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

3.   Ingeval de taken van een bureau voor bedrijfsboekhouding door een administratieve dienst worden verricht, vindt de kennisgeving van deze taken plaats langs administratieve weg.

HOOFDSTUK III

VERZAMELING VAN DE BOEKHOUDKUNDIGE GEGEVENS MET HET OOG OP DE BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE VAN LANDBOUWBEDRIJVEN

Artikel 11

Dit hoofdstuk is van toepassing op de verzameling van de boekhoudkundige gegevens met het oog op de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven.

Artikel 12

Volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld:

het onderwerp van de analyses, vermeld in artikel 1, lid 2, onder b);

uitgaande van de doelstellingen van elk der analyses, voorschriften inzake de wijze waarop de bedrijven met boekhouding worden uitgekozen, alsmede hun aantal.

Artikel 13

1.   Voor ieder overeenkomstig de in artikel 12, tweede streepje, bedoelde voorschriften uitgekozen bedrijf met boekhouding geldt een speciaal individueel en anoniem bedrijfsformulier. Dit bedrijfsformulier omvat de in artikel 8, lid 2, genoemde boekhoudkundige gegevens, alsmede alle aanvullende gegevens en bijzonderheden van boekhoudkundige aard die aan de bijzondere behoeften van elk der analyses beantwoorden.

2.   De aard van de gegevens die op de speciale bedrijfsformulieren moeten voorkomen, hun opmaak en de hiermede verband houdende omschrijvingen en instructies, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

3.   Het speciale bedrijfsformulier wordt ingevuld door het overeenkomstig artikel 14 uitgekozen bureau voor bedrijfsboekhouding.

Artikel 14

De landbouwer wiens bedrijf is uitgekozen overeenkomstig de in artikel 12, tweede streepje, bedoelde voorschriften kiest uit de hiertoe door het verbindingsorgaan opgestelde lijst het bureau voor bedrijfsboekhouding dat bereid is het speciale formulier van zijn bedrijf overeenkomstig de bepalingen van de in artikel 15 bedoelde overeenkomst in te vullen.

Artikel 15

1.   Onder verantwoordelijkheid van de lidstaat wordt tussen de door deze aangewezen bevoegde instantie en ieder bureau voor bedrijfsboekhouding, uitgekozen overeenkomstig artikel 14, een overeenkomst gesloten. Bij deze overeenkomst verplichten de bureaus voor bedrijfsboekhouding zich, de speciale bedrijfsformulieren met inachtneming van het in artikel 13 bepaalde tegen een forfaitaire vergoeding in te vullen.

2.   De bepalingen van de in lid 1 bedoelde overeenkomst, die in alle lidstaten gelijkluidend dienen te zijn, worden vastgesteld volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure.

De aanvullende bepalingen die een lidstaat aan deze overeenkomst kan toevoegen, worden volgens dezelfde procedure vastgesteld.

3.   Ingeval de taken van een bureau voor bedrijfsboekhouding door een administratieve dienst worden verricht, vindt de kennisgeving van deze taken plaats langs administratieve weg.

HOOFDSTUK IV

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 16

1.   Het is verboden om individuele boekhoudkundige gegevens en alle andere individuele gegevens die op grond van deze verordening worden verkregen te gebruiken voor belastingdoeleinden, deze gegevens te verspreiden of ze te gebruiken voor andere doeleinden dan die welke in artikel 1 worden genoemd.

2.   De personen die aan het informatienet medewerken of medegewerkt hebben, mogen individuele boekhoudkundige gegevens of alle andere individuele gegevens die hun in of door de uitoefening van hun functie ter kennis zijn gekomen, niet verspreiden.

3.   De lidstaten nemen alle passende maatregelen om inbreuken op het bepaalde in lid 2 strafbaar te stellen.

Artikel 17

1.   Het Nationaal Comité, de Streekcomités, het verbindingsorgaan en de bureaus voor bedrijfsboekhouding moeten, elk voor zich, de Commissie alle inlichtingen verstrekken, die deze van hen zou kunnen vragen met betrekking tot de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening.

Deze verzoeken om inlichtingen, gericht aan het Nationaal Comité, de Streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding, alsmede de daarop betrekking hebbende antwoorden, worden schriftelijk toegezonden via het verbindingsorgaan.

2.   Indien de verstrekte inlichtingen onvoldoende zijn of niet tijdig worden verstrekt, kan de Commissie met de medewerking van het verbindingsorgaan deskundigen ter plaatse zenden.

Artikel 18

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Gemeenschappelijk Comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (hierna het „gemeenschappelijk comité”) genoemd.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

3.   Het gemeenschappelijk comité wordt geraadpleegd:

a)

inzake het nagaan of de schema's voor de keuze van de bedrijven met boekhouding in overeenstemming zijn met artikel 5;

b)

inzake het kritisch onderzoek en de beoordeling van de jaarlijkse gewogen uitkomsten van het informatienet, waarbij met name rekening wordt gehouden met gegevens afkomstig uit andere bronnen, zoals statistieken en globale economische rekeningen.

