EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005DC0511

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Vastgelegde projecten in 2003-2004 in het kader van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid

/* COM/2005/0511 def. */

52005DC0511

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad - Vastgelegde projecten in 2003-2004 in het kader van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid /* COM/2005/0511 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 24.10.2005

COM(2005) 511 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Vastgelegde projecten in 2003-2004 in het kader van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Vastgelegde projecten in 2003-2004 in het kader van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid

(Voor de EER relevante tekst)

1. INLEIDING

1.1. Volksgezondheidsbeleid en de bijdrage ervan aan de communautaire gezondheidsstrategie

Overeenkomstig artikel 12, lid 1, van het besluit tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid[1] legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag over de uitvoering van het programma voor. Met het oog hierop is het volgende verslag opgesteld.

Het programma werd op 1 januari 2003 van kracht en is een essentieel instrument voor de financiële uitvoering van de maatregelen die in de vorm van een gezondheidsstrategie deel uitmaken van een bredere beleidscontext[2].

Met het programma, dat voortbouwt op de ervaringen met acht afzonderlijke gezondheidsprogramma's[3], werd in de eerste plaats een veelomvattende en samenhangende benadering van de volksgezondheid nagestreefd door de werkzaamheden op drie kernprioriteiten te concentreren: namelijk gezondheidsgegevens, bedreigingen voor de gezondheid en gezondheidsdeterminanten. De activiteiten op deze drie terreinen waren bedoeld om een bijdrage te leveren tot een hoog niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid en welzijn in de EU. De maatregelen hadden tot doel zelfstandige mechanismen te scheppen, die de lidstaten in staat zouden stellen hun activiteiten op het gebied van de gezondheid te coördineren.

De werkterreinen kwamen in de achtereenvolgende jaarlijkse werkprogramma's voor de volksgezondheid aan bod. Jaarlijkse oproepen tot het indienen van voorstellen vormden een van de belangrijkste middelen tot uitvoering van de werkprogramma's voor de volksgezondheid voor 2003 en 2004. Verdere belangrijke activiteiten waren gezondheidsanalyses en -verslagen, proefprojecten, bijdragen aan de wetgeving, de oprichting van gegevensbanken en de invoering van gemeenschappelijke indicatoren en informatiesystemen.

De aanvankelijk voor het programma toegekende middelen ten bedrage van 312 miljoen euro werden in het licht van de uitbreiding in 2004 verhoogd tot 354 miljoen euro om in de behoeften van de tien nieuwe lidstaten te kunnen voorzien.

1.2. Uitbreiding

De toetredende landen waren van aanvang af bij diverse aspecten van het programma betrokken. Met alle toetredende landen en kandidaat-lidstaten werden memoranda van overeenstemming gesloten. Zij namen als waarnemer deel aan de vergaderingen van het programmacomité en dienden in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen van 2003 voorstellen in. Er zijn aanzienlijke inspanningen geleverd om deze landen te informeren omtrent de financieringsmogelijkheden en ze bij de verscheidene aspecten van het volksgezondheidsprogramma te betrekken. Sinds de nieuwe lidstaten in mei 2004 zijn toegetreden, hebben zij volledig deelgenomen aan het programma.

Het programma staat ook open voor de EVA-/EER-landen[4] en Bulgarije, Roemenië en Turkije[5], die een financiële bijdrage aan het programma leveren. In 2003 droegen de EER-landen 1,1 miljoen euro en de kandidaat-lidstaten (met inbegrip van de 10 toetredende landen) 3,6 miljoen euro aan de beleidskredieten bij. In 2004 stegen deze bijdragen tot 1,1 miljoen euro voor de EER-landen en tot 1,3 miljoen euro voor de drie kandidaat-lidstaten.

1.3. Effecten van voorafgaande en huidige programma's – ervaringen met eerdere projecten en vroeger beleid

Er werd een eindevaluatie[6] van de acht actieprogramma's op het gebied van de volksgezondheid (1996-2002) uitgevoerd. Op basis van het actiekader voor de volksgezondheid dat in 1993 is goedgekeurd en in de programmabesluiten geformuleerd is, werden de doeltreffendheid, de doelmatigheid, het nut en de duurzaamheid van elk programma beoordeeld. Op grond hiervan werden aanbevelingen gedaan die voor het beheer, de uitvoering en de verdere ontwikkeling van het volksgezondheidsprogramma benut konden worden.

2. OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN 2003

2.1. Goedkeuring van het werkprogramma 2003

Het werkprogramma 2003[7], de regelingen, criteria en procedures voor het selecteren en financieren van de activiteiten in het kader van het nieuwe programma[8], en de oproep tot het indienen van voorstellen voor 2003[9] werden op 15 maart 2003 in het Publicatieblad gepubliceerd.

De termijn van de oproep tot het indienen van voorstellen tot uitvoering van het werkprogramma 2003 bedroeg twee maanden en liep op 16 mei 2003 af.

2.2. Informatie over de oproep tot het indienen van voorstellen

Voor potentiële aanvragers werd een voorlichtingscampagne over de uitvoering van het werkprogramma 2003 gevoerd. Hiervan maakte een officiële openingsmanifestatie op 18 maart 2003 met commissaris Byrne en de heer Trakatellis, lid van het Europees Parlement en rapporteur over het programmabesluit namens het Europees Parlement, deel uit. Op 13 maart 2003 vond een groot opgezette informatiedag plaats in Luxemburg, waar ongeveer 300 vertegenwoordigers van de potentiële deelnemers aan het programma aanwezig waren. Het streven was er in het bijzonder op gericht om deelname uit toetredende landen en kandidaat-lidstaten aan te moedigen. Voorts werd er een website voor volksgezondheid ontwikkeld.

2.3. Beoordelingsprocedure

In totaal werden 427 projectvoorstellen ingediend, waarvoor een totale financiering ten bedrage van meer dan 500 miljoen euro werd aangevraagd, ofwel het tienvoudige van de beschikbare middelen. De aanvragen werden door ambtenaren met ervaring op het terrein van de respectieve voorstellen beoordeeld. Zo nodig werden de voorstellen eveneens door ambtenaren van andere DG's beoordeeld om dubbel werk en overlapping met lopende projecten te voorkomen. In totaal kwamen 58 projecten voor financiering in aanmerking, 12 projecten werden op reservelijst A en 55 op reservelijst B geplaatst. De overige 302 projecten werden niet geschikt geacht en afgewezen.

De beoordelaars streefden ernaar om een consistente aanpak en gemeenschappelijke evaluatienormen te hanteren. Overeenkomstig de financiële voorschriften werd een beoordelingscomité ingesteld. De toegekende subsidies bedroegen maximaal 60% van de totale subsidiabele kosten. Innovatieve projecten met een aanzienlijke deelname van kandidaat-lidstaten kwamen voor een subsidie van maximaal 80% van de totale subsidiabele kosten in aanmerking.

Het programmacomité sprak zich er tijdens zijn vergadering op 16-17 juli 2003 eenstemmig voor uit om de in het kader van de beoordelingsprocedure geselecteerde voorstellen te financieren. Het wijzigde de volgorde van twee voorstellen op de reservelijst.

2.4. Goedkeuring van de lijst van geselecteerde projecten

Het oorspronkelijke werkprogramma werd op 17 december 2003[10] gewijzigd als gevolg van het na de sluiting van de memoranda van overeenstemming met de toetredende landen en kandidaat-lidstaten verhoogde programmabudget. Hierdoor liep de onderhandelingsprocedure voor het sluiten van subsidieovereenkomsten met de voor financiering geselecteerde projecten vertraging op. Het gewijzigde werkprogramma werd tijdens de vergadering van 9 oktober 2003 voor advies aan het programmacomité voorgelegd. De ordonnateur besloot op 19 december 2003 – na de goedkeuring van het nieuwe werkprogramma – 70 projecten te financieren en ging met nog eens 55 projecten op de door het programmacomité opgestelde reservelijsten akkoord. De globale vastlegging voor deze voorstellen bedroeg 50,4 miljoen euro. De overige 302 projecten werden afgewezen.

In totaal werden 72 projecten uit de begroting voor 2003 gefinancierd. Tien projecten werden geannuleerd: 4 van de lijst van de aanvaarde voorstellen en 6 van de reservelijsten. Van de reservelijst zijn de eerste twaalf projecten in aanmerking genomen.

2.5. Methoden voor de verspreiding en benutting van de resultaten

Een volledige lijst van samenvattingen van de gefinancierde projecten is te vinden op het volgende adres: http://europa.eu.int/comm/health/ph_projects/project_en.htm. De samenvattingen bevatten administratieve informatie over de voornaamste begunstigden, financiële informatie, een lijst van de medebegunstigden en een projectbeschrijving met de resultaten en gebruikte methoden.

3. OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN 2004

3.1. Goedkeuring van het werkprogramma 2004

Het werkprogramma voor de uitvoering van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid werd op 27 februari 2004 gepubliceerd[11]. Een oproep tot het indienen van voorstellen[12] voor de uitvoering van het werkprogramma 2004 werd op dezelfde dag gepubliceerd; de looptijd van de oproep bedroeg twee maanden.

3.2. Informatie over de oproep tot het indienen van voorstellen

Op 22 maart 2004 vond te Luxemburg een informatiedag plaats om potentiële indieners van projectaanvragen van informatie te voorzien over de wijze waarop de voorstellen in verband met het programma voor de volksgezondheid ingediend moesten worden. Aan deze bijeenkomst namen ongeveer 300 deelnemers uit de EU, de kandidaat-lidstaten en de EVA-/EER-landen deel.

De website voor het volksgezondheidsprogramma bevatte alle relevante informatie die voor de indiening van voorstellen noodzakelijk was, zoals bijvoorbeeld de bekendmaking van de oproep, het werkprogramma 2004, de aanvraagformulieren, een handleiding voor aanvragers, de beoordelingscriteria en een model-subsidieovereenkomst.

Er werd een informatiepunt opgericht waar 500 verzoeken om informatie en hulp binnenkwamen.

3.3. Beoordelingsprocedure

Er werden 231 voorstellen ingediend, waarvoor een bijdrage van de EU ten bedrage van 180,8 miljoen euro werd aangevraagd. Dit aantal was weliswaar lager dan in 2003, maar de kwaliteit van de voorstellen lag in het algemeen hoger. Ieder voorstel werd door een ambtenaar en één van 20 onafhankelijke externe deskundigen beoordeeld. Indien de twee beoordelaars geen overeenstemming konden bereiken, stelde een derde interne of externe beoordelaar een op consensus gebaseerd evaluatieverslag op. De beslissing van het beoordelingscomité werd voor formeel overleg aan andere DG's voorgelegd om dubbel werk of overlapping met andere lopende projecten te voorkomen.

Het document Regelingen, criteria en procedures voor het selecteren en financieren van de acties van het programma "Volksgezondheid" [13] diende als basis voor de beoordelingscriteria.

Aanbevolen werd 79 projecten te financieren, waarvan 12 op een reservelijst werden geplaatst. De reservelijst was aanzienlijk korter dan in 2003, zodat de vooruitzichten op financiering realistischer waren. Er werden 139 projecten afgewezen en 9 kwamen niet voor subsidie in aanmerking. Vier voorstellen werden niet in overweging genomen vanwege overschrijding van de indieningstermijn.

De in het kader van de oproep tot het indienen van voorstellen voor 2004 ontvangen voorstellen werden tijdens de vergadering van 8 juli 2004 aan het programmacomité voorgelegd. De projecten werden over het algemeen als innovatief en van zeer goede kwaliteit beoordeeld.

Het comité bracht minieme wijzigingen aan: de begroting van één project werd gecorrigeerd en twee projecten werden verlengd. Evenals in 2003 werd de volgorde van twee projecten op de reservelijst veranderd. Het comité bracht eenstemmig een gunstig advies over de geactualiseerde lijst van aanvaarde voorstellen en de reservelijst uit.

3.4. Goedkeuring van de lijst van geselecteerde projecten

Na de vergadering van het programmacomité hechtte de ordonnateur zijn goedkeuring aan de lijst van de 67 voor financiering aanbevolen projecten en de volgorde van de 12 projecten op de door het programmacomité goedgekeurde reservelijst. De overige 152 projecten werden afgewezen. De globale vastlegging voor deze voorstellen bedroeg 48,8 miljoen euro.

Op 15 december 2004 bestemde de ordonnateur – nadat er extra middelen beschikbaar waren gekomen – nog eens 6,6 miljoen euro voor de oproep tot het indienen van voorstellen voor 2004, zodat alle 12 projecten op de reservelijst gefinancierd konden worden.

3.5. Methoden voor de verspreiding en benutting van de resultaten

Een volledige lijst van de benamingen en beknopte beschrijvingen van de voor financiering geselecteerde projecten is te vinden op het volgende adres: http://europa.eu.int/comm/health/ph_projects/project_en.htm.

