31992R2073

VERORDENING (EEG) Nr. 2073/92 VAN DE RAAD van 30 juni 1992 inzake maatregelen om de consumptie van melk en zuivelprodukten in de Gemeenschap te stimuleren en de markten voor melk en zuivelprodukten te verruimen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de markt voor melk en zuivelprodukten de gevolgen ondervindt van de aanhoudende daling van de consumptie van sommige zuivelprodukten in de Gemeenschap; dat, in verband met de dwingende noodzaak om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, de Raad heeft besloten de in de sector melk en zuivelprodukten ingestelde regeling inzake de extra heffing te verlengen en de in het kader van de regeling vastgestelde totale gegarandeerde hoeveelheden te verlagen, onder voorbehoud van een herziening in het licht van de marktsituatie; dat, ten einde de concurrentiepositie van zuivelprodukten te verbeteren, ook is voorzien in een verlaging van de prijzen bedoeld in titel I van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (4);

Overwegende dat specifieke maatregelen om de consumptie van melk en zuivelprodukten in de Gemeenschap te stimuleren en de markten voor melk en zuivelprodukten te verruimen eveneens kunnen bijdragen tot het herstel van een beter evenwicht op de markt doordat zij de vraag doen toenemen; dat deze specifieke maatregelen dienen te worden vastgesteld;

Overwegende dat met deze verordening hetzelfde doel wordt nagestreefd als met Verordening (EEG) nr. 1079/77 van de Raad van 17 mei 1977 inzake een medeverantwoordelijkheidsheffing en maatregelen ter verruiming van de markten in de sector melk en zuivelprodukten (5); dat de geldigheidsduur van de laatstgenoemde verordening derhalve niet behoeft te worden verlengd;

Overwegende dat met deze verordening wordt gestreefd naar een beter evenwicht op de markt voor zuivelprodukten; dat de aan de specifieke maatregelen verbonden uitgaven derhalve moeten worden beschouwd als een interventie in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (6),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De maatregelen om de consumptie van melk en zuivelprodukten in de Gemeenschap te stimuleren en de markten voor melk en zuivelprodukten te verruimen worden vastgesteld volgens de in artikel 4 bedoelde procedure.

2. De in lid 1 bedoelde maatregelen hebben betrekking op:

a) de verspreiding in de Gemeenschap van de huidige kennis op het gebied van met name de voedingseigenschappen van melk en zuivelprodukten;

b) het onderzoek inzake met name de voedingseigenschappen van melk en zuivelprodukten;

c) verkoopsbevorderings- en reclameacties in de Gemeenschap om de consumptie van melk en zuivelprodukten te stimuleren;

d) marktonderzoek, gericht op de verruiming van de markten voor melk en zuivelprodukten.

Artikel 2

Elk jaar vóór 1 april deelt de Commissie aan de Raad het programma mee van de maatregelen die zij voornemens is in het daaropvolgende melkprijsjaar te nemen.

Bij het opstellen van dit programma kan de Commissie met name het advies inwinnen van gespecialiseerde marktonderzoek- en reclamebureaus en van onderzoekinstituten.

Artikel 3

De uitgaven in verband met de in artikel 1 bedoelde maatregelen worden beschouwd als interventies in de zin van artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 4

De bepalingen ter uitvoering van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening (EEG) nr. 804/68.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1993.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 30 juni 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

Arlindo MARQUES CUNHA

(1) PB nr. C 337 van 31. 12. 1991, blz. 47.(2) PB nr. C 94 van 13. 4. 1992.(3) PB nr. C 98 van 21. 4. 1992, blz. 22.(4) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2071/92 (zie bladzijde 64 van dit Publikatieblad).(5) PB nr. L 131 van 26. 5. 1977, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1374/92 (PB nr. L 147 van 29. 5. 1992, blz. 3).(6) PB nr. L 94 van 28. 4. 1970, blz. 13. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2048/88 (PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 1).