EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0700

2013/700/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 22 november 2013 tot oprichting van de European Social Survey als een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ESS ERIC)

OJ L 320, 30.11.2013, p. 44–62 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/700/oj

30.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/44


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 22 november 2013

tot oprichting van de European Social Survey als een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ESS ERIC)

(2013/700/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (1), en met name artikel 6, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Republiek Litouwen, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland hebben de Commissie verzocht de European Social Survey op te zetten als een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ESS ERIC). Het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat zullen in eerste instantie als waarnemer aan ESS ERIC deelnemen.

(2)

Het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Republiek Litouwen, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië en het Koninkrijk Zweden hebben het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland gekozen als gastland van ESS ERIC.

(3)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 20 van Verordening (EG) nr. 723/2009 ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Hierbij wordt voor de Europese onderzoeksinfrastructuur European Social Survey een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur, ESS ERIC genaamd, opgericht.

2.   De statuten van ESS ERIC zijn opgenomen in de bijlage. Deze statuten worden bijgewerkt en worden ter beschikking gesteld van het publiek op de website van ESS ERIC en op zijn statutaire zetel.

3.   De essentiële elementen van de statuten van ESS ERIC die overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening (EG) nr. 723/2009 slechts kunnen worden gewijzigd na goedkeuring door de Commissie, zijn opgenomen in de artikelen 1, 2 en 20 tot en met 25.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 22 november 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1.


BIJLAGE I

STATUTEN VAN HET CONSORTIUM VOOR EEN EUROPESE ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR EUROPEAN SOCIAL SURVEY („ESS ERIC”)

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Naam, zetel, locatie, hoofdkantoor, oprichting en werktaal

1.   Er wordt een Europese onderzoeksinfrastructuur, de „European Social Survey” (hierna „ESS” genoemd), opgericht.

2.   De naam van het consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) European Social Survey is ESS ERIC.

3.   De statutaire zetel van ESS ERIC is gelegen in het gastland. In dat land wordt de statutaire zetel in principe ondergebracht bij de gastinstelling, zoals indien nodig door de algemene vergadering kan worden bepaald.

4.   Aanvankelijk zal de statutaire zetel van ESS ERIC gelegen zijn in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland. Het Verenigd Koninkrijk wordt het eerste gastland. De City University London wordt de eerste gastinstelling. Elke vier jaar neemt de algemene vergadering een nieuwe beslissing over de statutaire zetel, het gastland en de gastinstelling.

5.   ESS ERIC sluit met elke gastinstelling een overeenkomst waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waaronder de gastinstelling diensten of producten mag leveren aan, dan wel personeel ter beschikking mag stellen voor het hoofdkantoor van ESS ERIC (waar de centrale kantoren van ESS ERIC zich bevinden en waar de directeur en één adjunct-directeur hun kantoor hebben) („hoofdkantoor”). Wanneer een gastinstelling na de beëindiging van zijn status als gastinstelling wordt geconfronteerd met kosten, claims of andere eisen, dan wordt zij daar door ESS ERIC tegen gevrijwaard (behalve indien zij zijn te wijten aan de gastinstelling zelf).

6.   Het hoofdkantoor bevindt zich in principe bij de gastinstelling. Tenzij anders bepaald door de algemene vergadering, worden overeenkomsten voor de terbeschikkingstelling van een hoofdkantoor door ESS ERIC in principe voor perioden van vier jaar gesloten. Twaalf maanden voor het aflopen van de op dat moment geldende overeenkomst met de gastinstelling over het hoofdkantoor, verlengt de algemene vergadering de overeenkomst met een nieuwe periode van vier jaar of sluit zij een overeenkomst met een derde om elders een nieuw hoofdkantoor te vestigen.

7.   Het gastland roept zo spoedig mogelijk en uiterlijk 45 dagen na de inwerkingtreding van het besluit van de Commissie tot oprichting van ESS ERIC de algemene vergadering bijeen voor een eerste bijeenkomst.

8.   Het gastland stelt de oprichtende leden in kennis van eventuele specifieke urgente juridische stappen die namens het ERIC moeten worden ondernomen voordat de oprichtingsbijeenkomst wordt gehouden. Tenzij een oprichtend lid hier binnen vijf werkdagen na ontvangst van de desbetreffende kennisgeving bezwaar tegen maakt, worden de juridische stappen genomen door een persoon die hiertoe is gemachtigd door het gastland.

9.   De werktaal van ESS ERIC is het Engels.

Artikel 2

Taken en activiteiten

1.   ESS ERIC heeft als belangrijkste doelstelling en taak een onderzoeksinfrastructuur op te richten en te leiden die de volgende hoofddoelen heeft:

a)

via de European Social Survey of anderszins betrouwbare gegevens over de sociale omstandigheden in Europa verzamelen, interpreteren en verspreiden, met inbegrip van wijzigende houdingen, waarden, percepties en gedragspatronen bij burgers in verschillende landen;

b)

professionele gebruikers en de bevolking gratis en op het juiste moment toegang geven tot de verzamelde gegevens;

c)

de ontwikkeling van methoden voor kwantitatieve sociale metingen en analyse in Europa en daarbuiten bevorderen.

2.   ESS ERIC vervult zijn belangrijkste doelstelling en taak op niet-economische basis. Het mag evenwel beperkte economische activiteiten uitoefenen op voorwaarde dat die nauw verbonden zijn met zijn belangrijkste taak en dat de realisatie daarvan niet in gevaar wordt gebracht.

HOOFDSTUK 2

LIDMAATSCHAP

Artikel 3

Lidmaatschap en vertegenwoordigende entiteit

1.   De volgende entiteiten kunnen lid worden van ESS ERIC:

a)

lidstaten;

b)

geassocieerde landen;

c)

derde landen die geen geassocieerd land zijn, en

d)

intergouvernementele organisaties.

2.   ESS ERIC heeft ten minste drie lidstaten als lid.

3.   De lidstaten (handelend via hun nationale vertegenwoordigers) hebben in de algemene vergadering altijd gezamenlijk de meerderheid van de stemrechten. Indien minder dan de helft van alle leden (handelend via hun nationale vertegenwoordigers) lidstaten zijn, hebben de lidstaten samen 51 % van de stemmen en heeft elke lidstaat (handelend via zijn nationale vertegenwoordiger) een gelijk aandeel van die 51 % van de stemmen. De resterende stemmen worden gelijkelijk verdeeld over alle andere leden. Voor de toepassing van de statuten betekent „één stem” in voorkomend geval één aandeel dat een lid in de stemmen heeft zoals aangepast op grond van het bepaalde in dit artikel 3, lid 3, telkens wanneer minder dan de helft van alle leden lidstaten zijn.

4.   Leden of waarnemers kunnen zich laten vertegenwoordigen door één publiekrechtelijke entiteit of één privaatrechtelijke entiteit met een openbaredienstverleningstaak die zij vrij mogen kiezen en overeenkomstig hun eigen regels en procedures mogen aanstellen.

Om elke twijfel te vermijden: elk lid is gerechtigd om zijn vertegenwoordiger te wijzigen en/of om twee vertegenwoordigers te hebben, maar elk lid heeft maar één stem.

5.   Elk lid stelt (via het bevoegde ministerie, de bevoegde overheidsdienst of een door de overheid gemachtigde instantie, dan wel via de vertegenwoordiger in de zin van artikel 3, lid 4) één bij naam genoemde natuurlijke persoon aan (de „nationale vertegenwoordiger”) die het lid vertegenwoordigt op bijeenkomsten van de algemene vergadering en bij alle andere transacties van de algemene vergadering of bij contacten tussen het lid en ESS ERIC; het lid stelt de algemene vergadering schriftelijk in kennis van die aanstelling. Elk lid stelt eveneens één bij naam genoemde natuurlijke persoon aan die optreedt als plaatsvervanger van de nationale vertegenwoordiger indien de nationale vertegenwoordiger niet beschikbaar is of niet in staat is zijn taak uit te voeren; het lid stelt de algemene vergadering schriftelijk in kennis van die aanstelling.

6.   De leden stellen hun nationale vertegenwoordiger in principe aan voor een minimumperiode die overeenkomt met de tweejarige cyclus van elke European Social Survey (waarbij de eerste periode voor ESS ERIC wordt vastgelegd door de directeur met goedkeuring van de algemene vergadering) („tweejarige periode”). De leden stellen de plaatsvervangende nationale vertegenwoordiger eveneens aan voor dezelfde tweejarige periode. Elk lid kan te allen tijde zijn nationale vertegenwoordiger of plaatsvervangende nationale vertegenwoordiger door schriftelijke kennisgeving aan de algemene vergadering vervangen.

