EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0920

Verordening (EU) nr. 920/2010 van de Commissie van 7 oktober 2010 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad Voor de EER relevante tekst

OJ L 270, 14.10.2010, p. 1–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 15 Volume 011 P. 86 - 137

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2013; opgeheven door 32013R0389

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/920/oj

14.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 270/1


VERORDENING (EU) Nr. 920/2010 VAN DE COMMISSIE

van 7 oktober 2010

inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 19,

Gezien Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (2), en met name artikel 6, lid 1, eerste alinea, tweede zin,

Na raadpleging van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG verplicht de Unie en haar lidstaten om voor het aanleggen en beheren van registers en van het CITL de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto toe te passen die zijn aangenomen bij Besluit 12/CMP.1 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen (hierna „Besluit 12/CMP.1”).

(2)

Op grond van artikel 19, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (hierna „ETS”) moeten alle emissierechten in het EU-register worden geboekt op rekeningen die door de lidstaten worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat de Kyoto-eenheden en emissierechten op dezelfde registerrekeningen kunnen worden geboekt, dient het register tevens te voldoen aan de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto die zijn aangenomen bij Besluit 12/CMP.1.

(3)

Op grond van artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG moet een onafhankelijk transactielogboek (hierna „EU-transactielogboek” of „EUTL”) worden aangelegd waarin de verlening, overdracht en annulering van emissierechten wordt vastgelegd. Op grond van artikel 6, lid 2, van Beschikking nr. 280/2004/EG moet informatie over verlening, bezit, overdracht, verwerving, annulering en afboeking van toegewezen eenheden, verwijderingseenheden, emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties en de overbrenging van toegewezen eenheden, emissiereductie-eenheden en gecertificeerde emissiereducties beschikbaar worden gesteld voor het transactielogboek.

(4)

Op grond van artikel 19, lid 3 van Richtlijn 2003/87/EG moet een verordening worden opgesteld inzake een gestandaardiseerd en beveiligd stelsel van registers in de vorm van elektronische gegevensbanken, die gemeenschappelijke gegevens bevatten om de verlening, het bezit, de overdracht en de annulering van emissierechten te volgen, om voor toegang van het publiek en de nodige geheimhouding te zorgen en om te waarborgen dat er geen overdrachten geschieden die met uit het Protocol van Kyoto voortvloeiende verplichtingen onverenigbaar zijn.

(5)

Elk register dat overeenkomstig artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG is ingesteld, dient ten minste één partijtegoedrekening, één afboekingsrekening en de bij Besluit 13/CMP.1 van de Conferentie van de partijen bij het UNFCCC waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen (hierna „Besluit 13/CMP.1”), vereiste annulerings- en vervangingsrekeningen te omvatten, en het EU-register dat overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG alle emissierechten bevat, dient de voor de tenuitvoerlegging van de voorschriften van die richtlijn vereiste beheerdersrekeningen en gebruikersrekeningen te omvatten. Elk van die rekeningen dient volgens gestandaardiseerde procedures te worden gecreëerd teneinde de integriteit van het registersysteem alsook de toegang van het publiek tot de in dat systeem vervatte informatie te garanderen.

(6)

Elk register dat overeenkomstig artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG is ingesteld, dient toegewezen eenheden (hierna „AAU's”) te verlenen overeenkomstig Besluit 13/CMP.1, terwijl emissierechten in het EU-register moeten worden verleend. Registers die overeenkomstig artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG zijn ingesteld, dienen een depot van AAU's aan te houden dat even groot is als het aantal door hen in het EU-register verleende emissierechten, zodat voor alle transacties met emissierechten aan het eind van elke periode de corresponderende overdrachten van AAU's via een aanzuiveringsmechanisme kunnen worden verricht.

(7)

Omdat de lidstaten geen invloed hebben op het aantal emissierechten dat rekeninghouders in hun registers opsparen, zouden mogelijke toekomstige internationale beperkingen op het sparen van AAU's die als depot voor verleende emissierechten dienen, grote problemen veroorzaken voor registers met een buitensporig aantal emissierechten. Om ervoor te zorgen dat de risico’s voor de lidstaten in dit opzicht gelijk over alle lidstaten worden gespreid, moet het aanzuiveringsmechanisme zodanig worden ingesteld dat bij de voltooiing ervan op de aanzuiveringsrekening van het EU-register een even groot aantal AAU's staat als de emissierechten die vanaf de periode 2008-2012 moeten worden gespaard.

(8)

Transacties met emissierechten binnen het EU-register moeten worden verricht via een communicatieverbinding waarop ook het EUTL is aangesloten, terwijl transacties met Kyoto-eenheden moeten worden verricht via een communicatieverbinding waarop zowel het EUTL als het internationale transactielogboek van het UNFCCC (hierna „ITL”) is aangesloten. Er dienen bepalingen te worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat lidstaten die geen krachtens het Protocol van Kyoto erkende AAU's kunnen verlenen omdat zij geen bindende emissiereductieverplichting hebben, gelijkwaardig kunnen blijven deelnemen aan de regeling voor de handel in emissierechten van de EU. In de periode 2008-2012 zou een dergelijke deelname anders niet mogelijk zijn, aangezien deze lidstaten, in tegenstelling tot alle andere lidstaten, geen emissierechten zouden kunnen verlenen die zijn gekoppeld aan krachtens het Protocol van Kyoto erkende AAU's. Deze gelijkwaardige deelname dient mogelijk te worden gemaakt via een specifiek mechanisme in het EU-register.

(9)

Om onregelmatigheden te voorkomen, dient het EUTL geautomatiseerde controles te verrichten op alle processen in het registersysteem die betrekking hebben op emissierechten, geverifieerde emissies, rekeningen en Kyoto-eenheden, en dient het ITL geautomatiseerde controles te verrichten op processen die betrekking hebben op Kyoto-eenheden. Processen die deze controles niet doorstaan, dienen te worden beëindigd om te garanderen dat transacties in het EU-registersysteem voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 2003/87/EG en de overeenkomstig het UNFCCC en het Protocol van Kyoto ontwikkelde voorschriften.

(10)

Er dienen passende en geharmoniseerde eisen inzake authenticering en toegangsrechten te worden opgelegd om de veiligheid van de in het geïntegreerde registersysteem bewaarde informatie te beschermen, en gegevens betreffende alle processen, exploitanten en personen in het registersysteem moeten worden bewaard.

(11)

De centrale administrateur dient ervoor te zorgen dat onderbrekingen in het functioneren van het registersysteem tot een minimum worden beperkt door alle stappen te ondernemen die redelijkerwijs mogen worden verwacht om de beschikbaarheid van het EU-register en van het EUTL te garanderen en door robuuste systemen en procedures op te zetten voor de bescherming van alle informatie.

(12)

Het registersysteem moet zodanig zijn georganiseerd dat de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de EU met ingang van 1 januari 2012 ook op de luchtvaart kan worden toegepast. De meeste taken die voortvloeien uit de herziening van de ETS, zoals vastgesteld in Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (3), dienen eerst met ingang van 1 januari 2013 te worden verricht. Deze voorschriften staan los van de functionaliteiten die in 2012 operationeel moeten zijn in verband met de opneming van luchtvaartactiviteiten in de ETS.

(13)

Omdat vliegtuigexploitanten een andere reeks emissierechten mogen inleveren dan exploitanten van installaties, moet voor hen een ander type rekening beschikbaar komen, de vliegtuigexploitanttegoedrekening. Bij de emissierechten die zijn verleend op grond van hoofdstuk II van de ETS-richtlijn over luchtvaart, gaat het om andere emissierechten dan die tot nu toe zijn verleend, omdat zij betrekking hebben op emissies die grotendeels niet onder het Protocol van Kyoto vallen. Als zodanig moeten zij als een apart soort emissierechten worden aangemerkt.

(14)

Op grond van Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (4), mogen Kyoto-eenheden of emissierechten die worden ondersteund met Kyoto-eenheden die door vliegtuigexploitanten zijn ingeleverd, uitsluitend worden afgeboekt tot even grote hoeveelheden als de binnenlandse luchtvaartemissies. Omdat de lidstaten geen invloed kunnen uitoefenen op de beslissing van de vliegtuigexploitanten om de hoofdstuk II-emissierechten of eenheden die kunnen worden afgeboekt, al dan niet in te leveren, dient er echter een gecentraliseerd inleverings- en herverdelingssysteem te worden opgezet waarmee wordt gewaarborgd dat door vliegtuigexploitanten ingeleverde eenheden die kunnen worden afgeboekt, worden verzameld en allereerst worden gebruikt om de binnenlandse luchtvaartemissies van alle lidstaten op gelijke wijze te dekken. De lidstaten moeten in een later stadium bepalen hoe zij aldus verzamelde eenheden die kunnen worden afgeboekt, gaan gebruiken.

(15)

Om de herziening van de ETS te verrichten en de opneming van de luchtvaart in 2012 mogelijk te maken, is het voldoende de huidige ETS-registerfuncties van de lidstaten op een technisch niveau te verenigen en de technische uitvoering van de registerfuncties van het Protocol van Kyoto over te laten aan de afzonderlijke door de lidstaten beheerde registers van het Protocol van Kyoto (hierna „PK-registers”).

(16)

Om de door Richtlijn 2009/29/EG aangebrachte wijzigingen door te voeren en de opneming van luchtvaartactiviteiten in de ETS in 2012 mogelijk te maken, is het voldoende de huidige ETS-registerfuncties van de lidstaten op een technisch niveau te verenigen en de technische uitvoering van de registerfuncties over te laten aan de afzonderlijke door de lidstaten beheerde registers, zolang als dit noodzakelijk is. Een dergelijke oplossing zou echter niet kosteneffectief zijn, omdat daarvoor in elke lidstaat uitgebreide parallelle weinig gebruikte informatietechnologiecapaciteit in stand zou moeten worden gehouden. Daarom is het doel van de Commissie en van de lidstaten om samen te werken aan het opzetten van een „geconsolideerd systeem van Europese registers” waarin de aan de PK-registers gerelateerde informatietechnologiefuncties van alle lidstaten worden samengebracht.

(17)

De bepalingen in deze verordening betreffende de boekhouding van emissierechten en Kyoto-eenheden en de mogelijkheid om het geconsolideerde systeem van Europese registers op te zetten, laat onverlet elk toekomstig besluit van de Europese Unie over de vraag of in een toekomstig internationaal klimaatverdrag een gezamenlijk EU-emissiereductiedoel of afzonderlijke nationale emissiereductiedoelen moeten worden vastgelegd.

(18)

Volgens artikel 19, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG moet er worden voorzien in procedures voor het beheer, ten behoeve van het EU-register, van wijzigingen en incidenten en in passende bepalingen inzake het waarborgen door het EU-register dat de lidstaten initiatieven kunnen nemen inzake efficiencyverbetering, het beheer van de administratiekosten en maatregelen inzake kwaliteitscontrole. Dat het EU-register alle emissierechten bevat, moet onverlet laten dat nationale registers voor emissies die niet onder de ETS vallen, worden bijgehouden en het EU-register moet dezelfde kwaliteit dienstverlening bieden als de nationale registers.

(19)

Omdat sinds 2009 het aantal gevallen van btw-fraude, witwaspraktijken en andere criminele activiteiten in het gehele registersysteem aanzienlijk is toegenomen, moeten er meer gedetailleerde en deugdelijke regels komen voor het controleren van identiteitsinformatie die door rekeninghouders en personen die de opening van een rekening aanvragen, wordt verstrekt. Daarnaast moeten de autoriteiten van een lidstaat de mogelijkheid krijgen om te weigeren een rekening te openen wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat de aanvrager het registersysteem voor frauduleuze doeleinden wil gebruiken. Ten slotte moeten er gedetailleerde regels komen om snel en effectief gegevens aan rechtshandhavingsinstanties te kunnen verstrekken, die vervolgens de aldus verkregen gegevens voor onderzoeksdoeleinden moeten kunnen gebruiken.

(20)

Verordening (EG) nr. 994/2008 van de Commissie van 8 oktober 2008 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) zal Verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van 21 december 2004 inzake een gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) met ingang van 2012 intrekken en vervangen. Omdat deze verordening de per 1 januari 2012 toepasselijke bepalingen op diverse regelgevende gebieden substantieel wijzigt, is het uit het oogpunt van duidelijkheid nodig dat Verordening (EG) nr. 994/2008 in haar geheel wordt ingetrokken en vervangen, waarbij de intrekking en vervanging van Verordening (EG) nr. 2216/2004 als voorzien in Verordening (EG) nr. 994/2008 van kracht blijft.

(21)

Aangezien Verordening (EG) nr. 2216/2004 tot eind 2011 van kracht blijft, zijn er met onmiddellijke ingang enkele gedeeltelijke wijzigingen van die verordening nodig. Deze wijzigingen betreffen de strijd tegen fraude en andere criminele activiteiten en het inleverproces. Voor de duidelijkheid moeten verouderde bepalingen eveneens worden geschrapt. Omdat de wijzigingen in verband met de fraudebestrijding en het inleverproces zo snel mogelijk moeten worden doorgevoerd, dient deze verordening onmiddellijk na de publicatie in werking te treden.

(22)

Verordening (EG) nr. 2216/2004 moet daarom met onmiddellijke ingang dienovereenkomstig worden gewijzigd. Die verordening moet met ingang van 1 januari 2012 worden ingetrokken.

(23)

Overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (7) en Besluit 13/CMP.1 dienen er regelmatig specifieke verslagen openbaar te worden gemaakt zodat de in het geïntegreerde registersysteem bewaarde informatie, behoudens bepaalde vertrouwelijkheidseisen, voor het publiek toegankelijk is.

(24)

De EU-wetgeving inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, met name Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8), Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (9) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (10), dient in acht te worden genomen wanneer deze van toepassing is op overeenkomstig deze verordening bewaarde en verwerkte informatie.

(25)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt algemene voorschriften alsook operationele en onderhoudseisen vast inzake het gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem dat bestaat uit registers en uit het onafhankelijke transactielogboek als bedoeld in artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG en artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG. Zij voorziet tevens in een systeem voor communicatie tussen het registersysteem en het internationale transactielogboek dat is aangelegd en wordt beheerd en bijgehouden door het secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC).

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening zijn de definities in artikel 3 van Richtlijn 2003/87/EG van toepassing. Voorts wordt verstaan onder:

1.   „rekeninghouder”: een persoon die in het bezit is van een rekening in het registersysteem;

2.   „centrale administrateur”: degene die overeenkomstig artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG door de Commissie is aangewezen;

3.   „bevoegde autoriteit”: de overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2003/87/EG door een lidstaat aangewezen autoriteit of autoriteiten;

4.   „PK-partij”: een partij bij het Protocol van Kyoto;

5.   „handelsplatform”: elk type multilaterale uitwisseling die meerdere koop- en verkoopintenties van derden samenbrengt of het samenbrengen daarvan vergemakkelijkt, zoals gedefinieerd in artikel 4 van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (11), waarbij de gekochte en verkochte intenties betrekking hebben op emissierechten of Kyoto-eenheden;

6.   „verificateur”: een verificateur zoals omschreven in bijlage I, punt 5, onder m), van Beschikking 2007/589/EG van de Commissie (12);

7.   „toegewezen eenheden” of „AAU’s”: overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Beschikking nr. 280/2004/EG verleende eenheden;

8.   „hoofdstuk II-emissierechten”: emissierechten die krachtens hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG worden verleend;

9.   „hoofdstuk III-emissierechten”: alle emissierechten die niet krachtens hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG worden verleend;

10.   „langetermijn-CER’s” of „lCER’s”: eenheden die zijn verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM die, afhankelijk van Besluit 5/CMP.1 van de Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen, afloopt aan het eind van de periode van emissiereductiecreditering voor de projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM waarvoor zij is verleend;

11.   „verwijderingseenheden” of „RMU’s”: overeenkomstig artikel 3 van het Protocol van Kyoto verleende eenheden;

12.   „tijdelijke CER’s” of „tCER’s”: eenheden die zijn verleend voor een projectactiviteit voor bebossing of herbebossing in het kader van het CDM die, afhankelijk van Besluit 5/CMP.1, afloopt aan het eind van de verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto volgend op die waarin zij is verleend;

13.   „proces”: een geautomatiseerd technisch middel om een handeling te verrichten die betrekking heeft op een rekening of een eenheid in een register;

14.   „transactie”: een proces dat de overdracht van een emissierecht of Kyoto-eenheid van de ene rekening naar de andere behelst;

15.   „inleveren”: de boeking van een emissierecht of een Kyoto-eenheid door een exploitant of vliegtuigexploitant tegen de geverifieerde emissies van diens installatie of vliegtuig;

16.   „annulering”: de definitieve afstoting van een Kyoto-eenheid door de bezitter ervan zonder deze tegen geverifieerde emissies te boeken;

17.   „afschrijving”: de definitieve afstoting van een emissierecht door de bezitter ervan zonder deze tegen geverifieerde emissies te boeken;

18.   „afboeking”: de boeking van een Kyoto-eenheid door een partij bij het Protocol van Kyoto tegen de gemelde emissies van die partij;

19.   „witwassen van geld”: praktijk als omschreven in artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (13);

20.   „ernstige strafbare feiten”: feiten als omschreven in artikel 3, punt 5, van Richtlijn 2005/60/EG;

21.   „financiering van terrorisme”: praktijk als omschreven in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 2005/60/EG;

22.   „registeradministrateur”: de registeradministrateur van het EU-register of een ander register van het Protocol van Kyoto.

