EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001DC0301

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de tenuitvoerlegging van het EU-actieplan inzake drugs (2000-2004)

/* COM/2001/0301 def. */

52001DC0301

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende de tenuitvoerlegging van het EU-actieplan inzake drugs (2000-2004) /* COM/2001/0301 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT betreffende de tenuitvoerlegging van het EU-actieplan inzake drugs (2000-2004)

1. Inleiding

Drugsbestrijding is een topprioriteit van de Europese Unie, omdat het drugsgebruik en de illegale handel in drugs nog steeds omvangrijk zijn en veel maatschappelijke schade veroorzaken in de vorm van drugsgerelateerde criminaliteit, gezondheidsproblemen en sociale uitsluiting. Ook de EU-burgers vinden dat drugsbestrijding een topprioriteit moet zijn voor de EU.

Er is de laatste tijd aanzienlijke vooruitgang geboekt: de Europese Raad van Helsinki heeft de drugsstrategie van de Europese Unie 2000-2004 bekrachtigd en de Europese Raad van Feira heeft deze strategie vertaald in een EU-actieplan inzake drugs (2000-2004), waarin duidelijk uiteen wordt gezet welke maatregelen de EU-instellingen en de lidstaten de komende vijf jaar moeten nemen. Daarbij gaat het om de terugdringing van zowel vraag als aanbod en ligt de nadruk op internationale samenwerking en doeltreffende informatie, evaluatie en coördinatie op alle niveaus. De strategie en het actieplan:

- zijn bedoeld als richtsnoer voor alle betrokkenen in de EU bij het vaststellen van de prioriteiten op drugsgebied voor de komende vijf jaar;

- moeten ervoor zorgen dat er op hoog niveau voldoende steun is voor drugsbestrijding, ondanks de gecompliceerde en versnipperde aard van deze problematiek; en

- vormen een stevige basis voor de evaluaties die de Commissie halverwege (2002) en aan het einde van de vijfjarige periode moet verrichten met betrekking tot de drugsbestrijdingsactiviteiten van de EU in deze periode.

In de strategie worden elf algemene doelstellingen en de zes voornaamste streefdoelen voor de EU voor deze periode geformuleerd [1], en worden een aantal aspecten van de problematiek nader bekeken. In het actieplan worden de doelstellingen en streefdoelen vertaald in ongeveer honderd concrete activiteiten aan de hand waarvan de strategie in de betrokken periode ten uitvoer moet worden gelegd.

[1] De elf algemene doelstellingen van de strategie zijn de volgende: (a) ervoor zorgen dat het drugsvraagstuk een topprioriteit blijft voor de EU; (b) ervoor zorgen dat de acties tegen drugs worden geëvalueerd; (c) de evenwichtige aanpak van de drugsproblematiek voortzetten; (d) grotere prioriteit toekennen aan drugspreventie, terugdringing van de vraag en de vermindering van de schadelijke gevolgen van drugsgebruik; (e) de strijd tegen de illegale drugshandel en de politiële samenwerking tussen de lidstaten intensiveren; (f) interdisciplinaire samenwerking en de betrokkenheid van de civiele samenleving bevorderen; (g) de mogelijkheden die het Verdrag van Amsterdam biedt, optimaal benutten, in het bijzonder artikel 31, onder e), inzake minimumvoorschriften met betrekking tot de illegale drugshandel; (h) ervoor zorgen dat betrouwbare en vergelijkbare gegevens over drugs in de EU worden verzameld en verspreid; (i) de kandidaat-lidstaten geleidelijk integreren en de internationale samenwerking intensiveren; (j) internationale samenwerking bevorderen op basis van de SAVVN-principes; en (k) benadrukken dat voldoende middelen beschikbaar moeten zijn om de strategie uit te voeren.