7.   De huidige leden, waarnemers en hun vertegenwoordigende entiteiten zijn opgenomen in de lijst van bijlage II. De op het tijdstip van indiening van de vraag tot oprichting van een ERIC aangesloten leden worden aangemerkt als oprichtende leden.

Artikel 4

Toelating van leden en waarnemers

1.   Nieuwe leden moeten aan de volgende voorwaarden voldoen om te worden toegelaten:

a)

nieuwe leden worden toegelaten na goedkeuring met een gewone meerderheid van stemmen in de algemene vergadering;

b)

alle aanvragen voor lidmaatschap worden schriftelijk gericht tot de voorzitter van de algemene vergadering, met kopie aan de directeur;

c)

in het verzoek beschrijft de aanvrager hoe hij aan de in artikel 2 omschreven doelen en activiteiten van ESS ERIC zal bijdragen en hoe hij zijn verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 3 zal nakomen. De aanvrager moet ten genoegen van de algemene vergadering aantonen dat hij over de middelen en een blijvend engagement beschikt om het volgende te doen:

i)

er op eigen kosten voor zorgen dat de gegevensverzamelingen en enquêtes die ESS ERIC nodig heeft om zijn hoofdtaak te vervullen (minstens om de twee jaar) worden uitgevoerd volgens de specificaties die door de directeur zijn opgesteld en indien nodig door de algemene vergadering zijn goedgekeurd, en

ii)

de verplichte financiële bijdragen betalen aan de in evenwicht gebrachte begrotingen van ESS ERIC, met een initiële bijdrage als vermeld in de bijlage, en

iii)

via de in artikel 17, lid 5, bepaalde bijdragen of anderszins deelnemen in de centrale kosten van ESS ERIC overeenkomstig de financieringsformule zoals indien nodig wordt vastgesteld door de algemene vergadering op grond van de statuten, en

iv)

zich houden aan en deelnemen aan de beheersmechanismen van ESS ERIC in overeenstemming met de statuten.

2.   Als voorwaarde om lid te kunnen worden, tekenen alle leden een toetredingsakte die hoofdzakelijk de vorm aanneemt zoals indien nodig door de algemene vergadering is goedgekeurd.

3.   De in artikel 3, lid 1, genoemde entiteiten die nog niet in de positie verkeren om lid te worden, kunnen een verzoek indienen om als waarnemer te worden toegelaten. Als waarnemer wordt toegelaten (elk als „waarnemer”):

a)

elke entiteit die volgens de definitie van de verordening een waarnemer kan zijn en die door de algemene vergadering als waarnemer wordt toegelaten, op voorwaarde dat de algemene vergadering van oordeel is dat ESS ERIC daar belang bij heeft en dat het bevorderlijk is voor de verwezenlijking van de hoofdtaak en de belangrijkste activiteiten daarvan;

b)

elk lid dat tijdelijk of anderszins op grond van artikel 5, lid 4, zijn stemrecht verloren heeft, na goedkeuring door de algemene vergadering, tot wanneer het lid opnieuw stemrecht krijgt of zijn lidmaatschap eindigt.

4.   Waarnemers worden toegelaten onder de volgende voorwaarden:

a)

waarnemers worden toegelaten voor een periode van vier jaar; daarna kan de waarnemer de algemene vergadering vragen de termijn voor het waarnemerschap te verlengen;

b)

de toelating of hernieuwde toelating van waarnemers vereist goedkeuring door de algemene vergadering;

c)

aanvragers dienen een schriftelijk verzoek te richten aan de statutaire zetel van ESS ERIC;

d)

elk lid dat tijdelijk of anderszins op grond van artikel 5, lid 4, zijn stemrecht verloren heeft, krijgt na goedkeuring door de algemene vergadering de status van waarnemer tot wanneer het lid opnieuw stemrecht krijgt of zijn lidmaatschap eindigt.

5.   Elke waarnemer stelt (via het bevoegde ministerie, de bevoegde overheidsdienst of een door de overheid gemachtigde instantie) één bij naam genoemde natuurlijke persoon aan (de „vertegenwoordiger van de waarnemer”) die de waarnemer vertegenwoordigt op bijeenkomsten van de algemene vergadering en bij alle andere transacties van de algemene vergadering of bij contacten tussen de waarnemer en ESS ERIC; de waarnemer stelt de algemene vergadering schriftelijk in kennis van die aanstelling.

Wanneer een waarnemer is toegelaten op grond van artikel 4, lid 3, dan is de vertegenwoordiger van die waarnemer de door die entiteit met zijn status van lid aangestelde nationale vertegenwoordiger. Elke waarnemer stelt eveneens één bij naam genoemde natuurlijke persoon aan die optreedt als plaatsvervanger van de vertegenwoordiger van de waarnemer indien de vertegenwoordiger niet beschikbaar is of niet in staat is zijn taak uit te voeren; de waarnemer stelt de algemene vergadering schriftelijk in kennis van die aanstelling.

6.   De volgende personen worden ambtshalve uitgenodigd om deel te nemen aan die delen van de bijeenkomsten van de algemene vergadering waarbij geen voorbehouden aangelegenheden in overweging worden genomen, waarbij zij het woord mogen voeren maar niet mogen stemmen en waarbij zij het recht hebben om alle ter zake dienende stukken te verkrijgen:

a)

vertegenwoordigers van de Europese Stichting voor Wetenschappen of een opvolgende instantie;

b)

de voorzitter van de uit hoofde van deze statuten op te richten wetenschappelijke adviesraad van de algemene vergadering („WAR”);

c)

de voorzitter van de uit hoofde van deze statuten op te richten methodologische adviesraad van de algemene vergadering („MAR”);

d)

een vertegenwoordiger van het forum van nationale coördinatoren als bedoeld in artikel 13 (het „NC-forum”);

e)

de directeur en de adjunct-directeuren van ESS ERIC;

f)

een vertegenwoordiger van de gastinstelling, en

g)

een aangewezen vertegenwoordiger van ieder ander derde land dat zich voornemens heeft verklaard om deel te nemen aan de European Social Survey en dat door de algemene vergadering is goedgekeurd.

Artikel 5

Uittreding van een lid of waarnemer/Beëindiging van het lidmaatschap of de status van waarnemer

1.   Het lidmaatschap van een entiteit eindigt automatisch wanneer die ophoudt te bestaan of niet langer onder een van de categorieën van artikel 3, lid 1, valt.

2.   Een lid kan op elk moment uittreden, waarbij de uittreding van kracht wordt op het einde van een tweejarige periode (behalve op het einde van de eerste tweejarige periode), door schriftelijke kennisgeving aan de algemene vergadering met inachtneming van een opzeggingstermijn van niet minder dan 24 maanden (de „opzeggingstermijn”).

3.   Het lidmaatschap wordt eveneens beëindigd indien de algemene vergadering, met een meerderheid van twee derde van de stemmen, beslist dat het in het belang van ESS ERIC is om het lidmaatschap te beëindigen wanneer het lid:

a)

de voorwaarden heeft geschonden van:

i)

artikel 4, lid 1, onder c), i), gedurende twee opeenvolgende tweejarige perioden, of

ii)

artikel 4, lid 1, onder c), ii), gedurende twee opeenvolgende begrotingsjaren van ESS ERIC, of

b)

enige andere bepaling van de statuten ernstig heeft geschonden.

Het lid of de waarnemer wordt in de gelegenheid gesteld het besluit tot beëindiging aan te vechten en ten overstaan van de algemene vergadering verweer te voeren.

4.   Onverminderd artikel 5, lid 3, kan de algemene vergadering ook met een gewone meerderheid van stemmen in de omstandigheden als bedoeld in artikel 5, lid 3, beslissen om het lidmaatschap van een lid niet te beëindigen, maar het stemrecht van het lid op te schorten of in te trekken gedurende de tijd en onder de voorwaarden zoals op billijke wijze door de algemene vergadering beslist. De algemene vergadering kan te allen tijde met een gewone meerderheid van stemmen een lid opnieuw stemrecht geven, indien dat lid ten genoegen van de algemene vergadering de schending als bedoeld in artikel 5, lid 3, heeft verholpen.

5.   Het lidmaatschap is niet overdraagbaar.

HOOFDSTUK 3

RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN EN WAARNEMERS

Artikel 6

Leden

1.   Onder voorbehoud van artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 4, heeft elk lid één stem. Als een lid overeenkomstig artikel 3, lid 4, meer dan een vertegenwoordiger heeft, dan heeft dat lid behoudens goedkeuring door de algemene vergadering (en overeenstemming met dit artikel) slechts één stem. Daarnaast brengt het lid de algemene vergadering op de hoogte van de procedure volgens dewelke zijn vertegenwoordigers voor hem zullen stemmen.

