EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010DC0361

Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Evaluatie van het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008)

/* COM/2010/0361 def. */

52010DC0361

Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Evaluatie van het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008) /* COM/2010/0361 def. */


[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 6.7.2010

COM(2010)361 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Evaluatie van het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Evaluatie van het Europees Jaar van de interculturele dialoog (2008)

INLEIDING

Bij Beschikking nr. 1983/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad[1] werd 2008 uitgeroepen tot het Europees Jaar van de interculturele dialoog ("het Jaar").

Dit verslag bevat de conclusies en aanbevelingen van de door ECOTEC Research and Consulting Limited uitgevoerde externe evaluatie en de reactie van de Commissie op die bevindingen. De evaluatie kan worden geraadpleegd op:

http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/evalreports/index_en.htm#cultureHeader

DOELSTELLINGEN VAN EN BEGROTING VOOR HET JAAR

Aanleiding voor het Jaar waren de toenemende culturele verscheidenheid van Europa als gevolg van de uitbreiding van de EU, de arbeidsmobiliteit op de interne markt, oude en nieuwe migratiestromen en de mondialisering. Hiermee werd beoogd om meer bekendheid te geven aan het uitgangspunt dat de culturele verscheidenheid van Europa een belangrijk pluspunt is en om de mogelijkheden te bevorderen om te leren van verschillende culturele ervaringen, zowel uit andere landen als binnen gemeenschappen.

Bij de evaluatie werden drie categorieën doelstellingen voor het Jaar afgebakend:

Algemene doelstellingen

- Toelichting op de interculturele dialoog (wat deze inhoudt, wat functioneert en waarom dat zo is)

- Beïnvloeding van de standpunten en mentaliteit van een groot aantal mensen

- Beïnvloeding van beleidsmakers

- Op gang brengen van een duurzaam proces van activiteiten in verband met de interculturele dialoog

- Bevordering van een beter gestructureerde dialoog met het maatschappelijk middenveld

- Ondersteuning van de in Europa levende mensen bij het verwerven van interculturele competenties

Specifieke doelstellingen

- Bewustmaking van het publiek, in het bijzonder jongeren, van het concept van de interculturele dialoog

- Sterkere profilering van EU-programma's die aan de interculturele dialoog bijdragen

- Inventarisatie en verspreiding van de "beste praktijk" en innovatie

- Verduidelijken hoe onderwijs en media kunnen bijdragen tot de totstandbrenging van wederzijds begrip tussen de culturen

Operationele doelstellingen

- Bevordering van de interculturele dialoog via evenementen op Europese schaal

- Bevordering van de doelstellingen van het Jaar op nationaal en regionaal niveau

- Verspreiding van de belangrijkste boodschappen betreffende de doelstellingen van het Jaar en de "beste praktijk"

- Beoordeling en verslaglegging van de voorbereiding, doeltreffendheid en het effect van het Jaar

Voor de verwezenlijking van deze doelstellingen werd een budget ten bedrage van 10 miljoen euro voor de volgende maatregelen gereserveerd:

- Nationale projecten (één per lidstaat) ontvingen medefinanciering voor activiteiten op nationaal en/of regionaal niveau. Deze projecten werden in de regel in ieder land door een nationaal coördinerend orgaan voor het Jaar uitgevoerd. De subsidies werden naar verhouding van de omvang van ieder land verleend en lagen tussen 26 000 euro voor Malta en 252 000 euro voor Duitsland.

- Door middel van een open uitnodiging tot het indienen van voorstellen werden Europese "vlaggenschipprojecten" geselecteerd. Zeven van de driehonderd voorgestelde projecten ontvingen medefinanciering in het kader van transnationale bewustmakingsactiviteiten, waarbij partners uit vijf tot tweeëntwintig landen waren betrokken. De subsidies bedroegen gemiddeld 340 000 euro.

- Er werd in samenwerking met een externe, voor communicatie verantwoordelijke contractant op EU-niveau een voorlichtingscampagne gevoerd, waarvan een website en een programma van evenementen deel uitmaakten. In het kader van deze campagne waren voor ieder nationaal coördinerend orgaan ook middelen beschikbaar om een beroep te doen op de diensten van het nationale bureau van de voor communicatie verantwoordelijke contractant.

- De door het Sloveense en Franse voorzitterschap georganiseerde openings- en slotevenementen van het Jaar werden medegefinancierd.

Voorts werden het logo en informatiemateriaal van het Jaar gratis ter beschikking gesteld van organisaties die hun activiteiten als onderdeel van het Jaar wensten te presenteren.

