EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Regels om slachtoffers van kartels en concurrentiebeperkende praktijken te vergoeden

De Europese Unie (EU) heeft regels aangenomen waardoor bedrijven een volledige vergoeding kunnen krijgen voor daadwerkelijke verliezen en gederfde winsten als gevolg van een kartel in hun sector. Hoewel artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie het recht op volledige schadevergoeding waarborgt, is de praktische uitvoering hiervan tot nu toe lastig gebleken.

BESLUIT

Richtlijn 2014/104/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie

SAMENVATTING

De Europese Unie (EU) heeft regels aangenomen waardoor bedrijven een volledige vergoeding kunnen krijgen voor daadwerkelijke verliezen en gederfde winsten als gevolg van een kartel in hun sector. Hoewel artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie het recht op volledige schadevergoeding waarborgt, is de praktische uitvoering hiervan tot nu toe lastig gebleken.

WAT DOET DEZE RICHTLIJN?

In deze richtlijn staan nieuwe regels waardoor bedrijven die slachtoffer zijn van kartels of schendingen van de antitrustregels kunnen worden schadeloosgesteld. Ook wordt getracht clementieregelingen efficiënter te maken (d.w.z. gevallen waarbij bedrijven die bekennen te hebben deelgenomen aan een kartel of hun machtspositie op de markt te hebben misbruikt, een verminderde boete betalen of immuniteit krijgen).

KERNPUNTEN

Toegang tot bewijsmateriaal: EU-landen moeten ervoor zorgen dat hun nationale rechtbanken bedrijven kunnen gelasten toegang te verschaffen tot bewijs wanneer slachtoffers schadeloosstelling eisen. Vertrouwelijke bedrijfsinformatie moet worden beschermd.

Vorderingen: slachtoffers krijgen ten minste vijf jaar na de definitieve beslissing van de mededingingsautoriteit over de inbreuk de tijd om schade te vorderen.

Bewijs van inbreuk: de definitieve uitspraak van de nationale mededingingsautoriteit over een inbreuk vormt automatisch bewijs van deze inbreuk voor de rechter van het EU-land waarin de inbreuk heeft plaatsgevonden.

Doorberekening van meerkosten: ieder bedrijf, ongeacht of het een directe of indirecte afnemer is, dat schade heeft geleden, kan een vergoeding vorderen. De eiser draagt de bewijslast voor de doorberekening van de meerkosten.

Aansprakelijkheid: wanneer meerdere bedrijven de mededingingsregels gezamenlijk overtreden, worden ze gezamenlijk hoofdelijk aansprakelijk gehouden voor de gehele schade. Een bedrijf dat zich mede schuldig maakt aan de inbreuk heeft het recht op een bijdrage van de andere inbreukplegers als deze meer vergoeding dan zijn aandeel moet betalen. Dit aandeel en de criteria waarop dit wordt gebaseerd (zoals omzet, marktaandeel en rol in het kartel) moeten door de rechter volgens het nationale recht worden bepaald.

Doorwerking van nationale beslissingen: definitieve nationale beslissingen inzake inbreuken kunnen als bewijs worden gepresenteerd bij nationale rechters in andere EU-landen overeenkomstig de wetgeving van dat land. Dit versterkt de positie van de slachtoffers wanneer zij om schadevergoeding vragen.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is van toepassing sinds 25 december 2014 en moet voor 27 december 2016 worden omgezet in nationaal recht.

Kijk voor meer informatie op de webpagina van de Europese Commissie over de richtlijn inzake schadevergoedingsacties wegens schending van de mededingingsregels.

KERNBEGRIPPEN

* Kartel: een groep van gelijksoortige maar onafhankelijke bedrijven die zich verenigen om prijzen af te spreken, productie te beperken of markten of klanten onderling te verdelen.

REFERENTIES

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Publicatieblad van de Europese Unie

Richtlijn 2014/104/EU

25.12.2014

27.12.2016

PB L 349 van 5.12.2014, blz. 1-19

Laatste wijziging: 20.05.2015

Top