23.   „nationale administrateur”: de entiteit die verantwoordelijk is voor het beheer namens een lidstaat van een reeks gebruikersrekeningen in het EU-register die tot het rechtsgebied van een lidstaat behoren, en die is aangewezen overeenkomstig artikel 6;

24.   „administrateur van een rekening”: de administrateur die is aangesteld voor een specifiek type rekening als bedoeld in de derde kolom van tabel I-1 in bijlage I.

HOOFDSTUK II

HET REGISTERSYSTEEM

Artikel 3

Registers

1.   Teneinde hun verplichtingen als PK-partijen en op grond van artikel 6 van Beschikking nr. 280/2004/EG na te leven om te garanderen dat een nauwkeurige boekhouding van Kyoto-eenheden wordt gevoerd, beheren elke lidstaat en de EU een register (hierna „PK-register”) in de vorm van een gestandaardiseerde elektronische databank die voldoet aan de eisen van het UNFCCC betreffende registers, en in het bijzonder de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1 van de Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen.

2.   Teneinde hun verplichtingen op grond van artikel 19 van Richtlijn 2003/87/EG na te leven om te garanderen dat een nauwkeurige boekhouding van emissierechten wordt gevoerd, gebruiken de lidstaten vanaf 1 januari 2012 het EU-register, dat tevens zal functioneren als een PK-register voor de Europese Gemeenschap als een afzonderlijke PK-partij. Het EU-register biedt de nationale administrateurs en rekeninghouders alle processen die in hoofdstuk IV tot en met VI worden beschreven.

3.   Als uitzondering op lid 1 hoeven lidstaten die geen AAU’s kunnen verlenen om een andere reden dan dat door het UNFCCC is bepaald dat zij niet in aanmerking komen voor de overdracht van ERU's, AAU's en CER's overeenkomstig de bepalingen van Besluit 11/CMP.1 van de Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen (hierna „lidstaten zonder PK-register”), geen PK-register in te stellen.

4.   Het EU-register en elk ander PK-register voldoen aan de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1, alsook aan de hardware-, netwerk-, software- en beveiligingsvereisten die zijn uiteengezet in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

Artikel 4

EU-transactielogboek

1.   Teneinde haar verplichtingen op grond van artikel 20 van Richtlijn 2003/87/EG na te leven om een onafhankelijk transactielogboek bij te houden waarin de verlening, de overdracht en de annulering van emissierechten worden vastgelegd en gecontroleerd, brengt de Commissie het EU-transactielogboek („EUTL”) tot stand in de vorm van een gestandaardiseerde elektronische databank. Het EUTL dient tevens om alle informatie over het bezit en de overdracht van Kyoto-eenheden, die overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Beschikking nr. 280/2004/EG beschikbaar is gesteld, vast te leggen.

2.   De centrale administrateur beheert het EUTL en houdt dit bij overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

3.   Het EUTL kan alle in artikel 3, lid 2, bedoelde processen controleren en vastleggen en voldoet aan de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1, alsook aan de hardware-, netwerk-, en -softwarevereisten die zijn uiteengezet in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

4.   Het EUTL kan alle in de hoofdstukken IV tot en met VI beschreven processen vastleggen.

Artikel 5

Communicatieverbindingen tussen de registers, het ITL en het EUTL

1.   Het EU-register en elk ander PK-register houden een communicatieverbinding met het internationale transactielogboek van het UNFCCC (hierna „ITL”) in stand om transacties te communiceren waarbij Kyoto-eenheden naar of vanuit andere PK-registers worden overgedragen.

2.   Het EUTL houdt tevens een communicatieverbinding met het ITL in stand om de in lid 1 bedoelde overdrachten vast te leggen en te controleren. Hiertoe communiceert het ITL alle voorgestelde overdrachten waarbij een PK-register betrokken is, aan het EUTL voordat de overdracht wordt vastgelegd.

3.   Het EU-register houdt tevens een directe communicatieverbinding met het EUTL in stand om transacties waarbij emissierechten worden overgedragen, alsook de in hoofdstuk IV beschreven processen inzake rekeningbeheer te controleren en vast te leggen. Alle transacties betreffende emissierechten vinden plaats binnen het EU-register en worden door het EUTL, niet door het ITL vastgelegd en gecontroleerd.

4.   Het Comité klimaatverandering kan besluiten de externe communicatieverbindingen, de infrastructuur voor de informatietechnologie, toegangsprocedures voor de gebruikersrekening en de mechanismen voor het beheer van de PK-rekeningen van het EU-register samen met die van alle andere PK-registers onder te brengen in een geconsolideerd systeem van Europese registers, die door de centrale administrateur wordt bijgehouden. Wanneer dit besluit is goedgekeurd, stelt de Commissie wijzigingen op deze verordening voor en stelt zij de bepalingen vast voor de toepassing van een geconsolideerd systeem van Europese registers.

5.   De centrale administrateur kan een beperkte communicatieverbinding tot stand brengen tussen het EUTL en het register van een toetredingsland om deze registers in staat te stellen via het EUTL met het ITL te communiceren en om geverifieerde emissiegegevens van exploitanten in het EUTL vast te leggen. Deze registers moeten met succes alle voor registers vereiste test- en initialisatieprocedures doorlopen alvorens deze communicatieverbinding tot stand wordt gebracht.

Artikel 6

Nationale administrateurs en PK-registeradministrateurs

1.   Iedere lidstaat wijst een nationale administrateur aan. De lidstaat heeft toegang tot zijn eigen rekeningen en de rekeningen in het EU-register die tot zijn rechtsgebied behoren, en beheert deze via zijn nationale administrateur. De nationale administrateur van iedere lidstaat fungeert tevens als de administrateur van zijn PK-register. De PK-registeradministrateur beheert het PK-register van zijn lidstaat en houdt het bij overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

2.   De centrale administrateur beheert het EU-register en houdt het bij. De centrale administrateur fungeert tevens als de PK-registeradministrateur van het PK-registerdeel van het EU-register.

3.   De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat er geen belangenconflict bestaat tussen de nationale administrateurs, de centrale administrateur en de houders van gebruikersrekeningen.

4.   Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de identiteit en de contactgegevens van zijn nationale administrateur.

5.   De Commissie coördineert de tenuitvoerlegging van deze verordening met de registeradministrateur van elke lidstaat en de centrale administrateur. De Commissie raadpleegt met name de werkgroep van administrateurs van het Comité klimaatverandering over kwesties en procedures die verband houden met het beheer van de registers en de tenuitvoerlegging van deze verordening. De werkgroep van administrateurs legt gemeenschappelijke operationele procedures voor de tenuitvoerlegging van deze verordening vast, met inbegrip van procedures voor het beheer van wijzigingen en incidenten met het oog op het EU-register. Het reglement van orde van de werkgroep van registeradministrateurs wordt vastgesteld door het Comité klimaatverandering.

6.   De centrale administrateur, de bevoegde autoriteiten en de nationale administrateurs voeren alleen processen uit wanneer dit nodig is om hun respectieve taken te vervullen.

HOOFDSTUK III

EENHEDEN

Artikel 7

Eenheden

1.   Het EU-register kan hoofdstuk II-emissierechten en hoofdstuk III-emissierechten bevatten.

2.   Elk PK-register en het EU-register kunnen AAU’s, ERU’s, CER’s, RMU’s, lCER’s en tCER’s (gezamenlijk „Kyoto-eenheden”) bevatten.

HOOFDSTUK IV

REKENINGEN

AFDELING 1

Bepalingen die voor alle rekeningen gelden

Artikel 8

Rekeningen

1.   Het EU-register bevat de rekeningen die worden genoemd onder „II. Beheerdersrekeningen in het EU-register” en „III. Gebruikersrekeningen in het EU-register” in bijlage I.

2.   Het EU-register en elk ander PK-register bevatten de rekeningen die worden genoemd onder „I. PK-partijrekeningen in PK-registers” in bijlage I.

3.   Het type eenheden dat elk type rekening mag bevatten, wordt vermeld in bijlage I en het type transacties dat door elk type rekening mag worden geïnitieerd of ontvangen, wordt vermeld in bijlage II.

Artikel 9

Rekeningstatus

1.   Voor de status van de rekening gelden de volgende mogelijkheden: open, inactief, geblokkeerd of afgesloten.

2.   Vanaf geblokkeerde rekeningen kunnen geen processen worden geïnitieerd, behalve het inleveren van eenheden, het invoeren van geverifieerde emissies en het bijwerken van de gegevens van de rekeningen.

3.   Vanaf afgesloten rekeningen kunnen geen processen worden geïnitieerd. Een afgesloten rekening kan niet worden heropend en er kunnen geen eenheden naar worden overgedragen.

Artikel 10

Het beheer van rekeningen

1.   Aan iedere rekening is een administrateur toegewezen die de rekening namens een lidstaat of namens de EU beheert.

2.   In de derde kolom van tabel I-1 in bijlage I staat welke administrateur bij welk type rekening hoort.

3.   De administrateur van een rekening heeft tot taak een rekening te openen, de toegang daartoe op te schorten of deze af te sluiten, vertegenwoordigers goed te keuren die gemachtigd zijn om wijzigingen in de rekeninggegevens door te voeren die door de administrateur moeten worden goedgekeurd, en transacties te initiëren indien de rekeninghouder daarom overeenkomstig artikel 19, lid 4, verzoekt.

4.   De gebruikersrekeningen vallen onder de wetgeving en behoren tot het rechtsgebied van de lidstaat van hun administrateur en de eenheden op die rekeningen worden geacht zich op het grondgebied van die lidstaat te bevinden.

Artikel 11

Kennisgevingen van de administrateurs

De centrale administrateur stelt de houder en de administrateur van een EU-registerrekening in kennis van de initiëring en afwikkeling of beëindiging van elk proces dat met de rekening verband houdt, via een geautomatiseerd mechanisme dat wordt beschreven in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

AFDELING 2

Openen en bijwerken van rekeningen

Artikel 12

Opening van PK-partijrekeningen en beheerdersrekeningen

1.   De Commissie geeft de centrale administrateur opdracht de PK-partijrekeningen van de EU en alle beheerdersrekeningen in het EU-register te openen, behalve de nationale emissierechttegoedrekeningen.

2.   De bevoegde instantie van de lidstaat geeft de nationale administrateur opdracht zijn nationale emissierechttegoedrekening in het EU-register te openen.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde opdrachten bevatten de in bijlage III vermelde informatie.

4.   Binnen 20 werkdagen na het ontvangen van de opdracht opent de registeradministrateur of de centrale administrateur de PK-partijrekening of de beheerdersrekening.

Artikel 13

Opening van persoonstegoedrekeningen in het EU-register

1.   Een aanvraag voor het openen van een persoonstegoedrekening in het EU-register wordt ingediend bij de nationale administrateur van een lidstaat. De persoon die de opening van de rekening aanvraagt, verstrekt de informatie die door de nationale administrateur wordt verlangd en die ten minste de gegevens van bijlage IV omvat.

2.   De lidstaat van de nationale administrateur kan verlangen dat EU-personen die de opening van de rekening aanvragen, hun permanente verblijfplaats of registratie hebben in de lidstaat van de nationale administrateur die de rekening beheert.

3.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set informatie zoals op grond van de leden 1 en 2 is vereist, en na de goedkeuring van het benodigde aantal gemachtigde vertegenwoordigers krachtens artikel 20, opent de nationale administrateur een persoonstegoedrekening in het EU-register of deelt hij de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, mee dat hij weigert de rekening te openen.

4.   Indien de nationale administrateur weigert de rekening te openen, kan de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht, bezwaar maken tegen deze weigering. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht de rekening te openen of bekrachtigt zij de weigering via een met redenen omkleed besluit. Redenen om de opening van een rekening te weigeren, kunnen zijn dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, voorwerp is van onderzoek omdat hij betrokken is bij fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen, of enige andere reden die in de nationale wetgeving wordt genoemd.

Artikel 14

Opening van handelsplatformtegoedrekeningen in het EU-register

1.   Handelsplatforms kunnen een aanvraag indienen voor het openen van een handelsplatformtegoedrekening in het EU-register. Deze aanvraag wordt ingediend bij de nationale administrateur van een lidstaat die de opening van een handelsplatformtegoedrekening toestaat. De persoon die de opening van de rekening aanvraagt, verstrekt de informatie die door de nationale administrateur wordt verlangd en die de gegevens van bijlage IV en bijlage V omvat.

2.   Handelsplatforms moeten voldoen aan de technische eisen die worden beschreven in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties. De lidstaat van de nationale administrateur kan verlangen dat EU-personen die de opening van de rekening aanvragen, hun permanente verblijfplaats of registratie hebben in de lidstaat van de nationale administrateur die de rekening beheert.

3.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van alle informatie die op grond van de leden 1 en 2 is vereist, en na de goedkeuring van het benodigde aantal gemachtigde vertegenwoordigers krachtens artikel 20, opent de nationale administrateur een handelsplatformtegoedrekening in het EU-register of deelt hij de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, mee dat hij weigert de rekening te openen.

4.   Indien de nationale administrateur weigert de rekening te openen, kan de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht, bezwaar maken tegen deze weigering. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht de rekening te openen of bekrachtigt zij de weigering via een met redenen omkleed besluit. Redenen om de opening van een rekening te weigeren, kunnen zijn dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, voorwerp is van onderzoek omdat hij betrokken is bij fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen, of enige andere reden die in de nationale wetgeving wordt genoemd.

Artikel 15

Opening van exploitanttegoedrekeningen in het EU-register

1.   Binnen 20 werkdagen na de inwerkingtreding van een broeikasgasemissievergunning voor de exploitatie van een nieuwe installatie verstrekt de bevoegde autoriteit die de vergunning verleent, de nationale administrateur van haar lidstaat de in bijlage VII beschreven informatie, en de exploitant verzoekt de nationale administrateur een exploitanttegoedrekening in het EU-register te openen.

2.   Indien de bevoegde autoriteit daartoe beslist, mag de in lid 1 bedoelde informatie ook door de exploitant aan de nationale administrateur worden verstrekt binnen de in lid 1 vastgestelde termijn.

3.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van alle in lid 1 bedoelde informatie en na de goedkeuring van het benodigde aantal gemachtigde vertegenwoordigers krachtens artikel 20, opent de nationale administrateur voor elke installatie een aparte exploitanttegoedrekening in het EU-register.

Artikel 16

Opening van vliegtuigexploitanttegoedrekeningen in het EU-register

1.   Binnen 20 werkdagen na de goedkeuring van het monitoringplan van een vliegtuigexploitant of per 1 januari 2012, naargelang welke datum de laatste is, verstrekt de bevoegde autoriteit haar nationale administrateur de in bijlage VIII beschreven informatie, en de vliegtuigexploitant verzoekt de nationale administrateur een vliegtuigexploitanttegoedrekening in het EU-register te openen. Iedere vliegtuigexploitant krijgt één vliegtuigexploitanttegoedrekening.

2.   Indien de bevoegde autoriteit daartoe beslist, mag de in lid 1 bedoelde informatie ook door de exploitant aan de nationale administrateur worden verstrekt binnen de in lid 1 vastgestelde termijn.

3.   Binnen 40 werkdagen na de ontvangst van de in lid 1 bedoelde informatie en na de goedkeuring van het benodigde aantal gemachtigde vertegenwoordigers krachtens artikel 20, opent de nationale administrateur voor elke vliegtuigexploitant een aparte vliegtuigexploitanttegoedrekening in het EU-register.

Artikel 17

Opening van verificateursrekeningen in het EU-register

1.   Een aanvraag voor de opening van een verificateursrekening in het EU-register wordt ingediend bij de nationale administrateur. De persoon die de opening van de rekening aanvraagt, verstrekt de informatie die door de nationale administrateur wordt verlangd en die de gegevens van bijlage IV en bijlage V omvat.

2.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van alle in lid 1 bedoelde informatie en na de goedkeuring van het benodigde aantal gemachtigde vertegenwoordigers krachtens artikel 20, opent de nationale administrateur de verificateursrekening in het EU-register.

Artikel 18

Voorwaarden van rekeninghouderschap

Dit artikel bevat geen bepalingen.

Artikel 19

Gemachtigde vertegenwoordigers

1.   Voor iedere rekening zijn er ten minste twee gemachtigde vertegenwoordigers. De gemachtigde vertegenwoordiger initieert transacties en andere processen namens de rekeninghouder via de website van het register.

2.   De administrateur van de rekening kan toestaan dat er extra gemachtigde vertegenwoordigers aan rekeningen worden toegewezen die de rekening mogen inzien of wier instemming vereist is, naast die van een gemachtigde vertegenwoordiger, om een verzoek in te dienen om processen uit te voeren.

3.   De administrateur van de rekening kan de houders van gebruikersrekeningen toestaan hun rekeningen toegankelijk te maken via een handelsplatform. Rekeninghouders die hun rekening via een handelsplatform toegankelijk maken, dragen als gemachtigde vertegenwoordiger een persoon voor die reeds de gemachtigde vertegenwoordiger van een handelsplatformtegoedrekening is.

4.   Indien de gemachtigde vertegenwoordiger geen toegang heeft tot het internet, kan hij de administrateur van de rekening verzoeken namens hem transacties te initiëren, mits de administrateur zulke verzoeken toestaat en de toegang niet is opgeschort overeenkomstig artikel 27.

5.   In de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties kan voor elk type rekening een maximumaantal gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers worden aangegeven. Een nationale administrateur mag voor zijn rekening een lager maximum vaststellen, maar het minimumaantal gemachtigde vertegenwoordigers moet drie zijn.