Zodra alle contracten gesloten zijn, wordt nadere administratieve informatie over de hoofdbegunstigden en medebegunstigden verstrekt, alsook financiële informatie, projectbeschrijvingen met de resultaten en gebruikte methoden.

4. VOORNAAMSTE ACTIVITEITEN IN HET KADER VAN DE WERKPROGRAMMA'S 2003 EN 2004

4.1. Horizontale thema's

Activiteiten van strategisch belang, die diverse doelstellingen van het programma in zich verenigen, zijn in 2003 bij de horizontale thema's ondergebracht. Belangrijke projecten hadden betrekking op netwerken van NGO's op het gebied van de gezondheid; strategieën ten behoeve van maatregelen en netwerken voor het verminderen van ongelijkheid op gezondheidsgebied; en de vorming van een geheel Europa omvattend, multidisciplinair netwerk voor drugspreventie in gevangenissen.

Drie projecten over respectievelijk de preventie van hart- en vaatziekten, het in kaart brengen van de toegang tot de gezondheidszorg en de evaluatie van de volksgezondheid in de Europese grensregio's waren gewijd aan de samenwerking tussen de diensten voor de gezondheidszorg van de lidstaten.

In 2004 werden de horizontale thema's opgenomen in de drie onderdelen van het programma.

4.2. Gezondheidsgegevens

In 2003 werd ernaar gestreefd om de in het kader van de acht eerdere communautaire programma's inzake volksgezondheid uitgevoerde werkzaamheden in het programma te integreren. Hierbij ging het voornamelijk om: (i) projecten betreffende gezondheidsindicatoren ten behoeve van het opstellen van een gemeenschappelijke lijst voor de EU (ECHI) en de ontwikkeling van indicatoren op gebieden zoals ziekten, stelsels voor de gezondheidszorg, geneesmiddelen, geestelijke gezondheid, leefstijlen, enz. (ii) projecten inzake een systematische en voor de lange termijn bedoelde gegevensverzameling (zoals een gegevensbank over letsels, kankergegevensbanken), (iii) projecten voor de verbetering van de methoden voor de rapportage op het gebied van de volksgezondheid (projecten gezondheidsonderzoek, projecten ziekenhuisgegevens), en (iv) projecten ter verbetering of invoering van optimale klinische en codeerprocedures.

De nadruk lag in het bijzonder op synergieën met het communautair statistisch programma[14]. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zijn bij het merendeel van de EU-projecten op dit gebied betrokken.

Er wordt een duurzaam systeem voor gezondheidsbewaking opgezet dat vergelijkbare informatie over gezondheid en gezondheidsgerelateerd gedrag van de bevolking, over ziekten en over stelsels voor de gezondheidszorg dient op te leveren. Het statistische onderdeel van dit systeem wordt verder ontwikkeld, waar nodig met behulp van het communautair statistisch programma. Het is gebaseerd op gemeenschappelijk overeengekomen Europese indicatoren en instrumenten wat betreft de definitie, de methoden voor het verzamelen en het gebruik van de gegevens ervan. Zeven werkgroepen hebben in de vorm van een netwerk op eerdere werkzaamheden in verband met gezondheidsmonitoring voortgebouwd door zich op indicatoren en het verzamelen van gegevens toe te leggen.

Voorts werden er – als eerste stap – werkzaamheden uitgevoerd om een korte lijst van communautaire gezondheidsindicatoren op te stellen, waarbij het in de bedoeling ligt om deze lijst de komende jaren uit te breiden; om in samenhang met het communautair statistisch programma instrumenten voor het verzamelen van vergelijkbare informatie te ontwikkelen; en om een reeks Europese rapporten over de volksgezondheid met analyses en informatie ten behoeve van beleidsmakers, specifieke doelgroepen of het grote publiek op te stellen.

De samenwerking op het gebied van de stelsels voor de gezondheidszorg werd door middel van activiteiten in verband met "health evidence" en het in kaart brengen van de toegang tot de gezondheidszorg bevorderd.

Er werd een aanbesteding voor de rapportage en analyse van de gezondheids-, sociale en economische effecten van alcoholgebruik gepubliceerd om het huidige en geplande nationaal, WHO- en EU-beleid inzake alcohol door te lichten om aanbevelingen en opties voor een eventueel EU-alcoholbeleid te formuleren. Verder werd een aanbesteding voor de ontwikkeling van prestatie-indicatoren op het gebied van de volksgezondheid voor de farmaceutische sector uitgeschreven om na te gaan in hoeverre de farmaceutische sector op de volksgezondheid en andere sociale doelstellingen afgestemd is.

