EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TA0509

Zaak T-509/15: Arrest van het Gerecht van 3 februari 2017 — Kessel medintim/EUIPO — Janssen-Cilag (Premeno) [„Uniemerk — Oppositieprocedure — Aanvraag voor Uniewoordmerk Premeno — Ouder nationaal woordmerk Pramino — Relatieve weigeringsgrond — Verwarringsgevaar — Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 — Beslissing genomen na vernietiging door het Gerecht van een eerdere beslissing — Recht om te worden gehoord — Artikel 75 van verordening nr. 207/2009”]

OJ C 86, 20.3.2017, p. 24–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 86/24


Arrest van het Gerecht van 3 februari 2017 — Kessel medintim/EUIPO — Janssen-Cilag (Premeno)

(Zaak T-509/15) (1)

([„Uniemerk - Oppositieprocedure - Aanvraag voor Uniewoordmerk Premeno - Ouder nationaal woordmerk Pramino - Relatieve weigeringsgrond - Verwarringsgevaar - Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 - Beslissing genomen na vernietiging door het Gerecht van een eerdere beslissing - Recht om te worden gehoord - Artikel 75 van verordening nr. 207/2009”])

(2017/C 086/32)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Kessel medintim GmbH (Mörfelden-Walldorf, Duitsland) (vertegenwoordigers: A. Jacob en U. Staudenmaier, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordiger: D. Walicka, gemachtigde)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, interveniërend voor het Gerecht: Janssen-Cilag GmbH (Neuss, Duitsland) (vertegenwoordiger: M. Wenz, advocaat)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het EUIPO van 2 juli 2015 (zaak R 349/2015-4) inzake een oppositieprocedure tussen Janssen-Cilag en Kessel medintim

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Kessel medintim GmbH wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 354 van 26.10.2015.


Top