6.   Gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers moeten natuurlijke personen zijn van boven de 18 jaar. Alle gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers van één rekening moeten verschillende personen zijn, maar dezelfde persoon kan wel een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger voor meer dan één rekening zijn. De lidstaat van de nationale administrateur kan verlangen dat ten minste één van de gemachtigde vertegenwoordigers van de gebruikersrekeningen een permanente ingezetene is in de lidstaat van de nationale administrateur die de rekening beheert.

Artikel 20

Voordragen en goedkeuren van gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers

1.   Wanneer een aanvraag wordt gedaan om een rekening te openen, draagt de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, ten minste twee gemachtigde vertegenwoordigers voor en die persoon kan extra gemachtigde vertegenwoordigers voordragen indien dit door de administrateur van de rekening wordt toegestaan.

2.   Wanneer hij een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger voordraagt, verstrekt de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, de door de administrateur vereiste informatie. Die informatie bestaat ten minste uit de documenten en identificatiegegevens betreffende de voorgedragen persoon zoals beschreven in bijlage IX.

3.   Binnen 20 werkdagen na de ontvangst van een volledige set informatie zoals op grond van lid 2 is vereist, keurt de nationale administrateur een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger goed of deelt hij de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, mee dat hij weigert tot goedkeuring over te gaan. Wanneer de beoordeling van de informatie over de voorgedragen persoon meer tijd vergt, kan de administrateur het beoordelingsproces eenmaal met 20 extra werkdagen verlengen en de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, van deze verlenging in kennis stellen.

4.   Indien de nationale administrateur weigert een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger goed te keuren, kan de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht, bezwaar maken tegen deze weigering. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht zijn goedkeuring te verlenen of bekrachtigt zij de weigering via een met redenen omkleed besluit. Redenen om goedkeuring te weigeren, kunnen zijn dat de persoon die als gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger wordt voorgedragen, voorwerp is van onderzoek omdat hij betrokken is bij fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen, of enige andere reden die in de nationale wetgeving wordt genoemd.

5.   De gemachtigde vertegenwoordiger van de centrale ETS-aanzuiveringsrekening fungeert als de gemachtigde vertegenwoordiger van de centrale administrateur. De gemachtigde vertegenwoordiger van elke nationale emissierechttegoedrekening fungeert als de gemachtigde vertegenwoordiger van de nationale administrateur voor de lidstaat die houder is van de nationale emissierechttegoedrekening.

Artikel 21

Bijwerking van rekeninginformatie en informatie over gemachtigde vertegenwoordigers

1.   Alle rekeninghouders stellen de administrateur van de rekening binnen 10 werkdagen in kennis van alle wijzigingen in de informatie die is verstrekt ten behoeve van de opening van een rekening en van de voordracht van een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger. Vliegtuigexploitanten stellen de administrateur binnen 10 werkdagen van hun rekening in kennis, indien zij met een of meer vliegtuigexploitanten zijn gefuseerd of indien zij in twee of meer vliegtuigexploitanten zijn gesplitst. Indien de rekeninghouder bij de opening van de rekening of de voordracht van een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger bewijzen moest overleggen voor een specifiek onderdeel van de informatie, dient de kennisgeving van de wijzigingen eveneens vergezeld te gaan van de vereiste bewijzen. Binnen 15 werkdagen na ontvangst van deze kennisgeving en de bijgaande bewijzen werkt de administrateur van de rekening de informatie over de rekeninghouder bij of weigert deze bij te werken en brengt de rekeninghouder daarvan op de hoogte. Bezwaar tegen zulke weigeringen kan worden aangetekend bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht, overeenkomstig de artikelen 13, lid 4, 14, lid 4 of 20, lid 4.

2.   De houder van een persoonstegoedrekening, een handelsplatformtegoedrekening, een verificateursrekening of een vliegtuigexploitanttegoedrekening mag zijn rekening niet aan een andere persoon verkopen of afstaan. De houder van een exploitanttegoedrekening mag zijn exploitanttegoedrekening uitsluitend verkopen of afstaan samen met de installatie die met de exploitanttegoedrekening is verbonden.

3.   Een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger mag zijn status als zodanig niet aan een andere persoon overdragen.

4.   Elke rekeninghouder kan de terugtrekking van gemachtigde vertegenwoordigers bekendmaken, mits er ten minste twee gemachtigde vertegenwoordigers overblijven. Binnen 10 werkdagen na ontvangst van deze kennisgeving verwijdert de verantwoordelijke administrateur de gemachtigde vertegenwoordiger.

5.   Elke rekeninghouder kan nieuwe gemachtigde vertegenwoordigers of extra gemachtigde vertegenwoordigers voordragen overeenkomstig de in artikel 20 beschreven procedure.

6.   Indien een vliegtuigexploitant overeenkomstig de in artikel 18 bis van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde procedure of in verband met de uitbreiding van de Europese Unie onder een andere administrerende lidstaat komt te vallen, brengt de centrale administrateur de nationale administrateur van de bijbehorende vliegtuigexploitanttegoedrekening daarvan op de hoogte. Wanneer een vliegtuigexploitanttegoedrekening een andere administrateur krijgt, kan de nieuwe administrateur van de vliegtuigexploitant verlangen dat hij de informatie betreffende de opening van de rekening overlegt die door de nieuwe administrateur overeenkomstig artikel 16 wordt verlangd, alsook de informatie over gemachtigde vertegenwoordigers die door de nieuwe administrateur overeenkomstig artikel 20 wordt verlangd.

7.   Behalve indien de uitzondering van lid 6 zich voordoet, vinden er geen wijzigingen plaats wat betreft de lidstaat die voor het beheer van een rekening verantwoordelijk is.

AFDELING 3

Afsluiten van rekeningen

Artikel 22

Afsluiting van PK-partijrekeningen, beheerdersrekeningen, persoonstegoedrekeningen en handelsplatformtegoedrekeningen

Binnen 10 werkdagen na ontvangst van een aanvraag van de rekeninghouder om een PK-partijtegoedrekening in het EU-register, een beheerdersrekening, een persoonstegoedrekening of een handelsplatformtegoedrekening af te sluiten, sluit de administrateur van de desbetreffende rekening de rekening af.

Artikel 23

Afsluiting van exploitanttegoedrekeningen

1.   Binnen 10 werkdagen na de intrekking of inlevering van een broeikasgasemissievergunning voor een installatie, die bijgevolg niet langer door een dergelijke vergunning gedekt is, stelt de bevoegde autoriteit de nationale administrateur daarvan in kennis. Wanneer de bevoegde autoriteit verneemt dat een installatie gesloten is zonder dat zij daarvan op de hoogte is gebracht, stelt zij de nationale administrateur daarvan eveneens binnen 10 werkdagen in kennis. Binnen 10 werkdagen na de kennisgeving door de bevoegde autoriteit voert de nationale administrateur in het EU-register de datum in waarop de broeikasgasemissievergunning vervalt. Wanneer een installatie wordt gesloten terwijl de vergunning niet is vervallen, wordt de door de bevoegde autoriteit meegedeelde sluitingsdatum als de vervaldatum van de vergunning geregistreerd.

2.   De nationale administrateur kan uiterlijk 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarin de vergunning is vervallen, exploitanttegoedrekeningen afsluiten indien de desbetreffende installatie ten minste een even groot aantal emissierechten en Kyoto-eenheden heeft ingeleverd als haar geverifieerde emissies.

Artikel 24

Afsluiting van vliegtuigexploitanttegoedrekeningen

Vliegtuigexploitanttegoedrekeningen worden uitsluitend door de nationale administrateur afgesloten indien de bevoegde autoriteit hem opdracht heeft gegeven dat te doen omdat de bevoegde autoriteit heeft ontdekt dat de vliegtuigexploitant met een andere vliegtuigexploitant is gefuseerd of al zijn werkzaamheden die onder bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG vallen, permanent heeft gestaakt, hetzij via kennisgeving door de rekeninghouder hetzij via andere bewijzen.

Artikel 25

Afsluiting van verificateursrekeningen

1.   Binnen 10 werkdagen na ontvangst van een aanvraag van een verificateur om zijn rekening af te sluiten, sluit de nationale administrateur de verificateursrekening af.

2.   De bevoegde autoriteit kan de nationale administrateur eveneens opdracht geven een verificateursrekening af te sluiten wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de accreditatie van de verificateur is verstreken of ingetrokken,

b)

de verificateur heeft zijn werkzaamheden gestaakt.

Artikel 26

Positief saldo op af te sluiten rekeningen

1.   Indien een rekening die door een administrateur overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 25 en 28 moet worden afgesloten een positief saldo aan emissierechten of Kyoto-eenheden te zien geeft, verzoekt de administrateur de rekeninghouder eerst een andere rekening die door dezelfde administrateur wordt beheerd, te vermelden waarop de betrokken emissierechten of Kyoto-eenheden moeten worden overgedragen. Indien de exploitant niet binnen 40 kalenderdagen op het verzoek van de administrateur heeft gereageerd, kan de administrateur de emissierechten naar zijn nationale emissierechttegoedrekening in het EU-register en de Kyoto-eenheden naar een PK-partijtegoedrekening in zijn PK-register overdragen.

2.   Indien een rekening waartoe de toegang overeenkomstig artikel 27, lid 3, is opgeschort, een positief saldo aan emissierechten of Kyoto-eenheden te zien geeft, kan de bevoegde autoriteit in haar opdracht overeenkomstig artikel 28, lid 1, verlangen dat de emissierechten onmiddellijk naar de desbetreffende nationale emissierechttegoedrekening en de Kyoto-eenheden onmiddellijk naar de desbetreffende PK-partijtegoedrekening worden overgebracht.

AFDELING 4

Opschorten van de toegang tot rekeningen

Artikel 27

Opschorting van de toegang tot rekeningen

1.   Een administrateur kan voor een gemachtigde vertegenwoordiger of een extra gemachtigde vertegenwoordiger de toegang tot rekeningen in zijn register of tot processen waartoe deze normaal toegang heeft, opschorten indien de administrateur weet of redelijkerwijs kan aannemen dat de gemachtigde vertegenwoordiger:

a)

heeft gepoogd toegang te verkrijgen tot rekeningen of processen waarvoor hij geen toegangsmachtiging bezit;

b)

herhaaldelijk heeft gepoogd toegang te verkrijgen tot een rekening of proces met gebruikmaking van een niet-correcte gebruikersnaam of een niet-correct wachtwoord; of

c)

heeft gepoogd of poogt de veiligheid van het register of het registersysteem te ondermijnen.

2.   Een administrateur kan voor alle gemachtigde vertegenwoordigers of extra gemachtigde vertegenwoordigers de toegang tot een specifieke rekening opschorten wanneer aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

de rekeninghouder is overleden zonder dat er een wettelijke opvolger was of hield op als rechtspersoon te bestaan;

b)

de rekeninghouder heeft de door hem verschuldigde vergoedingen niet betaald;

c)

de rekeninghouder heeft de op de rekening toepasselijke voorwaarden geschonden;

d)

de rekeninghouder was het niet eens met de wijzigingen in de voorwaarden die door de nationale administrateur en de centrale administrateur zijn vastgesteld;

e)

de rekeninghouder heeft geen bewijzen verstrekt met betrekking tot de wijzigingen in de rekeninginformatie en evenmin bewijzen met betrekking tot nieuwe voorschriften voor de rekeninginformatie;

f)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan het vereiste minimumaantal gemachtigde vertegenwoordigers voor de rekening;

g)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan de eis van de lidstaat dat de gemachtigde vertegenwoordiger een permanente verblijfplaats heeft in de lidstaat van de administrateur van de rekening;

h)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan de eis van de lidstaat dat de rekeninghouder een permanente verblijfplaats of registratie heeft in de lidstaat van de administrateur van de rekening.

3.   De nationale administrateur kan de toegang tot een persoonstegoedrekening of een handelsplatformtegoedrekening opschorten, indien hij van mening is dat de opening van die rekeningen overeenkomstig artikel 13, lid 3, of artikel 14, lid 3, had moeten zijn geweigerd.

4.   De administrateur van de rekening maakt de opschorting onmiddellijk ongedaan wanneer voor de situatie die aanleiding tot de opschorting gaf, een oplossing is gevonden.

5.   De rekeninghouder kan overeenkomstig de leden 1 en 3 binnen 30 kalenderdagen tegen de opschorting van de toegang bezwaar maken bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht de toegang te herstellen of bekrachtigt zij de opschorting via een met redenen omkleed besluit.

6.   De bevoegde autoriteit, of in geval van rekeningen in het EU-register de centrale administrateur, kan de administrateur eveneens opdracht geven tot opschorting over te gaan.

7.   Wanneer de toegang tot een handelsplatformtegoedrekening wordt opgeschort, zal de administrateur ook de toegang tot gebruikersrekeningen via het handelsplatform overeenkomstig artikel 19, lid 3, opschorten. Wanneer voor gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers de toegang tot een handelsplatformtegoedrekening wordt opgeschort, zal de administrateur ook hun toegang tot gebruikersrekeningen via het handelsplatform overeenkomstig artikel 19, lid 3, opschorten.

8.   Wanneer de houder van een exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening vanwege opschortingen overeenkomstig de leden 1 en 2 niet binnen 10 werkdagen vóór de in artikel 12, lid 2, onder a), en lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG bedoelde inlevertermijn aan zijn verplichtingen op dit gebied heeft kunnen voldoen, levert de nationale administrateur, indien de rekeninghouder daarom verzoekt en na overlegging van bewijsstukken omtrent de identiteit van de gemachtigde vertegenwoordiger, het door de rekeninghouder opgegeven aantal emissierechten, CER’s en ERU’s in.

Artikel 28

Afsluiting van rekeningen en verwijdering van gemachtigde vertegenwoordigers op initiatief van de administrateur

1.   Indien voor de situatie die aanleiding geeft tot opschorting van de toegang tot rekeningen krachtens artikel 27, niet binnen een redelijke termijn een oplossing wordt gevonden ondanks herhaalde kennisgevingen, kan de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht geven zulke persoonstegoedrekeningen of handelsplatformtegoedrekeningen waarvoor de toegang is opgeschort, af te sluiten.

2.   Indien het saldo op een persoonstegoedrekening nul bedraagt en gedurende een jaar geen transacties zijn geregistreerd, kan de nationale administrateur de rekeninghouder ervan in kennis stellen dat de persoonstegoedrekening binnen 40 werkdagen wordt afgesloten, tenzij hij binnen die termijn een verzoek van de rekeninghouder ontvangt om de persoonstegoedrekening te handhaven. Indien de nationale administrateur geen dergelijk verzoek van de rekeninghouder ontvangt, kan de nationale administrateur de rekening afsluiten.

3.   De nationale administrateur sluit een exploitanttegoedrekening af wanneer de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht heeft gegeven de rekening af te sluiten omdat redelijkerwijs geen verdere inlevering van emissierechten door de exploitant van de installatie te verwachten is.

4.   De nationale administrateur kan een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger verwijderen indien hij van mening is dat de goedkeuring van de gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 20, lid 3, had moeten worden geweigerd en met name indien hij erachter komt dat de bij de voordracht overhandigde documenten en identificatiegegevens frauduleus of niet correct waren.

5.   De rekeninghouder kan bij de bevoegde instantie binnen 30 kalenderdagen bezwaar maken tegen de afsluiting van zijn rekening overeenkomstig lid 1 of tegen de verwijdering van zijn gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger overeenkomstig lid 4. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de nationale administrateur opdracht de rekening te heropenen of de gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger in ere te herstellen of bekrachtigt zij de afsluiting of verwijdering via een met redenen omkleed besluit.

HOOFDSTUK V

GEVERIFIEERDE EMISSIES EN NALEVING

Artikel 29

Geverifieerde emissiegegevens voor een installatie of vliegtuigexploitant

1.   Alvorens de jaarlijkse emissiegegevens in het EU-register in te voeren, selecteren elke exploitant en vliegtuigexploitant een verificateur uit de verificateurs die geregistreerd staan bij de nationale administrateur die hun rekening beheert. Indien een exploitant of vliegtuigexploitant tevens een verificateur is, mag hij zichzelf niet als verificateur selecteren.

2.   De nationale administrateur voert de emissiegegevens voor een bepaald jaar in tussen 1 januari en 31 maart van het daaropvolgende jaar. Emissiegegevens voor een installatie mogen voor een bepaald jaar ook tijdens dat jaar worden ingevoerd indien de broeikasgasvergunning van die installatie reeds is vervallen. De bevoegde autoriteit kan besluiten dat niet de nationale administrateur, maar de rekeninghouder of de verificateur (met inbegrip van bevoegde autoriteiten die als verificateur fungeren) tot taak heeft de emissiegegevens binnen de hierboven vastgestelde termijn in te voeren.

3.   De jaarlijkse emissiegegevens worden verstrekt in het in bijlage X beschreven formaat.

4.   Na succesvolle verificatie, overeenkomstig artikel 15, eerste alinea, van Richtlijn 2003/87/EG, van een verslag van een exploitant over de emissies van een installatie in een eerder jaar of van het verslag van een vliegtuigexploitant over de emissies van alle luchtvaartactiviteiten die hij in een eerder jaar heeft verricht, keurt de verificateur de jaarlijkse geverifieerde emissies goed.

5.   De overeenkomstig lid 4 goedgekeurde emissies worden door de nationale administrateur in het EU-register als geverifieerd aangemerkt. De bevoegde autoriteit kan besluiten dat niet de nationale administrateur, maar de verificateur tot taak heeft emissies in het EU-register als geverifieerd aan te merken.