2.   Ieder lid:

a)

betaalt de financiële bijdrage als omschreven in artikel 4, lid 1, onder c), i) tot en met iii);

b)

wijst een nationale vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 3, lid 5, aan, en

c)

verleent zijn nationale vertegenwoordiger de volledige bevoegdheid om te stemmen over alle kwesties die tijdens de algemene vergadering aan bod komen en op de agenda zijn gezet.

3.   Andere bijdragen dan de jaarlijkse bijdrage aan ESS ERIC kunnen door leden op individuele basis of gezamenlijk, in samenwerking met andere leden, waarnemers of derden, worden voldaan.

Artikel 7

Waarnemers

1.   Waarnemers hebben onder meer het recht om bericht te krijgen van, aanwezig te zijn op en (met toestemming van de voorzitter) het woord te voeren op een bijeenkomst van de algemene vergadering, met dien verstande dat de algemene vergadering waarnemers kan uitsluiten van delen van een bijeenkomst tijdens dewelke voorbehouden aangelegenheden (zoals besloten door de voorzitter of indien nodig door een stemming in de algemene vergadering) worden besproken. Een waarnemer heeft recht op dezelfde stukken als nationale vertegenwoordigers, behalve indien de stukken gereserveerde aangelegenheden (in de zin van wat voorafgaat) betreffen. Een waarnemer heeft geen stemrecht.

2.   Elke waarnemer stelt overeenkomstig artikel 4, lid 5, een entiteit aan als zijn vertegenwoordiger.

HOOFDSTUK 4

BESTUUR EN UITVOERING VAN ACTIVITEITEN VAN HET ERIC

Artikel 8

Algemene vergadering

1.   De algemene vergadering is het orgaan dat alle leden van ESS ERIC vertegenwoordigt. Elk lid wordt op bijeenkomsten van de algemene vergadering vertegenwoordigd door zijn nationale vertegenwoordiger (of diens plaatsvervanger).

2.   De algemene vergadering heeft volledige beslissingsbevoegdheid inzake de activiteiten en het beheer van ESS ERIC. De algemene vergadering beschermt en bevordert te allen tijde de belangen van ESS ERIC.

3.   De algemene vergadering is gerechtigd om indien nodig via een intern reglement de taken die zij daarvoor geschikt acht te delegeren aan de directeur.

4.   De algemene vergadering heeft de volledige verantwoordelijkheid om de levensvatbaarheid en duurzaamheid van ESS ERIC te garanderen. Haar verantwoordelijkheden omvatten ook, maar zijn niet beperkt tot:

a)

de aanstelling, de vervanging of het ontslag van de directeur na raadpleging van het Core Scientific Team („CST”) als bedoeld in artikel 13 en het bepalen van de voorwaarden waaronder de directeur wordt aangesteld. De algemene vergadering bepaalt of voor de benoeming van de directeur een vergelijkend onderzoek dan wel een niet-openbare procedure het meest geschikt is en of er een benoemingscommissie moet worden ingesteld om deze zaak namens de algemene vergadering af te handelen;

b)

de aanwijzing of de vervanging van de gastinstelling of de beëindiging van de status als gastinstelling na raadpleging van het CST. De algemene vergadering bepaalt of voor de aanwijzing van de gastinstelling een vergelijkend onderzoek dan wel een niet-openbare procedure het meest geschikt is en of er een benoemingscommissie moet worden ingesteld om deze zaak namens de algemene vergadering af te handelen;

c)

het ontvangen van periodieke verslagen van de directeur met betrekking tot de uitoefening van zijn taken;

d)

de beoordeling en goedkeuring van rekeningen en opeenvolgende werkprogramma’s;

e)

de aanstelling, de vervanging of het ontslag van de leden van de WAR;

f)

de aanstelling, de vervanging of het ontslag van de leden van de MAR;

g)

de aanstelling, de vervanging of het ontslag van de leden van het financieel comité;

h)

de oprichting van andere adviesorganen of comités die de algemene vergadering indien nodig noodzakelijk of geschikt acht en het bepalen van de samenstelling en de procedures van dergelijke organen;

i)

het nagaan of en ervoor zorgen dat leden voldoen aan hun verplichtingen ten overstaan van ESS ERIC en, indien nodig, het nemen van maatregelen tegen leden om de rechten van ESS ERIC tegenover die leden te handhaven.

De algemene vergadering kan periodieke onafhankelijke evaluaties of audits bestellen en verkrijgen inzake alle activiteiten van ESS ERIC of delen daarvan. De algemene vergadering is verantwoordelijk om de procedure en het tijdschema voor dergelijke evaluaties of audits vast te stellen en om in overleg met de directeur, het CST en alle adviserende organen die de algemene vergadering indien nodig kan oprichten, de evaluatiecriteria te bepalen.

Artikel 9

Voorzitter en ondervoorzitter van de algemene vergadering

1.   De algemene vergadering kiest met gewone meerderheid van stemmen een onafhankelijke voorzitter (de „voorzitter”), die geen nationale vertegenwoordiger mag zijn en die moet voldoen aan de criteria zoals goedgekeurd door de algemene vergadering indien nodig.

De voorzitter wordt aangesteld voor een periode van vier jaar, die kan worden verlengd. Ten minste drie weken voor de bijeenkomst tijdens dewelke de voorzitter wordt aangesteld, draagt de algemene vergadering schriftelijke nominaties voor van een of meer kandidaten. De voorzitter treedt zo spoedig mogelijk na zijn aanstelling aan.

2.   De algemene vergadering kiest uit de nationale vertegenwoordigers met gewone meerderheid van stemmen een ondervoorzitter (de „ondervoorzitter”). De ondervoorzitter wordt aangesteld voor een periode van vier jaar, die kan worden verlengd. Ten minste drie weken voor de bijeenkomst tijdens dewelke de ondervoorzitter wordt aangesteld, draagt de algemene vergadering schriftelijke nominaties voor van een of meer kandidaten. De ondervoorzitter treedt zo spoedig mogelijk na zijn aanstelling aan. In afwezigheid van de voorzitter neemt de ondervoorzitter al diens taken over.

3.   De algemene vergadering neemt de nodige maatregelen opdat de eerste voorzitter en ondervoorzitter op de eerste bijeenkomst van de algemene vergadering kunnen worden aangesteld.

Artikel 10

Bijeenkomsten van de algemene vergadering

1.   De algemene vergadering komt ten minste twee keer per jaar bijeen. Op verzoek van de voorzitter of de directeur of ten minste een derde van de nationale vertegenwoordigers kunnen extra bijeenkomsten plaatsvinden. Het hoofdkantoor van ESS ERIC organiseert de bijeenkomsten, onder meer door te zorgen voor de verslaglegging.

2.   Alle beslissingen van de algemene vergadering, op de voorbehouden aangelegenheden na, worden goedgekeurd met een gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, handelend via hun nationale vertegenwoordigers met inachtneming van artikel 3, lid 5.

3.   Onverminderd artikel 10, lid 15, wordt een bijeenkomst van de algemene vergadering ten minste 14 kalenderdagen van tevoren aangekondigd. Onverminderd artikel 10, lid 15, vermeldt de aankondiging de tijd en plaats van de bijeenkomst en de algemene aard van de te behandelen zaken.

4.   Onder voorbehoud van de bepalingen van de statuten wordt een aankondiging van en andere communicatie over een bijeenkomst van de algemene vergadering gegeven aan alle leden, aan de directeur, aan de nationale vertegenwoordigers, aan de waarnemers en aan eenieder die de voorzitter op de bijeenkomst wil uitnodigen.

5.   Wanneer een persoon die daar recht op heeft door een onopzettelijke vergetelheid geen aankondiging van een bijeenkomst heeft gekregen of die niet heeft ontvangen, zijn de handelingen tijdens die bijeenkomst niet om die reden ongeldig.

6.   Elke aankondiging waarin de algemene vergadering wordt bijeengeroepen, wordt in gedrukte of elektronische vorm afgeleverd (overeenkomstig punt 1168 van de United Kingdom Companies Act 2006) en op een website geplaatst.

7.   Op bijeenkomsten van de algemene vergadering wordt niet beraadslaagd als er geen quorum van de leden (via hun nationale vertegenwoordigers) aanwezig is. Leden die samen ten minste een derde van de stemmen hebben die tijdens de algemene vergadering mogen worden uitgebracht en die mogen stemmen over de te behandelen zaak, vormen een quorum. Indien binnen een half uur na het tijdstip waarop de bijeenkomst zou beginnen het quorum niet is bereikt, wordt de algemene vergadering uitgesteld tot dezelfde dag, op dezelfde plaats, tien minuten later. Indien op de uitgestelde bijeenkomst van de algemene vergadering het quorum niet wordt bereikt, vormen de leden die vertegenwoordigd zijn en die mogen stemmen over de te behandelen zaak, een quorum en hebben zij de bevoegdheid om te beslissen over alle aangelegenheden die rechtsgeldig hadden kunnen worden afgehandeld op de bijeenkomst die tot het uitstel heeft geleid; de tijdens die bijeenkomst goedgekeurde beslissingen worden echter maar van kracht op voorwaarde dat en vanaf het moment dat de notulen van die bijeenkomst onder alle leden zijn verspreid en schriftelijk of via e-mail met een gewone meerderheid van de leden of met een meerderheid van twee derde van de leden voor een voorbehouden aangelegenheid zijn bekrachtigd. Voor de toepassing van dit artikel wordt de goedkeuring door een nationale vertegenwoordiger beschouwd als de goedkeuring door een lid.

