EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0242

Zaak T-242/17: Beroep ingesteld op 25 april 2017 — SC/Eulex Kosovo

OJ C 231, 17.7.2017, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 231/28


Beroep ingesteld op 25 april 2017 — SC/Eulex Kosovo

(Zaak T-242/17)

(2017/C 231/35)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: SC (vertegenwoordigers: L. Moro, advocaat en A. Kunst, advocaat)

Verwerende partij: Eulex Kosovo

Conclusies

verklaren dat verweerster haar contractuele en niet-contractuele verplichtingen tegenover verzoekster niet is nagekomen;

verklaren dat het in 2016 georganiseerde interne vergelijkende onderzoek onrechtmatig was en dat het daarom onrechtmatig was, verzoeksters contract niet te verlengen;

gelasten dat verzoekster voor de verliezen als gevolg van het onrechtmatig niet verlengen van haar contract schadeloos wordt gesteld ter hoogte van 19 bruto maandsalarissen vermeerderd met dagvergoedingen en periodieke salarisverhoging overeenkomstig de „bezoldigingsregels voor internationale arbeidscontractanten” en de „aanwijzingen voor de hoogte van vergoedingen”;

gelasten dat verzoekster schadeloos wordt gesteld voor de immateriële schade die zij als gevolg van verweersters onrechtmatige handelingen en besluiten heeft geleden;

verweerster verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan schending van de leden 4 en 6 van de operationele standaardprocedure [Standard Operations Procedure (hierna: „SOP”)] betreffende reorganisaties, waarin de beginselen respectievelijk de rol en verantwoordelijkheden van het hoofd van de personeelsafdeling worden weergegeven, en van de leden 5 (beginselen) en 7 (selecties), in het bijzonder lid 7.1, onder a) en b), lid 7.2, onder c), f) en k), en lid 7.3, onder c), van de SOP betreffende personeelsselectie (schendingen van contractuele aard).

2.

Tweede middel, ontleend aan schending van lid 7.2, onder f), en lid 7.3, onder c), van de SOP betreffende personeelsselectie, van artikel 3.2 van verweersters gedragscode, van de contractuele beginselen van billijkheid en goede trouw (schendingen van contractuele aard), alsmede van verzoeksters recht op behoorlijk bestuur ingevolge artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (schending van niet-contractuele aard).

3.

Derde middel, ontleend aan schending van het beginsel van onpartijdigheid, alsmede van verzoeksters recht op behoorlijk bestuur.

4.

Vierde middel, ontleend aan schending van verzoeksters recht op rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden (artikel 31 Handvest), van de besluitnota van 26 januari 2011 (voorstel voor de invoering van rijvaardigheidsbeoordelingen), van de vereisten vastgelegd in de oproep voor deelname van 2014, alsmede van het recht op behoorlijk bestuur.

5.

Vijfde middel, ontleend aan schending van het recht op rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden (artikel 31 Handvest).


Top