6.   De bevoegde autoriteit kan de nationale administrateur opdracht geven de jaarlijkse geverifieerde emissies voor een installatie of een vliegtuigexploitant te corrigeren, met het oog op de naleving van de krachtens bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG door de lidstaat vastgestelde nadere voorschriften, door de gecorrigeerde geverifieerde of geraamde emissies voor die installatie of vliegtuigexploitant voor dat jaar in te voeren in het EU-register.

7.   Indien op 1 mei van elk jaar geen geverifieerd emissiecijfer in het EU-register is opgeslagen voor een installatie of vliegtuigexploitant voor een eerder jaar of indien het geverifieerde emissiecijfer aantoonbaar onjuist was, wordt een eventueel vervangend geraamd emissiecijfer dat in het EU-register wordt ingevoerd, zo nauwkeurig mogelijk berekend overeenkomstig de door de lidstaat krachtens bijlage V van Richtlijn 2003/87/EG vastgestelde nadere voorschriften.

Artikel 30

Blokkeren van rekeningen doordat geen geverifieerde emissies zijn ingevoerd

1.   Indien op 1 april van elk jaar de jaarlijkse geverifieerde emissies van een installatie of vliegtuigexploitant voor het voorgaande jaar niet zijn opgeslagen in het EU-register, zet het EU-register de bijbehorende exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening in de status „geblokkeerd”.

2.   Wanneer alle ontbrekende geverifieerde emissies van de installatie of vliegtuigexploitant voor dat jaar in het EU-register zijn opgeslagen, zet het EU-register de rekening in de status „open”.

Artikel 31

Berekening van nalevingsstatuscijfers

1.   Op 1 mei van elk jaar bepaalt het EU-register het nalevingsstatuscijfer voor het voorgaande jaar voor iedere installatie en vliegtuigexploitant met een open of geblokkeerde exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening door van de som van alle emissierechten, CER's en ERU's die voor de lopende periode zijn ingeleverd, de som van alle geverifieerde emissies in de lopende periode tot en met het lopende jaar af te trekken, waarbij een correctiefactor wordt toegepast.

2.   De in lid 1 bedoelde correctiefactor bedraagt nul indien het nalevingsstatuscijfer van het laatste jaar van de voorgaande periode groter was dan nul, maar wordt gehandhaafd op het niveau van het nalevingsstatuscijfer van het laatste jaar van de voorgaande periode indien dit cijfer kleiner is dan of gelijk is aan nul.

3.   Het EU-register registreert het nalevingsstatuscijfer voor iedere installatie en vliegtuigexploitant voor elk jaar.

Artikel 32

Inactieve vliegtuigexploitanttegoedrekeningen

1.   Indien binnen de termijn als bedoeld in artikel 12, lid 2 bis, van Richtlijn 2003/87/EG voor de inlevering van emissierechten een geverifieerde emissiewaarde van 0 in het EU-register wordt ingevoerd voor een vliegtuigexploitant voor het voorgaande jaar overeenkomstig artikel 29, zet het EU-register de bijbehorende vliegtuigexploitanttegoedrekening in de status „inactief”.

2.   Het EU-register zet de rekening in de status „open” wanneer de geverifieerde emissiewaarde voor het jaar voorafgaand aan het lopende jaar geen 0 is.

HOOFDSTUK VI

TRANSACTIES

AFDELING 1

Toewijzing en verlening van emissierechten

Artikel 33

Tabel in het nationale toewijzingsplan (NAP)

1.   Het EUTL bevat voor iedere lidstaat één NAP-tabel voor de periode 2008-2012. In de NAP-tabellen is de volgende informatie opgenomen:

a)

het totale aantal emissierechten dat aan installaties moet worden verleend: in één vak het totale aantal emissierechten dat aan installaties zal worden verleend voor de periode waarop het NAP betrekking heeft;

b)

het totale aantal emissierechten dat niet is toegewezen aan bestaande installaties (reserve): in één vak het totale aantal (verleende of aangekochte) emissierechten dat beschikbaar wordt gehouden voor nieuwkomer-installaties of om te worden geveild voor de periode waarop het NAP betrekking heeft;

c)

jaren: in afzonderlijke vakken voor elk jaar waarop het NAP betrekking heeft, in stijgende volgorde;

d)

de installatie-identificatiecode van elke installatie die op dat moment een geldige vergunning heeft: in afzonderlijke vakken in stijgende volgorde. De vermelde installaties omvatten de overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2003/87/EG unilateraal opgenomen installaties maar niet de overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/87/EG tijdelijk uitgesloten installaties;

e)

toegewezen emissierechten: de voor een bepaald jaar aan een bepaalde installatie toe te wijzen emissierechten worden opgenomen in het vak dat het betreffende jaar met de identificatiecode van die installatie verbindt.

2.   De NAP-tabellen worden opgemaakt volgens het in bijlage XI bedoelde formaat.

Artikel 34

EU-luchtvaarttoewijzingstabel

1.   Het EUTL bevat voor het jaar 2012 één EU-luchtvaarttoewijzingstabel. In deze tabel wordt de volgende informatie verstrekt:

a)

het aantal hoofdstuk II-emissierechten dat in 2012 in de EU moet worden toegewezen;

b)

het aantal hoofdstuk II-emissierechten dat reeds kosteloos is toegewezen aan elke in de tabel genoemde rekeninghouder;

c)

het aantal hoofdstuk II-emissierechten dat nog niet door de lidstaten is toegewezen, per lidstaat;

d)

de identiteit van de ontvangers van de toewijzing (in geval van emissierechten die door middel van een veiling zijn toegewezen, is de ontvanger de veilingmeester).

2.   De EU-toewijzingstabel wordt opgemaakt volgens het in bijlage XII bedoelde formaat.

Artikel 35

Invoer in het EUTL van NAP-tabellen

1.   Uiterlijk 12 maanden voor de aanvang van de periode 2008-2012 stelt elke lidstaat de Commissie in kennis van zijn NAP-tabel, die het resultaat is van het krachtens artikel 11, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG genomen besluit.

2.   Indien de NAP-tabel gebaseerd is op het aan de Commissie meegedeelde NAP dat niet is verworpen krachtens artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG of waarop de Commissie de voorgestelde wijzigingen heeft aanvaard, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht de NAP-tabel in het EUTL in te voeren.

Artikel 36

Invoer van toewijzingsbesluiten in de EU-luchtvaarttoewijzingstabel

Indien de toewijzingsbesluiten over de hoofdstuk II-emissierechten die de lidstaten krachtens artikel 3 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG met betrekking tot het jaar 2012 hebben genomen, in overeenstemming zijn met Richtlijn 2003/87/EG, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht om de toewijzingsbesluiten in de EU-luchtvaarttoewijzingstabel in het EUTL in te voeren.

Artikel 37

Correctie van NAP-tabellen

1.   Voor de periode 2008-2012 brengt de nationale administrateur correcties aan op de NAP-tabel in het EUTL zonder de Commissie daarvan vooraf in kennis te stellen, wanneer:

a)

een nieuwkomer een toewijzing heeft gekregen;

b)

de lidstaat de reserve via de aankoop van emissierechten heeft aangevuld;

c)

de vergunning van een installatie is vervangen en toewijzingen die nog niet op haar rekening zijn geboekt, naar de reserve worden overgebracht;

d)

een installatie in twee of meer installaties is gesplitst;

e)

twee of meer installaties in één installatie zijn verenigd.

Deze correcties hebben geen invloed op de totale hoeveelheid verleende emissierechten die in de NAP-tabel worden vermeld.

2.   Een lidstaat stelt de Commissie in kennis van elke andere correctie op zijn NAP dan bedoeld in lid 1, samen met de corresponderende correctie in zijn NAP-tabel. Indien de correctie in de NAP-tabel gebaseerd is op het aan de Commissie meegedeelde NAP dat niet is verworpen krachtens artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG of waarop de Commissie wijzigingen heeft aanvaard, en die correctie het resultaat is van verbeteringen in gegevens, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht de corresponderende correctie in te voeren in de NAP-tabel die in het EUTL is opgenomen.

3.   Indien overeenkomstig lid 2 een correctie is aangebracht na de verlening of toewijzing van emissierechten en door die correctie de totale hoeveelheid voor de periode 2008-2012 verleende emissierechten wordt verlaagd, draagt de nationale administrateur het door het EU-register opgegeven aantal en type emissierechten over naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten voor de desbetreffende periode.

Artikel 38

Correctie van de EU-luchtvaarttoewijzingstabel

1.   De nationale administrateur kan de corresponderende correcties op de EU-luchtvaarttoewijzingstabel in het EUTL aanbrengen zonder de Commissie daarvan vooraf in kennis te stellen, wanneer:

a)

er een nieuwe vliegtuigexploitant is bijgekomen;

b)

een veilingmeester hoofdstuk II-emissierechten toegewezen heeft gekregen vanwege het veilen;

c)

een vliegtuigexploitant in twee of meer vliegtuigexploitanten is gesplitst;

d)

twee of meer vliegtuigexploitanten tot één vliegtuigexploitant zijn gefuseerd.

2.   Deze correcties hebben geen invloed op de totale hoeveelheid hoofdstuk II-emissierechten die in de EU-luchtvaarttoewijzingstabel worden vermeld.

3.   Een lidstaat stelt de Commissie in kennis van elke andere dan in lid 1 bedoelde correctie die nodig is om een te royale toewijzing, veroorzaakt door een fout van de Commissie of een lidstaat, te herstellen, en die betrekking heeft op zijn toewijzingsbesluit over hoofdstuk II-emissierechten die hij krachtens artikel 3 sexies, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG genomen heeft. Indien de correctie in overeenstemming is met Richtlijn 2003/87/EG, geeft de Commissie de centrale administrateur opdracht de EU-luchtvaarttoewijzingstabel op grond van dit besluit te corrigeren en in het EUTL in te voeren.

4.   Nadat overeenkomstig lid 2 een correctie is aangebracht na de toewijzing van hoofdstuk II-emissierechten krachtens artikel 41 en door die correctie de totale hoeveelheid voor de periode 2008-2012 verleende hoofdstuk II-emissierechten wordt verlaagd, draagt de nationale administrateur het door de centrale administrateur opgegeven aantal emissierechten over naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten voor de desbetreffende periode.

5.   Indien het bij een fusie tussen vliegtuigexploitanten gaat om exploitanten die door verschillende lidstaten worden geadministreerd, wordt de in lid 1, onder d), bedoelde correctie aangebracht door de nationale administrateur die de vliegtuigexploitant administreert waarvan de toewijzing moet opgaan in de toewijzing van een andere vliegtuigexploitant. Alvorens de correctie uit te voeren, moet toestemming worden verkregen van de nationale administrateur die de vliegtuigexploitant administreert die in zijn toewijzing de toewijzing van de gefuseerde vliegtuigexploitant opneemt.

Artikel 39

Verlening van hoofdstuk III-emissierechten

1.   Nadat de NAP-tabel in het EUTL is ingevoerd, zal de nationale administrateur uiterlijk 28 februari van het eerste jaar van de periode 2008-2012:

a)

een even groot aantal AAU’s die voor de periode 2008-2012 zijn verleend, als de hoeveelheid te verlenen hoofdstuk III-emissierechten overdragen van een PK-partijtegoedrekening naar de ETS-AAU-depotrekening;

b)

het in de NAP-tabel vermelde totale aantal hoofdstuk III-emissierechten op zijn nationale emissierechttegoedrekening in het EU-register bijschrijven.

2.   Alvorens de handelingen in paragraaf 1 te verrichten, delen de PK-registeradministrateurs de rekening-ID van de aangewezen ETS-AAU-depotrekening in hun PK-register aan de centrale administrateur mee.

3.   Het EU-register kent aan elk emissierecht een unieke eenheidsidentificatiecode toe na verlening van dit recht overeenkomstig lid 1.

4.   Lidstaten zonder PK-register verrichten de handeling in lid 1, onder a), niet.

Artikel 40

Toewijzing van hoofdstuk III-emissierechten

1.   Onverminderd de artikelen 37 en 47 draagt de nationale administrateur uiterlijk 28 februari van elk jaar het aandeel in het totale aantal verleende hoofdstuk III-emissierechten dat overeenkomstig de desbetreffende afdeling van de NAP-tabel voor dat jaar aan een installatie is toegewezen, van de nationale emissierechttegoedrekening over naar de overeenkomstige open exploitanttegoedrekening.

2.   De nationale administrateur kan dat aandeel elk jaar op een latere datum overdragen wanneer daarin voor een installatie is voorzien in het NAP van de lidstaat.

3.   Indien een installatie extra hoofdstuk III-emissierechten in de NAP-tabel krijgt toegewezen als gevolg van correcties krachtens artikel 37, draagt de nationale administrateur de extra toegewezen hoofdstuk III-emissierechten voor het lopende jaar over van de nationale emissierechttegoedrekening naar de overeenkomstige open exploitanttegoedrekening op het moment waarop hij daartoe van de bevoegde autoriteit opdracht krijgt.

Artikel 41

Toewijzing van hoofdstuk II-emissierechten

1.   Nadat de EU-luchtvaarttoewijzingstabel in het EUTL is ingevoerd, creëert de nationale administrateur uiterlijk 28 februari 2012 een hoeveelheid hoofdstuk II-emissierechten op iedere open vliegtuigexploitanttegoedrekening die even groot is als het aantal rechten dat voor dat jaar in de EU-luchtvaarttoewijzingstabel aan de houder van die rekening is toegewezen.

2.   Het EU-register kent aan elk emissierecht een unieke eenheidsidentificatiecode toe nadat dit recht overeenkomstig lid 1 is gecreëerd.

3.   Indien een rekeninghouder extra hoofdstuk II-emissierechten in de EU-luchtvaarttoewijzingstabel krijgt toegewezen als gevolg van correcties krachtens artikel 38, creëert de nationale administrateur, wanneer de bevoegde autoriteit hem daartoe opdracht geeft, een extra hoeveelheid toegewezen hoofdstuk II-emissierechten op elke open vliegtuigexploitanttegoedrekening die even groot is als het aantal extra rechten dat voor het lopende jaar in de EU-luchtvaarttoewijzingstabel aan de houder van die rekening is toegewezen.

4.   Wanneer er op een inactieve vliegtuigexploitanttegoedrekening niet overeenkomstig lid 1 emissierechten worden bijgeschreven, dan worden deze emissierechten niet op de rekening gecreëerd mocht deze vervolgens in de status „open” worden gezet.

Artikel 42

Toewijzing van hoofdstuk III-emissierechten na verkoop door een lidstaat

Indien hij tijdens de periode 2008-2012 na een verkoop in de periode 2008-2012 van hoofdstuk III-emissierechten door een lidstaat daartoe opdracht krijgt van de bevoegde autoriteit, draagt de nationale administrateur een hoeveelheid hoofdstuk III-emissierechten over van de nationale emissierechttegoedrekening naar de door de bevoegde autoriteit aangewezen tegoedrekening.

AFDELING 2

Overdrachten van emissierechten en Kyoto-eenheden

Artikel 43

Overdrachten van emissierechten door rekeninghouders

Op verzoek van een rekeninghouder verricht het EU-register alle overdrachten van de op zijn EU-registerrekening aanwezige emissierechten naar enige andere rekening in het EU-register, tenzij dergelijke overdrachten onmogelijk zijn door de status van de initiatiefnemende rekening of het type emissierechten dat de verwervende rekening overeenkomstig artikel 8, lid 3, kan bevatten.

Artikel 44

Overdrachten van Kyoto-eenheden door rekeninghouders

Op verzoek van een rekeninghouder verricht het EU-register alle overdrachten van de op zijn EU-registerrekening aanwezige Kyoto-eenheden naar enige andere rekening in het EU-register of in een PK-register, tenzij dergelijke overdrachten onmogelijk zijn door de status van de initiatiefnemende rekening of de Kyoto-eenheden die de verwervende rekening overeenkomstig artikel 8, lid 3, kan bevatten.

Artikel 45

Minimumtegoeden van hoofdstuk III-emissierechten op tegoedrekeningen in het EU-register die door dezelfde lidstaat worden beheerd

1.   Indien een voorgestelde overdracht van emissierechten door een rekeninghouder overeenkomstig artikel 43 ertoe leidt dat het totale aantal hoofdstuk III-emissierechten voor de periode 2008-2012 die op alle door de nationale administrateur van een specifieke lidstaat beheerde rekeningen van het EU-register staan, lager wordt dan het aantal Kyoto-eenheden dat in het PK-register van die lidstaat krachtens Besluit 11/CMP.1 als reserve voor de verbintenisperiode aanwezig moet zijn, minus het aantal Kyoto-eenheden dat op dat tijdstip in het PK-register van die lidstaat aanwezig is op andere rekeningen dan de ETS-AAU-depotrekening en de annuleringsrekening, weigert het EUTL de voorgestelde overdracht.

2.   Indien een voorgestelde overdracht van emissierechten door een rekeninghouder overeenkomstig artikel 43 ertoe leidt dat het totale aantal hoofdstuk III-emissierechten voor de periode 2008-2012 die op alle door de nationale administrateurs van de vijftien oudste lidstaten beheerde rekeningen van het EU-register staan, lager wordt dan het aantal Kyoto-eenheden dat in de PK-registers van die lidstaten krachtens Besluit 11/CMP.1 als reserve van de Europese Unie voor de verbintenisperiode aanwezig moet zijn, minus het aantal Kyoto-eenheden dat op dat tijdstip in de PK-registers van die lidstaten aanwezig is op andere rekeningen dan de ETS-AAU-depotrekeningen en de annuleringsrekeningen, weigert het EUTL de voorgestelde overdracht.

