EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001DC0286

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad- Financiële diensten - Politieke uitdagingen juni 2001 Vierde voortgangsverslag

/* COM/2001/0286 def. */

52001DC0286

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad- Financiële diensten - Politieke uitdagingen juni 2001 Vierde voortgangsverslag /* COM/2001/0286 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD - Financiële diensten - Politieke uitdagingen juni 2001 Vierde voortgangsverslag

Inleiding: het zwaartepunt van de werkzaamheden verschuift naar de Raad en het EP

De politieke en economische argumenten om een naadloze, volkomen eengemaakte Europese markt voor financiële diensten tot stand te brengen, zijn nog altijd even steekhoudend. De interne voordelen die aan een volledig geïntegreerde, pan-Europese financiële sector met de euro als hoeksteen verbonden zullen zijn, blijven enorm, en omvatten onder meer een aanzienlijke toename van de omvang van de financiële markten in de EU. Hoe sterker de thuisbasis is waarover de Europese financiële sector beschikt, hoe steviger de externe positie van Europa zal zijn op de wereldmarkten en bij het voeren van internationale handelsbesprekingen. Op kortere termijn zullen de inspanningen om de bovenbeschreven doelstelling te verwezenlijken, evenwel moeten worden geleverd tegen de achtergrond van minder gunstige mondiale economische vooruitzichten. De van de kosten uitgaande druk om de versnipperde Europese markten te consolideren, zal daardoor alleen maar toenemen.

Tegen de zomer zal het zwaartepunt van de besluitvorming in verband met het Actieplan voor financiële diensten (APFD) verschuiven van de Commissie naar de Raad en het Europees Parlement, al zal de Commissie uiteraard ook in deze nieuwe fase een actieve rol blijven spelen. Sinds de Europese Raad van Keulen het APFD in juni 1999 heeft onderschreven, zijn reeds 18 maatregelen ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad en het Europees Parlement. Over sommige ervan lijkt vroegtijdige overeenstemming te zullen worden bereikt, maar er is ook sprake van een aantal moeilijker liggende vraagstukken, die duidelijk zullen maken of er wel degelijk politieke wil aanwezig is om het APFD tijdig en conform de door de Europese Raad voor 2003 en 2005 geformuleerde mandaten te voltooien. Een andere belangrijke vraag is of de resolutie van de Europese Raad van Stockholm (23.3.2001) over een effectievere regulering van de effectenmarkten snel in praktijk zal kunnen worden gebracht.

Een periode van voortdurende veranderingen in de Europese financiële sector [1]

[1] Zoals in het derde voortgangsverslag is aangegeven, zal de Commissie tegen het einde van het jaar indicatoren van de voornaamste tendensen in en de economische voordelen van een geïntegreerde financiële dienstensector opstellen. Deze indicatoren moeten het mogelijk maken gedetailleerdere statistische analyses te verrichten. De eerste indicatoren zullen tegen eind dit jaar beschikbaar komen.

Er is sprake van een voortgaande consolidatie van de Europese financiële dienstensector nu steeds meer financiële instellingen tot grens- en sectoroverschrijdende fusies en overnames overgaan. In een aantal lidstaten wordt verder werk gemaakt van de privatisering van de banksector. Recente transacties (zoals onder meer die tussen Allianz en Dresdner en die tussen Nordea en Unibank) resulteerden in het ontstaan van enkele van de grootste financiële groepen op de markt. In reactie op deze ontwikkelingen gaan tal van lidstaten na of hun toezicht- en regelgevingskader nog wel adequaat is. Er zijn tevens tekenen die wijzen op een zekere mate van convergentie en een nauwere grens- en sectoroverschrijdende samenwerking. Op internationaal niveau maken de recente beroering op de bankmarkten in Turkije en de nog steeds noodzakelijke sanering van de bankbalansen in Japan duidelijk dat de Unie meer dan ooit nauwlettend dient te waken over de kwaliteit van haar eigen regelgevings- en toezichtstelsels, zodat deze in staat zijn eventuele "spill-over-effecten" te weerstaan.