4.   Het gemeenschappelijk comité kan ieder ander vraagstuk bestuderen dat door de voorzitter, hetzij op diens initiatief hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een lidstaat, aan de orde wordt gesteld.

Ieder jaar in oktober onderzoekt het gemeenschappelijk comité de ontwikkeling van de landbouwinkomens in de Gemeenschap, met name op basis van de bijgewerkte uitkomsten van het informatienet.

Het wordt regelmatig ingelicht over de werkzaamheden in het kader van het informatienet.

5.   De voorzitter roept de vergaderingen van het gemeenschappelijk comité bijeen.

De Commissie verzorgt het secretariaat van het gemeenschappelijk comité.

Artikel 19

1.   In de algemene begroting van de Europese Unie, afdeling Commissie, worden kredieten opgenomen ter dekking van:

a)

de kosten van het informatienet die voortvloeien uit de forfaitaire vergoedingen aan de bureaus voor bedrijfsboekhouding teneinde de in de artikelen 10 en 15 bedoelde verplichtingen na te komen;

b)

alle kosten van de computersystemen die door de Commissie worden gebruikt voor de ontvangst, verificatie, verwerking en analyse van de door de lidstaten verstrekte boekhoudkundige gegevens.

De onder b) bedoelde kosten omvatten, waar dat passend is, de kosten die zijn gemoeid met de verspreiding van de resultaten van die activiteiten, alsmede de kosten van studies over en de ontwikkeling van andere aspecten van het informatienet.

2.   De kosten voor de oprichting en de werking van het Nationaal Comité, de Streekcomités en de verbindingsorganen worden niet in de begroting van de Gemeenschap opgenomen.

Artikel 20

Verordening nr. 79/65/EEG wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 21

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

S. O. LITTORIN


(1)  Advies van 20 oktober 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB 109 van 23.6.1965, blz. 1859/65.

(3)  Zie bijlage II.

(4)  PB L 335 van 13.12.2008, blz. 3.

(5)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE

Lijst van streken, bedoeld in artikel 2, onder d)

België

1.

Vlaanderen

2.

Bruxelles — Brussel

3.

Wallonie

Bulgarije

1.

Северозападен (Severozapaden)

2.

Северен централен (Severen tsentralen)

3.

Североизточен (Severoiztochen)

4.

Югозападен (Yugozapaden)

5.

Южен централен (Yuzhen tsentralen)

6.

Югоизточен (Yugoiztochen)

Bulgarije kan tot 31 december 2009 evenwel één streek vormen.

Tsjechië

Vormt één streek

Denemarken

Vormt één streek

Duitsland

1.

Schleswig-Holstein

2.

Hamburg

3.

Niedersachsen

4.

Bremen

5.

Nordrhein-Westfalen

6.

Hessen

7.

Rheinland-Pfalz

8.

Baden-Württemberg

9.

Bayern

10.

Saarland

11.

Berlin

12.

Brandenburg

13.

Mecklenburg-Vorpommern

14.

Sachsen

15.

Sachsen-Anhalt

16.

Thüringen

Estland

Vormt één enkele streek

Ierland

Vormt één streek

Griekenland

1.

Μακεδονία — Θράκη

2.

Ήπειρος — Πελοπόννησος — Νήσοι Ιονίου

3.

Θεσσαλία

4.

Στερεά Ελλάς — Νήσοι Αιγαίου — Κρήτη

Spanje

1.

Galicia

2.

Asturias

3.

Cantabria

4.

País Vasco

5.

Navarra

6.

La Rioja

7.

Aragón

8.

Cataluña

9.

Baleares

10.

Castilla-León

11.

Madrid

12.

Castilla-La Mancha

13.

Comunidad Valenciana

14.

Murcia

15.

Extremadura

16.

Andalucía

17.

Canarias

Frankrijk

1.

Île de France

2.

Champagne-Ardenne

3.

Picardie

4.

Haute-Normandie

5.

Centre

6.

Basse-Normandie

7.

Bourgogne

8.

Nord-Pas-de-Calais

9.

Lorraine

10.

Alsace

11.

Franche-Comté

12.

Pays de la Loire

13.

Bretagne

14.

Poitou-Charentes

15.

Aquitaine

16.

Midi-Pyrénées

17.

Limousin

18.

Rhône-Alpes

19.

Auvergne

20.

Languedoc-Roussillon

21.

Provence-Alpes-Côte d'Azur

22.

Corse

Italië

1.

Piemonte

2.

Valle d'Aosta

3.

Lombardia

4.

Alto Adige

5.

Trentino

6.

Veneto

7.

Friuli-Venezia Giulia

8.

Liguria

9.

Emilia-Romagna

10.

Toscana

11.

Umbria

12.

Marche

13.

Lazio

14.

Abruzzi

15.

Molise

16.

Campania

17.

Puglia

18.

Basilicata

19.

Calabria

20.

Sicilia

21.

