EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de EU-landen

SAMENVATTING VAN:

Aanbeveling (EU) 2015/1184 van de Raad — Globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de EU-landen en de EU

SAMENVATTING

WAT DOEN DE GLOBALE RICHTSNOEREN?

In overeenstemming met artikel 121 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie brengt de Raad globale economische richtsnoeren uit (GREB's) voor de EU-economie. Deze richtsnoeren zijn van toepassing op macro-economische en structurele beleidslijnen om de economische beleidslijnen van de EU te coördineren en zo gemeenschappelijke doelen te halen.

Samen met de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de EU-landen, die elk jaar onder een apart artikel worden uitgebracht (Artikel 148 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), vormen ze de geïntegreerde richtsnoeren voor de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie.

KERNPUNTEN

Door de financiële en economische crisis van 2008 zijn belangrijke tekortkomingen in de EU aan het licht gekomen en verergerd en werd benadrukt hoezeer de economiën van de EU-landen onderling afhankelijk van elkaar zijn. De laatste richtsnoeren van 2015 streven ernaar:

  • om, zoals uiteengezet in de jaarlijkse groeianalyse van 2015 opgesteld door de Commissie, beleidsmaatregelen goed te keuren en te ondersteunen die erop gericht zijn de doelen van de Europa 2020-strategie te halen op basis van:
    • investeringen,
    • structurele hervormingen, en
    • verantwoord begrotingsbeleid;
  • om de EU op weg te zetten naar groei, de doelstelling van de Europa 2020-strategie, en het potentieel om banen te creëren maximaal te benutten;
  • bij te dragen tot het realiseren van de doelstellingen van het Europees semester voor de coördinatie van het economisch beleid.

De Raad beveelt de EU-landen en, in voorkomend geval, de EU als een geheel, aan om in hun economische beleidsmaatregelen rekening te houden met de volgende richtsnoeren.

  • Richtsnoer 1: stimulering van investeringen door:
    • de kansen die door de EU-middelen worden geboden, waaronder het Europees Fonds voor strategische investeringen en het structuurfonds, maximaal te benutten om investeringen in de belangrijkste groeidomeinen te financieren;
    • een Europees platform in te stellen onder auspiciën van de Europese Investeringsbank (EIB) voor beleggingsadvies en de totstandbrenging van een transparante pijplijn van projecten om te garanderen dat het kapitaal ten goede komt aan de reële economie (d.w.z. de productieve kant van de economie).
  • Richtsnoer 2: stimuleren van groei door middel van structurele hervormingen in EU-landen door:
    • voortgaande hervorming van arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels om groei en werkgelegenheid te stimuleren en tegelijkertijd een universele toegang tot sociale uitkeringen en diensten en de kwaliteit, betaalbaarheid en duurzaamheid ervan te garanderen;
    • voortgaande hervorming en integratie van productmarkten, zodat consumenten en EU-bedrijven kunnen profiteren van lagere prijzen en een grotere keuze aan goederen en diensten;
    • verbetering van de regelgeving voor bedrijven, met name voor middelgrote en kleine bedrijven (mkb-bedrijven);
    • de bevordering van particuliere investeringen in onderzoek en innovatie, met name de sector informatie- en communicatietechnologie en de digitale economie.
  • Richtsnoer 3: wegnemen van de belangrijkste belemmeringen voor duurzame groei en banen op EU-niveau door:
    • de eengemaakte EU-markt verder te integreren door het wegnemen van nog bestaande belemmeringen, door de concurrentie te vergroten en het ondernemingsklimaat te verbeteren om Europa aantrekkelijk te houden voor zowel binnenlandse en internationale bedrijven.
    • ervoor te zorgen dat de eengemaakte digitale markt goed integreert door een digitaal Europa zonder grenzen te creëren;
    • regulering en toezicht en door consumentenbescherming op het gebied van financiële markten en instellingen aan te scherpen;
    • totstandbrenging van een duurzame securitisatiemarkt in Europa om de daadwerkelijke leencapaciteit van de EU-banken te verbeteren;
    • de creatie van een echte EU-kapitaalmarkt;
    • de verwezenlijking van een energie-unie om betaalbare, zekere en duurzame energie te garanderen voor bedrijven en huishoudens;
    • de tenuitvoerlegging van het klimaat- en energiekader 2030;
    • de voortgaande overschakeling op een concurrerende koolstofarme economie, waarbij groene banen en technologieën en innovatieve oplossingen worden bevorderd.
  • Richtsnoer 4: verbeteren van de duurzaamheid en groeivriendelijkheid van overheidsfinanciën door:
    • een begrotingsbeleid dat voldoet aan het stabiliteits- en groeipact (d.w.z. controle op tekorten en schulden op een duurzaam niveau) om gunstige overloopeffecten op groei te genereren aan de hand van meer gecoördineerde maatregelen. Dit zou de EU-landen die geen begrotingsruimte hebben (d.w.z. manœuvreerruimte voor hun overheidsfinanciën) in staat moeten stellen om die ruimte te verkrijgen en de landen die wel over begrotingsruimte beschikken om de kans te grijpen om de binnenlandse vraag te bevorderen, met een bijzondere nadruk op investeringen;
    • voorrang te verlenen aan groeibevorderende gebieden (bijv. onderwijs, vaardigheden, onderzoek en ontwikkeling, innovatie en investering in netwerken met een positief effect op productiviteit);
    • naar groeivriendelijkere belastingen te streven en het belastingsysteem doeltreffender te maken door de belastinggrondslag te verbreden, de belastingautoriteiten te versterken, het belastingstelsel te vereenvoudigen en belastingfraude en agressieve fiscale planning te bestrijden.

BESLUIT

Aanbeveling (EU) 2015/1184 van de Raad van 14 juli 2015 betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Europese Unie (PB L 192 van 18.7.2015, blz. 27-31)

Laatste bijwerking 25.02.2016

Top