AFDELING 3

Inlevering van emissierechten, ERU's en CER's

Artikel 46

Inlevering van emissierechten

1.   Een exploitant of vliegtuigexploitant levert emissierechten voor de periode 2008-2012 in door het EU-register te verzoeken:

a)

een opgegeven aantal emissierechten voor de periode 2008-2012 over te brengen van de desbetreffende exploitanttegoedrekening of vliegtuigexploitanttegoedrekening naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten;

b)

het aantal en type overgedragen emissierechten dat is ingeleverd voor de emissies van de installatie van de exploitant of de emissies van de vliegtuigexploitant in de lopende periode, als zodanig te registreren.

2.   Hoofdstuk II-emissierechten kunnen uitsluitend door vliegtuigexploitanten worden ingeleverd.

3.   Een emissierecht dat reeds is ingeleverd, kan niet opnieuw worden ingeleverd.

Artikel 47

Inlevering van emissierechten in opdracht van de bevoegde autoriteit

Indien de bevoegde autoriteit daartoe opdracht geeft, levert de nationale administrateur het aandeel in het totale aantal verleende emissierechten dat voor een bepaald jaar aan een installatie of vliegtuigexploitant is toegewezen, geheel of gedeeltelijk in, door het aantal emissierechten dat voor die installatie of vliegtuigexploitant voor de lopende periode wordt ingeleverd te registreren.

Artikel 48

Inlevering van CER’s en ERU’s

1.   Een exploitant die overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG CER’s en ERU’s inlevert, verzoekt het EU-register:

a)

een opgegeven aantal CER’s of ERU’s voor de periode 2008-2012 over te brengen van de desbetreffende exploitanttegoedrekening naar:

i)

een PK-partijtegoedrekening van de administrerende lidstaat, indien de rekeningen door lidstaten met een PK-register worden beheerd;

ii)

de annuleringsrekening van het EU-register, indien de rekeningen door lidstaten zonder een PK-register worden beheerd;

b)

het aantal overgedragen CER's en ERU’s dat is ingeleverd voor de emissies van de installatie van de exploitant in de lopende periode, als zodanig te registreren.

2.   Een vliegtuigexploitant die overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG CER’s en ERU’s inlevert, verzoekt het EU-register:

a)

een opgegeven aantal CER’s of ERU’s voor de periode 2008-2012 over te brengen van de desbetreffende vliegtuigexploitanttegoedrekening naar de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten in het EU-register;

b)

het aantal overgedragen CER's en ERU’s dat is ingeleverd voor de emissies van de vliegtuigexploitant in de lopende periode, als zodanig te registreren.

3.   Het EU-register staat slechts de inlevering van CER’s en ERU’s toe tot:

a)

de maximale hoeveelheid die door de nationale administrateur van een exploitanttegoedrekening is vastgesteld, in geval van exploitanten;

b)

voor 2012,15 % van het aantal emissierechten dat krachtens artikel 12, lid 2 bis, van Richtlijn 2003/87/EG dient te worden ingeleverd, in geval van vliegtuigexploitanten.

4.   Het EU-register verwerpt alle verzoeken voor de inlevering van CER's en ERU's die het maximumaantal CER’s en ERU’s dat de exploitanten van een lidstaat overeenkomstig het NAP van de lidstaat mogen inleveren, overschrijden.

5.   Het EU-register verwerpt alle verzoeken voor de inlevering van CER’s of ERU’s die overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG niet in de ETS mogen worden gebruikt.

6.   Een CER of ERU die reeds is ingeleverd, kan niet opnieuw worden ingeleverd noch worden overgedragen naar een exploitant- of persoonstegoedrekening binnen de EU-ETS.

7.   Het EU-register voorziet in geautomatiseerde processen om ervoor te zorgen dat rekeninghouders niet op grond van de artikelen 46 en 48 eenheden op onjuiste rekeningen kunnen inleveren.

AFDELING 4

Afschrijving van emissierechten en annulering van Kyoto-eenheden

Artikel 49

Afschrijving van emissierechten

1.   Het EU-register voert elk verzoek van een rekeninghouder overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG tot afschrijving van op diens rekeningen aanwezige emissierechten uit door:

a)

een opgegeven aantal emissierechten over te dragen van de desbetreffende rekening naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten; en

b)

het aantal overgedragen emissierechten te registreren als geschrapt voor het lopende jaar.

2.   Geschrapte emissierechten worden niet geregistreerd als ingeleverd voor emissies.

3.   Het EU-register verwerpt het verzoek tot schrapping van emissierechten indien het wordt gedaan door de houder van een rekening die door een lidstaat zonder PK-register wordt beheerd en dit ertoe zou leiden dat de overeenkomstig artikel 52 voor die lidstaat berekende minimale gedeponeerde hoeveelheid lager zou zijn dan de voor die lidstaat overeenkomstig artikel 53 berekende portaalhoeveelheid.

Artikel 50

Annulering van Kyoto-eenheden

Het EU-register voert elk verzoek van een rekeninghouder overeenkomstig artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2003/87/EG tot annulering van op diens rekeningen aanwezige Kyoto-eenheden uit, door een opgegeven type en aantal Kyoto-eenheden over te dragen van de desbetreffende rekening naar de annuleringsrekening in het PK-register van de administrateur van de rekening.

AFDELING 5

Terugdraaien van een transactie

Artikel 51

Terugdraaien van definitief afgeronde processen die per vergissing zijn geïnitieerd

1.   Indien een rekeninghouder of een registeradministrateur die namens de rekeninghouder optreedt, onopzettelijk of per vergissing een van de in lid 2 genoemde transacties heeft geïnitieerd, kan de rekeninghouder de administrateur van zijn rekening in een schriftelijk verzoek voorstellen de afgeronde transactie terug te draaien. Het verzoek wordt naar behoren ondertekend door de gemachtigde vertegenwoordiger(s) van de rekeninghouder die het type terug te draaien transactie mag (mogen) initiëren, en uiterlijk vijf werkdagen na de definitieve afronding van het proces ingediend. Dit verzoek bevat een verklaring dat de transactie onopzettelijk of per vergissing werd geïnitieerd.

2.   Rekeninghouders kunnen voorstellen de volgende transacties terug te draaien:

a)

toewijzing van hoofdstuk III-emissierechten;

b)

toewijzing van hoofdstuk II-emissierechten;

c)

inlevering van emissierechten;

d)

inlevering van CER's en ERU's;

e)

afschrijving van emissierechten;

f)

annulering van Kyoto-eenheden.

3.   Indien de administrateur van de rekening vaststelt dat het verzoek aan de voorwaarden van lid 1 voldoet en de administrateur stemt in met het verzoek, kan hij voorstellen de transactie in het EU-register terug te draaien.

4.   Het EU-register aanvaardt het voorstel tot terugdraaien, blokkeert de eenheden die door de terugdraaiing moeten worden overgedragen en zendt het voorstel aan de centrale administrateur mits aan alle van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de terug te draaien transactie is niet meer dan 30 werkdagen voordat het voorstel van de administrateur van de rekening overeenkomstig lid 3 wordt ingediend, afgerond;

b)

geen enkele exploitant voldoet als gevolg van de terugdraaiing niet langer aan de eisen voor een eerder jaar;

c)

de bestemmingsrekening van de terug te draaien transactie bevat nog steeds het aantal eenheden van het type waarop de terug te draaien transactie betrekking had;

d)

de terug te draaien transactie is nog niet gevolgd door een vermindering overeenkomstig artikel 52 van de minimale gedeponeerde hoeveelheid na een overboeking op grond van de terug te draaien transactie;

e)

de toewijzing van te retourneren hoofdstuk III-emissierechten vond plaats nadat de vergunning van de installatie was vervallen.

5.   De centrale administrateur keurt het voorstel binnen 10 werkdagen goed. Wanneer de terug te draaien transactie de overdracht van Kyoto-eenheden van het ene naar het andere PK-register behelst, wordt deze goedkeuring uitsluitend verleend indien de administrateur van het ITL ermee instemt de transactie in het ITL terug te draaien.

6.   Het EU-register kan de terugdraaiing voltooien met verschillende eenheden van hetzelfde type eenheid die op de bestemmingsrekening staan van de transactie die wordt teruggedraaid.

AFDELING 6

Boekhoudmechanismen

Artikel 52

Minimale gedeponeerde hoeveelheid op de ETS-AAU-depotrekening

1.   Het EUTL registreert een minimale gedeponeerde hoeveelheid voor elke lidstaat. Bij lidstaten met PK-registers voorkomt het EUTL dat Kyoto-eenheden vanaf hun ETS-AAU-depotrekening worden overgedragen indien daardoor het aantal Kyoto-eenheden op de ETS-AAU-depotrekening onder de minimale gedeponeerde hoeveelheid uitkomt. Bij lidstaten zonder PK-register is de minimale gedeponeerde hoeveelheid een waarde die bij de aanzuivering wordt gebruikt.

2.   Het EUTL voegt aan de minimale gedeponeerde hoeveelheid een hoeveelheid toe nadat overeenkomstig artikel 39 hoofdstuk III-emissierechten zijn verleend, waarbij de toevoeging gelijk is aan het aantal verleende hoofdstuk III-emissierechten.

3.   Het EUTL brengt op de minimale gedeponeerde hoeveelheid een hoeveelheid in mindering onmiddellijk nadat:

a)

hoofdstuk III-emissierechten overeenkomstig artikel 37, lid 3, zijn overgedragen naar de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten doordat hoofdstuk III-emissierechten na de toewijzing ervan naar beneden zijn bijgesteld, waarbij de mindering gelijk is aan het aantal overgedragen hoofdstuk III-emissierechten;

b)

Kyoto-eenheden opzij zijn gelegd tegen de inlevering van hoofdstuk III-emissierechten door vliegtuigexploitanten overeenkomstig artikel 54, waarbij de mindering gelijk is aan het opzij gelegde aantal;

c)

Kyoto-eenheden zijn geannuleerd tegen de afschrijving van hoofdstuk III-emissierechten overeenkomstig artikel 55, lid 1, waarbij de mindering gelijk is aan de geannuleerde hoeveelheid;

d)

emissierechten krachtens artikel 55, lid 2, zijn afgeschreven, waarbij de mindering gelijk is aan de afgeschreven hoeveelheid.

4.   De centrale administrateur brengt een hoeveelheid in mindering op de minimale in het EUTL geregistreerde gedeponeerde hoeveelheid nadat de aanzuiveringstransacties overeenkomstig artikel 56 hebben plaatsgevonden. De mindering is gelijk aan het totale aantal hoofdstuk III-emissierechten dat is ingeleverd door de gebruikersrekeningen die voor de periode 2008-2012 door de nationale administrateur van de lidstaat worden beheerd; plus de aanzuiveringswaarde die overeenkomstig artikel 56, lid 3, is berekend.

Artikel 53

Portaalhoeveelheid en portaaldepotrekening

1.   Het EUTL registreert een portaalhoeveelheid voor elke lidstaat zonder PK-register.

2.   Het EUTL voegt een hoeveelheid aan de portaalhoeveelheid toe nadat hoofdstuk III-emissierechten zijn overgedragen van een door een lidstaat zonder PK-register beheerde gebruikersrekening naar een door een andere lidstaat beheerde gebruikersrekening, waarbij de toevoeging gelijk is aan het aantal overgedragen hoofdstuk III-emissierechten.

3.   Het EUTL brengt op de portaalhoeveelheid een hoeveelheid in mindering nadat hoofdstuk III-emissierechten zijn overgedragen van een door een lidstaat beheerde gebruikersrekening naar een door een lidstaat zonder PK-register beheerde gebruikersrekening, waarbij de mindering gelijk is aan het aantal overgedragen hoofdstuk III-emissierechten.

4.   Het EUTL staat geen overdracht van hoofdstuk III-emissierechten vanaf door een lidstaat zonder PK-register beheerde rekeningen toe wanneer het gevolg daarvan is dat een portaalhoeveelheid groter wordt dan het aantal Kyoto-eenheden op de portaaldepotrekening voor die lidstaat.

5.   Tot 1 juli 2013 of de afsluiting van de in artikel 56 bedoelde aanzuivering, naargelang welke datum de laatste is, staat het EUTL geen overdracht van Kyoto-eenheden vanaf de portaaldepotrekening voor een specifieke lidstaat zonder PK-register toe wanneer het gevolg daarvan is dat de tegoeden op de portaaldepotrekening voor die lidstaat kleiner worden dan de portaalhoeveelheid.

6.   Na 1 juli 2013 of de afsluiting van de in artikel 56 bedoelde aanzuivering, naargelang welke datum de laatste is, zet de centrale administrateur de portaalhoeveelheid terug op nul en maakt hij de portaaldepotrekening leeg via overdrachten die hij in onderstaande volgorde uitvoert:

a)

overdrachten overeenkomstig artikel 54, lid 2;

b)

overdrachten naar de ETS-AAU-depotrekening van de lidstaat die via het portaal wordt bediend, tot de hoeveelheid die nodig is om alle hoofdstuk III-emissierechten overeenkomstig artikel 57 te kunnen sparen;

c)

overdrachten naar de PK-partijtegoedrekening van de Europese Unie tot het aantal van eerdere overdrachten van die rekening naar de portaaldepotrekening;

d)

overdrachten naar de PK-partijtegoedrekening van de lidstaat die via de portaaldepotrekening wordt bediend.

Artikel 54

Opzij leggen van AAU’s tegen de inlevering van hoofdstuk III-emissierechten door vliegtuigexploitanten

1.   Uiterlijk 5 mei 2013 en elk volgend jaar dragen de PK-registeradministrateurs van lidstaten met PK-registers een even groot aantal AAU’s naar de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten in het EU-register over als het aantal hoofdstuk III-emissierechten dat overeenkomstig artikel 46 door vliegtuigexploitanten voor de lopende periode is ingeleverd tussen 1 mei van het voorgaande jaar en 30 april van het huidige jaar.

2.   Uiterlijk 1 juli 2013 of wanneer het aanzuiveringsproces in artikel 56 is afgesloten, naargelang welke datum de laatste is, draagt de centrale administrateur vanaf de portaaldepotrekening van een lidstaat zonder PK-register een even groot aantal Kyoto-eenheden naar de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten in het EU-register over als de kleinste van onderstaande hoeveelheden:

a)

het totale aantal hoofdstuk III-emissierechten dat is ingeleverd vanaf vliegtuigexploitanttegoedrekeningen die door die lidstaat zonder PK-register worden beheerd;

b)

het totale aantal eenheden op de portaalrekening.

Artikel 55

Annulering van Kyoto-eenheden ter compensatie van afschrijvingen van hoofdstuk III-emissierechten

1.   Uiterlijk 5 mei 2013 en elk volgend jaar draagt elke PK-registeradministrateur een aantal AAU's, ERU's of CER's, maar geen lCER's of tCER's, over naar de annuleringsrekening in het EU-register. De overgedragen hoeveelheid is gelijk aan het aantal hoofdstuk III-emissierechten dat overeenkomstig artikel 49 van door zijn lidstaat beheerde gebruikersrekeningen is afgeschreven tussen 1 mei van het voorgaande jaar en 30 april van het huidige jaar.

2.   Als uitzondering op lid 1 hoeft een registeradministrateur naar de annuleringsrekening in het EU-register geen hoeveelheden AAU’s, ERU’s of CER’s in een even groot aantal als de afschrijvingen over te dragen wanneer die afschrijvingen aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

a)

de afschrijving werd verricht op een rekening die wordt beheerd door een lidstaat zonder PK-register;

b)

de afschrijving vond plaats na 30 april van het jaar volgend op het laatste jaar van de periode.

Artikel 56

Aanzuivering van overdrachten van emissierechten

1.   Om ervoor te zorgen dat overdrachten van hoofdstuk III-emissierechten tussen rekeningen die door nationale administrateurs van verschillende lidstaten worden beheerd, worden gevolgd door de overdracht van een even groot aantal Kyoto-eenheden tussen PK-registers, zijn na de periode 2008-2012 de leden 2 tot en met 4 van toepassing.

2.   Op de eerste werkdag na 1 juni 2013 of de dag nadat alle wijzigingen op de minimale gedeponeerde hoeveelheden in verband met het naar beneden bijstellen van het aantal emissierechten als bedoeld in artikel 52, lid 3, onder a), zijn voltooid, naargelang welke datum de laatste is, berekent de centrale administrateur een aanzuiveringswaarde voor elke lidstaat en stelt de nationale administrateurs daarvan in kennis.

3.   Voor lidstaten met een PK-register is de aanzuiveringswaarde gelijk aan:

a)

de minimale gedeponeerde hoeveelheid op 1 juni, minus;

b)

het totale aantal hoofdstuk III-emissierechten dat is ingeleverd door de exploitanten die voor de periode 2008-2012 door de nationale administrateur van de lidstaat worden geadministreerd.

4.   Voor lidstaten zonder PK-register is de aanzuiveringswaarde gelijk aan de portaalhoeveelheid zoals deze op 1 juni 2013 overeenkomstig artikel 53 wordt berekend.

5.   Binnen vijf werkdagen na de in lid 2 bedoelde kennisgeving draagt elke PK-registeradministrateur wiens lidstaat een positieve aanzuiveringswaarde heeft, een aantal AAU’s over dat gelijk is aan de aanzuiveringswaarde van de centrale ETS-aanzuiveringsrekening in het EU-register. Bij lidstaten zonder PK-register wordt deze overdracht door de centrale administrateur verricht vanaf de portaaldepotrekening voor de lidstaat zonder PK-register.