Inmiddels is er een eerste grensoverschrijdende Europese effectenbeurs - Euronext - tot stand gebracht. Indien dit initiatief succesvol blijkt, kan het een verdergaande consolidatie op gang brengen. De Oostenrijkse beurs heeft een alliantie gevormd met Deutsche Börse en NEWEX opgericht in samenwerking met de beurzen die gespecialiseerd zijn in het verhandelen van Midden- en Oost-Europese waardepapieren. De rationalisering van de handelsinfrastructuren heeft onlangs een nog sterkere mondiale dimensie gekregen met de verwerving door NASDAQ van een meerderheidsbelang in EASDAQ ("NASDAQ Europe"). Daarnaast is ook een consolidatieproces van de centrale-tegenpartij- en afwikkelingssystemen aan de gang. Steeds meer beurzen brengen koppelingen tot stand met centrale tegenpartijen/clearinginstituten in andere lidstaten. De concurrentie tussen deze faciliteiten neemt toe. Op de aandelenmarkten hebben de nieuwe handelssystemen beperkte vooruitgang geboekt bij het aantrekken van liquiditeiten van traditionele effectenbeurzen. Ondanks de afvlakkende omzetstijging en het trage consolidatietempo van de infrastructuren blijven de Europese financiële markten zich verder ontwikkelen en worden zij alsmaar geavanceerder, zoals blijkt uit de voortgaande verdieping van de Europese markt voor bedrijfsobligaties van alle investeringsgraden en van de durfkapitaalmarkten.

De reactie van de politiek: de Europese Raad van Stockholm en het APFD

De Europese instellingen hebben op deze voortdurende veranderingen in het Europese financiële landschap en op de ontwikkelingen op de wereldmarkten ingespeeld. De maatregelen van het APFD zijn doelgerichter en pakken de vraagstukken aan die uit deze markttendensen voortvloeien.

Ten eerste heeft de Europese Raad van Stockholm de integratie van de effectenmarkten een nieuwe impuls gegeven

De voornaamste boodschap van de Europese Raad van Stockholm is dat de welvarendheid van de EU-economie in de komende jaren afhangt van de snelle en succesvolle integratie van de financiële markten van de Unie. In dit verband hebben de staatshoofden en regeringsleiders thans definitieve termijnen vastgesteld: het actieplan dient tegen 2005 volledig te zijn uitgevoerd en tegen eind 2003 moet een geïntegreerde Europese effectenmarkt tot stand zijn gebracht. In zijn resolutie heeft de Europese Raad van Stockholm de conclusies van het verslag van het comité van wijzen onderschreven, zijn instemming betuigd met de in genoemd verslag voorgestelde maatregelen op effectengebied en zijn steun uitgesproken voor de in het Actieplan vastgelegde prioriteiten, waarbij onder meer werd gewezen op het belang van de aanneming van het voorstel voor een richtlijn betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten. De Europese Raad heeft voorts benadrukt dat de regulering van de effectenmarkten flexibel genoeg moet zijn om op de marktontwikkelingen te kunnen inspelen, maar tegelijkertijd ook transparant moet zijn en rechtszekerheid moet bieden.

In een eerste reactie op de voortdurende veranderingen die zich in de financiële sector van de Unie voltrekken, en gevolg gevend aan de wensen van de Europese Raad van Stockholm, zal de Commissie weldra haar goedkeuring hechten aan de besluiten tot instelling van de nieuwe comitéstructuur, bestaande uit een Comité voor het effectenbedrijf (in de hoedanigheid van adviesorgaan, "non-comitologisch") en een Comité van effectenregelgevers. De nationale regelgevers werken koortsachtig aan de oprichting van een onafhankelijk Comité van regelgevers, dat zal optreden als een onafhankelijke adviesgroep die de Commissie met name moet bijstaan bij de voorbereiding van de ontwerp-uitvoeringsmaatregelen.

Het in praktijk brengen van deze nieuwe benadering is van cruciaal belang om door middel van de uitvaardiging van doelgerichte en bijdetijdse wetgeving de integratie van de Europese financiële markten te bewerkstelligen. Deze benadering zal echter alleen succes kennen als de drie instellingen - het Europees Parlement, de Raad en de Commissie - samenwerken met volledige inachtneming van het huidige, in het Verdrag neergelegde institutionele evenwicht en van de prerogatieven van de betrokken instellingen. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen heeft de Commissie het APFD aan de besluiten van de Europese Raad van Stockholm geconformeerd (figuur 1).