De tabel hieronder bevat een samenvatting van het krachtens de beschikking toegewezen budget en de daadwerkelijk vastgelegde bedragen.

Soort activiteit | De in de beschikking toegewezen begrotingsmiddelen in EUR | Vastgelegde begrotingsmiddelen in EUR | % van de begroting |

Nationale projecten | 3 000 000 | 2 993 830 | 30 |

Europese vlaggenschipprojecten | 2 400 000 | 2 363 248 | 24 |

Openings- en slotevenementen van EU-voorzitterschappen | 600 000 | 600 000 | 6 |

Voorlichtingscampagnes, enquêtes en studies op EU-niveau (waarvan steun voor nationale voorlichtingscampagnes) | 4 000 000 | 3 922 639 (1 254 033) | 40 (12) |

Totale begroting voor het Jaar | 10 000 000 | 9 879 717 | 100 |

De voornaamste bij de uitvoering van de bovengenoemde maatregelen betrokken actoren waren – naast de Commissie – de in iedere lidstaat aangewezen nationale coördinerende organen (veelal de ministeries van Cultuur), de coördinatoren van de Europese vlaggenschipprojecten en hun partners, de voor de voorlichtingscampagne verantwoordelijke externe contractant en talloze actoren van het maatschappelijk middenveld.

EVALUATIE

Methoden

De evaluatie begon in april 2008 en duurde 15 maanden. De evaluatoren verrichten een documentenonderzoek en voerden daarnaast vijftig vraaggesprekken met personeel van de Commissie, de voor de externe communicatie verantwoordelijke contractant, de coördinatoren van de vlaggenschipprojecten, de nationale coördinerende organen en actoren van het maatschappelijk middenveld; voorts verrichten zij vier landenspecifieke casestudy's. Directe deelnemers aan de evenementen van het Jaar, gebruikers van het logo van het Jaar en de 1 000 organisaties of personen die zich op de website als "partners van het Jaar" hadden aangemeld, werden eveneens ondervraagd.

De evaluatoren hebben de volgende vijf criteria onderzocht, die ook ten grondslag liggen aan de opzet van dit verslag: namelijk relevantie; externe samenhang; efficiëntie, doeltreffendheid en duurzaamheid.

De conclusies van de evaluatoren

De evaluatie van het Jaar viel op een aantal punten bijzonder positief uit. Het Jaar kwam tegemoet aan de behoeften van de belanghebbende partijen en speelde in op de met de culturele verscheidenheid in Europa samenhangende uitdagingen. De middelen werden op efficiënte wijze beheerd; dit was ten dele te danken aan een "tweeledige aanpak", die een krachtige voorlichtingscampagne op Europees niveau en een gering aantal vlaggenschipprojecten combineerde met gedecentraliseerde initiatieven en één nationaal project per lidstaat. Het Jaar heeft door middel van een groot aantal evenementen meer algemene bekendheid gegeven aan thema's op het gebied van de interculturele dialoog, de belanghebbende partijen met succes ingeschakeld en de aanzet gegeven tot talrijke relevante activiteiten die zonder rechtstreekse financiële ondersteuning werden georganiseerd.

Moeilijker was het om te beoordelen in hoeverre het Jaar de opvattingen van het algemene publiek op dit complexe gebied heeft kunnen beïnvloeden. De betrokkenheid van de belanghebbende partijen bij het Jaar was zeer groot in de culturele sector en tot op zekere hoogte in het onderwijs, maar het ambitieuze doel van een sectoroverschrijdende mobilisering is niet verwezenlijkt. Daar er geen grootschaliger structurele veranderingen (bij overheden bijvoorbeeld) op gang werden gebracht, is het de vraag of er wel voldoende draagkracht is voor duurzame follow-upactiviteiten op het gebied van de interculturele dialoog.

Op deze vragen zal hierna nader worden ingegaan.

Relevantie voor de problemen en de behoeften van de belanghebbende partijen

De doelstellingen van het Jaar waren relevant voor de gesignaleerde problemen en de behoeften van de belanghebbende partijen. Mede dankzij de grote betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld, met name van het Rainbow Platform (thans het Platform for Intercultural Europe[2] genaamd) bij de voorbereiding van het Jaar konden de behoeften en doelstellingen zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Het verband tussen het Jaar en nationale kwesties sprong de belanghebbende partijen onmiddellijk in het oog en het was hun duidelijk welke rol de interculturele dialoog bij de aanpak van deze kwesties kan spelen.