6.   Binnen vijf werkdagen na de afsluiting van de in lid 5 bedoelde overdrachten draagt de centrale administrateur een hoeveelheid AAU’s van de centrale ETS-aanzuiveringsrekening in het EU-register over naar een PK-partijtegoedrekening in het PK-register van iedere lidstaat met een negatieve aanzuiveringswaarde, die gelijk is aan het positieve equivalent van de aanzuiveringswaarde. Bij lidstaten zonder PK-register wordt deze hoeveelheid overgedragen naar de portaaldepotrekening.

Artikel 57

Sparen naar een volgende periode

Binnen 10 werkdagen na de afsluiting van de in artikel 56 bedoelde aanzuiveringstransacties, schrijft het EU-register de hoofdstuk III-emissierechten en hoofdstuk II-emissierechten die op gebruikersrekeningen in het EU-register staan en in de periode 2008-2012 geldig zijn, af en schrijft het op dezelfde rekeningen een even groot aantal hoofdstuk III-emissierechten die voor de periode 2013-2020 geldig zijn, bij.

Artikel 58

Afboeking van AAU’s, ERU’s of CER’s tegen binnenlandse luchtvaartemissies van vliegtuigexploitanten

1.   Uiterlijk 30 september van het jaar volgend op het jaar van inwerkingtreding van deze verordening draagt de centrale administrateur een even groot aantal Kyoto-eenheden van de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten in het EU-register naar de partijtegoedrekening van iedere lidstaat over als de door vliegtuigexploitanten geverifieerde emissies die opgenomen zijn in de nationale inventarisatie krachtens het UNFCCC van die lidstaat voor dat jaar. De aldus overgedragen hoeveelheden bestaan voor zover mogelijk uit AAU’s. Indien de AAU’s op de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten ontoereikend zijn om alle overdrachten te voltooien, draagt de centrale administrateur bij voorkeur AAU’s over aan die lidstaten van wie de binnenlandse luchtvaartemissies lager zijn dan het aantal AAU’s die zij overeenkomstig artikel 54, lid 1 naar de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten hebben overgedragen.

2.   Indien de tegoeden van de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten niet toereikend zijn om de in lid 1 bedoelde overdracht te verrichten, worden alle over te dragen hoeveelheden verminderd met een factor die gelijk is aan het totale aantal eenheden op de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten, gedeeld door het totale aantal eenheden dat moet worden overgedragen.

HOOFDSTUK VII

TECHNISCHE VEREISTEN VAN HET REGISTERSYSTEEM

AFDELING 1

Beschikbaarheid

Artikel 59

Beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het EU-register en het EUTL

1.   Het EUTL reageert binnen 24 uur na ontvangst op berichten van registers.

2.   De centrale administrateur onderneemt alle stappen die redelijkerwijs kunnen worden verwacht om ervoor te zorgen dat:

a)

de toegang tot het EU-register 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar is voor rekeninghouders;

b)

de in artikel 5, leden 1 en 2, bedoelde communicatieverbindingen tussen het EU-register en het EUTL 24 uur per dag en 7 dagen per week operationeel zijn;

c)

de benodigde back-uphardware en -software wordt ingezet bij een storing in het functioneren van de primaire hardware en software;

d)

het EU-register en het EUTL prompt reageren op verzoeken van rekeninghouders.

3.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat in het EU-register en het EUTL robuuste systemen en procedures voor de bescherming van alle gegevens en de snelle recuperatie van alle gegevens en transacties bij calamiteiten worden ingebouwd.

4.   De centrale administrateur beperkt onderbrekingen in het functioneren van het EU-register en het EUTL tot een minimum.

Artikel 60

Helpdesks

1.   De nationale administrateurs verlenen via nationale helpdesks bijstand en steun aan houders van rekeningen in het EU-register die door hen worden beheerd.

2.   De centrale administrateur ondersteunt de nationale administrateurs via een centrale helpdesk om hen te helpen overeenkomstig lid 1 bijstand te verlenen.

AFDELING 2

Beveiliging en authenticering

Artikel 61

Authenticering van registers en het EUTL

1.   Het EU-register wordt bij het EUTL geauthenticeerd door middel van digitale certificaten en gebruikersnamen en wachtwoorden zoals aangegeven in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

2.   De lidstaten en de EU maken gebruik van de door het secretariaat van het UNFCCC of een daardoor aangewezen lichaam afgegeven digitale certificaten om hun registers bij het ITL te authenticeren met het oog op de totstandbrenging van de in artikel 5 bedoelde communicatieverbinding.

Artikel 62

Toegang tot rekeningen in het EU-register

1.   Rekeninghouders kunnen via de beveiligde ruimte van het EU-register toegang verkrijgen tot hun rekeningen in het EU-register. De centrale administrateur zorgt ervoor dat de beveiligde ruimte op de website van het EU-register via het internet toegankelijk is. De website van het EU-register is beschikbaar in alle talen van de Europese Unie.

2.   De centrale administrateur zorgt ervoor dat de rekeningen in het EU-register die overeenkomstig artikel 19, lid 3, via handelsplatforms toegankelijk zijn gemaakt waarbij één gemachtigde vertegenwoordiger tevens de gemachtigde vertegenwoordiger van een handelsplatformtegoedrekening is, toegankelijk zijn voor het handelsplatform dat door de houder van die handelsplatformtegoedrekening wordt geëxploiteerd.

3.   Verbindingen tussen de gemachtigde vertegenwoordigers of handelsplatforms en de beveiligde ruimte van het EU-register worden versleuteld overeenkomstig de vereisten inzake beveiliging als beschreven in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

4.   De centrale administrateur onderneemt alle nodige stappen om ervoor te zorgen dat zonder machtiging geen toegang tot de veilige afdeling van de website van het EU-register kan worden verkregen.

5.   Indien de veiligheid van de inloggegevens van een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger is geschonden, stelt de gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger de administrateur van de rekening daarvan onmiddellijk in kennis en vraagt vervangende inloggegevens aan.

Artikel 63

Authenticering en machtiging van gemachtigde vertegenwoordigers in het EU-register

1.   Het EU-register kent elke gemachtigde vertegenwoordiger en extra gemachtigde vertegenwoordiger een gebruikersnaam en wachtwoord toe om hen te authenticeren met het oog op de toegang tot het register.

2.   Een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger heeft alleen toegang tot de rekeningen in het EU-register waarvoor hij een toegangsmachtiging bezit en kan alleen om de initiëring van processen verzoeken waartoe hij krachtens artikel 19 gemachtigd is. Deze toegang wordt verstrekt en deze verzoeken worden ingediend via een beveiligde ruimte op de website van het EU-register.

3.   Behalve de gebruikersnaam en het wachtwoord als bedoeld in lid 1, bieden de nationale administrateurs secundaire authenticering voor alle rekeningen die door hen worden beheerd. De typen mechanismen voor secundaire authenticering die gebruikt kunnen worden om toegang tot het EU-register te verkrijgen, worden vermeld in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

4.   De administrateur van een rekening kan ervan uitgaan dat een gebruiker die met succes door het EU-register is geauthenticeerd, de via de verstrekte inloggegevens voor authenticering geregistreerde gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger is, tenzij de gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger de administrateur van de rekening ervan in kennis stelt dat de veiligheid van zijn inloggegevens is geschonden en hij vervangende inloggegevens aanvraagt.

Artikel 64

Opschorting van elke toegang door gemachtigde vertegenwoordigers vanwege een beveiligingsinbreuk

1.   De centrale administrateur kan de toegang tot het EU-register of het EUTL opschorten wanneer er sprake is van een zodanige inbreuk op de veiligheid van het EU-register of het EUTL dat de integriteit van het registersysteem met inbegrip van de back-upfaciliteiten als bedoeld in artikel 59 bedreigd wordt.

2.   De administrateur van een PK-register kan de toegang tot zijn PK-register voor alle gebruikers opschorten wanneer er sprake is van een zodanige inbreuk op de veiligheid van het PK-register dat de integriteit van het registersysteem met inbegrip van de back-upfaciliteiten als bedoeld in artikel 59 bedreigd wordt.

3.   Bij een inbreuk op de veiligheid die tot een opschorting van de toegang kan leiden, stelt de administrateur die zich van de inbreuk bewust wordt, de centrale administrateur onverwijld in kennis van de eventuele risico’s voor andere onderdelen van het registersysteem. Vervolgens brengt de centrale administrateur alle andere administrateurs op de hoogte.

4.   Indien een administrateur constateert dat er sprake is van een situatie waarin elke toegang tot zijn systeem moet worden opgeschort, stelt hij de centrale administrateurs en rekeninghouders daarvan zo lang van tevoren in kennis als haalbaar is. Vervolgens brengt de centrale administrateur alle andere administrateurs zo snel mogelijk op de hoogte.

5.   De in lid 3 bedoelde voorafgaande kennisgeving vermeldt de vermoedelijke duur van de opschorting en wordt duidelijk weergegeven op de publiek toegankelijke ruimte op de website van het PK-register respectievelijk het EUTL.

Artikel 65

Opschorting van processen

1.   De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de acceptatie door het EUTL van een aantal dan wel alle processen die uitgaan van een PK-register, tijdelijk op te schorten indien dat register niet overeenkomstig de bepalingen van deze verordening wordt beheerd en bijgehouden, en zij stelt de administrateur van het PK-register onmiddellijk daarvan in kennis.

2.   De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de acceptatie door het EUTL van een aantal dan wel alle processen die uitgaan van het EU-register, tijdelijk op te schorten indien dat register niet overeenkomstig de bepalingen van deze verordening wordt beheerd en bijgehouden, en zij stelt de nationale administrateurs onmiddellijk daarvan in kennis.

3.   De administrateur van een PK-register kan de centrale administrateur verzoeken de transmissie van een aantal dan wel alle processen naar zijn PK-register tijdelijk op te schorten met het oog op de uitvoering van onderhoud aan zijn PK-register.

4.   De centrale administrateur kan de initiëring of acceptatie van een aantal dan wel alle processen in het EU-register tijdelijk opschorten met het oog op de uitvoering van gepland onderhoud aan het EU-register.

5.   Een PK-registeradministrateur kan de centrale administrateur verzoeken de overeenkomstig lid 1 opgeschorte processen te hervatten wanneer hij de mening is toegedaan dat de problemen die tot de opschorting hebben geleid, zijn opgelost. De centrale administrateur stelt de registeradministrateur zo spoedig mogelijk in kennis van zijn beslissing.

AFDELING 3

Geautomatiseerde controles, registratie en afwikkeling van processen

Artikel 66

Geautomatiseerde controles van processen

1.   Alle processen moeten voldoen aan de algemene IT-vereisten van elektronische berichtgeving die ervoor zorgen dat het EU-register een proces kan lezen, controleren en vastleggen. Alle processen moeten voldoen aan de specifieke procesgerelateerde vereisten zoals beschreven in de hoofdstukken IV tot en met VI van deze verordening.

2.   Het EUTL voert op alle processen geautomatiseerde controles uit om onregelmatigheden (hierna „discrepanties”) op te sporen waarbij het voorgestelde proces niet in overeenstemming is met de in Richtlijn 2003/87/EG en deze verordening gestelde eisen.

Artikel 67

Opsporing van discrepanties

1.   Wanneer processen worden afgewikkeld via de in artikel 5, lid 2, bedoelde directe communicatieverbinding tussen het EU-register en het EUTL, beëindigt het EUTL alle processen waarbij het discrepanties vaststelt na de in artikel 66, lid 2, bedoelde geautomatiseerde controles te hebben uitgevoerd en stelt het EU-register en de administrateur van de rekeningen waarop de beëindigde transactie betrekking heeft, daarvan in kennis door een geautomatiseerde controleresponscode te verzenden. Het EU-register stelt de desbetreffende rekeninghouders onmiddellijk ervan in kennis dat het proces is beëindigd.

2.   Wanneer transacties worden afgerond via het in artikel 5, lid 1, bedoelde ITL, beëindigt het ITL alle processen waarbij het ITL of het EUTL discrepanties vaststelt na de in artikel 66, lid 2, bedoelde geautomatiseerde controles te hebben uitgevoerd. Wanneer het ITL tot beëindiging overgaat, moet het EUTL de transactie eveneens beëindigen. Het ITL stelt de administrateurs van de betrokken registers in kennis van de beëindiging van de transactie door een geautomatiseerde controleresponscode te verzenden. Indien een van de betrokken registers het EU-register is, stelt het EU-register ook de administrateur van de EU-registerrekeningen waarop de beëindigde transactie betrekking heeft, in kennis door een geautomatiseerde controleresponscode te verzenden. Het EU-register stelt de desbetreffende rekeninghouders onmiddellijk ervan in kennis dat het proces is beëindigd.

Artikel 68

Opsporing van discrepanties door de registers

1.   Het EU-register en elk ander PK-register bevatten controle-invoercodes en controleresponscodes om een correcte interpretatie van de tijdens elk proces uitgewisselde gegevens te garanderen. De controlecodes komen overeen met de codes in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.

2.   Vóór en tijdens de uitvoering van alle processen verricht het EU-register passende geautomatiseerde controles om ervoor te zorgen dat discrepanties worden opgespoord en onjuiste processen worden beëindigd voordat door het EUTL geautomatiseerde controles worden uitgevoerd.

Artikel 69

Afstemming — Opsporing van afwijkingen door het EUTL

1.   Het EUTL initieert periodiek een afstemming om te garanderen dat de in het EUTL opgeslagen gegevens met betrekking tot rekeningen, tegoeden van Kyoto-eenheden en emissierechten overeenstemmen met de in het EU-register opgeslagen gegevens met betrekking tot deze tegoeden. Daartoe registreert het EUTL alle processen.

2.   Het ITL initieert periodiek een afstemming om te garanderen dat de in het ITL opgeslagen gegevens met betrekking tot de tegoeden van Kyoto-eenheden overeenstemmen met de in het EU-register en elk ander PK-register opgeslagen gegevens met betrekking tot deze tegoeden.

3.   Indien bij het in lid 1 bedoelde afstemmingsproces door het EUTL een onregelmatigheid (hierna „afwijking”) wordt vastgesteld, waarbij de gegevens met betrekking tot rekeningen, tegoeden van Kyoto-eenheden en emissierechten die worden verstrekt door het EU-register in het kader van het periodieke afstemmingsproces, verschillen van de gegevens die zijn opgeslagen in het EUTL, zorgt het EUTL ervoor dat geen verdere processen kunnen worden afgewikkeld met de rekeningen, emissierechten of Kyoto-eenheden waarop de afwijking betrekking heeft. Het EUTL stelt de centrale administrateur en de administrateurs van de desbetreffende rekeningen onmiddellijk van eventuele afwijkingen in kennis.

Artikel 70

Definitieve afronding van processen

1.   Alle overeenkomstig artikel 5, lid 1, aan het ITL gecommuniceerde transacties zijn definitief wanneer het ITL het EUTL meedeelt het proces te hebben afgewikkeld.

2.   Alle overeenkomstig artikel 5, lid 3, aan het EUTL gecommuniceerde transacties en andere processen zijn definitief wanneer het EUTL het EU-register meedeelt de processen te hebben afgewikkeld.

3.   Het in artikel 69, lid 1, bedoelde afstemmingsproces is definitief wanneer alle afwijkingen tussen de voor een bepaalde datum en een bepaald tijdstip in het EU-register en in het EUTL opgeslagen gegevens zijn opgelost, en het afstemmingsproces met succes opnieuw is geïnitieerd en afgewikkeld.

AFDELING 4

Specificaties en beheer van wijzigingen

Artikel 71

Technische en gegevensuitwisselingsspecificaties

Op grond van een advies van het Comité klimaatverandering krachtens artikel 3 van Beschikking 1999/468/EG van de Raad (14), stelt de Commissie de technische en gegevensuitwisselingsspecificaties vast die noodzakelijk zijn voor de uitwisseling van gegevens tussen de registers en de transactielogboeken, daaronder begrepen de identificatiecodes, geautomatiseerde controles en responscodes alsook de testprocedures en veiligheidsvoorschriften die vereist zijn om de gegevensuitwisseling op te zetten. De technische en gegevensuitwisselingsspecificaties stroken met de functionele en technische specificaties voor gegevensuitwisselingsnormen voor registersystemen krachtens het Protocol van Kyoto, opgesteld overeenkomstig Besluit 12/CMP.1.

Artikel 72

Beheer van wijzigingen

Indien een nieuwe versie of release van een PK-register met inbegrip van het EU-register vereist is, rondt dat register de testprocedures af die in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties zijn omschreven, voordat een communicatieverbinding tot stand wordt gebracht en geactiveerd tussen de nieuwe versie of release van dat register en het EUTL of het ITL.

HOOFDSTUK VIII

OPGESLAGEN GEGEVENS, RAPPORTAGE, VERTROUWELIJKHEID EN VERGOEDINGEN

Artikel 73

Opgeslagen gegevens

1.   Het EU-register en elk ander PK-register slaan gegevens op betreffende alle processen en rekeninghouders en bewaren deze gedurende 15 jaar of totdat elke daarop betrekking hebbende implementatiekwestie is opgelost, naargelang welke datum de laatste is.

2.   Nationale administrateurs kunnen toegang verkrijgen tot alle opgeslagen gegevens in het EU-register over rekeningen die door hen worden beheerd, en deze raadplegen en exporteren.

3.   De opgeslagen gegevens worden bewaard overeenkomstig de vereisten inzake gegevensopslag die in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties zijn beschreven.