Prioriteiten van de Europese Raad van Stockholm

APFD-maatregel // Stand van zaken

Aanneming vóór het einde van het jaar van de richtlijn betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten // Gewijzigd Commissievoorstel van 26 juli 1999

Modernisering van de beleggingsregels voor aanvullende pensioenfondsen // Commissievoorstel van 11 oktober 2000

Invoering van de internationale standaarden voor jaarrekeningen // Commissievoorstel van 13 februari 2001

Invoering van het ene prospectus voor emittenten // Commissievoorstel gepland voor eind mei

Modernisering van de toelating tot de notering // Commissievoorstel gepland voor eind 2001

Eén enkel paspoort voor erkende effectenmarkten // Commissievoorstel gepland voor eind 2001

Toezicht door het land van herkomst voor alle professionele markten en definitie van het begrip "professionele belegger" // Commissievoorstel gepland voor eind 2001

Figuur 1

Ten tweede wordt voortgang gemaakt bij de uitvoering van het APFD

Sinds het laatste voortgangsverslag heeft de Commissie in het kader van het APFD twaalf acties ondernomen, met inbegrip van de indiening van de volgende zeven wetgevingsvoorstellen:

| | bedrijfseconomisch toezicht op financiële conglomeraten (april);

| | een gestroomlijnd prospectus met de bedoeling één enkel paspoort voor Europese emittenten in te voeren (eind mei) [2];

[2] Afhankelijk van een beschikking van de Commissie (30mei)

| | voorkoming van marktmisbruik (eind mei) ;

| | twee Commissiebesluiten tot instelling van een comitéstructuur op effectengebied (binnenkort);

| | gemeenschappelijke normen voor zekerheidsovereenkomsten (maart); en

| | een ontwerp-verordening betreffende de toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen door beursgenoteerde ondernemingen uit de EU (februari).

Met betrekking tot de sector van de financiële dienstverlening aan consumenten heeft de Commissie een aanbeveling over de verkoop van woningkredieten gepubliceerd, alsook twee mededelingen, namelijk één betreffende elektronische handel en financiële diensten en één over de preventie van fraude in girale betalingssystemen. Er is een EU-breed klachtennetwerk ("Fin-Net") opgezet om het de consumenten makkelijker te maken een buitengerechtelijke regeling van hun grensoverschrijdende geschillen inzake financiële diensten te bedingen. Wat het effectenbedrijf betreft, hebben de twee mededelingen die de Commissie vorig jaar heeft gepubliceerd, de basis gelegd voor de later dit jaar geplande herziening van de Richtlijn Beleggingsdiensten. De modernisering van de toelating tot de notering, het ene paspoort voor effectenmarkten en het beginsel dat voor alle professionele markten het toezicht door de lidstaat van herkomst moet worden uitgeoefend (allemaal aspecten die door de Europese Raad van Stockholm als prioriteiten werden bestempeld), zullen in het kader van de herziening van de RBD aan de orde komen. Voor de rest van 2001 is er een ambitieus tijdschema vastgesteld om tegen 2004 de herziene solvabiliteitsregeling voor banken en beleggingsondernemingen ten uitvoer te leggen, na afronding van de besprekingen binnen het Bazelse Comité van de G10.

In de Raad en het Europees Parlement hebben zich een aantal belangrijke ontwikkelingen voorgedaan:

| | na dertig jaar is er een politiek akkoord bereikt over het statuut van de Europese vennootschap;

| | de richtlijnen inzake de liquidatie van banken en van verzekeringsondernemingen zijn uiteindelijk aangenomen;

| | er is een gemeenschappelijk standpunt inzake de beide ICBE-voorstellen vastgesteld; en

| | de richtlijn betreffende het openbaar overnamebod bevindt zich in de bemiddelingsfase.

