EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013PC0452

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal basisbesluiten op het gebied van justitie waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

/* COM/2013/0452 final - 2013/0220 (COD) */

52013PC0452

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal basisbesluiten op het gebied van justitie waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie /* COM/2013/0452 final - 2013/0220 (COD) */


TOELICHTING

Parallel met het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing van een aantal basisbesluiten waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan artikel 290 van het VWEU (COM(2013)451), heeft dit voorstel betrekking op de aanpassing van vijf wetgevingsbesluiten op het gebied van justitie waarin nog wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing. Deze besluiten moeten worden aangepast door een afzonderlijk voorstel aangezien zij zijn vastgesteld op basis van een rechtsgrond van Titel V van het derde deel van het VWEU, en derhalve niet bindend zijn voor alle lidstaten en dus onverenigbaar met de rechtsgrond van de andere basisbesluiten.

De benaderingswijze van dit voorstel is dezelfde als die welke is gevolgd in het vorige voorstel. Naar analogie daarvan wordt in de onderhavige kaderverordening bepaald dat wanneer in de in de bijlage genoemde basisbesluiten wordt verwezen naar de in artikel 5 bis van het comitologiebesluit bedoelde procedure, de Commissie bevoegd is gedelegeerde handelingen vast te stellen.

De aanpassing aan de regeling voor gedelegeerde handelingen geldt niet voor lopende procedures waarin overeenkomstig het comitologiebesluit al een advies is uitgebracht door een comité.

In de bijlage bij het voorstel is een lijst opgenomen van de basisbesluiten die worden aangepast aan de regeling voor gedelegeerde handelingen. 2013/0220 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot aanpassing van een aantal basisbesluiten op het gebied van justitie waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, aan artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[1],

Gezien het advies van het Comité van de Regio's[2],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Bij het Verdrag van Lissabon heeft de wetgever de mogelijkheid gekregen om aan de Commissie de bevoegdheid te delegeren om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling.

(2)       De maatregelen waarop de in artikel 290, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bedoelde bevoegdheidsdelegatie betrekking kan hebben, zijn in beginsel dezelfde als die welke vallen onder de regelgevingsprocedure met toetsing die is ingevoerd bij artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[3].

(3)       De reeds van kracht zijnde basisbesluiten waarin wordt verwezen naar de regelgevingsprocedure met toetsing, dienen te worden aangepast aan artikel 290 VWEU.

(4)       Deze verordening dient lopende procedures waarin het comité vóór de inwerkingtreding van deze verordening overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG een advies heeft uitgebracht, onverlet te laten.

(5)       Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij het voorbereiden van gedelegeerde handelingen op basis van bij deze verordening aangepaste basisbesluiten tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie dient bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor te zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

(6)       Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door de basisbesluiten die worden genoemd in de bijlage, en nemen derhalve deel aan de aanneming en toepassing van deze verordening.

(7)       Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze verordening en is deze niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wanneer in de in de bijlage bij deze verordening genoemde basisbesluiten wordt bepaald dat de in artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, van Besluit 1999/468/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing van toepassing is, is de Commissie bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5. Een gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 3

Deze verordening laat de lopende procedures waarin een comité reeds advies heeft uitgebracht overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG onverlet.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                       Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter BIJLAGE

Basisbesluiten waarin wordt verwezen naar de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing die worden aangepast aan de regeling voor gedelegeerde handelingen.

1.           Verordening (EG) nr. 1206/2001 van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken

2.           Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen

3.           Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure

4.           Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen

5.           Verordening (EG) nr. 1393/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken ( de betekening en de kennisgeving van stukken), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad

[1]               PB C […] van […], blz. […] .

[2]               PB C […] van […], blz. […] .

[3]               PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

Top