Deze mededeling, die is gebaseerd op bijdragen van de Commissie, het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD) en EUROPOL, moet ervoor zorgen dat de Europese Unie de ambitieuze doelstellingen van het actieplan binnen de gestelde termijn kan verwezenlijken. Daartoe wordt in deze mededeling:

(i) een instrument voorgesteld in de vorm van een uitvoeringstabel om de tenuitvoerlegging van het actieplan te volgen;

(ii) de methode geschetst waarmee de Commissie de drugsstrategie en het actieplan wil evalueren;

(iii) aangegeven hoe de Commissie ervoor wil zorgen dat de kandidaat-lidstaten het drugsprobleem zo doeltreffend mogelijk aanpakken en voorgesteld dat de Commissie een databank bijhoudt van alle EU-activiteiten in de kandidaat-landen die door de Commissie of de lidstaten worden gefinancierd;

(iv) voorgesteld dat de EU onderzoekt hoe de uitwisseling van informatie over projecten in niet-kandidaatlidstaten kan worden verbeterd. Deze informatie moet als basis dienen voor de jaarlijkse discussies over internationale samenwerking op het gebied van de drugsproblematiek; en

(v) ingegaan op de vraag hoe de coördinatie op EU-niveau kan worden verbeterd.

2. Overzicht van de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het EU-Actieplan inzake Drugs

In het EU-actieplan inzake drugs wordt benadrukt dat er een mondiale, multidisciplinaire en geïntegreerde aanpak nodig is op basis van vier hoofdlijnen: (i) terugdringing van de vraag, (ii) terugdringing van het aanbod en bestrijding van de illegale drugshandel, (iii) internationale samenwerking en (iv) coördinatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie.

De Commissie heeft een uitvoeringstabel opgesteld (zie bijlage 1) aan de hand waarvan kan worden gevolgd of de in het actieplan geplande activiteiten binnen de gestelde termijnen worden uitgevoerd en toezicht kan worden gehouden op de voortgang. Het EWDD en EUROPOL hebben hieraan bijgedragen. Voor elk punt van het actieplan waarvoor de Commissie, het EWDD of EUROPOL maatregelen moeten treffen, vermeldt de uitvoeringstabel de stand van zaken, het tijdsschema en de prioriteit die eraan is toegekend.

De Commissie is van mening dat alle betrokkenen een uitvoeringstabel moeten bijhouden, zodat toezicht kan worden gehouden op alle activiteiten die in het actieplan zijn opgenomen. De Commissie moedigt de andere betrokkenen, met name de lidstaten, daarom aan ook zo'n tabel op te stellen. Als alle uitvoeringstabellen zijn opgesteld, zal de Commissie bekijken hoe deze het best kunnen worden samengevoegd. De Commissie geeft er de voorkeur aan op basis van de bijdragen van de lidstaten een enkele uitvoeringstabel samen te stellen, die:

- kan dienen als flexibel instrument voor het bijhouden en evalueren van de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het EU-actieplan;

- kan bijdragen tot een betere verdeling van personele en financiële middelen, zodat het actieplan doeltreffend kan worden uitgevoerd; en

- alle betrokkenen kan helpen zich voor te bereiden op de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie.

3. Evaluatie van de drugsstrategie van de EU

Volgens de drugsstrategie en het actieplan dient de Commissie te zorgen voor een evaluatie van de algemene drugsstrategie en het effect daarvan. In het EU-actieplan inzake drugs is sprake van een evaluatie op drie niveaus:

- niveau 1: beoordeling van de mate waarin de acties van het actieplan zijn uitgevoerd;

- niveau 2: beoordeling van de mate waarin de verwezenlijking van het actieplan voldoet aan de doelstellingen van drugsstrategie; en

- niveau 3: beoordeling van het effect van de acties uit het actieplan en de strategie op de drugsproblematiek, met name wat de zes voornaamste streefdoelen van de strategie betreft.

Voor niveau 1 is het van belang dat alle betrokkenen dezelfde evaluatietechnieken en uitvoeringstabellen hanteren, zodat de Commissie kan nagaan in hoeverre de acties van het actieplan zijn uitgevoerd. Het EWDD ontwikkelt gemeenschappelijke methoden voor het volgen van anti-drugsactiviteiten. Het zou bijzonder nuttig zijn als alle betrokkenen deze methoden van het EWDD zouden gebruiken voor de evaluatie van hun anti-drugsactiviteiten en het opstellen van hun uitvoeringstabellen. Dan zouden de resultaten van de verschillende betrokkenen in de EU vergelijkbaar zijn. De uitvoeringstabellen moeten regelmatig worden bijgewerkt, in het bijzonder halverwege en aan het eind van de periode die door het actieplan wordt bestreken.

Niveau 2 houdt in dat de Commissie de verwezenlijking van de activiteiten van het actieplan zal toetsen aan de doelstellingen van de drugsstrategie. Op die manier kan worden nagegaan in hoeverre de doelstellingen van de drugsstrategie zijn verwezenlijkt.