8.   De voorzitter zit de bijeenkomsten van de algemene vergadering voor; als er geen voorzitter is of als hij niet aanwezig zal zijn op het vastgelegde tijdstip voor de bijeenkomst of niet wil optreden, dan treedt de ondervoorzitter op als voorzitter; als de ondervoorzitter niet aanwezig is of niet wil optreden, dan kiezen de nationale vertegenwoordigers iemand uit hun midden om de bijeenkomst voor te zitten.

9.   Op de bijeenkomsten van de algemene vergadering wordt een voorstel gestemd bij handopsteking of, wanneer de voorzitter daartoe beslist, bij geheime stemming.

10.   Een verklaring van de voorzitter dat een voorstel is goedgekeurd, of unaniem of met een specifieke meerderheid is goedgekeurd, of is verworpen, of niet met een specifieke meerderheid is goedgekeurd, en een vermelding dienaangaande in de notulen van de bijeenkomst van ESS ERIC, vormt daarvan een afdoend bewijs, zonder dat het aantal of het percentage van de stemmen voor of tegen het voorstel moet worden aangetoond.

11.   De voorzitter heeft geen stemrecht en heeft geen beslissende stem. De ondervoorzitter of een andere nationale vertegenwoordiger die is gekozen om een bijeenkomst van de algemene vergadering voor te zitten, behoudt zijn stem als nationale vertegenwoordiger wanneer hij een bijeenkomst van de algemene vergadering voorzit, maar heeft in die omstandigheden geen extra stem.

12.   Als de voorzitter dat toestaat, hebben waarnemers het recht om op bijeenkomsten van de algemene vergadering het woord te voeren en te worden gehoord, maar zij zijn niet stemgerechtigd. Als hij daartoe aanleiding vindt, kan de voorzitter waarnemers verzoeken de kamer tijdens de volledige of een deel van de bijeenkomst van de algemene vergadering te verlaten.

13.   De volgende aangelegenheden (de „voorbehouden aangelegenheden”) kunnen slechts worden goedgekeurd met een meerderheid van twee derde van de leden die op de bijeenkomst zijn vertegenwoordigd en mogen stemmen, op voorwaarde dat de bijeenkomst ten minste zes weken van tevoren is aangekondigd en dat de aankondiging melding maakte van de tijd en plaats van de bijeenkomst en van de aard van de te behandelen voorbehouden aangelegenheden:

a)

wijzigingen van de bestuursregelingen van ESS ERIC;

b)

voorgestelde verhogingen van de begroting van ESS ERIC (als bedoeld in artikel 17);

c)

voorgestelde wijzigingen van het financieringsmodel als bedoeld in artikel 17;

d)

de voorgestelde beëindiging van het lidmaatschap van een lid;

e)

een voorgestelde verandering van gastinstelling;

f)

een voorgestelde vroegtijdige beëindiging van de aanstelling van de voorzitter, ondervoorzitter of directeur;

g)

wijzigingen in de samenstelling of de structuur van één van de organen als bedoeld in artikel 11, lid 3, of artikel 13, lid 2; en

h)

voorgestelde wijzigingen van de statuten (waaronder wijzigingen als bedoeld in artikel 28).

14.   Wanneer een voorstel schriftelijk wordt goedgekeurd door het aantal leden dat vereist zou zijn indien het voorstel op een bijeenkomst van de algemene vergadering was voorgelegd, is dat even effectief als wanneer het zou zijn goedgekeurd op een naar behoren bijeengeroepen en gehouden bijeenkomst van de algemene vergadering; het voorstel kan bestaan uit verschillende stukken in een soortgelijke vorm die alle namens een of meer leden zijn ondertekend. Voor de toepassing van dit artikel wordt de goedkeuring door een nationale vertegenwoordiger beschouwd als de goedkeuring door een lid.

15.   De leden (handelend via hun naar behoren aangewezen nationale vertegenwoordigers) worden beschouwd aan een bijeenkomst van de algemene vergadering of een deel daarvan te hebben deelgenomen als:

a)

de bijeenkomst in overeenstemming met de statuten is bijeengeroepen en gehouden, en

b)

zij aan de anderen alle informatie en elke mening kunnen mededelen die zij hebben over een bepaald onderwerp op de agenda van de bijeenkomst.

Artikel 11

Comités van de algemene vergadering

1.   Onder voorbehoud van de statuten kan de algemene vergadering comités oprichten. Onder voorbehoud van de statuten worden de structuur, het lidmaatschap en de werkzaamheden van de comités bepaald door de algemene vergadering. Ook personen die geen nationale vertegenwoordiger zijn, kunnen lid worden van een comité van de algemene vergadering. De algemene vergadering stelt de leden van de comités aan na overleg met de directeur en met eventuele bijzondere benoemingspanels waarvan indien nodig de algemene vergadering het nuttig acht dat zij worden opgericht.

2.   De directeur (of zijn aangewezen plaatsvervanger) is gerechtigd om alle bijeenkomsten van de comités van de algemene vergadering bij te wonen en hij organiseert de bijeenkomsten en garandeert de verslaglegging ervan. De algemene vergadering bepaalt de omstandigheden voor verlenging van de comités.

3.   De volgende comités zijn permanent:

a)

de wetenschappelijke adviesraad (of WAR);

b)

de methodologischee adviesraad (of MAR), en

c)

het financieel comité (of Fincom).

4.   De WAR bestaat in principe uit acht senior sociale wetenschappers uit de internationale sociaalwetenschappelijke onderzoeksgemeenschap, die na schriftelijke nominaties door de leden worden aangesteld door de algemene vergadering. De leden van de WAR worden aangesteld voor een termijn van vier jaar, die kan worden verlengd.

5.   De WAR verstrekt advies en begeleiding aan de algemene vergadering, de directeur en het CST over het werkterrein van ESS ERIC. Behoudens het bepaalde in artikel 11, lid 6, is het advies van de WAR niet bindend voor de algemene vergadering, de directeur of het CST.

6.   De WAR heeft ook de door de algemene vergadering gedelegeerde bevoegdheid om op basis van een internationale selectieprocedure de leden te kiezen van het team dat de vragenlijst ontwerpt voor de roterende modules tijdens de tweejarige perioden.

7.   Gedurende elke periode van twaalf maanden vergadert de WAR ten minste twee keer. De WAR kiest zijn eigen voorzitter en ondervoorzitter bij gewone meerderheid van stemmen na een geschikte aanstellingsprocedure. Alle leden van de WAR hebben één stem. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter van de WAR de doorslag.

8.   De voorzitter van de WAR kan indien nodig naar eigen goeddunken personen als waarnemer op de bijeenkomsten van de WAR toelaten.

9.   De MAR bestaat uit zes senior specialisten op het gebied van methoden uit de internationale sociaalwetenschappelijke onderzoeksgemeenschap die na schriftelijke nominaties door de leden worden aangesteld door de algemene vergadering. De leden van de MAR worden aangesteld voor een termijn van vier jaar, die kan worden verlengd.

10.   De MAR verstrekt advies en begeleiding aan de algemene vergadering, de directeur en het CST over de methodologie. Het advies van de MAR is niet bindend voor de algemene vergadering, de directeur of het CST.

11.   Gedurende elke periode van twaalf maanden vergadert de MAR ten minste een keer. De MAR kiest zijn eigen voorzitter en ondervoorzitter bij gewone meerderheid van stemmen na een geschikte aanstellingsprocedure. Alle leden van de MAR hebben één stem. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter van de MAR de doorslag.

12.   De voorzitter van de MAR kan indien nodig naar eigen goeddunken personen als waarnemer op de bijeenkomsten van de MAR toelaten.

13.   Het Fincom bestaat uit vier specialisten op het gebied van begroting en financieel toezicht; zij worden na schriftelijke nominaties door de leden aangesteld door de algemene vergadering. Ten minste twee leden van het Fincom zijn geen nationale vertegenwoordiger. De leden van het Fincom worden aangesteld voor een termijn van vier jaar, die kan worden verlengd.

