EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011XG1210(01)

Conclusies van de Raad van 27 oktober 2011 inzake de Europese justitiële opleiding

OJ C 361, 10.12.2011, p. 7–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 361/7


Conclusies van de Raad van 27 oktober 2011 inzake de Europese justitiële opleiding

2011/C 361/03

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

a)

Herinnerend aan de artikelen 81, lid 2, onder h), en 82, lid 1, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarin voor de eerste keer de specifieke bevoegdheid is vastgelegd om in burgerlijke en strafzaken „de opleiding van magistraten en justitieel personeel” te ondersteunen;

b)

Herinnerend aan het programma van Stockholm — een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger, waarin het volgende werd benadrukt: „van essentieel belang om een echte Europese justitiële en rechtshandhavingscultuur te kunnen kweken, is het uitbreiden van de scholing in Uniegerelateerde vraagstukken en die systematisch toegankelijk maken voor eenieder die beroepshalve bij de toepassing van het beleid inzake vrijheid, veiligheid en recht is betrokken”;

c)

Herinnerend aan de resolutie van de Raad betreffende de opleiding van rechters, openbare aanklagers en justitieel personeel in de Europese Unie (2008/C 299/01);

d)

Herinnerend aan de resolutie van het Europees Parlement van 9 juli 2008 over de rol van de nationale rechter in het Europees rechtsstelsel (2009/C 294 E/06);

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

Is ingenomen met de mededeling van de Europese Commissie „Opbouwen van vertrouwen in justitie in de hele EU: een nieuwe dimensie in de Europese justitiële opleiding” (1), die het belang benadrukt van een betere kennis van het EU-recht alsmede wederzijds vertrouwen tussen beoefenaars van juridische beroepen teneinde een doeltreffende uitvoering van EU-recht en snelle grensoverschrijdende justitiële samenwerking tussen de lidstaten te bewerkstelligen.

2.

Onderstreept de bijdrage die de Europese justitiële opleiding kan leveren tot de ontwikkeling van een werkelijke Europese justitiële cultuur, gebaseerd op eerbiediging van de verschillende rechtsstelsels en -tradities van de lidstaten.

3.

Geeft haar volledige steun aan de opleiding van rechters, openbare aanklagers en ander justitieel personeel in Europese recht en de toepassing daarvan.

4.

Is ingenomen met de bevordering van de opleiding van andere beoefenaars van juridische beroepen, inclusief gerechtsdeurwaarders, notarissen en advocaten.

5.

Benadrukt dat de opleiding de onafhankelijkheid van de juridische en justitiële beroepsgroepen niet in gevaar mag brengen.

6.

Acht de kwaliteit van de opleiding het belangrijkste ijkpunt voor de beoordeling van de opleiding, en is ingenomen met het voornemen van de Commissie om zich op prioritaire gebieden toe te spitsen, met inachtneming van de beleidsprioriteiten van de EU en de complexiteit van specifieke instrumenten. Tevens moet met de kosteneffectiviteit rekening worden gehouden.

7.

Deelt de mening dat gebruik moet worden gemaakt van bestaande structuren, instellingen en netwerken, in het bijzonder het Europees netwerk voor justitiële opleiding (EJTN).

8.

Is ingenomen met de erkenning van de sleutelrol van opleidingsstructuren op nationaal niveau voor rechters, openbare aanklagers en andere beoefenaren van juridische beroepen, en met de vermelding in de Mededeling van de rol van regionale samenwerking bij de ontwikkeling van beste praktijken en nieuwe leermethoden.

9.

De Raad roept de lidstaten ertoe op:

sterk te bevorderen dat de opleiding over het acquis van de Unie door middel van de basisopleiding en permanente opleiding stelselmatig beschikbaar wordt gesteld voor beoefenaren van juridische beroepen, als weerspiegeling van de wisselwerking tussen nationale en Uniewetgeving en hoe die op hun dagelijkse praktijk van invloed is;

sterk te bevorderen dat beoefenaren van juridische beroepen, met name rechters en openbare aanklagers, gedurende hun loopbaan ten minste één week opleiding over het acquis en de instrumenten van de Unie kunnen krijgen;

te bevorderen dat nationale beroepsorganisaties van beoefenaren van juridische beroepen deelname aan permanente-opleidingsactiviteiten onder hun leden stimuleren;

hun nationale organen die belast zijn met de opleiding van rechters, openbare aanklagers en justitieel personeel te steunen bij het uitbreiden van de opleiding in het recht van de Europese Unie en nationale rechtsstelsels, en bij het aanbieden van opleiding op lokaal, regionaal en nationaal niveau;

de netwerken van de nationale instanties voor justitiële opleiding te stimuleren om, indien mogelijk via het EJTN, jaarlijks met de Commissie informatie over de beschikbare opleidingen in EU-recht en het aantal opgeleide beoefenaars uit te wisselen;

nationale organisaties van juridische beroepen te stimuleren de Commissie via hun organisaties op Europees niveau in te lichten over de beschikbare opleidingen in EU-recht en het aantal opgeleide beoefenaars.

10.

De Raad verzoekt de Commissie:

voort te bouwen op de artikelen 81, lid 2, onder h), en 82, lid 1, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name om oplossingen op Europees niveau aan te duiden en te beoordelen, inclusief Europese opleidingen (ETS) voor alle betrokken beoefenaars van juridische beroepen;

te bouwen op de sterke punten van bestaande structuren, actoren en netwerken op nationaal of Europees niveau, zoals de instanties voor justitiële opleiding en het EJTN, en verzoekt de Commissie deze verder te steunen, en daarbij specifieke regionale noden en de meerwaarde van regionale samenwerking in acht te nemen;

een nieuw uitwisselingsprogramma voor net aangestelde rechters en openbare aanklagers op te zetten, zodat zij zich van meet af aan helemaal bij het Europese aspect van hun rol betrokken voelen en ervaringen uit de eerste hand kunnen opdoen met de praktische werking van rechtsstelsels van andere lidstaten; dit nieuwe uitwisselingsprogramma moet een aanvulling vormen op de bestaande uitwisselingen voor ervaren rechters en openbare aanklagers;

het justitiële opleidingsonderdeel van het Europees e-justitieportaal verder te ontwikkelen als een instrument om de Europese justitiële opleiding te ontwikkelen;

de administratieve procedures voor toegang tot Europese financiële programma's verder te vereenvoudigen en binnen deze programma's bijkomende middelen voor de Europese justitiële opleiding beschikbaar te maken;

het Forum Justitie te benutten om de uitvoering van de communicatie op te volgen en de uitwisseling van beste praktijken te stimuleren;

te overwegen om jaarlijks een verslag van de Europese justitiële opleiding voor te leggen, op basis van alle bijdragen van het EJTN en zijn leden en van organisaties van juridische beroepen op nationaal en EU-niveau.

11.

De Raad spoort kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan memoranda van overeenstemming te ondertekenen teneinde, overeenkomstig de voorwaarden van de financiële programma's van de Europese Unie op het gebied van justitie, aan die programma's deel te nemen zodat zij op doeltreffende wijze aan de Europese projecten voor justitiële opleiding kunnen participeren.


(1)  COM(2011) 551 def.


Top