Op niveau 3 zal het effect van de acties op de drugssituatie worden beoordeeld, waarbij met name zal worden gekeken naar de voornaamste streefdoelen van de drugsstrategie. Om te beoordelen of aan deze streefdoelen is voldaan, moet de Commissie over gegevens beschikken over de tendensen op het gebied van de vraag naar en het aanbod van drugs. Deze gegevens moeten worden verstrekt door het EWDD en door EUROPOL.

In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de informatie waarop het EWDD en zijn partners zich de komende drie jaar zullen richten, met name voor de eerste drie streefdoelen. Het EWDD en EUROPOL hebben samen, in aansluiting op punt 2.2.2 van het actieplan, twee werkgroepen opgericht die zich, op basis van de kennis en ervaring van de lidstaten, buigen over criteria en technieken voor de uiteindelijke effectbeoordeling, en ervoor moeten zorgen dat de evaluatiewerkzaamheden van het EWDD en die van EUROPOL op elkaar aansluiten. EUROPOL werkt aan statistieken over drugsgerelateerde criminaliteit. Het EWDD legt in zijn werkprogramma voor 2001-2003 het accent op het volgen van veranderingen in de drugssituatie door middel van een set epidemiologische indicatoren en relevante kerngegevens. Om de gegevens op EU-niveau beter vergelijkbaar te maken heeft het EWDD richtsnoeren opgesteld voor de toepassing in de lidstaten van de vijf epidemiologische sleutelindicatoren [2] die in september 2001 door de Raad van Bestuur zullen worden goedgekeurd. De toepassing van de sleutelindicatoren vraagt een grote inzet van de lidstaten, en moet zo snel mogelijk worden gerealiseerd.

[2] De sleutelindicatoren zijn:

De Commissie zal proberen in dit stadium rekening te houden met de standpunten van de andere partijen, maar zal zelf uiteraard de eindverantwoordelijkheid dragen voor de inhoud van de evaluatie. Met deze evaluatie zal worden getracht het effect van de drugsstrategie en het actieplan op de drugsproblematiek te beoordelen. Aan de hand daarvan zal de Commissie bepalen of er wijzigingen voor het toekomstige drugsbeleid moeten worden voorgesteld.

Ten slotte wijst de Commissie haar partners erop dat zij, gezien het gebrek aan betrouwbare en vergelijkbare gegevens over de epidemiologische en criminele aspecten van de drugsproblematiek in de EU, voornemens is de tussentijdse evaluatie (in 2002) te beperken tot het eerste niveau. EUROPOL en het EWDD kunnen deze gegevens waarschijnlijk wel verstrekken tegen het einde van de looptijd van de strategie en het actieplan, zodat de drie hierboven beschreven niveaus in 2004 wel allemaal kunnen worden doorlopen.

4. Uitbreiding

De Commissie beschouwt het intensiveren van de strijd tegen drugs in de kandidaat-lidstaten als een prioriteit.

Het pre-toetredingspact inzake georganiseerde criminaliteit, waarin wordt gewezen op het belang van informatie-uitwisseling en operationele samenwerking, verplicht de EU en de kandidaat-lidstaten (LMOE en Cyprus - het Pact moet ook worden gesloten met Malta en Turkije) ertoe jaarlijks met de hulp van Europol een gemeenschappelijke strategie te ontwikkelen, om na te gaan wat de belangrijkste bedreigingen zijn in verband met de georganiseerde criminaliteit, inclusief drugscriminaliteit.

De steun aan de kandidaat-lidstaten heeft betrekking op de overname van het 'communautair acquis', de ontwikkeling van actieplannen en deelname aan de activiteiten van het EWDD. Er zal in het bijzonder aandacht worden geschonken aan de samenwerking met Turkije.

In de EU-drugsstrategie 2000-2004 ligt de nadruk op de bestrijding van drugsmisbruik en illegale drugshandel in de kandidaat-lidstaten. De twee belangrijkste doelstellingen van de EU houden in dat de kandidaat-lidstaten in staat moeten worden gesteld om het drugsacquis over te nemen, en dat er een nauwere samenwerking tussen de EU en de kandidaat-landen tot stand moet worden gebracht op drugsgebied. De Commissie staat volledig achter deze aanpak.