14.   Het Fincom geeft begeleiding aan de algemene vergadering en de directeur over de financiële gezondheid van ESS ERIC, met inbegrip van (maar niet beperkt tot) de middelen en daarmee samenhangende financiële kwesties van ESS ERIC.

15.   Gedurende elke periode van twaalf maanden vergadert het Fincom ten minste een keer. De leden van het Fincom bepalen zelf de procedures voor hun bijeenkomsten en voor de perioden daartussen; zij wijzen echter één van hen aan om het Fincom te vertegenwoordigen op de bijeenkomsten van de algemene vergadering, waar zij verslag uitbrengen van hun evaluaties en adviezen.

Artikel 12

Directeur en adjunct-directeuren

1.   De algemene vergadering kan indien nodig overgaan tot de aanstelling of de vervanging van de directeur van ESS ERIC (de „directeur”), die optreedt als chief executive officer en als chief scientific officer en die overeenkomstig artikel 12 van de verordening de vertegenwoordiger in rechte is van ESS ERIC. Tenzij anders is bepaald door de algemene vergadering, heeft de directeur de volledige bevoegdheid om namens ESS ERIC te handelen. De op dat ogenblik dienstdoende hoofdonderzoeker/-coördinator van de ESS wordt de eerste directeur van ESS ERIC. De aanstelling van de directeur wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering en geldt voor een periode van vier jaar, die kan worden verlengd, of anders volgens door de algemene vergadering goedgekeurde bepalingen.

2.   De algemene vergadering verleent de directeur indien nodig de bevoegdheden die zij aangewezen acht om de directeur toe te staan zijn dagelijkse verantwoordelijkheden als chief executive officer, chief scientific officer en vertegenwoordiger in rechte van ESS ERIC op te nemen.

3.   De directeur is verantwoordelijk voor de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van ESS ERIC en voor de uitvoering van de jaarlijkse begroting, het businessplan en het werkprogramma. De directeur brengt rechtstreeks verslag uit aan de algemene vergadering of, indien de algemene vergadering hem daartoe opdracht geeft, aan een comité van de algemene vergadering. De directeur is verantwoordelijk voor het selecteren van de instellingen van het CST (zoals bedoeld in artikel 13, lid 2, onder a)), op voorwaarde van goedkeuring door de algemene vergadering. De directeur heeft de algehele verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat ESS ERIC zich houdt aan zijn wetenschappelijke, contractuele, juridische en budgettaire verplichtingen. Om het werkprogramma van ESS ERIC volgens de vereiste normen uit te voeren, wordt de directeur ondersteund door en coördineert hij het personeel in het hoofdkantoor, het CST en de daaraan verbonden onderzoekswetenschappers, alsook de nationale coördinatoren in alle deelnemende landen.

4.   Ter ondersteuning bij zijn of haar taken wijst de directeur een adjunct aan die afkomstig is van de gastinstelling en ten minste één andere adjunct uit de andere CST-instellingen. De directeur kan bepaalde taken toewijzen aan elk van die adjuncten.

Artikel 13

Directiecomités

1.   De directeur kan comités oprichten om hem bij te staan bij de tenuitvoerlegging van zijn verantwoordelijkheden en taken. De structuur, het lidmaatschap en de werkzaamheden van de comités worden bepaald door de directeur. Ook personen die geen nationale vertegenwoordiger of waarnemer zijn, kunnen lid worden van een directiecomité.

2.   De volgende directiecomités zijn permanent:

a)

het Core Scientific Team (of CST);

b)

het forum van nationale coördinatoren (of NC-forum).

Het CST en het NC-forum helpen de directeur ervoor te zorgen dat ESS ERIC zijn hoofdtaak in de verschillende landen die lid zijn consequent uitvoert volgens de door de algemene vergadering vastgestelde kwaliteitsnormen.

3.   Tot het CST behoren de instellingen (elk een „institutioneel lid”) die door de directeur zijn bepaald en indien nodig door de algemene vergadering zijn goedgekeurd. Elk institutioneel lid wijst op zijn beurt zijn hoge vertegenwoordiger en een bij naam genoemde vervanger aan waarvan de aanstelling ter goedkeuring aan de directeur wordt voorgelegd en die de bijeenkomsten van het CST bijwonen. De ambtstermijn van elk institutioneel lid duurt vier jaar en kan verlengd worden. Andere personeelsleden van institutionele leden worden op de bijeenkomsten uitgenodigd om bij de besprekingen gespecialiseerde kennis naar voren te brengen.

4.   Het CST adviseert en werkt samen met de directeur inzake alle aspecten van het ontwerp, de wetenschappelijke richting, methoden, uitvoering, kwaliteitscontrole, verstrekking en verspreiding van het werk van ESS ERIC.

5.   Gedurende elke periode van twaalf maanden vergadert het CST ten minste drie keer. De bijeenkomsten van het CST worden voorgezeten door de directeur en in diens afwezigheid door een adjunct-directeur. Hoewel ESS ERIC indien nodig voor gespecialiseerde taken een contract kan sluiten met andere instellingen dan de institutionele leden van het CST, worden die instellingen daardoor geen lid van het CST.

6.   Nationale coördinatoren (dit zijn personen die door een lid in overeenstemming met de statuten zijn aangewezen als nationale coördinator) („nationale coördinatoren”) worden bij aanvang van elke enquêteronde geselecteerd door de desbetreffende uitvoerende instantie van elk lid overeenkomstig een door de directeur vastgestelde taakomschrijving. De ambtstermijn van elke nationale coördinator komt telkens overeen met een tweejarige periode (of langer als een lid daarvoor kiest).

7.   De nationale coördinatoren hebben als belangrijkste taak de activiteiten van ESS ERIC op nationaal niveau te coördineren en wanneer dat nodig is ervoor te zorgen dat de door de directeur vastgestelde specificaties worden geëerbiedigd.

8.   Tot het NC-forum (dit is het bij deze statuten opgerichte forum van nationale coördinatoren) behoren de nationale coördinatoren van elk lid (met uitzondering van intergouvernementele organisaties), de directeur en de adjunct-directeuren. Bijeenkomsten van het NC-forum worden voorgezeten door de directeur en bijgewoond door relevante leden van het CST, afhankelijk van wat op de agenda staat. Gedurende elke tweejarige periode vergadert het NC-forum ten minste drie keer en de agenda van elke bijeenkomst wordt vastgesteld door de directeur in overleg met het CST en de nationale coördinatoren. Het NC-forum kiest uit zijn leden een nationale coördinator om de bijeenkomsten van de algemene vergadering bij te wonen en één om de bijeenkomsten van het CST bij te wonen.

9.   Het NC-forum wordt op de hoogte gebracht van en geeft zijn mening over de centrale specificaties die de directeur indien nodig kan vaststellen met betrekking tot de activiteiten van ESS ERIC op nationaal niveau. Het NC-forum verleent eveneens advies aan de directeur en het CST over andere aspecten van de opzet en het optreden van ESS ERIC.

10.   De voorzitter van het NC-forum kan gespecialiseerde niet-leden uitnodigen op een bijeenkomst van het NC-forum.

Artikel 14

Samenstelling en vergaderingen van organen

1.   Om te zorgen voor een brede samenstelling en belangenconflicten te vermijden, mag niemand (met uitzondering van de directeur en de adjunct-directeuren) lid zijn van meer dan één orgaan of comité van ESS ERIC, met inbegrip van de algemene vergadering, de comités van de algemene vergadering en de directiecomités, behalve wat de Fincom betreft, waarvan maximaal twee leden vertegenwoordigers in de algemene vergadering mogen zijn (overeenkomstig artikel 11, lid 13). Deze vereiste kan in uitzonderlijke omstandigheden door de voorzitter van het betrokken comité of orgaan, met inbegrip van de algemene vergadering, worden opgeschort. Niets in dit artikel belet iemand om waarnemer te zijn in meer dan één orgaan van ESS ERIC.

2.   Tenzij anders bepaald door de algemene vergadering, moet er bij de vaststelling of iemand deelneemt aan een bijeenkomst van een orgaan of comité van ESS ERIC (met inbegrip van de algemene vergadering, de comités van de algemene vergadering en de raadgevende directiecomités), geen rekening mee worden gehouden waar een persoon zich bevindt of hoe er onderling wordt gecommuniceerd. Indien niet alle personen die aan een bijeenkomst deelnemen zich op dezelfde plaats bevinden, kunnen zij beslissen dat de bijeenkomst wordt geacht plaats te vinden op één van de plaatsen waar de deelnemers zich bevinden.

3.   Bij de samenstelling van de organen en comités van ESS ERIC moet rekening worden gehouden met een evenwichtige deelname van vrouwen en mannen en een algemeen evenwicht van vaardigheden.