De brede definitie van de doelstellingen in de beschikking bood de afzonderlijke lidstaten de ruimte om binnen een algemeen kader met een gemeenschappelijke opvatting van het overkoepelende doel de uitvoeringsactiviteiten op hun eigen specifieke situatie af te stemmen. Volgens sommige partijen zou een nauwkeuriger, op centraal niveau vastgestelde reeks doelactiviteiten waardevol zijn geweest voor de organisatie van hun voorbereidingen voor de uitvoering van het Jaar.

Samenhang met bestaande programma's en bestaand beleid

Het Jaar sloot aan bij bestaande programma's en bestaand beleid, in het bijzonder op internationaal en Europees niveau. Het concept interculturalisme speelt op tal van Europese en internationale beleidsterreinen een rol, ook al wordt daarmee niet altijd een specifieke noodzaak tot dialoog tot uitdrukking gebracht. Het belang van wisselwerking tussen culturen als drijvende kracht achter vooruitgang wordt in brede kring onderschreven en is terug te vinden in het beleid van de Verenigde Naties, de Raad van Europa en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Er werden specifieke synergieën bereikt met de gezamenlijke acties van de Europese Commissie en de Raad van Europa, waaronder het project "Interculturele steden"[3].

Op het niveau van de operationele programma's werd de interculturele dialoog onder de algemene aandacht gebracht, zij het dat het begrip tot op zekere hoogte verschillend wordt opgevat. De projecten worden gefinancierd via programma's zoals "Jeugd in actie", „Europa voor de burger”, "Cultuur" en dat op het gebied van een leven lang leren.

Het bleek moeilijker om de samenhang tussen het Jaar en het nationaal beleid te beoordelen, aangezien zo goed als geen land beschikt over een specifiek, als zodanig afgebakend beleid op het gebied van de interculturele dialoog. In sommige landen vulden de agenda van het Jaar en het nationaal beleid elkaar aan, terwijl in andere het nationaal beleid inzake bijvoorbeeld non-discriminatie of cultuur ten minste niet in tegenspraak waren met het Jaar.

Efficiënte besteding van de middelen

De begroting voor het Jaar werd op efficiënte wijze besteed.

Door het onderscheid tussen de Europese transnationale "vlaggenschipprojecten" en nationale projecten konden in het kader van het Jaar de voordelen van een zekere mate van decentralisatie (één Europees medegefinancierd nationaal project per lidstaat) worden gecombineerd met via de zeven vlaggenschipprojecten uitgevoerde projectactiviteiten op EU-niveau. Hiermee werd tegemoetgekomen aan de noodzaak om zowel transnationale als nationale activiteiten op het gebied van de interculturele dialoog uit te voeren.

Een betrekkelijk groot gedeelte van de begroting (ongeveer 40%) was bestemd voor voornamelijk gedecentraliseerde communicatieactiviteiten, waarbij de nadruk lag op de website van het Jaar. De externe contractant werkte samen met de Commissie aan de uitvoering van een op EU-niveau gecoördineerde, maar ook in de lidstaten gevoerde campagne met een gemeenschappelijke grafische vormgeving, gezamenlijk informatiemateriaal en een specifiek voor elke nationale campagne bestemde rubriek van de website. De landen kregen toegang tot het netwerk van de mediapartners van de contractant ter ondersteuning van hun nationale verspreidingsprogramma.

Sommige partijen hadden liever de beschikking gehad over een groter eigen gedecentraliseerd budget voor communicatieactiviteiten, maar in de meeste gevallen werd de samenwerking tussen de nationale coördinerende organen en de lokale mediasubcontractant als goed bestempeld.

De evaluatoren komen tot de conclusie dat een volledig gedecentraliseerde aanpak ertoe had kunnen leiden dat de voorlichtingscampagne van het Jaar minder effect had gehad en dat de "tweeledige aanpak", die een combinatie vormde van een campagne op Europees niveau en vlaggenschipprojecten enerzijds en een zekere mate van decentralisatie anderzijds, de meest geschikte oplossing was.

De lidstaten was verzocht om naast het Europese medegefinancierde nationale project zelf eventueel aanvullende activiteiten te financieren. Bij de terbeschikkingstelling van dergelijke middelen deden zich grote verschillen voor; een gering aantal landen bestemde een nationaal budget van een paar miljoen euro voor projecten en communicatieactiviteiten, terwijl andere landen die geen financiële middelen ter beschikking stelden, niettemin in staat waren om samen te werken met partnerorganisaties.

