EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003D0008

2003/8/EG: Beschikking van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5236)

OJ L 5, 10.1.2003, p. 16–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Estonian: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Latvian: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Lithuanian: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Hungarian Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Maltese: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Polish: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Slovak: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Slovene: Chapter 05 Volume 004 P. 289 - 292
Special edition in Bulgarian: Chapter 05 Volume 006 P. 165 - 168
Special edition in Romanian: Chapter 05 Volume 006 P. 165 - 168
Special edition in Croatian: Chapter 05 Volume 003 P. 156 - 159

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013; opgeheven door 32012D0733

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2003/8(1)/oj

32003D0008

2003/8/EG: Beschikking van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5236)

Publicatieblad Nr. L 005 van 10/01/2003 blz. 0016 - 0019


Beschikking van de Commissie

van 23 december 2002

tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk

(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5236)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/8/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2434/92(2), en met name op artikel 44,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Sinds van start is gegaan met het Europees netwerk van diensten voor de arbeidsvoorziening ("Eures") (opgericht bij Beschikking 93/569/EEG van de Commissie(3), ter toepassing van Verordening (EEG) nr. 1612/68) is veel vooruitgang geboekt.

(2) In het licht van de sinds 1993 opgedane ervaring en om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de Eures-context en deze te consolideren, zou het netwerk thans moeten worden versterkt en ten volle geïntegreerd in de activiteiten van de diensten voor de arbeidsvoorziening van de lidstaten. De thans bestaande verdeling van de verantwoordelijkheden en de besluitvormingsprocedures moeten worden herzien.

(3) Met het oog op de komende uitbreiding van de Europese Unie moet ten volle rekening worden gehouden met de invoering van Eures in de toetredende landen, en moet het systeem tegelijk efficiënt en beheersbaar blijven.

(4) Met het oog op een verbetering en rationalisering van de geboden dienstverleningen dient ook rekening te worden gehouden met de mogelijkheden die door de opkomende informatie- en communicatietechnologieën worden geboden.

(5) Tot dit doel moet Eures worden geconsolideerd en versterkt als een essentieel instrument voor het toezicht op de mobiliteit, voor steun aan het vrije verkeer van werknemers en de integratie van de Europese arbeidsmarkten, alsook voor informatie aan de burgers over de relevante communautaire wetgeving.

(6) Er bestaat een behoefte om de beroeps- en geografische mobiliteit te onderbouwen overeenkomstig de Europese werkgelegenheidsstrategie met het oog op de uitvoering van het actieplan voor vaardigheden en mobiliteit(4) van de Commissie en de resolutie van de Raad van 3 juni 2002 over hetzelfde onderwerp(5).

(7) Voor de duidelijkheid is het wenselijk het Europees netwerk van diensten voor arbeidsvoorziening opnieuw op te richten en zijn samenstelling, structuur en taken meer precies te definiëren. Dit impliceert de vervanging van Beschikking 93/569/EEG.

(8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Technisch Comité voor het vrije verkeer van werknemers,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het Eures-netwerk

De Commissie, de diensten voor de arbeidsvoorziening van de lidstaten en alle eventuele partners daarvan, richten een Europees netwerk van diensten voor de arbeidsvoorziening op, Eures genaamd, dat verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van een uitwisseling van informatie en een samenwerking als bedoeld in deel II van Verordening (EEG) nr. 1612/68.

Artikel 2

Doelstellingen

Eures draagt bij tot een gecoördineerde uitvoering van de bepalingen van deel II van Verordening (EEG) nr. 1612/68. Het biedt steun aan de Europese werkgelegenheidsstrategie en helpt de Europese interne markt versterken.

Ten behoeve van werkzoekenden, werkenden en werkgevers tracht Eures in het bijzonder te bevorderen:

a) de ontwikkeling van open en algemeen toegankelijke Europese arbeidsmarkten;

b) de transnationale, interregionale en grensoverschrijdende uitwisseling van aanbiedingen van en aanvragen om werk;

c) transparantie en uitwisseling van informatie over de Europese arbeidsmarkten, met inbegrip van informatie over levensomstandigheden en de mogelijkheden tot het verwerven van vaardigheden;

d) de ontwikkeling van methodologieën en indicatoren hiervoor.

Artikel 3

Samenstelling

Eures omvat de volgende categorieën:

a) de leden van Eures, te weten de gespecialiseerde diensten die overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1612/68 door de lidstaten zijn aangewezen, en het Europees Coördinatiebureau, overeenkomstig de artikelen 21, 22, en 23 van deze verordening, en

b) de partners van Eures, zoals bepaald in artikel 17, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1612/68, te weten:

i) de regionale diensten voor de arbeidsvoorziening van de lidstaten;

ii) de diensten voor de arbeidsvoorziening die bevoegd zijn voor grensregio's;

iii) gespecialiseerde diensten voor de arbeidsvoorziening die overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1612/68 bij de Commissie zijn gemeld.

