EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CB0381
Case C-381/09: Order of the Court (Seventh Chamber) of 7 July 2010 (reference for a preliminary ruling from the Corte suprema di cassazione (Italy)) — Gennaro Curia v Ministero dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate (Article 104(3), paragraph 1 of the Rules of Procedure — Sixth VAT Directive — Scope — VAT exemptions — Article 13B(d)(1) — Grant, negotiation and management of credit — Exorbitant lending activities — Activity unlawful under national law)
Zaak C-381/09: Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 juli 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Gennaro Curia/Ministero dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor de procesvoering — Zesde btw-richtlijn — Werkingssfeer — Btw-vrijstellingen — Artikel 13, B, sub d, punt 1 — Verlening van kredieten, bemiddeling inzake kredieten en beheer van kredieten — Woekerleningen — Naar nationaal recht illegale activiteit)
Zaak C-381/09: Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 juli 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Gennaro Curia/Ministero dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate (Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor de procesvoering — Zesde btw-richtlijn — Werkingssfeer — Btw-vrijstellingen — Artikel 13, B, sub d, punt 1 — Verlening van kredieten, bemiddeling inzake kredieten en beheer van kredieten — Woekerleningen — Naar nationaal recht illegale activiteit)
OJ C 288, 23.10.2010, p. 16–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.10.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 288/16 |
Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 7 juli 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione — Italië) — Gennaro Curia/Ministero dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate
(Zaak C-381/09) (1)
(Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor de procesvoering - Zesde btw-richtlijn - Werkingssfeer - Btw-vrijstellingen - Artikel 13, B, sub d, punt 1 - Verlening van kredieten, bemiddeling inzake kredieten en beheer van kredieten - Woekerleningen - Naar nationaal recht illegale activiteit)
(2010/C 288/26)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Corte suprema di cassazione
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Gennaro Curia
Verwerende partij: Ministero dell’Economia e delle Finanze, Agenzia delle Entrate
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Uitlegging van artikel 13, B, sub d, punt 3, van de Zesde richtlijn (77/388) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Vrijstellingen — Verrichtingen bestaande uit de verstrekking van geldleningen, de bemiddeling daarbij en het beheer ervan — Activiteit van verstrekker van woekerleningen, die naar nationaal recht illegaal is
Dictum
De activiteit op het gebied van woekerleningen, die naar nationaal recht strafbaar is, valt, ook al is zij illegaal, onder de werkingssfeer van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag. Artikel 13, B, sub d, punt 1, van die richtlijn moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat die activiteit niet aan btw kan onderwerpen terwijl de overeenkomstige activiteit waarbij geldleningen tegen niet-excessieve rente worden verstrekt, van die belasting zijn vrijgesteld.