Doeltreffendheid

De uit de begroting voor het Jaar en de aanvullende middelen van de lidstaten gefinancierde activiteiten waren in overeenstemming met de doelstellingen van het Jaar. Bij de Europese vlaggenschipprojecten werd er via partnerschappen in een groot aantal landen samengewerkt. Creativiteit was het belangrijkste middel om mensen bijeen te brengen, zodat de projectresultaten dikwijls onder meer uit cd's, dvd's en het gebruik van nieuwe mediaruimtes bestonden. Bij de nationale projectactiviteiten was er sprake van een meer gemengd beeld. De activiteiten in de landen met betrekkelijk weinig ervaring op het gebied van multiculturalisme streefden in de eerste plaats naar bewustmaking van en positieve aandacht voor verschillende culturen. De lidstaten met een langere geschiedenis van immigratie en/of een groter maatschappelijk middenveld of waar de overheid de capaciteit bezit om projecten uit te voeren, hebben zich vaak ingezet om concrete mogelijkheden tot dialoog te scheppen en van bestaande netwerken gebruik te maken.

De rol van de nationale context is vaak een beslissende factor bij de bepaling van de doeltreffendheid van het Jaar. Door de zeer diverse culturele en demografische achtergronden, institutionele structuren en capaciteit van overheden en het maatschappelijk middenveld was de uitgangspositie voor ieder land heel verschillend. De evaluatoren wijzen op de grote voortgang die in de loop van het Jaar is geboekt door sommige landen, waarvoor op grond van de nationale context de interculturele dialoog een betrekkelijk recent verschijnsel was en die daardoor over minder structuren beschikten om de uitvoering ervan te ondersteunen.

Tijdens het Jaar vonden er een aanzienlijke hoeveelheid activiteiten plaats, die niet rechtstreeks uit de ervoor bestemde begroting gefinancierd werden. Volgens de schattingen van de nationale coördinerende organen hebben er zo'n 8 000 tot 10 000 activiteiten plaatsgevonden, waarvan de ene helft was georganiseerd door de organen met gedeeltelijke overheidssteun en waarvan de andere helft buiten hun verantwoordelijkheid viel.

Het grote aantal evenementen heeft tot belangstelling van de kant van de media geleid en heeft de samenwerking ermee vergemakkelijkt. In meer dan 11 500 persberichten wordt verslag gedaan van het Jaar. De samenwerking van de lidstaten met de media in de lidstaten liep uiteen van berichtgeving via de nationale tv en kranten (in het bijzonder in de kleinere lidstaten) tot gespecialiseerde publicaties of programma's. Het gebruik van het logo in het kader van met het Jaar verband houdende initiatieven heeft eveneens aan een grotere bekendheid bijgedragen; naar schatting is er 2 700 maal gebruik van het logo gemaakt. De website van het Jaar, met een rubriek voor iedere lidstaat, werd 800 000 maal bezocht en er werden meer dan vijf miljoen pagina's opgevraagd.

Hierna volgt een beschrijving van de belangrijkste resultaten van het Jaar:

- Grotere algemene bewustmaking. Het Jaar heeft met veel succes aan de bewustmaking van de interculturele dialoog bijgedragen, vooral door middel van artistieke en culturele activiteiten. De activiteiten hebben een vrij omvangrijke doelgroep, in het bijzonder jongeren, inzicht gegeven in de verschillende manieren waarop de interculturele dialoog een bijdrage kan leveren aan krachtige economieën en hechte gemeenschappen. De directe deelnemers aan de evenementen van het Jaar gaven een positieve feedback, en zij benadrukten dat aan de deelname aan deze activiteiten nieuwe impulsen kunnen worden ontleend. Bijna 70% van de respondenten zei dat zij op grond van hun deelname in de toekomst op een andere manier als tot dusverre rekening zouden houden met de interculturele dialoog bij de ontwikkeling van beleid en strategieën. In hoeverre het Jaar van invloed is geweest op de opvattingen omtrent de interculturele dialoog van een groot aantal mensen bleek veel moeilijker te meten.

- Toegenomen deelname en medewerking van de belanghebbende partijen, bevordering van contacten tussen verschillende sectoren van het maatschappelijk middenveld en de overheid. Hiermee werd het meeste succes geboekt in de lidstaten die zich richtten op de samenwerking met of het voortbouwen op bestaande netwerken of op een specifieke sector, meestal het onderwijs. Op de eerste plaats kwamen hier organisaties op het gebied van kunst en cultuur, gevolgd door de onderwijssector. Andere gebieden waarop naar verwachting de interculturele dialoog een grote rol kan spelen, met name sport, godsdienst en levensbeschouwing, waren relatief minder goed vertegenwoordigd, ten minste in de meeste landen. Het oorspronkelijke doel van een volledig sectoroverschrijdend Jaar bleek moeilijk te verwezenlijken.