Hieronder vallen ook de vakbonden en werkgeversorganisaties die door de Eures-leden zijn aangewezen.

Artikel 4

De rol van het Europees Coördinatiebureau

Het Directoraat-generaal Werkgelegenheid en sociale zaken van de Commissie is verantwoordelijk voor het beheer van het Europees Coördinatiebureau.

Het Europees Coördinatiebureau (hierna het Eures-coördinatiebureau genoemd) ziet toe op de naleving van de bepalingen van deel II van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en biedt het netwerk steun bij het uitvoeren van zijn activiteiten.

Dit omvat in het bijzonder:

a) de analyse van geografische en beroepsmobiliteit en de ontwikkeling van een algemene aanpak van de mobiliteit overeenkomstig de Europese werkgelegenheidsstrategie;

b) de formulering van een coherente omvattende aanpak en van passende maatregelen ter bevordering van samenwerking en coördinatie tussen de lidstaten;

c) het algemene toezicht op en een evaluatie van de activiteiten van Eures, en maatregelen om na te gaan of deze worden uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1612/68 en overeenkomstig deze beschikking.

Artikel 5

Het Eures-logo

Het letterwoord Eures mag alleen worden gebezigd voor activiteiten binnen Eures. Het wordt geïllustreerd door een standaardlogo in de vorm van een grafisch ontwerp.

Het logo wordt als een Gemeenschapsmerk geregistreerd bij de Harmonisatie voor de interne markt (HBIM). Het mag door de leden en partners van Eures worden gebruikt.

Artikel 6

Strategiegroep op hoog niveau

Een strategiegroep op hoog niveau, bestaande uit de hoofden van de leden van Eures en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie, wordt hierbij opgericht. Zij assisteert de Commissie bij de bevordering van en het toezicht op de ontwikkeling van Eures.

De Commissie raadpleegt de strategiegroep op hoog niveau over kwesties als de strategische planning, de ontwikkeling, de uitvoering, het toezicht en de evaluatie met betrekking tot de in deze beschikking bedoelde diensten en activiteiten, met inbegrip van:

a) het Eures-handvest, overeenkomstig artikel 8, lid 2;

b) de Eures-richtsnoeren, overeenkomstig artikel 9, lid 1;

c) het ontwerp-jaarverslag van de Commissie waarin is voorzien bij artikel 19, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

d) het tweejaarlijkse verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité waarin is voorzien bij artikel 19, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1612/68.

De hoofden van de Europese sociale partners worden uitgenodigd tot de vergaderingen van de groep.

De groep stelt haar werkmethoden en reglement van orde vast. De strategiegroep wordt in de regel tweemaal per jaar door de voorzitter bijeengeroepen. Adviezen worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen uitgebracht.

Het Eures-coördinatiebureau neemt het secretariaat waar.

Artikel 7

Werkgroep

Het Eures-coördinatiebureau richt een werkgroep op bestaande uit Eures-managers, die elk een Eures-lid vertegenwoordigen. Deze werkgroep moet het Coördinatiebureau bijstaan bij de ontwikkeling en uitvoering van en het toezicht op de Eures-activiteiten. Het Eures-coördinatiebureau zal op de vergaderingen van de werkgroep vertegenwoordigers van de Europese sociale partners en waar nodig vertegenwoordigers van andere Eures-partners en deskundigen uitnodigen.

Artikel 8

Eures-handvest

1. Het Eures-coördinatiebureau keurt overeenkomstig de procedures van artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 2, artikel 22, lid 1, onder a), b) en c), en artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1612/68, en na overleg met de bij artikel 6 van deze beschikking opgerichte Eures-strategiegroep op hoog niveau het Eures-handvest goed.

2. Gebaseerd op het beginsel dat alle aanbiedingen van en aanvragen om werk die door een lid of partner van Eures worden bekendgemaakt, in heel de Europese Unie beschikbaar moeten zijn, dient het Eures-handvest meer in het bijzonder te zorgen voor:

a) beschrijvingen van de activiteiten die door de leden en partners van Eures worden ondernomen, waaronder:

i) diensten voor het op elkaar afstemmen van de vraag naar en het aanbod van arbeidsplaatsen, met inbegrip van persoonlijk beroepskeuzeadvies en klantenadvies, voor zowel werkzoekenden, werknemers als werkgevers;

ii) de ontwikkeling van transnationale en grensoverschrijdende samenwerking, met inbegrip van diensten voor de arbeidsvoorziening en sociale diensten, de sociale partners en andere betrokken instellingen, met het oog op een beter functioneren van de arbeidsmarkten, hun integratie en grotere mobiliteit;