Het gezamenlijk actieplan inzake drugs van de EU en de kandidaat-landen moet betrekking hebben op de gehele problematiek van vraag en aanbod en moet bovendien de samenwerking met de afzonderlijke kandidaat-landen vergemakkelijken, zodat drugsbestrijdingsprogramma's kunnen worden gevolgd en geëvalueerd. De Commissie wijst erop dat het actieplan en de toetredingsonderhandelingen op elkaar moeten aansluiten.

De Raad heeft in maart 2001 een besluit goedgekeurd waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over de deelname van de kandidaat-landen aan het REITOX netwerk van het EWDD. De Commissie beschouwt de deelname van de kandidaat-lidstaten aan het EWDD als een zeer belangrijke stap in de integratie van het drugsacquis, en de onderhandelingen hierover zullen midden 2001 beginnen.

In totaal is sinds 1992 in het kader van het PHARE-programma 53 miljoen EUR uitgetrokken voor maatregelen op het gebied van drugs. Eind 1999 heeft de Europese Commissie besloten drugscontrole in de nationale PHARE-programma's op te nemen. Binnen dit kader heeft de Commissie besloten 1 miljoen EUR aan elk van de kandidaat-landen toe te wijzen, zodat een specifieke drugscomponent kan worden ontwikkeld. De nationale drugsprojecten van 2000 in het kader van PHARE zijn vooral gericht op de institutionalisering van de nationale informatiecentra voor drugs, met het oog op de toekomstige deelname aan de werkzaamheden van het EWDD, en op de verscherping van de nationale drugsstrategieën en de verbetering van de interministeriële coördinatie. De meeste projecten worden uitgevoerd in de vorm van jumelage-projecten.

In het kader van het Phare-drugsprogramma voor meerdere landen van 1998 is 2 miljoen EUR uitgetrokken voor een gezamenlijk EWDD/LMOE-project, zodat het EWDD de kandidaat-landen rechtstreeks kan helpen bij de voorbereiding van hun deelname aan de werkzaamheden van het Waarnemingscentrum.

Daarnaast heeft de Commissie besloten 10 miljoen EUR opzij te zetten om het Phare-meerlandendrugsprogramma van 2000 uit te voeren, dat is gericht op de vergroting van de capaciteit en de doeltreffendheid van de regionale samenwerking tussen de kandidaat-lidstaten en de EU op het gebied van de terugdringing van het aanbod, met name van synthetische drugs, samenwerking op het gebied van wetshandhaving en het witwassen van geld. De Commissie zal ook zoeken naar middelen om samenwerking op het gebied van drugsbestrijding met de kandidaat-landen die niet onder het PHARE-programma vallen, te financieren (Malta, Cyprus en Turkije). De Commissie streeft met name naar een nauwere samenwerking met Turkije, en is voornemens binnenkort onderhandelingen te beginnen over een overeenkomst tussen de EU en Turkije die moet bijdragen aan de voorkoming van de verspreiding van chemische precursoren.

Om overlappingen en lacunes in de bijstand aan de kandidaat-landen op het gebied van drugsbestrijding te voorkomen, stelt de Commissie voor een databank op te zetten van alle projecten in de kandidaat-landen die door de lidstaten of de Commissie worden gefinancierd, op basis van gegevens die regelmatig door de lidstaten worden verstrekt.

5. Externe maatregelen

Voor de Commissie is internationale samenwerking bij drugsbestrijding van cruciaal belang. Zij zal zich daarbij vooral richten op de belangrijkste aanvoerroutes naar de EU.

Momenteel heeft de Commissie in 100 landen projecten die verband houden met drugs, waarmee een bedrag van meer dan 100 miljoen EUR is gemoeid. De projecten bestrijken een breed scala van activiteiten, zoals preventie, behandeling, herintegratie van drugsgebruikers in de maatschappij en op de arbeidsmarkt, epidemiologie, alternatievenontwikkeling, controle op chemische precursoren, samenwerking van douane en politie, institutionele ondersteuning voor de ontwikkeling van nationaal beleid, witwassen van geld, en het opstellen van nieuwe wetgeving.