- Beleid en benaderingen voor de uitvoering of aanscherping van maatregelen die expliciet rekening houden met de interculturele dialoog. Voorbeelden daarvan worden in eerste instantie aangetroffen in het schoolonderwijs en betreffen onder meer: veranderingen in het talenonderwijs; hervorming van de leerplannen door het opnemen van interculturele competenties; initiatieven op het gebied van de opleiding en bijscholing van leraren; en de dialoog met de bredere gemeenschap van de school, met name gezinnen. Verder heeft het Jaar ertoe bijgedragen dat op het gebied van onderwijs, jeugd en sport een beter geïntegreerde strategie wordt gehanteerd en dat in verscheidene lidstaten de financieringsinstrumenten blijven voortbestaan, die in de loop van het Jaar ter ondersteuning van initiatieven inzake de interculturele dialoog van kunstenaars en cultuurspecialisten zijn ingevoerd.

- In de aanloop naar het Jaar heeft iedere lidstaat een nationale strategie[4] voorbereid waarin de nationale context en prioriteiten werden afgebakend en de maatregelen ter inschakeling van het maatschappelijk middenveld en de communicatiesector werden uitgestippeld om zo jongeren en andere doelgroepen te kunnen bereiken. De voorbereiding van een dergelijke strategie was in veel landen een primeur en bleek een bijzonder nuttig initiatief in lidstaten waar de interculturele dialoog lager op de politieke agenda had gestaan.

- Structuren. Er zijn niet veel aanwijzingen die duiden op veranderingen in structuren, maar wel zijn er een aantal interessante voorbeelden, zoals onder meer nieuwe, voor de interculturele dialoog verantwoordelijke eenheden of organisaties binnen overheidsdiensten; interdepartementale comités ter facilitering van sectoroverschrijdende samenwerking; werkgroepen waarin de belangrijkste betrokken partijen zitting hebben, inclusief die uit het maatschappelijk middenveld. In verscheidene, zij het lang niet alle lidstaten werd vooruitgang gesignaleerd bij het op gang brengen van een meer gestructureerde dialoog met het maatschappelijk middenveld.

Duurzaamheid

Door de verschillende nationale situaties luidt het antwoord op de vraag of de positieve effecten van het Jaar blijvend van aard zullen zijn, dat er sprake is van een gemengd beeld. In sommige lidstaten behoren beleid en structuren tot de blijvende resultaten van het Jaar; in de regel is dit het geval in landen waar al vóór het Jaar een kader of actieplan voor de interculturele dialoog bestond. In andere bleven de effecten van het Jaar dikwijls beperkt tot de onmiddellijke impact op individuen en zijn ze daarom waarschijnlijk van korte duur. Het schoolonderwijs biedt de beste vooruitzichten voor voortgezette activiteiten; in diverse landen is voor nieuwe initiatieven op het gebied van de opleiding en bijscholing van leraren, de herziening van leerplannen en bewustmaking een vaste plaats op de agenda ingeruimd.

Op Europees niveau was een duidelijk waardevol effect van het Jaar dat het belang van de interculturele dialoog voor een breed scala aan beleidsterreinen werd aangetoond en dat het besef groeide van de noodzaak van de samenhang van en de complementariteit op gebieden zoals onder meer interculturele competenties, het onderwijs van kinderen van migranten, en geïntegreerde beleidsinitiatieven op het niveau van de stad. Behalve op het gebied van de cultuur werden de noodzaak en de voordelen van de interculturele dialoog belicht op beleidsterreinen zoals onderwijs, werkgelegenheid, justitie en veiligheid, buitenlandse betrekkingen en regionale ontwikkeling. De door deze initiatieven ontstane formele en informele netwerken van beleidsmakers zullen waarschijnlijk duurzaam blijken te zijn; hierdoor zal een blijvende ondersteuning van de interculturele dialoog op Europees niveau meer kans krijgen.

Duidelijk is in ieder geval dat follow-upactiviteiten van wezenlijk belang zijn om de tijdens het Jaar geboekte voortgang – zij het op lokaal, nationaal of Europees niveau – niet verloren te laten gaan. Twee belangrijke aanbevelingen in dit verband luiden dat het materiaal en de ervaringen van het Jaar ook in de toekomst absoluut benut en verspreid moeten worden, en dat de follow-up op EU-niveau moet plaatsvinden door middel van financiële ondersteuning en/of een forum van lidstaten die hierin belangstellen.