In 2004 werden de werkzaamheden in verband met informatie en verspreiding, stelsels voor de gezondheidszorg, ernstige en chronische ziekten, de gegevensbank letsels, geestelijke gezondheid en zeldzame ziekten voortgezet. Bij de activiteiten op het terrein van informatie en verspreiding lag het accent op het concept van het toekomstige gezondheidsinformatie- en kennissysteem van de Europese Unie en de onderdelen daarvan, op de ontwikkeling van openbare platforms voor de verspreiding van informatie over de maatregelen van de EU op gezondheidsgebied (het Volksgezondheidsportaal), op de verspreiding van de korte lijst van communautaire gezondheidsindicatoren, op de oprichting van een platform voor de verspreiding van een soortgelijke lijst op subnationaal niveau; op een platform voor aan gezondheid gewijde televisie- en radio-uitzendingen en op het effect op het beleid van de rapportage op het gebied van de volksgezondheid.

Op het terrein van de gezondheidszorgstelsels werd een netwerk van bij de farmaceutische sector betrokken autoriteiten en instellingen opgericht voor de uitwisseling van informatie over geneesmiddelenprijzen en vergoedingen. Een project inzake ziekenhuisgegevens maakte het mogelijk de registratiemethoden betreffende ziekenhuisontslagen en chirurgische ingrepen beter te vergelijken, op grotere schaal gegevens te verzamelen en deze werkzaamheden tot de nieuwe lidstaten uit te breiden. Ook wordt gestreefd naar het vrije verkeer van diensten en dienstverleners in de gezondheidszorg door de ontwikkeling van een gemeenschappelijke methodologie voor de veiligheid van de patiënten in instellingen voor de gezondheidszorg.

Met het oog op de verbetering van de kwaliteit en duurzaamheid van de informatienetwerken voor ernstige en chronische ziekten werd steun verleend aan het Europese netwerk voor kankerregistratie en gegevensbanksystemenen, aan verscheidene projecten ter inventarisatie van ziekteoorzaken, aan projecten ten behoeve van de ontwikkeling van adequate monitoring- en indicatorensystemen en van methoden voor de verzameling van gegevens voor diverse categorieën ziekten (astma en chronische obstructieve longaandoeningen, hart- en vaatziekten, diabetes en aandoeningen van het bewegingsapparaat, enz.).

Voorts werd een conferentie over zeldzame ziekten ondersteund om te onderzoeken hoe de bekendheid van zeldzame ziekten en de samenwerking en de overdracht van kennis op EU-niveau verdiept kan worden met het oog op de verbetering van de toegang tot informatie, diagnose, zorg, geneesmiddelen en ondersteuning. Er is reeds een systeem voor toezicht op congenitale afwijkingen opgezet en er zal nog een netwerk voor zeldzame en congenitale anemie worden opgericht; voorts zal een secretariaat voor een task force zeldzame ziekten met zijn werkzaamheden beginnen.

Verscheidene initiatieven waren gewijd aan de geestelijke gezondheid, zoals gezondheidsindicatoren voor mensen met een verstandelijke handicap, de behandeling van psychisch zieken in gevangenissen en de economische aspecten van de geestelijke gezondheid. Er werd een platform voor de bevordering van de geestelijke gezondheid en de preventie van psychische aandoeningen opgericht ten behoeve van een totale benadering van de geestelijke gezondheid.

De overige in 2004 uitgevoerde initiatieven hadden betrekking op het milieu en de gezondheid. gezondheidsenquêtes, mortaliteit; de beoordeling van de effecten voor de gezondheid; letsels en ongevallen; e-gezondheidszorg; en leefstijlen.

4.3. Bedreigingen voor de gezondheid

Er werden activiteiten met het oog op de ondersteuning en ontwikkeling van het toezicht op bacteriële darmpathogenen, griep, de ziekte van Creutzfeldt-Jakob en de veteranenziekte in verband met reizen uitgevoerd. In het kader van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen werd een publicatiedienst opgericht voor de uitwisseling van op intercollegiale toetsingen gebaseerde wetenschappelijke informatie. Verder werden er stappen gezet om de bestrijding van en communicatie in verband met overdraagbare ziekten te verbeteren.