Zoals is aangegeven in het actieplan, zal de Commissie haar werkzaamheden voornamelijk richten op de productie- en doorvoerlanden, en in het bijzonder op de twee belangrijkste aanvoerroutes naar de EU: de heroïneroute van Afghanistan naar de EU via Centraal-Azië, Iran, de Kaukasus, Turkije, Oost-Europa en de Balkan; en de cocaïneroute van Latijns-Amerika via het Caribisch gebied. Zoals bij de hervorming van de externe bijstand is gepland, wordt de toewijzing van middelen voor drugsgerelateerde activiteiten opgenomen in de meerjarenprogramma's. Bij deze programmering zal worden uitgegaan van een algemene aanpak voor elk van de aanvoerroutes.

Door zich te concentreren op de twee belangrijkste aanvoerroutes kan de Commissie een coherent beleid voeren en haar inspanningen op het gebied van de terugdringing van het aanbod concentreren op de routes waarlangs meer dan 80% van de illegale drugs in Europa wordt aangevoerd.

Voor de cocaïneroute heeft de Commissie al omvangrijke programma's opgezet: 20 miljoen EUR voor het Barbados-plan en 60 miljoen EUR voor projecten voor de ontwikkeling van alternatieven in Peru en Bolivia. Door de nadruk op alternatieve ontwikkeling, waarbij wordt gezocht naar andere bronnen van inkomsten dan de productie van en de illegale handel in drugs, verschillen de externe activiteiten die de EU op drugsgebied onderneemt van die van de andere partners. op het Wat Colombia betreft wil de Commissie een hoofdrol spelen in de ondersteuning van het vredesproces, en heeft zij in het kader van een omvangrijk pakket EU-steun 105 miljoen EUR voor dit doel uitgetrokken. Van dit bedrag is 30 miljoen EUR bestemd voor alternatievenontwikkelingsprogramma's. Op regionaal niveau steunt de Commissie verschillende initiatieven ten behoeve van de Andeslanden op het gebied van het witwassen van geld, de controle op precursoren en de harmonisatie van wetgeving. De afgelopen jaren hebben negen Latijns-Amerikaanse landen ongeveer 2 miljoen EUR ontvangen voor preventieprojecten. Het recentste initiatief van de Gemeenschap betrof de bijstand aan de regering van Venezuela bij de oprichting van een nationaal waarnemingscentrum voor drugs (2 miljoen EUR). Bovendien moet niet worden vergeten dat de landen in het Andesgebied en Midden-Amerika ter ondersteuning van hun inspanningen op het gebied van drugsbestrijding een speciale behandeling genieten in het kader van het stelsel van algemene preferenties (drugs SAP). In combinatie met de meestbegunstigingsclausule betekent deze behandeling dat 80% van de export uit de Andeslanden zonder heffingen op de EU-markt terecht komt. De EU, de VS en het UNDCP werken nauw samen bij de tenuitvoerlegging van het Barbados-actieplan, dat betrekking heeft op de drugsproblematiek in het Caribisch gebied.

Op de heroïneroute zijn een aantal maatregelen getroffen in Centraal-Azië, de Kaukasus, Oost-Europa en Turkije, die erop gericht zijn een "filter" tot stand te brengen tussen Afghanistan en West-Europa. Deze zullen verder worden ontwikkeld door middel van bijkomende programma's op het gebied van de terugdringing van het aanbod en van de vraag. Het EU-actieplan inzake drugs voor Centraal-Azië wordt binnenkort ondertekend en zal een kader vormen voor de drugsgerelateerde activiteiten van de gehele EU in deze regio. De EU is zich ook bewust van het feit dat de nabijheid van Afghanistan en Myanmar, de twee grootste producenten van illegale heroïne, problemen oplevert voor India, en dat nauw met dit land moet worden samengewerkt. Daarnaast is de drugsproblematiek ook onderwerp van gesprek in het kader van het partnerschap en de dialoog met Rusland, Oekraïne en Moldavië, met name als het gaat om de ontwikkelingen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken. In de gemeenschappelijke strategieën ten aanzien van Rusland en Oekraïne en in het actieplan van de Europese Unie voor een gemeenschappelijke actie ten aanzien van de Russische Federatie ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit wordt onder meer benadrukt dat het bevorderen van de samenwerking bij de bestrijding van de drugshandel een gemeenschappelijk belang is. Momenteel wordt overwogen een actieplan van de Europese Unie op het gebied van justitie en binnenlandse zaken ten behoeve van Oekraïne op te zetten. En binnenkort zullen een aantal maatregelen worden uitgevoerd die onlangs zijn vastgesteld ter ondersteuning van de activiteiten van Belarus, Moldavië en Oekraïne op het gebied van de drugsbestrijding. In Iran worden in samenwerking met het UNDCP projecten voorbereid om de Iraanse inspanningen ter bestrijding van het drugsgebruik en de illegale handel in drugs te ondersteunen. De samenwerking met Turkije vindt plaats in het kader van de uitbreiding. Voor de Balkan is er het CARDS-programma, waarin op het gebied van justitie en binnenlandse zaken de drugsproblematiek, met name de drugssmokkel, als topprioriteit wordt beschouwd, die moet worden aangepakt door enerzijds de algemene capaciteit op het gebied van criminaliteitsbestrijding uit te breiden (in elk land op wettelijk, gerechtelijk en onderzoeksgebied en via regionale samenwerking) en anderzijds gespecialiseerde opleidingen te verzorgen op het gebied van de drugsproblematiek, waarbij ook een regionaal drugsgerelateerd inlichtingennetwerk wordt ondersteund.