HOOFDSTUK 5

VERSLAGLEGGING AAN DE COMMISSIE

Artikel 15

Verslaglegging aan de Commissie

1.   Op het einde van elk begrotingsjaar stelt de directeur een jaarlijks activiteitenverslag op waarin hij met name verantwoording aflegt over de wetenschappelijke, operationele en financiële aspecten van de in artikel 2, lid 1, bedoelde activiteiten. Het verslag wordt met een gewone meerderheid van stemmen goedgekeurd door de algemene vergadering en wordt binnen zes maanden na afloop van het overeenkomstige begrotingsjaar bij de Europese Commissie en de betrokken overheidsinstanties ingediend. Dit verslag wordt door ESS ERIC openbaar gemaakt.

2.   ESS ERIC en de betrokken lidstaten stellen de Europese Commissie in kennis van elke omstandigheid die de goede uitvoering van de taak van ESS ERIC ernstig in gevaar dreigt te brengen of die zijn vermogen om de in het kader van de statuten of de verordening vastgestelde voorwaarden na te leven, dreigt te beperken.

3.   Indien de Europese Commissie over aanwijzingen komt te beschikken dat ESS ERIC een ernstige inbreuk pleegt op de verordening, op de statuten of op de op basis daarvan genomen beschikkingen of besluiten of op andere toepasselijke rechtsvoorschriften, verzoekt zij ESS ERIC en/of zijn leden om uitleg.

HOOFDSTUK 6

FINANCIËN

Artikel 16

Begrotingsjaar

Tenzij anders bepaald door de algemene vergadering loopt het begrotingsjaar van ESS ERIC van 1 juni tot en met 31 mei; tegen die datum bereidt ESS ERIC zijn basisbegroting en businessplannen voor, stelt het de rekeningen op en ondergaat het een audit.

Artikel 17

Begroting

1.   Voor elke tweejarige periode bereidt de directeur een ontwerp van de kernbegroting en van het businessplan voor, met daarin de inkomsten en kosten van ESS ERIC op jaarbasis („de begroting”), en legt hij die ter goedkeuring voor aan het Fincom.

2.   De begroting omvat de volgende belangrijke kosten, uitgaven en inkomsten:

a)

centraal ontwerp, coördinatie, kwaliteitscontrole en verspreiding door het hoofdkantoor en de CST-instellingen;

b)

het secretariaat van ESS ERIC (met inbegrip van de werking van de algemene vergadering en indien nodig de andere comités en organen van het ERIC);

c)

als subsidies of andere betalingen van leden en/of derden ontvangen gelden.

Voor alle duidelijkheid: elk lid van de European Social Survey financiert zelf de kosten van veldwerk en nationale coördinatie en dergelijke kosten maken geen deel uit van de begroting.

3.   In de begroting worden eveneens elementen opgenomen die door de algemene vergadering worden goedgekeurd, indien nodig op advies van het Fincom in een intern reglement.

4.   Als het Fincom de begroting heeft goedgekeurd, legt het die ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Als het Fincom de begroting niet goedkeurt, deelt het zijn redenen daarvoor mee aan de algemene vergadering, die vervolgens de eindbeslissing neemt over de goedkeuring ervan.

5.   Zodra de begroting is goedgekeurd, betalen de leden (of een uitbetalingsinstantie namens een lid) hun jaarlijkse bijdrage zoals die blijkt uit de begroting, indien nodig volgens de bepalingen van interne reglementen en berekend als volgt:

a)

ten eerste een basisbijdrage door elk lid van een indien nodig door de algemene vergadering goedgekeurd bedrag;

b)

ten tweede een bijdrage van het gastland van een indien nodig overeengekomen bedrag, en

c)

ten derde een bijdrage van elk lid van het vereiste saldo berekend overeenkomstig zijn relatieve bbp. Indien deze berekening ertoe leidt dat sommige (maar niet alle) leden een bijkomende betaling moeten doen die lager is dan of gelijk is aan de basisbijdrage als bedoeld in artikel 17, lid 5, onder a), dan zijn die leden niet verplicht een bijkomende bijdrage te betalen en wordt het daardoor veroorzaakte tekort op basis van hun relatieve bbp verdeeld over de leden die verplicht zijn om op grond van dit lid bij te dragen.

Bijdragen in natura van de leden worden slechts aanvaard na goedkeuring door de voorzitter van de algemene vergadering na advies door het Fincom.

Artikel 18

Financiële controles

ESS ERIC zorgt ervoor dat zijn rekeningen jaarlijks worden gecontroleerd door een voldoende gekwalificeerd auditkantoor en dat de gecontroleerde rekeningen naar behoren worden ingediend en worden gepubliceerd. De gecontroleerde jaarrekeningen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering.

Artikel 19

Boekhouding

ESS ERIC boekt de kosten en ontvangsten van zijn economische activiteiten afzonderlijk en vraagt daarvoor marktprijzen dan wel, wanneer deze niet kunnen worden vastgesteld, de volledige kosten plus een redelijke marge.

HOOFDSTUK 7

BELEID

Artikel 20

Aanbesteding en belastingvrijstellingen

1.   ESS ERIC behandelt gegadigden voor en inschrijvers op aanbestedingsprocedures gelijk en zonder te discrimineren, ongeacht of ze al dan niet in de Europese Unie gevestigd zijn. In het aanbestedingsbeleid van ESS ERIC worden de beginselen inzake transparantie, niet-discriminatie en mededinging in acht genomen. De algemene vergadering stelt gedetailleerde regels vast voor de aanbestedingsprocedures en -criteria.

2.   Belastingvrijstellingen op basis van artikel 143, lid 1, onder g), en artikel 151, lid 1, onder b), van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (1) en volgens de artikelen 50 en 51 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad (2) zijn van toepassing op de aankoop van goederen en diensten door ESS ERIC waarvan de waarde hoger ligt dan 250 EUR, die voor officieel gebruik door ESS ERIC bestemd zijn en die volledig betaald en verworven worden door ESS ERIC. Deze vrijstellingen gelden niet voor aanbesteding door individuele leden.

Artikel 21

Aansprakelijkheid

1.   ESS ERIC is aansprakelijk voor zijn schulden.

2.   De maximale financiële aansprakelijkheid van de leden voor de schulden van ESS ERIC wordt beperkt tot de jaarlijkse bijdrage, inclusief de bijdrage die betrekking heeft op de opzeggingstermijn.

3.   De algemene vergadering zorgt ervoor dat ESS ERIC de gepaste verzekeringen afsluit tegen alle aan de opbouw en de exploitatie van zijn infrastructuur inherente risico’s, waarin onder meer bepalingen worden opgenomen over de ontbinding van het ERIC voor het geval dat deze situatie zich zou voordoen. Bijkomend zou een dergelijke verzekering, zonder enige beperking, de persoonlijke aansprakelijkheid kunnen dekken van de directeur, de adjunct-directeuren of enige andere natuurlijke persoon die bij ESS ERIC een functie uitoefent.

4.   Nationale vertegenwoordigers, de directeur en de adjunct-directeuren, waarnemers en andere leden van de comités en organen van ESS ERIC zijn niet aansprakelijk voor de schulden van ESS ERIC.

5.   Bij de coördinatie en uitvoering van de activiteiten van ESS ERIC geldt het principe dat ESS ERIC niet aansprakelijk is voor activiteiten die indien nodig door zijn leden of door derden worden uitgeoefend zoals uiteengezet in interne reglementen.

Artikel 22

Beleid inzake wetenschappelijke evaluatie en verspreiding

1.   ESS ERIC geeft ongehinderde toegang tot alle gegevens van de European Social Survey die bedoeld zijn voor wetenschappelijke evaluatie. Dat beleid kan verder worden uitgewerkt in interne reglementen.

2.   ESS ERIC tracht ervoor te zorgen dat de resultaten van de European Social Survey voor iedereen beschikbaar zijn. ESS ERIC ontwikkelt een verspreidingsbeleid, dat wordt gepubliceerd. Dat beleid kan verder worden uitgewerkt in interne reglementen.

Artikel 23

Beleid inzake intellectuele-eigendomsrechten en gegevens

1.   Waar dat praktisch mogelijk is, streeft ESS ERIC ernaar zelf de intellectuele-eigendomsrechten van zijn werk te bezitten. Het verleent een niet-exclusieve licentie die vrij is van auteursrechten op zijn intellectuele-eigendomsrechten aan eenieder die niet-commerciële doeleinden nastreeft. Het gebruik van intellectuele eigendom van ESS ERIC voor commerciële doeleinden wordt geval per geval behandeld. Dat beleid kan verder worden uitgewerkt in interne reglementen.