VOORNAAMSTE AANBEVELINGEN – OPMERKINGEN VAN DE COMMISSIE

De evaluatoren richtten elf aanbevelingen aan de Commissie en zes aan de lidstaten. Deze zullen gedurende de tweede helft van 2010 met de lidstaten nader worden besproken tijdens het overleg over de opstelling van het volgende Werkplan voor cultuur, dat in 2011 van start zal gaan. Het werkplan zal onder meer worden uitgevoerd door middel van samenwerking tussen de lidstaten via de open coördinatiemethode (deskundigengroepen), waarbij ervaringen vergeleken worden en beleidsvoorstellen voor maatregelen op Europees en/of nationaal niveau geformuleerd worden. Het overleg over het volgende werkplan zal de mogelijkheid bieden om vast te stellen welke van de hierna volgende aanbevelingen door middel van dit soort samenwerking doeltreffend kunnen worden uitgevoerd.

Ondersteuning van de dialoog met het maatschappelijk middenveld

De gestructureerde dialoog met het maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld via platforms, moet verder worden ondersteund.

Het programma "Cultuur" biedt in het kader van deel 2, "Beleidsondersteunende structuren voor de culturele agenda", ondersteuning voor deze gestructureerde dialoog. In deze context ontvangt het Platform for Intercultural Europe momenteel een bijdrage in zijn huishoudelijke kosten. Dit soort dialoog in kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten wordt door het Instrument voor pretoetredingssteun ("Faciliteit voor het maatschappelijk middenveld") ondersteund.

Benutting van het rendement en de resultaten van het Jaar

De voortdurende en systematische verspreiding en benutting van het rendement en de resultaten van het Jaar moeten worden gewaarborgd, bijvoorbeeld door relevante onderdelen van de website van het Europese Jaar van de interculturele dialoog te continueren en voort te bouwen op het succes van de fotowedstrijd "Culturen in mijn straat", waarbij moet worden nagegaan hoe de foto's bij allerlei soorten EU- of nationale activiteiten gebruikt kunnen worden.

De website van het Jaar blijft toegankelijk. Op het ogenblik wordt eraan gewerkt om een aantal onderdelen ervan over te hevelen naar de aan cultuur en onderwijs gewijde webpagina's van de Europese Commissie. De producten (onderwijsmateriaal, dvd's, handleidingen enz.), die zijn te vinden in de rubriek "hulpmiddelen" van de website van het Jaar, worden eveneens naar de voor onderwijs en cultuur bestemde pagina's van de Commissie overgebracht. De foto's van "Cultuur in mijn straat" zijn reeds gebruikt voor diverse publicaties van de Commissie en kunnen ook door de lidstaten en de cultuursector worden gebruikt voor met de interculturele dialoog verband houdende thema's.

Onderzoek naar het effect van de interculturele dialoog in scholen

Nagegaan moet worden of verder onderzoek moet worden uitgevoerd, met name naar het effect van de interculturele dialoog in scholen, aangezien hierop tijdens het Jaar sterk de nadruk lag en in een aantal landen effecten op de langere termijn kunnen worden verwacht.

In het kader van de verschillende subprogramma's van het programma op het gebied van een leven lang leren en het Kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling zal het effect van de interculturele dialoog in scholen nader worden onderzocht.

Verdere activiteiten op het gebied van het onderwijs

Met name moet worden overwogen met welke maatregelen de tijdens het Jaar op onderwijsgebied bereikte dynamiek kan worden behouden, door bijvoorbeeld de overdracht van kennis betreffende de pedagogiek van de interculturele dialoog, de leerplanontwikkeling en opleiding en bijscholing van leraren te bevorderen en te vergemakkelijken.

De samenwerking tussen de lidstaten zal door de werkzaamheden in verband met de thematische prioriteiten van het Strategische kader voor onderwijs en opleiding tot 2020 worden voortgezet, in het bijzonder in het kader van de activiteiten voor de uitvoering van de aanbeveling inzake kerncompetenties voor levenslang leren van 2006. De overdracht van kennis door leren van gelijken vormt de kern van dit proces. De follow-up van de conclusies van de Raad over interculturele competenties van 2008 zal een belangrijk onderdeel vormen van de samenwerking van de lidstaten.

Overdracht van ervaringen

Er moet over worden nagedacht hoe de overdracht van de bij de uitvoering van het Jaar opgedane ervaringen tussen de lidstaten kunnen worden bevorderd en gestimuleerd, bijvoorbeeld via werkgroepen op EU-niveau waarin vertegenwoordigers van de regeringen, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbende partijen zitting hebben.

Groepen van deskundigen op het gebied van onderwijs en cultuur zullen in het kader van de "open coördinatiemethode" blijven samenwerken op het vlak van het leren van gelijken en eventueel bij het formuleren van beleidsaanbevelingen. De Commissie zal mogelijkheden verkennen om de dialoog tussen alle betrokken belanghebbende partijen te bevorderen, bijvoorbeeld door middel van thematische seminars.