In het Middellandse-Zeegebied is er de cannabisroute, de verbinding tussen, voornamelijk, Marokko, de belangrijkste producent en exporteur van cannabis, en de EU, waar cannabis nog steeds de meest beschikbare en meest gebruikte drug is.

Op het gebied van het witwassen van geld steunt de Commissie samen met de VS en het VK in het kader van het Barbados-actieplan een programma ter waarde van 8 miljoen EUR in het Caribisch gebied. Daarnaast heeft zij onlangs het startsein gegeven voor een programma voor Zuidoost-Azië. En ten slotte verkeren de voorbereidingen voor een nieuw programma voor Oekraïne, Rusland, Belarus en Moldavië in een vergevorderd stadium.

De politieke dialoog die de EU met vele regionale en subregionale landengroepen voert (waaronder Latijns-Amerika, het Caribisch gebied, de Middellandse-Zeelanden en verschillende Aziatische partners), geeft aan dat de EU zich inspant om haar standpunten inzake drugs duidelijk te maken. In dit opzicht zijn de gespecialiseerde drugsdialoog met de Andeslanden en het coördinatie- en samenwerkingsmechanisme op drugsgebied tussen de EU, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied van bijzonder belang.

De Commissie zal EU-deskundigheid blijven inbrengen om het Europese karakter van de externe maatregelen van de EU op drugsgebied te versterken en de ontwikkeling van betrekkingen tussen derde landen en de EU te bevorderen.

De Commissie is een van de hoofddonors van het UNDCP en zal blijven samenwerken met alle VN-organen die zich bezighouden met de drugsproblematiek, en met andere donors. De samenwerking met de VS richt zich ook op een nieuw gebied: de synthetische drugs.

Om inzicht te krijgen in de stand van zaken op het gebied van drugsverslaving, geeft de Commissie prioriteit aan de ontwikkeling van indicatoren en methoden die geschikt zijn voor minder ontwikkelde landen.

Door de tenuitvoerlegging van het actieplan inzake drugs kunnen de externe drugsgerelateerde activiteiten van de Commissie en die van de lidstaten beter worden gecoördineerd, op basis van duidelijk omschreven en onderling overeengekomen doelstellingen en een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden over de verschillende betrokken partijen.

6. Betere coördinatie

In de strijd tegen drugs is een goede coördinatie tussen de EU-instellingen en alle betrokken partijen absoluut noodzakelijk, gezien de gecompliceerde en gefragmenteerde aard van de drugsproblematiek. Daarom heeft coördinatie sinds de goedkeuring van het tweede actieplan inzake drugs in 1995 altijd voorop gestaan voor de EU.

In punt 1.1.7 van het laatste actieplan wordt de Commissie opgedragen met hulp van het EWDD verslag uit te brengen over de bestaande coördinatieregelingen en eventuele verbeteringen daarvan. In maart 2001 heeft het EWDD zijn bijdrage aan het verslag over de coördinatieregelingen in de lidstaten bij de Commissie ingediend. De Commissie is voornemens dit verslag, op basis van de werkzaamheden van het EWDD, binnenkort te publiceren.