De werkzaamheden op het terrein van de bescherming van de gezondheid en voorzorgsmaatregelen bestonden uit initiatieven betreffende maatregelen in het geval van de opzettelijke verspreiding van biologische agentia en van andere potentieel ernstige natuurlijke epidemieën; een netwerk van op het terrein van besmettelijke ziekten werkzame artsen; en een experimenteel alarmsysteem in het geval van terroristische aanslagen met chemische stoffen.

Vroegere sleutelprojecten inzake zeldzame ziekten werden gekoppeld aan nieuwe activiteiten. Op het gebied van weefsels en cellen werden methoden ter beïnvloeding van de kwaliteit en de veiligheid van weefsel zowel voor transplantatiedoeleinden als voor weefselbanken ontwikkeld. Aan de werkzaamheden op het gebied van normering, inspectie en accreditering voor bij de verzameling, verwerking en transplantatie van hematopoïetische stamcellen betrokken instellingen voor de gezondheidszorg werd een nieuwe impuls gegeven.

Begonnen werd met de ontwikkeling van een netwerk van laboratoria waardoor snel, efficiënt en op gecoördineerde wijze gereageerd kan worden op bedreigingen van de gezondheid als gevolg van natuurlijke infecties; voorts liep een programma tot vaststelling van norovirusuitbraken van stapel. De capaciteitsopbouw ter intensivering van het toezicht op en de bestrijding van overdraagbare ziekten werd gestimuleerd.

Ook in 2004 lag het accent op bewaking, met name met betrekking tot door vaccinatie voorkoombare ziekten, de vermindering van het risico van ziekenhuisinfecties en het ter beschikking stellen van informatie over HIV in de gehele EU en in de kandidaat-lidstaten. De bewaking van tuberculose werd onder meer verbeterd door de ontwikkeling van de capaciteit op Europees niveau om van voor de EU relevante gevallen van tuberculose vast te stellen en te blijven volgen. Ook werd aandacht besteed aan de bewaking van seksueel overdraagbare infecties en andere besmettelijke ziekten.

In samenwerking met Russische wetenschappers werd in het kader van de bescherming van de gezondheid en voorzorgsmaatregelen een verbeterde diagnosecapaciteit in de EU ontwikkeld. De activiteiten in 2004 omvatten ook een waarschuwingssysteem, de criteria voor de ontwikkeling van een gezondheidssurveillancesysteem en scholingsmodules betreffende de opzettelijke verspreiding van chemische stoffen door terroristen. Er werd een aanbesteding uitgeschreven voor de evaluatie en verbetering van de paraatheid bij noodsituaties op het gebied van de volksgezondheid als gevolg van de opzettelijke verspreiding van biologische en chemische ziekteverwekkers en van een grieppandemie.

Met het oog op een grotere veiligheid van bloed, weefsels en organen werd een Europees netwerk voor kwaliteitsborging voor bloedveiligheid goedgekeurd. Er werd een reeks activiteiten die betrekking hadden op juridische, ethische en sociale kwesties uitgevoerd ter verbetering van veilige, geïntegreerde Europese donatieketens bij transplantaties van hematopoïetische stamcellen, waarbij donor en ontvanger geen bloedverwanten zijn.

De vorming van netwerken tussen laboratoria voor ingevoerde virusziekten zoals SARS en voor de typering van antimicrobiële resistentie bij ziekenhuisinfecties werd gestimuleerd. Op het terrein van scholing werd de opbouw van capaciteit bevorderd, zowel voor werkers in de gezondheidszorg ten behoeve van een snelle reactie op bedreigingen van de gezondheid als in het kader van de interventie-epidemiologie op het gebied van waarschuwing en reactie.

4.4. Gezondheidsdeterminanten

In 2003 en 2004 stond de soepele overgang van de acht afzonderlijke programma's op het gebied van de volksgezondheid naar het nieuwe volksgezondheidsprogramma op de voorgrond. Er werd een samenhangende aanpak van de activiteiten op het gebied van de gezondheidsdeterminanten ontwikkeld, waarbij een grotere nadruk op strategische benaderingen lag.