2.   ESS ERIC geeft de wetenschappelijke wereld ongehinderde toegang tot alle gegevens van de European Social Survey. Behalve tijdens de verwerking en de voorbereiding voor publiek gebruik krijgt niemand geprivilegieerde toegangsrechten tot die gegevens. Dat beleid kan verder worden uitgewerkt in interne reglementen.

3.   ESS ERIC schrijft in op de verklaring inzake de ethiek van het Internationale Bureau voor de statistiek.

4.   Voor zover dat praktisch mogelijk is, zorgt ESS ERIC ervoor dat alle gegevens van ESS ERIC worden geanonimiseerd. Indien dit niet mogelijk is, wordt toepassing gemaakt van de principes van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

5.   In elk betrokken land worden alle door ESS ERIC geproduceerde gegevens verwerkt volgens de gegevensbeschermingswetgeving van dat land.

6.   Dat gegevensbeleid kan verder worden uitgewerkt in interne reglementen.

Artikel 24

Werkgelegenheidsbeleid

ESS ERIC zet zich in voor gelijke kansen en discrimineert niemand op grond van ras, etnische afkomst, geslacht, geloof, handicap, seksuele geaardheid of enige andere grond die wordt beschouwd als discriminatie in de zin van het recht van de Europese Unie. Dit beleid kan verder worden uitgewerkt in interne reglementen.

HOOFDSTUK 8

DUUR EN ONTBINDING, TOEPASSELIJK RECHT, GESCHILLEN

Artikel 25

Duur en ontbinding

1.   ESS ERIC wordt opgericht met ingang van de datum waarop het besluit van de Europese Commissie tot oprichting ervan in werking treedt en heeft rechtspersoonlijkheid voor onbepaalde tijd, tot het moment dat:

a)

ESS ERIC in overeenstemming met de bepalingen van deze statuten wordt ontbonden, en

b)

de Europese Commissie een besluit tot ontbinding van ESS ERIC goedkeurt.

2.   De algemene vergadering kan met een meerderheid van drie vierde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen, beslissen ESS ERIC te ontbinden. Indien de algemene vergadering beslist om ESS ERIC te ontbinden, legt zij met een gewone meerderheid van stemmen de ontbindingsprocedure vast.

3.   ESS ERIC stelt overeenkomstig de bepalingen van de verordening de Europese Commissie in kennis van de beslissing om ESS ERIC te ontbinden.

4.   Wanneer artikel 25, lid 1, of artikel 25, lid 2, van toepassing is, zorgt de directeur er voor zover mogelijk voor dat de gegevens die in het bezit zijn van ESS ERIC veilig bij een geschikte derde of bij geschikte derden worden ingediend, zodat die gegevens overeenkomstig deze statuten toegankelijk zijn en kunnen worden gebruikt.

Artikel 26

Toepasselijk recht

De oprichting en interne werking van het ERIC zijn onderworpen aan:

a)

het recht van de Europese Unie en met name de verordening en het besluit van de Europese Commissie tot oprichting van ESS ERIC in overeenstemming met deze statuten;

b)

het recht van de staat waar ESS ERIC zijn statutaire zetel heeft voor aangelegenheden die niet of slechts gedeeltelijk worden geregeld door de in artikel 26, onder a), bedoelde handelingen; op de datum van oprichting van ESS ERIC is dat het recht van Engeland en Wales;

c)

deze statuten en de bijbehorende uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 27

Geschillen

1.   Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd bij geschillen tussen de leden in verband met ESS ERIC, voor geschillen tussen de leden en ESS ERIC (met inbegrip van eventuele curatoren van ESS ERIC) alsook voor alle geschillen waarbij de Europese Unie partij is.

2.   De wetgeving van de Europese Unie inzake rechterlijke bevoegdheid is van toepassing op geschillen tussen ESS ERIC en derden. In gevallen die niet onder het recht van de Europese Unie vallen, wordt overeenkomstig het recht van de staat waar ESS ERIC zijn statutaire zetel heeft (op de datum van oprichting van ESS ERIC is dat het recht van Engeland en Wales) bepaald welk gerecht bevoegd is voor de beslechting van dergelijke geschillen.

3.   Als de toepasselijke wetgeving aanzienlijk verandert, zorgen de leden ervoor dat deze statuten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

4.   Indien een bepaling van deze statuten door een bevoegde rechtbank of instantie of autoriteit op grond van het recht van een rechtsgebied onwettig, niet rechtsgeldig, nietig of niet-afdwingbaar wordt bevonden, dan wordt die bepaling geacht uit deze overeenkomst te zijn verwijderd, maar enkel met betrekking tot dat rechtsgebied en zonder dat dit invloed heeft op:

a)

de wettigheid, rechtsgeldigheid of afdwingbaarheid van die bepaling krachtens het recht van een ander rechtsgebied, of

b)

de andere bepalingen van de statuten, die onverminderd van kracht blijven.

In dat geval zullen de partijen overeenkomstig artikel 28, lid 2, ten genoegen van de algemene vergadering trachten overeenstemming te bereiken over een geldige en afdwingbare bepaling ter vervanging van de verwijderde bepaling.

HOOFDSTUK 9

STATUTEN EN WIJZIGINGEN

Artikel 28

Statuten en wijzigingen

1.   Deze statuten worden bijgewerkt en worden ter beschikking gesteld van het publiek op de website van het ERIC en op zijn statutaire zetel.

2.   Onder voorbehoud van artikel 28, lid 4, keurt de algemene vergadering alle wijzigingen van deze statuten goed als voorbehouden aangelegenheid. Elke wijziging van deze statuten, andere dan die bedoeld in artikel 28, lid 6, wordt door ESS ERIC binnen tien dagen na de goedkeuring ervan door de algemene vergadering voorgelegd aan de Europese Commissie.

3.   Bij elke wijziging van de statuten moet duidelijk in een nota worden aangegeven of de wijziging betrekking heeft op een essentieel of een niet-essentieel element van de statuten overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 723/2009 en welke procedure er is gevolgd voor de goedkeuring ervan.

4.   Nadat de goedgekeurd wijzigingen overeenkomstig artikel 28, lid 2, aan de Europese Commissie zijn voorgelegd, kan de Commissie binnen zestig dagen na het voorleggen ervan bezwaar maken tegen een dergelijke wijziging onder opgave van de redenen waarom de wijziging niet voldoet aan de voorschriften van de verordening.

5.   De wijziging die is goedgekeurd overeenkomstig artikel 28, treedt niet in werking voordat de in artikel 28 genoemde bezwaartermijn is verstreken of voordat de Europese Commissie van die termijn afstand heeft gedaan of voordat een door de Europese Commissie gemaakt bezwaar is opgeheven.

6.   Elke wijziging van de statuten inzake de kwesties als bedoeld in artikel 1, lid 2 (naam), artikel 1, lid 4 (statutaire zetel) en de artikelen 2 (taken en activiteiten), 20 (aanbestedingsbeleid), 21 (aansprakelijkheid), 22 (beleid inzake wetenschappelijke evaluatie en verspreiding), 23 (beleid inzake intellectuele-eigendomsrechten en gegevens), 24 (werkgelegenheidsbeleid) en 25 (duur en ontbinding) die is goedgekeurd door de leden als voorbehouden aangelegenheid, wordt pas van kracht nadat de Europese Commissie de wijziging uitdrukkelijk heeft goedgekeurd en het besluit van de Europese Commissie tot verlening van goedkeuring van de wijziging in werking is getreden.

7.   Wanneer de Europese Commissie om goedkeuring wordt gevraagd in het kader van artikel 28, lid 2, of artikel 28, lid 6, dient ESS ERIC de tekst van de voorgestelde wijziging en een gewijzigde, geconsolideerde versie van de statuten in bij de Europese Commissie.


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  PB L 77 van 23.3.2011, blz. 1.

(3)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.


BIJLAGE II

LIJST VAN LEDEN EN WAARNEMERS

Deze bijlage bevat een lijst van de leden en waarnemers en van de entiteiten die hen vertegenwoordigen.

Leden

Lid

Nationale vertegenwoordiger

De Republiek Oostenrijk

Bondsministerie van Wetenschap en Onderzoek

Het Koninkrijk België

POD Wetenschapsbeleid

De Tsjechische Republiek

Ministerie van Onderwijs, Jeugd en Sport (MEYS)

De Republiek Estland

Ministerie van Sociale Zaken

De Bondsrepubliek Duitsland

Bundesministerium für Bildung und Forschung

Ierland

Irish Research Council (HEA)

De Republiek Litouwen

Ministerie van Onderwijs en Wetenschap

Het Koninkrijk der Nederlanden

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

De Republiek Polen

Ministerie van Wetenschap en Hoger Onderwijs

De Portugese Republiek

Stichting voor Wetenschap en Technologie

De Republiek Slovenië

Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Sport

Het Koninkrijk Zweden

Ministerie van Onderwijs, vertegenwoordigd door de Zweedse onderzoeksraad

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Economic and Social Research Council


Waarnemers

Waarnemer

Vertegenwoordiger van de waarnemer

Het Koninkrijk Noorwegen

Onderzoeksraad van Noorwegen

De Zwitserse Bondsstaat

FORS (Zwitserse Stichting voor Onderzoek in de Sociale Wetenschappen)


BIJLAGE III

DEFINITIES EN INTERPRETATIE

1.