De Commissie beschikt niet over een centraal begrotingsonderdeel om de activiteiten op het gebied van drugsbestrijding te financieren, maar kan daarvoor een groot aantal verschillende onderdelen aanspreken. Het actieplan zelf brengt geen nieuwe financiële verplichtingen met zich. In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van de begrotingsonderdelen en de beschikbare bedragen (in november 2000), en de Commissie is voornemens deze informatie jaarlijks bij te werken. Krachtens punt 1.4.1. van het actieplan moeten de Raad en de Commissie zich in het licht van de huidige inspanningen op dit gebied van het EWDD en de Pompidou-groep buigen over een aanpak voor de vaststelling van een lijst van alle overheidsuitgaven inzake drugs. Als het EWDD en de Pompidou-groep hun aanbevelingen hebben uitgebracht over de manier waarop deze uitgaven moeten worden ingedeeld, zal de Commissie proberen haar begrotingsinformatie daaraan aan te passen. De Commissie moedigt de lidstaten aan dit onderwerp te bestuderen en zo snel mogelijk alle mogelijke informatie bekend te maken, in ieder geval op tijd voor de tussentijdse evaluatie.

De Commissie zal deelnemen aan het jaarlijkse debat over alle drugsprojecten waaraan de EU bijstand verleent en relevante informatie blijven verstrekken over haar samenwerkingsprojecten met derde landen en kandidaat-lidstaten op het gebied van drugsbestrijding.

Er is echter meer coördinatie nodig tussen de externe maatregelen van de lidstaten en die van de Commissie. Daarbij moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan de coördinatie van de EU-maatregelen op de twee belangrijkste aanvoerroutes naar de EU en de kandidaat-landen. Ook de samenwerking met multilaterale of internationale organisaties moet intensiever worden gecoördineerd.

Hoewel de Commissie en de lidstaten elkaar over alle projecten in derde landen moeten informeren, zijn er geen regelingen opgesteld voor de manier waarop dat moet gebeuren. Als gevolg daarvan functioneert de uitwisseling van informatie niet goed. De Commissie zal in de horizontale groep Drugs voorstellen doen voor de praktische uitwerking hiervan.

7. Conclusie

De Commissie

* moedigt alle andere partijen die een rol spelen in de drugsstrategie van de EU en het EU-actieplan inzake drugs voor de periode 2000-2004, en in het bijzonder de lidstaten, aan om eenzelfde uitvoeringstabel op te stellen als die van de Commissie, het EWDD en EUROPOL en deze regelmatig bij te werken;

* verzoekt het Europees Parlement en de Raad het beginsel van één enkele uitvoeringstabel voor alle activiteiten die in het actieplan zijn opgenomen, te bekrachtigen;

* dringt er bij het Europees Parlement en de Raad op aan de methode die de Commissie wil hanteren voor het evalueren van de drugsstrategie en het actieplan, te bestuderen en daarover opmerkingen te maken;

* verzoekt alle andere betrokken partijen, in het bijzonder de lidstaten, zo volledig en nauwkeurig mogelijke gegevens te verstrekken over de tenuitvoerlegging van de strategie en het actieplan, vooral halverwege en bij het verstrijken van de termijn, zodat de Commissie grondige evaluaties kan verrichten;

* beveelt de lidstaten aan bij het evalueren van hun activiteiten de criteria en technieken te gebruiken die het EWDD en zijn nationale partners hebben ontwikkeld voor het volgen en evalueren van deze activiteiten;

* verzoekt het Parlement en de Raad nota te nemen van haar aanpak inzake de drugsproblematiek en de uitbreiding van de EU en deze aanpak te steunen;

* verzoekt de lidstaten de Commissie gegevens te verstrekken over alle projecten die zij ondersteunen in de kandidaat-lidstaten, zodat zij een nauwkeurig en actueel overzicht kan bijhouden; en

* stelt voor dat het Parlement en de Raad nota nemen van de bestaande coördinatieregelingen op EU-niveau en dat alle EU-instellingen de nodige initiatieven nemen om de huidige interinstitutionele coördinatie te verbeteren.

ANNEX 1

IMPLEMENTATION OF THE EU ACTION PLAN ON DRUGS (2000-2004):

FOLLOW-UP TABLE FOR THE COMMISSION, THE EMCDDA AND EUROPOL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ANNEX 2

EMCDDA Indicators and core data and their links to the evaluation of the EU Drug Strategy (2000-2004)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ANNEX 3

November 2000

Overview of the programmes and actions in the fight against drugs and the budget lines which can be drawn upon

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top