Artikel 74

Rapportage

1.   De centrale administrateur stelt de in bijlage XIII genoemde informatie met de in die bijlage bepaalde frequentie op een transparante en georganiseerde wijze ter beschikking aan de in die bijlage vermelde ontvangers via de website van het EUTL. De centrale administrateur geeft geen andere in het EUTL of in het EU-register bewaarde informatie vrij tenzij dit krachtens artikel 75 is toegestaan.

2.   Nationale administrateurs kunnen ook dat gedeelte van de in bijlage XIII genoemde informatie waartoe zij overeenkomstig artikel 73 toegang hebben, met de in die bijlage bepaalde frequentie op een transparante en georganiseerde wijze ter beschikking stellen aan de in die bijlage vermelde ontvangers op een site die via het internet openbaar toegankelijk is. Nationale administrateurs geven geen andere in het EU-register bewaarde informatie vrij tenzij dit krachtens artikel 75 is toegestaan.

3.   De EUTL-website biedt de ontvangers van de in bijlage XIII vermelde verslagen de mogelijkheid deze met behulp van zoekfaciliteiten te raadplegen.

4.   PK-registeradministrateurs dienen te voldoen aan de eis om de informatie met betrekking tot de verlening van ERU’s als bedoeld in paragraaf 46 van de bijlage bij Besluit 13/CMP.1 van de Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen, binnen een week na die verlening bekend te maken.

5.   Het EU-register en elk PK-register dienen te voldoen aan de eis om de informatie als genoemd in de punten a), d), f) en l), van paragraaf 47 van de bijlage bij Besluit 13/CMP.1 van de Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen, op 1 januari van het vijfde jaar na de vastlegging van de informatie bekend te maken.

6.   Het EU-register en elk PK-register dienen te voldoen aan de eis om de informatie als genoemd in de punten b), c), e) en van g) tot en met k), van paragraaf 47 van de bijlage bij Besluit 13/CMP.1 van de Conferentie van de partijen waarin de partijen bij het Protocol van Kyoto bijeenkomen, op 1 januari van het eerste jaar na de vastlegging van de informatie bekend te maken.

Artikel 75

Vertrouwelijkheid

1.   Alle informatie, met inbegrip van de tegoeden van alle rekeningen en alle transacties, die in het EUTL en het EU-register en elke ander PK-register is opgeslagen, wordt als vertrouwelijk beschouwd, wanneer zij niet wordt gebruikt voor de tenuitvoerlegging van de voorschriften van deze verordening, Richtlijn 2003/87/EG of nationale wetgeving.

2.   De volgende entiteiten kunnen gegevens verkrijgen die in het EU-register en het EUTL zijn opgeslagen:

a)

de rechtshandhavingsinstanties en belastingdiensten van een lidstaat,

b)

het Europees Bureau voor fraudebestrijding van de Europese Commissie,

c)

Europol,

d)

nationale administrateurs van de lidstaten.

3.   Wanneer zij de centrale administrateur of een nationale administrateur daarom verzoeken, kunnen gegevens aan de in lid 2 vermelde entiteiten worden verstrekt indien dergelijke verzoeken gerechtvaardigd en noodzakelijk zijn met het oog op het onderzoeken, opsporen en vervolgen van fraude, belastingadministratie of -inning, witwassen van geld, financiering van terrorisme of ernstige strafbare feiten.

4.   Een entiteit die overeenkomstig lid 3 gegevens ontvangt, zorgt ervoor dat de ontvangen gegevens uitsluitend worden gebruikt voor de overeenkomstig lid 3 in het verzoek vermelde doeleinden en niet opzettelijk of per ongeluk beschikbaar worden gesteld aan personen die niets te maken hebben met het beoogde doel van het gegevensgebruik. Deze bepaling laat onverlet dat deze entiteiten de gegevens beschikbaar mogen stellen aan andere in lid 2 genoemde entiteiten, indien dat noodzakelijk is voor de overeenkomstig lid 3 in het verzoek vermelde doeleinden.

5.   Op hun verzoek kan de centrale administrateur de in lid 2 genoemde entiteiten toegang tot geanonimiseerde transactiegegevens verschaffen om hun in de gelegenheid te stellen naar verdachte transactiepatronen te zoeken. Entiteiten met een dergelijke toegang kunnen andere in lid 2 genoemde entiteiten van verdachte transactiepatronen in kennis stellen.

6.   Nationale administrateurs maken via een beveiligd proces aan alle andere nationale administrateurs de naam en identiteit bekend van personen voor wie zij overeenkomstig artikel 13, lid 3, of artikel 14, lid 3, geweigerd hebben een rekening te openen of wie zij overeenkomstig artikel 20, lid 3, geweigerd hebben als gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger aan te wijzen.

7.   Nationale administrateurs kunnen ertoe besluiten de nationale rechtshandhavingsinstanties in kennis te stellen van alle transacties die een groter aantal eenheden behelzen dan de door de nationale administrateur vastgestelde hoeveelheid, en van de rekeningen waarop binnen een periode van 24 uur een groter aantal transacties plaatsvindt dan de door de nationale administrateur vastgestelde hoeveelheid.

8.   Rekeninghouders kunnen de nationale administrateur schriftelijk verzoeken om ervoor te zorgen dat de gegevens in de rijen 2 tot en met 12 van tabel VII-2 van bijlage VII geheel of gedeeltelijk niet op de openbare website van het EU-register worden weergegeven.

9.   Rekeninghouders kunnen de nationale administrateur schriftelijk verzoeken om ervoor te zorgen dat de gegevens in de rijen 3 tot en met 15 van tabel IX-1 van bijlage IX geheel of gedeeltelijk op de openbare website van het EU-register worden weergegeven.

10.   Het EUTL noch de PK-registers verlangen van rekeninghouders dat zij prijsinformatie met betrekking tot emissierechten of Kyoto-eenheden overleggen.

Artikel 76

Vergoedingen

1.   De centrale administrateur brengt houders van rekeningen in het EU-register geen vergoeding in rekening.

2.   De nationale administrateurs kunnen de houders van rekeningen die door hen worden beheerd, een redelijke vergoeding in rekening brengen.

3.   Er worden geen vergoedingen in rekening gebracht voor de in hoofdstuk VI beschreven transacties.

4.   De nationale administrateurs stellen de centrale administrateur van de in rekening gebrachte vergoedingen in kennis en tevens binnen 10 werkdagen van wijzigingen in de vergoedingen. De centrale administrateur draagt er zorg voor dat de hem meegedeelde vergoedingen op zijn openbare website worden weergegeven.

HOOFDSTUK IX

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 77

Migratie en ontkoppeling

1.   Bij de tenuitvoerlegging van deze verordening is het volgende migratieproces van toepassing:

a)

De PK-registeradministrateurs zetten alle op rekeningen aanwezige emissierechten die door het ITL als AAU’s zijn erkend, om in AAU’s door het op het emissierecht betrekking hebbende element te verwijderen uit de unieke eenheidsidentificatiecode van elk van die AAU’s, en dragen deze over naar de ETS-AAU-depotrekening in hun PK-register;

b)

de centrale administrateur:

i)

creëert een aantal emissierechten die door het ITL niet als AAU’s zijn erkend in het EU-register, dat even groot is als het aantal emissierechten dat overeenkomstig lid 1, onder a), is overgedragen,

ii)

stelt in het EU-register een serie rekeningen beschikbaar die overeenkomt met de serie waaruit emissierechten overeenkomstig lid 1, onder a), werden overgedragen,

iii)

draagt een hoeveelheid van de overeenkomstig i) gecreëerde emissierechten over naar de in ii) bedoelde rekeningen. Het aantal emissierechten dat naar een dergelijke rekening wordt overgedragen is gelijk aan de hoeveelheid emissierechten die overeenkomstig lid 1, onder a), vanaf de corresponderende rekening zijn overgedragen.

2.   De PK-registeradministrateurs en de centrale administrateur zorgen ervoor dat relevante historische gegevens met betrekking tot de rekening vanaf de registers van de lidstaten naar het EU-register worden overgedragen.

3.   Het migratieproces wordt uitgevoerd overeenkomstig de procedures die worden beschreven in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties. Tijdens het migratieproces kan de centrale administrateur het registersysteem voor een periode van maximaal 14 kalenderdagen buiten werking stellen.

Artikel 78

Wijziging van Verordening (EG) nr. 2216/2004

Verordening (EG) nr. 2216/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 6 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   De centrale administrateur kan een beperkte communicatieverbinding tot stand brengen tussen het CITL en het register van een toetredingsland om deze registers in staat te stellen via het CITL met het onafhankelijke transactielogboek van het UNFCCC te communiceren en om geverifieerde emissiegegevens van exploitanten in het CITL vast te leggen. Zulke registers moeten met succes alle voor registers vereiste test- en initialisatieprocedures doorlopen.”.

2)

In artikel 10 wordt lid 2 vervangen door de volgende leden 2 tot en met 2 sexies:

„2.   De volgende entiteiten kunnen gegevens verkrijgen die in de registers en het CITL zijn opgeslagen:

a)

de rechtshandhavingsinstanties en belastingdiensten van een lidstaat,

b)

het Europees Bureau voor fraudebestrijding van de Europese Commissie,

c)

Europol,

d)

registeradministrateurs van de lidstaten.

2 bis.   Wanneer zij de centrale administrateur of een registeradministrateur daarom verzoeken, kunnen transactiegegevens aan de in lid 2 vermelde entiteiten worden verstrekt indien dergelijke verzoeken gerechtvaardigd en noodzakelijk zijn met het oog op het onderzoeken, opsporen en vervolgen van fraude, belastingadministratie of -inning, witwassen van geld, financiering van terrorisme of ernstige strafbare feiten.

2 ter.   Een entiteit die overeenkomstig lid 2 bis gegevens ontvangt, zorgt ervoor dat de ontvangen gegevens uitsluitend worden gebruikt voor de overeenkomstig lid 2 bis in het verzoek vermelde doeleinden en niet opzettelijk of per ongeluk beschikbaar worden gesteld aan personen die niets te maken hebben met het beoogde doel van het gegevensgebruik. Deze bepaling laat onverlet dat deze entiteiten de gegevens beschikbaar mogen stellen aan andere in lid 2 genoemde entiteiten, indien dat noodzakelijk is voor de overeenkomstig lid 2 bis in het verzoek vermelde doeleinden.

2 quater.   Op hun verzoek kan de centrale administrateur de in lid 2 genoemde entiteiten toegang tot geanonimiseerde transactiegegevens verschaffen om hun in de gelegenheid te stellen naar verdachte transactiepatronen te zoeken. Entiteiten met een dergelijke toegang kunnen andere in lid 2 genoemde entiteiten van verdachte transactiepatronen in kennis stellen.

2 quinquies.   Registeradministrateurs maken via een beveiligd proces aan alle andere registeradministrateurs de naam en identiteit bekend van personen voor wie zij geweigerd hebben een rekening te openen of wie zij geweigerd hebben als gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger aan te wijzen.

2 sexies.   Registeradministrateurs kunnen ertoe besluiten de nationale rechtshandhavingsinstanties in kennis te stellen van alle transacties die een groter aantal eenheden behelzen dan de door de registeradministrateur vastgestelde hoeveelheid, en van de rekeningen waarop binnen een periode van 24 uur een groter aantal transacties plaatsvindt dan de door de registeradministrateur vastgestelde hoeveelheid.”.

3)

In artikel 11 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

„6.   De houder van een persoonstegoedrekening, een verificateursrekening of een vliegtuigexploitanttegoedrekening mag zijn rekening niet aan een andere persoon verkopen of afstaan. De rekeninghouder van een exploitanttegoedrekening mag zijn exploitanttegoedrekening uitsluitend verkopen of afstaan samen met de installatie die met de exploitanttegoedrekening is verbonden.”.

4)

Artikel 19, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Binnen 10 dagen na ontvangst van een aanvraag overeenkomstig lid 1 creëert de registeradministrateur een persoonstegoedrekening in zijn register overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor het creëren van rekeningen of deelt hij de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, mee dat hij weigert de rekening te openen.”.

5)

Artikel 19, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De aanvrager stelt de registeradministrateur binnen 10 dagen in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig lid 1 aan deze verstrekte informatie. Binnen 10 dagen na ontvangst van deze kennisgeving werkt de registeradministrateur de gegevens over de betrokken persoon bij overeenkomstig het in bijlage VIII omschreven proces voor de bijwerking van rekeningen of weigert deze bij te werken en brengt de rekeninghouder daarvan op de hoogte.”.

6)

In artikel 19 worden de volgende leden 5 en 6 toegevoegd:

„5.   Indien de registeradministrateur weigert de rekening te openen of de rekeninginformatie bij te werken, kan de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, bij de bevoegde autoriteit bezwaar maken tegen deze weigering. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opdracht de rekening te openen of bekrachtigt zij de weigering via een met redenen omkleed besluit. Redenen om de opening van een rekening te weigeren, kunnen zijn dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, voorwerp is van onderzoek omdat hij betrokken is bij fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen, of enige andere reden die in de nationale wetgeving wordt genoemd.

6.   De registeradministrateur kan verlangen dat EU-personen die de opening van de rekening aanvragen, hun permanente verblijfplaats of registratie hebben in de lidstaat van het register.”.

7)

Het volgende artikel 21 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 21bis

Afsluiting van rekeningen en verwijdering van gemachtigde vertegenwoordigersop initiatief van de administrateur

1.   Indien voor de situatie die aanleiding geeft tot opschorting van de toegang tot rekeningen krachtens artikel 67, niet binnen een redelijke termijn een oplossing wordt gevonden ondanks herhaalde kennisgevingen, kan de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opdracht geven zulke persoonstegoedrekeningen waarvoor de toegang is opgeschort, af te sluiten.

2.   De rekeninghouder kan overeenkomstig lid 1 binnen 30 kalenderdagen tegen de afsluiting van zijn rekening bezwaar maken bij de bevoegde autoriteit. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opdracht de rekening te heropenen of bekrachtigt zij de afsluiting in een met redenen omkleed besluit.

3.   Indien een exploitanttegoedrekening die door de registeradministrateur overeenkomstig artikel 67, lid 1, moet worden afgesloten een positief saldo aan emissierechten of Kyoto-eenheden te zien geeft, verzoekt de register-administrateur de exploitant eerst een andere rekening die door dezelfde administrateur wordt beheerd, te vermelden waarop de betrokken emissierechten of Kyoto-eenheden moeten worden overgedragen. Indien de rekeninghouder niet binnen 40 werkdagen op het verzoek van de administrateur heeft gereageerd, kan de administrateur de emissierechten of Kyoto-eenheden naar zijn nationale emissierechttegoedrekening overdragen.

4.   Indien een rekening die overeenkomstig artikel 67, lid 1 bis, is opgeschort, een positief saldo aan emissierechten of Kyoto-eenheden te zien geeft, kan de bevoegde autoriteit in haar opdracht overeenkomstig lid 1 verlangen dat deze emissierechten of Kyoto-eenheden onmiddellijk naar de desbetreffende nationale emissierechttegoedrekening en PK-partijtegoedrekening worden overgebracht.”.

8)

In artikel 23 worden de volgende leden 5 tot en met 10 toegevoegd:

„5.   Gemachtigde vertegenwoordigers moeten natuurlijke personen zijn van boven de 18 jaar. Alle gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers van één rekening moeten verschillende personen zijn, maar dezelfde persoon kan wel een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger voor meer dan één rekening zijn. De registeradministrateur kan verlangen dat ten minste één van de gemachtigde vertegenwoordigers van exploitanttegoedrekeningen of persoonstegoedrekeningen een permanente ingezetene is in de lidstaat van het register.

6.   Wanneer hij een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger voordraagt, verstrekt de rekeninghouder de door de registeradministrateur vereiste informatie. Die informatie bestaat ten minste uit de documenten en identificatiegegevens betreffende de voorgedragen persoon zoals beschreven in bijlage IV bis.

7.   De registeradministrateur beoordeelt de ontvangen informatie en wanneer hij deze bevredigend acht, keurt hij de voorgedragen persoon goed binnen 20 werkdagen na ontvangst van de informatie of deelt hij de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, mee dat hij weigert tot goedkeuring over te gaan. Wanneer de beoordeling van de informatie over de voorgedragen persoon meer tijd vergt, kan de registeradministrateur het beoordelingsproces eenmaal met 20 extra werkdagen verlengen en de rekeninghouder van deze verlenging in kennis stellen.

8.   Indien de registeradministrateur weigert een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger goed te keuren, kan de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, bij de bevoegde autoriteit bezwaar maken tegen deze weigering. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opdracht tot goedkeuring over te gaan of bekrachtigt zij de weigering via een met redenen omkleed besluit. Redenen om goedkeuring te weigeren, kunnen zijn dat de persoon die als gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger wordt voorgedragen, voorwerp is van onderzoek omdat hij betrokken is bij fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen, of enige andere reden die in de nationale wetgeving wordt genoemd.

9.   Een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger mag zijn status als zodanig niet aan een andere persoon overdragen.

10.   De registeradministrateur kan een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger verwijderen indien hij van mening is dat de goedkeuring van de gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger overeenkomstig lid 7 had moeten worden geweigerd en met name indien hij erachter komt dat de bij de voordracht overhandigde documenten en identificatiegegevens frauduleus of niet correct waren. De rekeninghouder kan bij de bevoegde autoriteit tegen deze verwijdering bezwaar maken. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opdracht de gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger opnieuw goed te keuren of bekrachtigt zij de verwijdering via een met redenen omkleed besluit. Redenen om een gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger te verwijderen, kunnen zijn dat hij of zij veroordeeld is voor betrokkenheid bij fraude met emissierechten of Kyoto-eenheden, witwassen van geld, financiering van terrorisme of andere ernstige strafbare feiten waarvoor de rekening als instrument kan dienen, of enige andere reden die in de nationale wetgeving wordt genoemd.”.