Naast een netwerk voor coherente strategieën op het gebied van voeding en lichamelijke activiteit werden netwerken ter preventie van overgewicht bij kinderen opgezet. Het streven naar een grotere kosteneffectiviteit en grotere doeltreffendheid van initiatieven ter preventie van het tabaksgebruik in de samenleving werd verder aangemoedigd, bijvoorbeeld in de vorm van programma's om met roken te stoppen voor jongeren, rookvrije ziekenhuizen en een beoordeling van de gevolgen van de Ierse tabakswetgeving[15]. Ter bestrijding van het roken werden verder twee antirookcampagnes gestart en een aanbesteding dienaangaande gepubliceerd.

Een andere aanbesteding had betrekking op de preventie en de vermindering van de schade voor de gezondheid als gevolg van verslaving aan drugs. De oproepen tot het indienen van voorstellen in 2003 en 2004 hadden betrekking op maatregelen tegen drugsgebruik in gevangenissen en op de preventie van drugsgebruik in steden.

Begonnen werd met een beoordeling van misbruik van wettelijk toegestane farmaceutische producten. Er werden projecten geselecteerd die de verbetering van de seksuele gezondheid van jongeren en de preventie van AIDS/HIV onder jonge migranten en bij mobiele bevolkingsgroepen beoogden. Deze werkzaamheden werden in 2004 nog eens uitgebreid door ook aandacht te besteden aan rondtrekkende prostituees, de seksuele en reproductieve gezondheid van mensen met HIV en goede praktijkbenaderingen op het terrein van de seksuele gezondheid in de nieuwe lidstaten, waarbij het accent op HIV/AIDS lag.

Op milieugebied richten de projecten zich op milieu en gezondheidsvoorlichting, het effect van lawaai op de gezondheid van kinderen en scholing op het gebied van milieu en veiligheid. Er werd begonnen met de uitvoering van Richtlijn 2002/49/EEG[16] werd begonnen op het gebied van nieuwe risico's als gevolg van toegenomen nachtelijk lucht- en spoorverkeer.

Ook de preventie van diabetes en kanker kwam aan de orde. Bij de preventie van diabetes stonden een gezonde leefstijl, gezonde voeding en lichamelijke activiteit voorop. Er werden initiatieven ontplooid om optimale methoden voor secundaire kankerpreventie vast te stellen.

Er werden structuren voor de besluitvorming met betrekking tot elektromagnetische velden opgezet; in de leerplannen van scholen werd plaats ingeruimd voor lessen over een gezonde leefstijl. Een Europese masteropleiding inzake volksgezondheid dient aan het postacademische onderwijs een Europese dimensie te geven.

De inspanningen ter vermindering van de ongelijkheid op gezondheidsgebied bij de Roma werden in het kader van de sociaal-economische factoren bevorderd. Op het terrein van gezondheid en sociale integratie werd een netwerk voor optimale benaderingen voor kwetsbare groepen opgericht. Voorts werd een netwerk voor gezondheidsbevordering op de werkplek opgericht om in de toetredende landen bekendheid te geven aan goede praktijkbenaderingen, onderwijs en scholing. Ook werd de algemene scholing op het gebied van de gezondheidszorg in de nieuwe lidstaten benadrukt.

5. CONCLUSIE

Gedurende de eerste twee jaren van de looptijd van het volksgezondheidsprogramma werden belangrijke resultaten geboekt, die onder de Europese spelers op het terrein van de gezondheidszorg veel belangstelling trokken. Tijdens deze periode van twee jaar kwamen in het kader van het programma veel aanvragen binnen die een grote geografische spreiding waarborgden en zich op een omvangrijk scala van de activiteiten in het kader van de werkprogramma's 2003 en 2004 richtten.

Toch werd eveneens duidelijk dat er voor dit ambitieuze en complexe programma – zoals in het programmabesluit is vastgesteld – een uitvoerend agentschap nodig is om het efficiënt en effectief uit te kunnen voeren. De oprichting hiervan is uitgesteld door vertragingen in verband met het globale juridische en procedurele kader voor de oprichting van uitvoerende agentschappen. Als gevolg hiervan waren de extra benodigde middelen voor een optimale uitvoering van het programma niet beschikbaar. Het agentschap werd in december 2004[17] opgericht en is in 2005 geleidelijk met zijn werkzaamheden begonnen.

Het programma op het gebied van de volksgezondheid heeft zijn samenwerking met internationale organisaties zoals de WHO, de Wereldbank, de OESO, de Raad van Europa en de Europese waarnemingspost voor stelsels en beleid voor gezondheidszorg geïntensiveerd.