Tenzij uit de context iets anders blijkt, staat „ESS ERIC” in deze statuten voor het consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur dat is opgericht krachtens Verordening (EG) nr. 723/2009 (de „verordening”) en dat valt onder deze statuten die indien nodig kunnen worden gewijzigd of geherformuleerd overeenkomstig de Verordening (de „statuten”);

„ESS” of „European Social Survey”: de European Social Survey die gestart is in 2001; dit is een gezaghebbende op lange termijn gevoerde enquête die wordt uitgevoerd door gelijktijdige nationale enquêtes in de Europese landen. Daarbij worden betrouwbare gegevens over wijzigende sociale houdingen en waarden in heel Europa verzameld, geïnterpreteerd en verspreid;

„bbp”: de volledige monetaire waarde van alle goederen en diensten die door een land op de binnenlandse markt worden geproduceerd als vastgesteld aan de hand van door de Wereldbank uitgebrachte cijfers voor 2009 of voor een daaropvolgend jaar als dat door de algemene vergadering wordt goedgekeurd;

„lid”: alle personen (handelend via hun nationale vertegenwoordiger) die indien nodig in overeenstemming met deze statuten en de verordening zijn toegelaten tot het lidmaatschap van ESS ERIC;

„lidstaat”: een lidstaat van de Europese Unie;

„interne reglementen”: interne reglementen van ESS ERIC zoals goedgekeurd door de algemene vergadering indien nodig.

2.

Tenzij anders bepaald in deze statuten, hebben de begrippen die worden gedefinieerd in de verordening hier dezelfde betekenis.

3.

Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar de artikelen van deze statuten.

4.

Tenzij uit de context iets anders blijkt, zijn alle titels slechts voor het gemak van verdere verwijzing en hebben zij geen invloed op de betekenis of interpretatie van de statuten.

5.

Verwijzingen naar het enkelvoud omvatten het meervoud en omgekeerd en verwijzingen naar een bepaalde sekse elke sekse.

6.

Verwijzingen naar een verdrag, verordening, richtlijn, wet of wettelijke bepaling omvatten alle afgeleide wetgeving daarvan en gelden als verwijzingen naar dat verdrag of die verordening, richtlijn, wet, wettelijke bepaling en/of afgeleide wetgeving als gewijzigd, uitgebreid, geconsolideerd, opnieuw ingevoerd en/of vervangen en van kracht op de datum van de statuten.

7.

Alle woorden volgend op de woorden „onder meer”, „omvat”, „omvatten”, „ook”, „eveneens”, „met inbegrip van”, „waaronder”, „inclusief”, „met name” of gelijkaardige woorden of uitdrukkingen gelden zonder beperking en kunnen derhalve de betekenis van de woorden die eraan voorafgaan, niet inperken.

8.

„Schriftelijk” heeft betrekking op een mededeling die wordt verzonden per post, fax, e-mail of enig ander middel waarbij woorden in een leesbare en blijvende vorm worden weergegeven.

9.

Elke verwijzing naar een Engelse juridische term voor een actie, maatregel, wijze van gerechtelijke procedure, juridisch document, juridische status, rechtbank, functionaris of een juridisch concept of juridische aangelegenheid wordt in een ander rechtsgebied dan dat van Engeland en Wales geacht ook te verwijzen naar wat in dat rechtsgebied het dichtst in de buurt komt van de betekenis van die Engelse juridische term.


BIJLAGE IV

BIJDRAGEN VAN DE LANDEN

BIJDRAGEN VAN DE LANDEN VOOR ESS ERIC (EUR)

Begrotingsjaar ESS ERIC

JAAR

2013-2014

2014-2015

2015-2016

2016-2017

1.

VK (gastland)

1 000 000

1 000 000

742 630

764 909

2.

België

53 410

56 235

69 631

71 720

3.

Bulgarije

20 000

20 600

21 218

21 855

4.

Cyprus

20 000

20 600

21 218

21 855

5.

Duitsland

252 792

268 893

358 542

369 298

6.

Estland

20 000

20 600

21 218

21 855

7.

Finland

36 913

38 640

45 726

47 098

8.

Frankrijk

204 877

217 787

289 111

297 785

9.

Ierland

35 745

37 393

44 033

45 354

10.

Litouwen

20 000

20 600

21 218

21 855

11.

Nederland

75 994

80 323

102 355

105 426

12.

Noorwegen

46 448

48 809

59 541

61 328

13.

Oostenrijk

46 943

49 337

60 259

62 067

14.

Polen

50 408

53 033

65 280

67 239

15.

Portugal

36 520

38 220

45 156

46 510

16.

Slovenië

20 000

20 600

21 218

21 855

17.

Spanje

122 728

130 168

170 074

175 176

18.

Tsjechië

33 845

35 367

41 280

42 518

19.

Zweden

48 637

51 144

62 714

64 595

20.

Zwitserland

54 740

57 653

71 558

73 704

Totaal

2 200 000

2 266 000

2 333 980

2 403 999


Toelichting bij de begroting en de jaarlijkse bijdragen voor ESS ERIC voor de begrotingsjaren 2013 tot en met 2017

1.

Het begrotingsjaar van ESS ERIC loopt van 1 juni tot en met 31 mei.

2.

De voorgestelde begroting is vastgesteld voor de eerste vier werkjaren van ESS ERIC. De stuurgroep voor ESS ERIC heeft getracht te voorzien in een begroting van 2,3 miljoen EUR per jaar voor de wetenschappelijke kenactiviteiten. Als in de tussentijd niet alle landen die grote belangstelling hebben getoond voor lidmaatschap van het ERIC voor de aanvang van de werkzaamheden in juni 2013 kunnen toetreden, zal de begroting minder bedragen. Door de totale begroting jaarlijks te laten toenemen, wordt rekening gehouden met een inflatie van 3 % per jaar.

3.

Op basis van het verwachte aantal ondertekenaars wordt de begroting voor het eerste jaar geraamd op 2,2 miljoen EUR (dit zal worden verlaagd indien niet alle in de lijst opgenomen landen voor aansluiting bij het ERIC tekenen). Indien nog meer landen toetreden, wordt de begroting verhoogd tot 2,3 miljoen EUR, waarbij de bijdragen voor de huidige leden ongewijzigd blijven (om de bijdrage van nieuwe toetreders vast te stellen, wordt die bijdrage land per land en parallel aan die van de huidige leden berekend. Het bedrag dat van oprichtende leden wordt vereist, blijft ongewijzigd). Zodra de doelstelling is gehaald, heeft het aansluiten van nog meer landen tot gevolg dat alle leden en waarnemers die meer betalen dan de basisbijdrage voor deelname, minder moeten bijdragen (tenzij anders overeengekomen door de algemene vergadering).

4.

De jaarlijkse bijdragen zijn berekend overeenkomstig de procedures die zijn uiteengezet in artikel 17 van deze statuten, met de volgende specificaties:

a)

de basisbijdrage voor deelname is vastgesteld op 20 000 EUR in het eerste jaar en wordt de drie daaropvolgende jaren aangepast aan een inflatie van 3 %;

b)

het VK zal als gastland een hogere bijdrage betalen, die is overeengekomen op 1 000 000 EUR voor de eerste twee jaar, waarna de oorspronkelijke toezegging van 700 000 EUR, aangepast aan de inflatie, zal gelden;

c)

de leden doen een bijdrage voor het vereiste saldo dat wordt berekend overeenkomstig hun relatieve bbp, zoals blijkt uit gegevens van de Wereldbank over het bbp van 2009. Dit is alleen van toepassing op leden die een bijdrage van 20 000 EUR of meer zouden moeten betalen (afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 100 EUR);

d)

vanaf het tweede jaar is een inflatie van 3 % per jaar (samengesteld) van toepassing, behalve voor de hogere bijdragen van het VK voor de eerste twee jaar (waardoor dus de bijdrage voor andere landen dan het VK met iets meer dan 3 % zal toenemen);

e)

in dit stadium kunnen Zwitserland en Noorwegen op basis van hun wetgeving niet als lid toetreden tot het ERIC. Deze twee landen zullen deelnemen als waarnemer en zij zullen voldoen aan de jaarlijkse bijdrage die overeenkomstig deze toelichting wordt gevraagd.


Top