iii) de bevordering van gecoördineerd toezicht op en van een gecoördineerde evaluatie van hinderpalen voor mobiliteit, overschotten en tekorten aan vaardigheden en migratiestromen;

b) de operationele doelstellingen van het Eures-systeem, de toe te passen kwaliteitsnormen, alsook de verplichtingen van de Eures-leden en -partners, hetgeen omvat:

i) de integratie vóór een te bepalen datum van de relevante vacaturebanken van de leden in het Eures-systeem voor de uitwisseling van vacatures;

ii) de aard van de informatie, zoals over arbeidsmarktgegevens, levens- en werkomstandigheden, werkaanbiedingen en -aanvragen, hinderpalen voor mobiliteit, die aan de klanten en de rest van het netwerk dient te worden verstrekt;

iii) de opleiding en de kwalificaties die vereist zijn voor het Eures-personeel, en de voorwaarden en procedures voor de organisatie van bezoeken en voor de taaktoewijzing van ambtenaren;

iv) het opstellen, indienen bij het Eures-coördinatiebureau, en uitvoeren van activiteitenplannen, met specifieke voorschriften voor grensoverschrijdende Eures-activiteiten;

v) de gebruiksvoorwaarden van het Eures-logo door leden en partners;

vi) de principes voor het toezicht op en de evaluatie van de Eures-activiteiten;

c) de procedures voor het opzetten van een uniform systeem en gemeenschappelijke modellen voor de uitwisseling van informatie die verband houdt met de arbeidsmarkt en mobiliteit binnen het Eures-netwerk, als bedoeld in de artikelen 14, 15 en 16 van Verordening (EEG) nr. 1612/68, met inbegrip van informatie over banen en leermogelijkheden in de Europese Unie die deel moet gaan uitmaken van een geïntegreerde informatiewebsite over arbeidsmobiliteit.

Artikel 9

Richtsnoeren en plannen voor activiteiten

1. Overeenkomstig het in artikel 8 bedoelde Eures-handvest en na overleg met de in artikel 6 bedoelde Eures-strategiegroep op hoog niveau, stelt het Eures-coördinatiebureau richtsnoeren op voor de activiteiten van Eures over een periode van drie jaar.

Deze richtsnoeren omvatten de voorwaarden voor eventuele financiële steun van de Gemeenschap overeenkomstig lid 4.

2. Op basis van de richtsnoeren presenteren de leden van Eures hun respectieve activiteitenplannen voor de in de richtsnoeren bestreken periode aan het Eures-coördinatiebureau. Daarin moet het volgende worden gespecificeerd:

a) de voornaamste activiteiten die het Eures-lid in het kader van het netwerk moet ondernemen, met inbegrip van de transnationale, grensoverschrijdende en sectorale activiteiten als bedoeld in artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

b) de personele en financiële middelen voor de uitvoering van deel II van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

c) de voorzieningen voor toezicht op en evaluatie van de geplande activiteiten, inclusief de informatie die jaarlijks aan de Commissie moet worden gezonden.

De activiteitenplannen moeten ook een evaluatie omvatten van de activiteiten en de bereikte vorderingen tijdens de voorafgaande periode.

3. Het Eures-coördinatiebureau onderzoekt de activiteitenplannen en de toegezonden informatie inzake hun uitvoering om na te gaan of zij overeenstemmen met de richtsnoeren en bepalingen van deel II van Verordening (EEG) nr. 1612/68. De bevindingen van deze evaluatie worden jaarlijks samen met de Eures-leden overeenkomstig artikel 19, lid 1, van die verordening geanalyseerd, en opgenomen in het tweejaarlijkse verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité, als vereist bij artikel 19, lid 3, van diezelfde verordening.

4. De Commissie kan overeenkomstig de voorschriften inzake de relevante begrotingsmiddelen financiële steun verlenen voor de uitvoering van de activiteitenplannen.

Artikel 10

Intrekking

Beschikking 93/569/EEG wordt hierbij ingetrokken. Zij blijft echter van kracht voor werkzaamheden die waren aangevraagd voordat de onderhavige beschikking in werking trad.

Artikel 11

Datum van toepassing

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 maart 2003.

Artikel 12

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 23 december 2002.

Voor de Commissie

Anna Diamantopoulou

Lid van de Commissie

(1) PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2.

(2) PB L 245 van 26.8.1992, blz. 1.

(3) PB L 274 van 22.10.1993, blz. 32.

(4) COM(2002) 72 def. van 13.2.2002.

(5) PB C 162 van 6.7.2002, blz. 1.

Top