Welk belang de Commissie aan de volksgezondheid binnen het EU-beleid hecht, bleek uit het streven naar een algemene, coherente EU-gezondheidsstrategie, een nauwe afstemming tussen de maatregelen op het gebied van de volksgezondheid en gezondheidsgerelateerde initiatieven op andere beleidsterreinen. Deze afstemming berust op nieuwe mechanismen en instrumenten, zoals bijvoorbeeld de beoordeling van de effecten voor de gezondheid van ander beleid, gezamenlijke maatregelen voor diverse beleidsterreinen en mechanismen ter versterking van de coördinatie van activiteiten op het gebied van de gezondheid.

Commissaris Byrne gaf op 15 oktober 2004 de eerste aanzet tot een gedachtewisseling over het gezondheidsbeleid van de EU, die ertoe moet bijdragen concreet gestalte te geven aan de toekomstige gezondheidsstrategie van de EU. Nationale en regionale autoriteiten, NGO's, universiteiten, individuele burgers en bedrijven waren gaarne bereid een bijdrage te leveren. Hierdoor kwam een uitgebreid debat in Europa en daarbuiten op gang.

Voor diverse aspecten in het kader van het programma werden activiteiten van wetgevende aard ter hand genomen. In dit verband kan Richtlijn 2003/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de reclame en sponsoring voor tabaksproducten[18] vermeld worden. De Raad en het Europees Parlement keurden een een richtlijn goed tot vaststelling van normen voor de verwerking van menselijke weefsels en cellen[19]. Er werd een internationaal netwerk voor de epidemiologische controle en bestrijding van overdraagbare ziekten opgezet; voorts werd een begin gemaakt met de werkzaamheden ten behoeve van de oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding in Stockholm[20]. Dit centrum is in mei 2005 met zijn werkzaamheden begonnen.

BIJLAGE

Besteding van de vastleggingskredieten – miljoen euro |

2003 | 2004 |

Administratieve kosten | 1,975 | 3,739 |

Operationele uitgaven : | 50,018 | 55,898[21] |

Oproep tot het indienen van inschrijvingen | 0,190 | 2,255 |

Oproep tot het indienen van voorstellen (gelijke verdeling van de begroting over de drie werkterreinen) | 49,649 | 55,286 |

[1] PB L 271 van 9.10.2002, blz.1, Besluit 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002.

[2] Zie ook http://europa.eu.int/comm/health/index_nl.html

[3] Besluit 645/96/EG, PB L 95 van 16.4.1996, blz. 1; Besluit 646/96/EG, PB L 95 van 16.4.1999, blz. 9; Besluit 647/96/EG, PB L 95 van 16.4.1996, blz. 16; Besluit 102/97/EG, PB L 19 van 22.1.1997, blz. 25; Besluit 1400/97/EG, PB L 193 van 22.7.1997, blz. 1; Besluit 372/1999/EG, PB L 46 van 20.2.1999, blz.1; Besluit 1295/1999/EG, PB L 155 van 22.6.1999, blz.1; Besluit 1296/1999/EG, PB L 155 van 22.6.1999, blz.7, gewijzigd bij Besluit 521/2001/EG.

[4] Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.

[5] Kroatië kwam in 2003 en 2004 niet voor deelname in aanmerking.

[6] Zie voor nadere informatie: http://europa.eu.int/comm/health/ph_programme/evaluation_en.htm

[7] PB C 62 van 15.3.2003, blz. 21.

[8] PB C 62 van 15.3.2003, blz. 14.

[9] PB C 62 van 15.3.2003, blz. 7.

[10] Besluit van de Commissie.C/2003/4701

[11] PB L 60 van 27.02.2004, blz. 58.

[12] PB C 52 van 27.02.2004, blz. 22.

[13] PB C 62 van 15.3.2003, blz. 14.

[14] PB L 358 van 31.12.2002, blz.1

[15] S.I. nr. 481 van 2003

[16] PB L 189 van 18.7.2002, blz. 12

[17] Besluit 2004/858/EG van de Raad, PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73.

[18] PB L 152 van 20.6.2003, blz. 16

[19] Richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004, PB L 102 van 7.4.2004, blz. 48

[20] Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21.4.2004, PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1.

[21] De bedragen voor 2004 zijn indicatief en zijn afhankelijk van de geselecteerde projecten als gevolg van een succesvolle afsluiting van de onderhandelingsprocedure en de ondertekening van de subsidieovereenkomst.

Top