Toezicht op en verslaglegging van de geboekte voortgang

Er moet een toezichts- en verslagleggingskader worden vastgesteld voor de benchmarking van de met de interculturele dialoog in de lidstaten geboekte voortgang, bijvoorbeeld door middel van bestaande toezichts- en verslagleggingsprocedures op het gebied van het onderwijs en de integratie van migranten.

De Commissie is naar aanleiding van het verzoek van de Raad van ministers voor Onderwijs, Jeugd en Cultuur van 26 november 2009 voornemens om op onderwijsgebied haar toezicht op de prestatiekloof tussen leerlingen met een migrantenachtergrond en autochtone leerlingen verder te ontwikkelen.

Versterking van EU-programma's

Nagegaan moet worden hoe de dimensie van de interculturele dialoog binnen EU-programma's door middel van het proces van de jaarlijkse oproepen tot het indienen van voorstellen kan worden versterkt om de medefinanciering van thematische projecten beter te kunnen ondersteunen, met name de projecten waarbij het accent ligt op de sectoroverschrijdende samenwerking tussen onderwijs, cultuur en jeugd enerzijds en overheidsinstanties en/of actief burgerschap anderzijds.

In 2010 zal de mogelijkheid van gerichte ondersteuning voor sectoroverschrijdende samenwerking door middel van EU-programma's in het kader van de openbare raadpleging over de volgende generatie programma's nader worden verkend.

Samenwerking tussen beleidssectoren

Door de samenwerking met andere relevante sectoren van de Europese Commissie (binnen en buiten DG EAC), onder meer op het gebied van jeugdzaken, een leven lang leren, werkgelegenheid en onderwijs moet worden gegarandeerd dat in EU-programma's explicieter en systematischer met de interculturele dialoog rekening wordt gehouden; andere onderdelen van de Commissie zouden eveneens op de hoogte kunnen worden gesteld van de ervaringen met de opzet en uitvoering van het Jaar.

Bij de raadpleging van 2010 en de daaropvolgende formulering van de voorstellen van de Commissie voor de volgende generatie EU-programma's zal worden nagegaan hoe de prioriteit voor de interculturele dialoog concreter kan worden ingevuld, bijvoorbeeld door een uniformer definitie.

Samenwerking met internationale organisaties

De samenwerking met belangrijke internationale organisaties, in het bijzonder de Raad van Europa en de UEFA, moet worden voortgezet, waarbij wordt voortgebouwd op de bestaande doeltreffende strategische samenwerkingsverbanden.

De samenwerking met belangrijke internationale organisaties wordt voortgezet, met name met de Raad van Europa, onder meer met het project "Interculturele steden", en in het kader van de gemeenschappelijke werkzaamheden met en van de Europese nabuurlanden.

Aandacht voor minder zichtbare gebieden

Er moet overwogen worden hoe op een aantal tijdens het Jaar minder op de voorgrond tredende gebieden – sport, groepen in een achterstandsituatie en overheidsdiensten – voortgang geboekt kan worden; hiertoe dienen bij overheidsinstanties en in het maatschappelijk middenveld geschikte partners om mee samen te werken te worden gevonden.

De Commissie zal onderzoeken hoe ondervertegenwoordigde sectoren nauwer bij toekomstige initiatieven kunnen worden betrokken, onder andere door de overdracht van ervaringen tussen sectoren in het kader van de volgende generatie EU-programma's.

Lering trekken voor toekomstige Europese Jaren

Met het oog op toekomstige Europese Jaren moet het volgende worden onderzocht:

- Hoe zou een systematische driejarige cyclus voor Europese Jaren in het proces (voorbereiding-uitvoering-follow-up) kunnen worden ingebouwd om een optimale voorbereidheid en dynamiek te waarborgen?

- Hoe kan de meetbaarheid van de doelstellingen van toekomstige Jaren verbeterd worden?

De ervaringen met de voorbereiding en de uitvoering van het Jaar zijn doorgegeven aan andere in aanmerking komende diensten van de Commissie, met name aan DG Werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen dat het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting coördineert, en aan DG Communicatie dat belast is met de coördinatie van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk (2011).