Sardegna

Cyprus

Vormt één streek

Letland

Vormt één streek

Litouwen

Vormt één streek

Luxemburg

Vormt één streek

Hongarije

1.

Közép-Magyarország

2.

Közép-Dunántúl

3.

Nyugat-Dunántúl

4.

Dél-Dunántúl

5.

Észak-Magyarország

6.

Észak-Alföld

7.

Dél-Alföld

Malta

Vormt één streek

Nederland

Vormt één streek

Oostenrijk

Vormt één streek

Polen

1.

Pomorze en Mazury

2.

Wielkopolska en Śląsk

3.

Mazowsze en Podlasie

4.

Małopolska en Pogórze

Portugal

1.

Norte e Centro

2.

Ribatejo-Oeste

3.

Alentejo e Algarve

4.

Açores e Madeira

Roemenië

1.

Nord-Est

2.

Sud-Est

3.

Sud-Muntenia

4.

Sud-Vest-Oltenia

5.

Vest

6.

Nord-Vest

7.

Centru

8.

București-Ilfov

Slovenië

Vormt één streek

Slowakije

Vormt één streek

Finland

1.

Etelä-Suomi

2.

Sisä-Suomi

3.

Pohjanmaa

4.

Pohjois-Suomi

Zweden

1.

De laagvlakten van Zuid- en Midden-Zweden

2.

De land- en bosbouwgebieden van Zuid- en Midden-Zweden

3.

Het gebied Noord-Zweden

Verenigd Koninkrijk

1.

England—North Region

2.

England—East Region

3.

England—West Region

4.

Wales

5.

Scotland

6.

Northern Ireland


BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad

(PB 109 van 23.6.1965, blz. 1859/65)

 

Toetredingsakte van 1972

 

Verordening (EEG) nr. 2835/72 van de Raad

(PB L 298 van 31.12.1972, blz. 47)

 

Verordening (EEG) nr. 2910/73 van de Raad

(PB L 299 van 27.10.1973, blz. 1)

 

Toetredingsakte van 1979

 

Verordening (EEG) nr. 2143/81 van de Raad

(PB L 210 van 30.7.1981, blz. 1)

 

Verordening (EEG) nr. 3644/85 van de Raad

(PB L 348 van 24.12.1985, blz. 4)

 

Toetredingsakte van 1985

 

Verordening (EEG) nr. 3768/85 van de Raad

(PB L 362 van 31.12.1985, blz. 8)

Uitsluitend punt 2 van de bijlage

Verordening (EEG) nr. 3577/90 van de Raad

(PB L 353 van 17.12.1990, blz. 23)

Uitsluitend bijlage XVI

Punt V.A.I van bijlage I bij de Toetredingsakte van 1994

(PB C 241 van 29.8.1994, blz. 117)

 

Verordening (EEG) nr. 2801/95 van de Raad

(PB L 291 van 6.12.1995, blz. 3)

 

Verordening (EEG) nr. 1256/97 van de Raad

(PB L 174 van 2.7.1997, blz. 7)

 

Verordening (EEG) nr. 806/2003 van de Raad

(PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1)

Uitsluitend punt 1 van bijlage II

Punt 6.A.1 van bijlage II bij de Toetredingsakte van 2003

(PB L 236 van 23.9.2003, blz. 346)

 

Verordening (EEG) nr. 2059/2003 van de Raad

(PB L 308 van 25.11.2003, blz. 1)

 

Verordening (EEG) nr. 660/2004 van de Commissie

(PB L 104 van 8.4.2004, blz. 97)

 

Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Commissie

(PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1)

Uitsluitend punt 1 van hoofdstuk 5, onderdeel A, van de bijlage

Verordening (EG) nr. 1469/2007 van de Commissie

(PB L 329 van 14.12.2007, blz. 5)

 


BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

Verordening nr. 79/65/EEG

De onderhavige verordening

Artikelen 1 en 2

Artikelen 1 en 2

Artikel 2 bis

Artikel 3

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6, lid 1, onder a)

Artikel 7, lid 1, onder a)

Artikel 6, lid 1, onder b), eerste streepje

Artikel 7, lid 1, onder b), punt i)

Artikel 6, lid 1, onder b), tweede streepje

Artikel 7, lid 1, onder b), punt ii)

Artikel 6, lid 1, onder c), eerste streepje

Artikel 7, lid 1, onder c), punt i)

Artikel 6, lid 1, onder c), tweede streepje

Artikel 7, lid 1, onder c), punt ii)

Artikel 6, lid 1, onder e), f) en g)

Artikel 7, lid 1, onder e), f) en g)

Artikel 6, lid 2

Artikel 7, lid 2

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19, leden 1, 2 en 3

Artikel 18, leden 1, 2 en 3

Artikel 20, leden 1 en 2

Artikel 18, leden 4 en 5

Artikel 21, eerste en tweede alinea

Artikel 18, lid 6

Artikel 21, derde alinea

Artikel 22

Artikel 19

Artikel 23

Artikel 20

Artikel 21

Bijlage

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III


Top