Figuur 2

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

De bij de tenuitvoerlegging van de afzonderlijke APFD-maatregelen gemaakte vorderingen zijn aangegeven in de bijlage bij eerdere voortgangsverslagen. Dit gedetailleerde scorebord zal verder worden bijgehouden op internet en voortdurend worden geactualiseerd (http://europa.eu.int/comm/internal_market/en/finances/actionplan/annex.htm). Voortaan zullen in de voortgangsverslagen van de Commissie nog alleen algemene indicaties over de uitvoering van het Actieplan worden gegeven, terwijl de "FAPSI"-index (Financial Services Action Plan Implementation) voor alle APFD-maatregelen samen zal aangeven in hoeverre de daadwerkelijk geboekte vooruitgang aansluit bij de vereiste vooruitgang. Het voortgangspercentage weerspiegelt de voltooide acties en de tijd die per eind mei 2001 nog nodig is om de resterende maatregelen te behandelen en af te ronden (figuur 2).

Uit de FAPSI-index blijkt dat de Commissie de meeste voorstellen tijdig heeft ingediend en tegen eind 2001 vrijwel alle in het kader van het APFD uit te werken voorstellen zal hebben afgerond. Dit komt eveneens tot uiting in figuur 3, waaruit blijkt dat de in het vorige voortgangsverslag van de Commissie vastgestelde tien prioriteiten reeds verwezenlijkt zijn of naar verwachting binnenkort zullen worden gerealiseerd. Daartegenover staat dat de FAPSI-index voor het Europees Parlement en de Raad aangeeft dat er sprake is van vertragingen, waardoor het besluitvormingsproces in de Raad en/of het Parlement enige achterstand heeft opgelopen (figuur 4). De grootste vertragingen zijn vermeld in figuur 5.

Prioriteiten van de Commissie volgens het derde voortgangsverslag

Bijwerking van beide prospectusrichtlijnen // |X|gepland in mei '01

Follow-up - in de vorm van de uitvaardiging van wetgeving - van de mededeling inzake de EU-strategie voor de verslaglegging // |X|

Richtlijn betreffende het grensoverschrijdende gebruik van zakelijke zekerheden // |X|

Mededeling van de Commissie inzake de actualisering van de Richtlijn Beleggingsdiensten // |X|

Mededeling van de Commissie inzake artikel 11 van de RBD // |X|

Richtlijn betreffende marktmanipulatie // |X|gepland in mei '01

Mededeling van de Commissie over het beleid ten aanzien van de elektronische handel in financiële diensten // |X|

Besluiten van de Commissie tot instelling van een Comité voor het effectenbedrijf en een Comité van regelgevers // |X|gepland in mei '01

Richtlijn betreffende het bedrijfseconomisch toezicht op financiële conglomeraten // |X|

Richtlijn betreffende de solvabiliteitsregeling voor banken en beleggingsondernemingen // Eind 2001

Figuur 3

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

Figuur 4

Prioriteiten van de Raad en het Europees parlement volgens het derde voortgangsverslag

Richtlijn betreffende het bedrijfseconomisch toezicht op aanvullende pensioenfondsen // In behandeling

De beide ICBE-richtlijnen // 2de lezing in EP

Statuut van de Europese vennootschap // Politiek akkoord

Richtlijn betreffende het openbaar overnamebod // Bemiddelings-

procedure

Richtlijn betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten // In behandeling

Richtlijn betreffende de sanering en de liquidatie van verzekeringsondernemingen // |X|

Richtlijn betreffende de sanering en de liquidatie van banken // |X|

Wijziging van de Witwasrichtlijn // Bemiddelings-

procedure

Richtlijn inzake de belastingheffing op spaargelden // Politiek akkoord

Toepassing van de in december 1997 goedgekeurde gedragscode voor de heffing van belastingen op ondernemingen // In behandeling

Figuur 5

Blijk geven van politieke wil om ook op moeilijke terreinen een doorbraak te forceren

Al bij al kan de geboekte vooruitgang als redelijk bevredigend worden aangemerkt, al moet ervoor worden gewaakt dat een gevoel van zelfgenoegzaamheid ontstaat. Tot dusver zijn er drie probleemgebieden: pensioenfondsen, elektronische handel en witwassen van geld. De Europese Raad van Stockholm heeft de eerste twee als absolute prioriteiten bestempeld. De Europese Raad van Tampere had reeds eerder geconcludeerd dat het nemen van maatregelen om het witwassen van geld tegen te gaan, als een topprioriteit diende te worden beschouwd. In de komende maanden kunnen eventueel nog andere beleidsvraagstukken voor vertragingen zorgen. Deze vraagstukken zullen worden belicht in het volgende verslag van de Commissie.