De evaluatoren richtten bovendien zes aanbevelingen aan de lidstaten, aangezien de hoofdverantwoordelijkheid voor een groot deel van het betrokken beleid bij het nationale, of in sommige gevallen regionale of lokale niveau ligt. Deze aanbevelingen behelzen dat iedere lidstaat:

- een nationaal actieplan voor de interculturele dialoog opstelt, dat op onderzoeksgegevens en statistieken is gebaseerd;

- richtsnoeren opstelt voor de formulering van strategieën voor de interculturele dialoog op gebieden zoals sport, overheidsdiensten en actief burgerschap;

- de interculturele dialoog op verscheidene gebieden, zoals de organisatie en de dienstverlening van overheidsdiensten, beter in aanmerking neemt om zo de samenhang in de gemeenschap en sociale inclusie te bevorderen;

- ertoe bijdraagt de capaciteit van maatschappelijke organisaties ter bevordering van de interculturele dialoog in het bijzonder te vergroten, wanneer de NGO-basis weinig ontwikkeld is. Dit moet met name bereikt worden door de sector in kaart te brengen, netwerken op te bouwen en scholing aan te bieden;

- een bijdrage aan forums en werkgroepen op EU-niveau levert, die kennis uitwisselen, beleidsontwikkelingen aansturen en de interculturele dialoog in de nationale en EU-beleidsvorming sterker profileren;

- de invoering van een nationaal systeem voor het toezicht op en de evaluatie van de interculturele dialoog en de vaststelling van adequate indicatoren in overweging neemt.

DE CONCLUSIES VAN DE COMMISSIE

De Commissie stemt in met de door de evaluatoren samengestelde algemene beoordeling van het Jaar. Het Jaar heeft met veel succes bijgedragen tot de bewustmaking van met de interculturele dialoog samenhangende thema's, met name onder beleidsmakers, alsook tot de inschakeling van de belanghebbende partijen, vooral in de kunst- en cultuursector. Het was moeilijker te meten wat voor effect het jaar op de opvattingen omtrent de interculturele dialoog heeft gehad, aangezien voor diepgaande maatschappelijke veranderingen langere tijd nodig is en deze opvattingen door een reeks complexe factoren beïnvloed worden.

Voor de follow-up van het Jaar is de gezamenlijke inzet van de Europese Commissie, andere EU-instellingen, de lidstaten en het maatschappelijk middenveld noodzakelijk. De Commissie zal aan de in hoofdstuk 4 genoemde aanbevelingen prioriteit geven en zal haar follow-upmaatregelen richten op:

- de bevordering van de samenwerking van en de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten en deskundigen op verschillende beleidsterreinen, die relevant zijn voor de interculturele dialoog. De open coördinatiemethode zal het belangrijkste hulpmiddel zijn voor dit soort samenwerking en voor de benutting van de resultaten en het rendement van het Jaar. De ervaringen zullen ook worden doorgegeven aan de sectoren die gedurende het Jaar ondervertegenwoordigd waren. Projecten zoals "Interculturele steden", een gemeenschappelijk initiatief van de Commissie en de Raad van Europa, of het geplande deskundigennetwerk voor Roma-studies zijn mogelijkheden om dit soort uitwisseling van ervaringen en samenwerking gericht te bevorderen.

- Het bieden van financiële ondersteuning voor projecten en initiatieven op het gebied van de interculturele dialoog. De voorbereiding van de volgende generatie EU-programma's zal de kans bieden voor een brede raadpleging over de mogelijkheden voor de ondersteuning van de interculturele dialoog, onder meer door de ondersteuning van de samenwerking tussen beleidssectoren. De Commissie zal er ook naar streven dat de prioriteit die in bepaalde programma's aan de interculturele dialoog wordt gegeven, concreet kan worden ingevuld.

- De stimulering van de werkzaamheden op onderwijsgebied, waarop initiatieven betreffende bijvoorbeeld sleutelcompetenties voor een leven lang leren en opleiding en scholing van leraren nauw verband houden met de interculturele dialoog.

De naar voren gebrachte aanbevelingen dienen ertoe bij te dragen dat de interculturele dialoog ook in de toekomst hoog op de EU-beleidsagenda blijft staan. De bevordering van de culturele verscheidenheid en de interculturele dialoog behoren tot de strategische doelen van de Europese agenda voor cultuur. De EU-instellingen, de lidstaten en het maatschappelijk middenveld zullen zich gezamenlijk voor de verwezenlijking ervan blijven inzetten. De door het Jaar toegenomen bewustwording en het besef van de noodzaak van een samenhangende sectoroverschrijdende benadering vormen een hechte basis voor verdere samenwerking ter verwezenlijking van deze doelstelling.

[1] PB L 412 van 30 december 2006, blz. 44.

[2] http://www.intercultural-europe.org/

[3] http://www.coe.int/t/dg4/cultureheritage/culture/Cities/Default_en.asp

[4] http://ec.europa.eu/culture/archive/dialogue/strategies_en.html

Top