Pensioenfondsen

Er heerst verdeeldheid over de volgende drie cruciale punten: i) de werkingssfeer van de richtlijn, ii) de mogelijkheid voor de lidstaten om gedetailleerder, kwantitatieve beleggingsvoorschriften op te leggen, en iii) de technische voorzieningen. Globaal genomen is er sprake van twee kampen: enerzijds zijn er de landen waar reeds pensioenregelingen met kapitaaldekking van de "tweede pijler" bestaan en die willen vermijden dat er voorschriften worden opgelegd die de efficiëntie en het succes van deze regelingen ondermijnen, en anderzijds zijn er de landen die de invoering van dergelijke regelingen overwegen maar onvoldoende ervaring hebben met de toepassing van kwalitatieve voorschriften en vrezen dat een kwalitatieve benadering de veiligheid onvoldoende waarborgt.

Het Parlement wil bepaalde risico's gedekt zien en pleit voor een wetgevingsvoorstel tot opheffing van de fiscale barrières voor grensoverschrijdende arbeidspensioenregelingen. De Commissie is op dit ogenblik de mening toegedaan dat er geen behoefte bestaat aan een dergelijke wetgevende maatregel. In een recente mededeling [3] concludeert de Commissie dat de discriminerende fiscale behandeling van pensioenovereenkomsten die bij in andere lidstaten gevestigde pensioeninstellingen zijn gesloten, in strijd is met de vrijheden van het EG-Verdrag, waarbij zij aankondigt dat inbreuken tot gerechtelijke stappen kunnen leiden.

[3] Mededeling van 19 april 2001 betreffende de opheffing van fiscale barrières voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen (COM(2001) 214 def.).

Elektronische handel en verkoop op afstand

Met de mededeling van de Commissie over elektronische handel en financiële diensten werd beoogd het brede beleidskader te schetsen waarbinnen de toekomstige werkzaamheden op het gebied van elektronische handel en financiële diensten zullen plaatsvinden. De richtlijn inzake elektronische handel, die medio januari volgend jaar in werking zal treden, vormt de hoeksteen van dit kader. Zij schrijft voor dat elke lidstaat ervoor moet zorgen dat alle financiële diensten (op enkele uitzonderingen na) die op internet worden aangeboden door een op zijn grondgebied gevestigde dienstverlener, voldoen aan de in die lidstaat geldende nationale bepalingen die binnen het gecoördineerde gebied vallen. De lidstaten mogen de vrijheid om via internet financiële diensten op grensoverschrijdende basis aan te bieden, (in beginsel) niet aan banden leggen. Een grote meerderheid van de lidstaten is van oordeel dat deze benadering het uitgangspunt moet vormen voor de toekomstige beleidsontwikkelingen op het gebied van de financiële dienstverlening aan consumenten. Sommige lidstaten vrezen evenwel dat een dergelijke benadering aanleiding zal geven tot lacunes in de consumentenbescherming en pleiten ervoor eerst de voorschriften ter bescherming van de consument verder te harmoniseren alvorens een interne markt voor elektronische handel en financiële diensten tot stand te brengen.

Op 7 mei 2001 heeft de Raad (Ecofin) de door de Commissie voorgestelde strategische aanpak onderschreven en bevestigd dat een op een hoger niveau van harmonisatie gericht programma voor de verdere convergentie van de voorschriften ter bescherming van consumenten en kleine beleggers moet worden aangevuld met flankerende maatregelen om het consumentenvertrouwen te versterken. In zijn conclusies stelt de Raad (Ecofin) dat "de Raad de Commissie steunt in haar voornemen om de lidstaten richtsnoeren omtrent de toepassing van artikel 3, leden 4 tot en met 6, van de richtlijn inzake elektronische handel te verschaffen teneinde het begrip van het regelgevingskader te bevorderen". De Raad (Interne markt) zal het voorstel voor een richtlijn betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten eind mei behandelen. Dit voorstel vormt een essentiële stap in de richting van een verdere convergentie van de nationale voorschriften ter bescherming van consumenten en beleggers en moet dan ook worden gezien als een wezenlijk onderdeel van het toekomstige EU-beleidskader voor financiële diensten.

Witwassen van geld

Het nemen van efficiënte en doelgerichte maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld is van cruciaal belang om de integriteit van het Europese financiële stelsel te beschermen. Het voorstel om het spectrum van de onder de Witwasrichtlijn vallende criminele activiteiten te verruimen en om de meldingsplicht uit te breiden tot bepaalde niet-financiële activiteiten en beroepsgroepen - en in het bijzonder de juridische beroepsgroep-, is van essentieel belang om deze doelstelling te bereiken. Het Parlement heeft een aantal bezwaren, vooral wat de adviserende rol van de juridische beroepsgroep betreft, waardoor vermoedelijk een bemiddelingsprocedure vereist zal zijn. Gehoopt wordt dat een werkbaar compromis wordt bereikt tussen het standpunt van de Raad en het Europees Parlement.

Conclusie

Dit verslag bevat drie essentiële politieke boodschappen.

De totale balans per eind mei 2001 oogt vrij positief. Van de oorspronkelijke 41 maatregelen van het APFD, zijn er thans 16 volledig uitgevoerd. Volgens het APFD-tijdschema moet de Commissie nog slechts 6 wetgevingsvoorstellen indienen (periodieke informatieverstrekking; richtlijn inzake beleggingsdiensten; voorstellen inzake kapitaaltoereikendheid; 10de Richtlijn Vennootschapsrecht inzake fusies; 14de Richtlijn Vennootschapsrecht betreffende de verplaatsing van de zetel van vennootschappen van de ene lidstaat naar de andere; en wijziging van de 4de en de 7de Richtlijn Vennootschapsrecht om waardering op basis van de waarde in het economisch verkeer toe te staan). Tegen deze zomer zal het zwaartepunt van de besluitvorming in verband met het Actieplan voor financiële diensten (APFD) verschuiven van de Commissie naar de Raad en het Europees Parlement. Momenteel zijn 18 maatregelen in behandeling bij de Raad en het Parlement. Het is dan ook een hele uitdaging om ervoor te zorgen dat de in het APFD vastgestelde termijnen worden nageleefd.

Ten tweede zijn er drie kwesties in behandeling die onmiddellijk duidelijk zullen maken in hoeverre het de Unie ernst is om de door de opeenvolgende Europese Raden vastgestelde termijnen te respecteren. Het betreft de pensioenfondsen, de verkoop op afstand van financiële diensten en het witwassen van geld. De aanbevelingen van het comité van wijzen, die door de Europese Raad van Stockholm zijn onderschreven, zullen binnenkort in praktijk worden gebracht met de formele oprichting van een Comité voor het effectenbedrijf en een Comité van effectenregelgevers. Het komt er evenwel op aan deze structuur snel en efficiënt te doen functioneren, wat de volledige medewerking van alle instellingen en betrokken partijen vereist.

Ten derde voorziet het APFD in een veelomvattend kader van onderling samenhangende maatregelen die de EU in staat moeten stellen de vruchten te plukken van de eenheidsmunt en van een geïntegreerde financiële sector. Er zal evenwel niet optimaal van de voordelen kunnen worden geprofiteerd wanneer niet over alle onderdelen van het APFD overeenstemming wordt bereikt. In toekomstige verslagen zal worden aangegeven waar er zich knelpunten voordoen.

Op iets langere termijn zijn er bovendien nog andere onderwerpen die politieke aandacht verdienen, zoals de stand van de voorbereiding van de financiële sector van de kandidaat-lidstaten en een nieuwe handelsronde, om maar twee voorbeelden te noemen. In haar toekomstige rapporten zal de Commissie over deze uitdagingen op langere termijn verslag uitbrengen.

Top