9)

In artikel 34 bis wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

„2 bis.   Indien een registeradministrateur onopzettelijk of per vergissing een toewijzing krachtens artikel 46 heeft geïnitieerd met als gevolg dat emissierechten werden toegewezen aan een installatie die op het moment van de toewijzingstransactie niet meer functioneerde, kan de bevoegde autoriteit de centrale administrateur in kennis stellen van zijn verzoek om een handmatige ingreep uit te voeren teneinde de transactie binnen de in lid 2 vastgestelde termijnen terug te draaien.”.

10)

Afdeling 1 van hoofdstuk V wordt geschrapt.

11)

Artikel 49, lid 1, onder b), wordt geschrapt.

12)

Artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de tweede alinea wordt vervangen door:

„De registeradministrateur aanvaardt uitsluitend verzoeken voor de inlevering van CER’s en ERU’s totdat het in de wetgeving van de lidstaat vastgestelde percentage van de toewijzing aan iedere installatie is bereikt. Het CITL verwerpt alle verzoeken voor de inlevering van CER's en ERU's die het maximaal toegestane aantal in de lidstaat in te leveren CER's en ERU's zouden overschrijden, of die tot gevolg zouden hebben dat CER’s of ERU’s worden ingeleverd die overeenkomstig artikel 11 bis van Richtlijn 2003/87/EG niet mogen worden ingeleverd.”;

b)

de volgende alinea's worden toegevoegd:

„Een CER of ERU die reeds is ingeleverd, kan niet opnieuw worden ingeleverd noch worden overgedragen naar een exploitant- of persoonstegoedrekening binnen de EU-ETS.

Ingeleverde CER's en ERU's worden alleen overgedragen naar een afboekingsrekening.”.

13)

Artikel 54 wordt geschrapt.

14)

Artikel 58 wordt geschrapt.

15)

Afdeling 7 van hoofdstuk V wordt geschrapt.

16)

Artikel 62, lid 2, wordt geschrapt.

17)

In artikel 67 worden de volgende leden 1 bis, 1 ter en 1 quater ingevoegd:

„1 bis.   Een administrateur kan de toegang tot een specifieke rekening voor de gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers opschorten wanneer aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

de rekeninghouder is overleden zonder dat er een wettelijke opvolger was of hield op als rechtspersoon te bestaan;

b)

de rekeninghouder heeft de door hem verschuldigde vergoedingen niet betaald; of

c)

de rekeninghouder heeft de op de rekening toepasselijke voorwaarden geschonden; of

d)

de rekeninghouder was het niet eens met de wijzigingen in de voorwaarden;

e)

de rekeninghouder heeft geen bewijzen verstrekt met betrekking tot de wijzigingen in de rekeninginformatie;

f)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan het vereiste minimumaantal gemachtigde vertegenwoordigers voor de rekening;

g)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan de eis van de lidstaat dat de gemachtigde vertegenwoordiger een permanente verblijfplaats heeft in de lidstaat van de administrateur van de rekening;

h)

de rekeninghouder heeft zich niet gehouden aan de eis van de lidstaat dat de rekeninghouder een permanente verblijfplaats of registratie heeft in de lidstaat van de administrateur van de rekening.

1 ter.   De registeradministrateur kan de toegang tot een persoonstegoedrekening opschorten, indien hij van mening is dat de opening van die rekening op grond van artikel 19, lid 2, had moeten zijn geweigerd. De rekeninghouder kan binnen 30 kalenderdagen tegen de opschorting bezwaar maken bij de bevoegde autoriteit of de desbetreffende autoriteit krachtens het nationale recht. Vervolgens geeft de bevoegde autoriteit de registeradministrateur opdracht de toegang te herstellen of bekrachtigt zij de opschorting in een met redenen omkleed besluit.

1 quater.   De bevoegde autoriteit, of in geval van rekeningen in het EU-register de centrale administrateur, kan de administrateur eveneens opdracht geven overeenkomstig lid 1 bis tot opschorting over te gaan.”.

18)

Bijlage IV wordt vervangen door:

„BIJLAGE IV

Aan de registeradministrateur te verstrekken informatie over persoonstegoedrekeningen

1.

De in tabel IV-1 bedoelde informatie. (De rekening-ID en de alfanumerieke identificatiecode dienen uniek te zijn in het register.)

Tabel IV-1

1

Rekening-ID (per register)

2

Type rekening

3

Verbintenisperiode

4

Rekeninghouder-ID (per register)

5

Naam rekeninghouder

6

Rekeningidentificatiecode (per rekeninghouder)

7

Adres rekeninghouder: land

8

Adres rekeninghouder: regio of staat

9

Adres rekeninghouder: plaats

10

Adres rekeninghouder: postcode

11

Adres rekeninghouder: straat

12

Adres rekeninghouder: huisnummer

13

Adres rekeninghouder: bedrijfsregistratienr. of ID-nr.

14

Adres rekeninghouder: telefoon 1

15

Adres rekeninghouder: telefoon 2

16

Adres rekeninghouder: e-mailadres

17

Geboortedatum (voor natuurlijke personen)

18

Geboorteplaats (voor natuurlijke personen)

19

Btw-registratienummer met landcode

2.

Bewijs dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, een open bankrekening heeft in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

3.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de persoon die de opening van de rekening aanvraagt. Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

een paspoort of identiteitskaart die is afgegeven door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

b)

een ander paspoort, dat door een EU-ambassade als geldig is gewaarmerkt.

4.

Bewijsstukken ter staving van het adres van de permanente verblijfplaats van de rekeninghouder (natuurlijk persoon). Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

het krachtens punt 3 overgelegde identiteitsdocument, indien daarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld;

b)

enig ander door de regering verstrekt identiteitsdocument waarin het adres van de permanente verblijfplaats vermeld staat;

c)

indien het land van de permanente verblijfplaats geen identiteitsdocumenten verstrekt waarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld, een verklaring van de lokale autoriteiten waarin de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon wordt bevestigd;

d)

enig ander document dat in de lidstaat van de administrateur van de rekening gewoonlijk wordt aanvaard als bewijs van de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon.

5.

Bewijsstukken ter staving van het vestigingsadres van de rekeninghouder (rechtspersoon). Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

het document waarin de rechtspersoon is vastgelegd;

b)

waaruit blijkt dat de rechtspersoon is geregistreerd.

6.

Documenten die krachtens de punten 4 of 5 als bewijs zijn overgelegd en die verstrekt zijn door een regering buiten de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, moeten door een notaris als authentiek worden gewaarmerkt.

7.

De registeradministrateur kan verlangen dat de overgelegde documenten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in een taal die door de registeradministrateur wordt aangeduid.”.

19)

De volgende bijlage IV bis wordt ingevoegd:

„BIJLAGE IV bis

Aan de registeradministrateur te verstrekken informatie over gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers

Tabel IV bis-1:   Gegevens van gemachtigde vertegenwoordigers

1

ID persoon

2

Type gemachtigd vertegenwoordiger

3

Voornaam

4

Achternaam

5

Titel

6

Functie

7

Adres: land

8

Adres: regio of staat

9

Adres: plaats

10

Adres: postcode

11

Adres: straat

12

Adres: huisnummer

13

Telefoon 1

14

Telefoon 2

15

E-mailadres

16

Geboortedatum

17

Geboorteplaats

18

Voorkeurstaal

19

Vertrouwelijkheidsniveau

20

Rechten van extra gemachtigde vertegenwoordigers

1.

De in tabel IV bis-1 bedoelde informatie.

2.

Een ondertekende verklaring van de rekeninghouder waarin hij aangeeft dat hij een bepaalde persoon als gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger wil voordragen.

3.

Bewijs dat de voorgedragen persoon een open bankrekening heeft in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

4.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de voorgedragen persoon. Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

een paspoort of identiteitskaart die is afgegeven door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

b)

een ander paspoort, dat door een EU-ambassade als geldig is gewaarmerkt.

5.

Bewijsstukken ter staving van het adres van de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon. Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

het krachtens punt 4 overgelegde identiteitsdocument, indien daarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld;

b)

enig ander door de regering verstrekt identiteitsdocument waarin het adres van de permanente verblijfplaats vermeld staat;

c)

indien het land van de permanente verblijfplaats geen identiteitsdocumenten verstrekt waarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld, een verklaring van de lokale autoriteiten waarin de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon wordt bevestigd;

d)

enig ander document dat in de lidstaat van de administrateur van de rekening gewoonlijk wordt aanvaard als bewijs van de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon.

6.

Documenten die krachtens punt 5 als bewijs zijn overgelegd en die verstrekt zijn door een regering buiten de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, moeten door een notaris als authentiek worden gewaarmerkt.

7.

De registeradministrateur kan verlangen dat de overgelegde documenten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in een taal die door de registeradministrateur wordt aangeduid.”.

20)

Bijlage XI bis wordt als volgt gewijzigd:

a)

in tabel XI bis-3 wordt de zin „De voor de jaren vóór het lopende jaar toegewezen emissierechten krijgen de waarde nul.” geschrapt;

b)

in tabel XI bis-4 wordt de zin „De voor de jaren vóór het lopende jaar toegewezen emissierechten worden niet gewijzigd.” geschrapt.

c)

in tabel XI bis-7 wordt de code „7215” geschrapt.

21)

In bijlage XII wordt de beschrijving naast de responscode 7701 in tabel XII-1 vervangen door de volgende tekst:

„Toewijzing moet gebeuren voor alle jaren.”.

22)

Bijlage XVI wordt als volgt gewijzigd:

1)

punt 1 wordt vervangen door:

„1.

De centrale administrateur draagt er zorg voor dat de informatie in de punten 2 tot en met 4 quater met betrekking tot het registersysteem op de publiek toegankelijke ruimte van de website van het onafhankelijk transactielogboek van de Gemeenschap volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt. Elke registeradministrateur draagt er zorg voor dat de informatie in de punten 2 tot en met 4 ter met betrekking tot zijn register op de publiek toegankelijke ruimte van de website van dat register volgens het aangegeven tijdschema wordt weergegeven en bijgewerkt.”;

2)

punt 2, onder a), wordt vervangen door:

„a)

naam, adres, plaats, postcode, land, telefoonnummer en e-mailadres van de rekeninghouder.”;

3)

punt 2, onder c), wordt vervangen door:

„c)

naam, adres, plaats, postcode, land, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de primaire en secundaire gemachtigde vertegenwoordigers van de rekening die door de rekeninghouder voor die rekening zijn aangewezen, op voorwaarde dat de rekeninghouder de registeradministrateur schriftelijk heeft verzocht al deze informatie of een gedeelte daarvan weer te geven.”;

4)

de punten 4 onder a) en b), worden vervangen door:

„a)

het geverifieerde emissiecijfer van de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie voor het jaar X, alsook de correcties daarop, wordt vanaf 1 april van het jaar (X+1) weergegeven, of indien 1 april in een weekend of op een feestdag valt, wordt het geverifieerde emissiecijfer vanaf de eerste werkdag na 1 april weergegeven;

b)

overeenkomstig de artikelen 52 en 53 ingeleverde eenheden, per eenheidsidentificatiecode (in geval van ERU’s en CER’s), voor het jaar X, worden vanaf 1 mei van het jaar (X+1) weergegeven;”;

5)

het volgende punt 4 quater wordt toegevoegd:

„4 quater.

Een lijst met daarop de eenheid-ID’s van alle ingeleverde emissierechten, CER’s en ERU’s wordt weergegeven en elke 24 uur bijgewerkt. In geval van CER’s en ERU’s worden projectnaam, land van oorsprong en project-ID eveneens weergegeven.”;

6)

punt 12 bis wordt vervangen door:

„12 bis.

Het CITL draagt er zorg voor dat de volgende informatie op 30 april van elk jaar op zijn openbare website wordt weergegeven:

het percentage van de in elke lidstaat voor het voorgaande kalenderjaar ingeleverde emissierechten, dat is ingeleverd vanaf de rekening waaraan zij werden toegewezen;

het totaal van de voor het voorgaande kalenderjaar ingevoerde geverifieerde emissies per lidstaat als een percentage van het totaal van de geverifieerde emissies van het jaar daaraan voorafgaand;

het percentage op de door een bepaalde lidstaat beheerde rekeningen, van het aantal en volume van alle transacties voor de overdracht van emissierechten en Kyoto-eenheden in het voorgaande kalenderjaar;

het percentage op de door een bepaalde lidstaat beheerde rekeningen, van het aantal en volume van alle transacties voor de overdracht van emissierechten en Kyoto-eenheden in het voorgaande kalenderjaar tussen rekeningen die door verschillende lidstaten worden beheerd.”.

Artikel 79

Intrekking

De Verordeningen (EG) nr. 2216/2004 en (EG) nr. 994/2008 worden met ingang van 1 januari 2012 ingetrokken.

Artikel 80

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De artikelen 2 tot en met 76 en de bijlagen zijn van toepassing vanaf 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 oktober 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.

(3)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63.

(4)  PB L 8 van 13.1.2009, blz. 3.

(5)  PB L 271 van 11.10.2008, blz. 3.

(6)  PB L 386 van 29.12.2004, blz. 1.

(7)  PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.

(8)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(9)  PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.

(10)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(11)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

(12)  PB L 229 van 31.8.2007, blz. 1.

(13)  PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.

(14)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.


BIJLAGE I

Tabel I-1:   Typen rekeningen en typen eenheden die op elk type rekening kunnen staan

Naam type rekening

Rekeninghouder

Administrateur van de rekening

Aantal rekeningen van dit type

Emissierechten (anders dan Kyoto-eenheden)

Kyoto-eenheden

Hoofdstuk III-emissierechten

Hoofdstuk II-emissierechten

AAU

CER

ERU

lCER/tCER/RMU

I.   PK-partijrekeningen in PK-registers (met inbegrip van het EU-register)

Partijtegoedrekening

PK-partij

PK-registeradministrateur (in het EU-register: de centrale administrateur)

ten minste 1

Neen

Neen

Ja

Ja

Ja

Ja

Annuleringsrekening

1

Neen

Neen

Ja

Ja

Ja

Ja

Afboekingsrekening

1

Neen

Neen

Ja

Ja

Ja

Ja

ETS-AAU-depotrekening

1

Neen

Neen

Ja

Neen

Neen

Neen

II.   Beheerdersrekeningen in het EU-register

Nationale emissierechttegoedrekening

Lidstaat

Nationale administrateur van de lidstaat-rekeninghouder

1 voor elke lidstaat

Ja

Ja

Neen

Neen

Neen

Neen

Centrale ETS-aanzuiveringsrekening

EU

Centrale administrateur

1

Neen

Neen

Ja

Neen

Neen

Neen

Portaaldepotrekening

1 voor elke lidstaat zonder PK-register

Neen

Neen

Ja

Neen

Neen

Neen

EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten

1

Ja

Ja

Neen

Neen

Neen

Neen

Reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten

1

Neen

Neen

Ja

Ja

Ja

Neen

III.   Gebruikersrekeningen in het EU-register

Exploitanttegoedrekening

Exploitant

Nationale administrateur van de lidstaat waar de installatie zich bevindt

Eén voor elke installatie, elke vliegtuigexploitant, elke persoon of elk handelsplatform in de lidstaat

Ja

Neen

per lidstaat (1)

Ja

Ja

per lidstaat (1)

Vliegtuigexploitanttegoedrekening

Vliegtuigexploitant

Nationale administrateur van de lidstaat die de vliegtuigexploitant administreert

Ja

Ja

per lidstaat (1)

Ja

Ja

per lidstaat (1)

Persoonstegoedrekening

Persoon

Nationale administrateur die de rekening heeft geopend

Ja

Ja

per lidstaat (1)

Ja

Ja

per lidstaat (1)

Handelsplatformtegoedrekening

Handelsplatform

Ja

Ja

per lidstaat (1)

Ja

Ja

per lidstaat (1)

Verificateursrekening

Verificateur

Eén voor elke verificateur

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen


(1)  De nationale administrateur van de lidstaat kan beslissen of dit type eenheid op de rekening (of het type rekening) kan staan.


BIJLAGE II

Transactietypen die door elk type rekening kunnen worden geïnitieerd en ontvangen (met bijbehorend type eenheden)

Naam type rekening

Naam transactie en type handeling (I = initiëren, O = ontvangen)

Overdracht van eenheden

Inlevering van eenheden

Afschrijving van emissierechten

Annulering van Kyoto-eenheden

van een EU-register-rekening

naar een EU-registerrekening (van een niet-EU-registerrekening)

tussen twee niet-EU-registerrekeningen (in EER)

I

O

I

O

I

O

I

O

I

O

I

O

I.   PK-partijrekeningen in het EU-register en alle andere PK-registers

PK-partijtegoedrekening

n.b.

Ja

Ja

n.b.

Ja

Ja

Neen

Ja

Neen

Neen

Ja

Neen

Annuleringsrekening

n.b.

Ja

Neen

n.b.

Neen

Ja

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Ja

Afboekingsrekening

n.b.

Ja

Neen

n.b.

Neen

Ja

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

ETS-AAU-depotrekening

n.b.

n.b.

Ja

n.b.

Ja

Ja

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

II.   Beheerdersrekeningen in het EU-register

Centrale ETS-aanzuiveringsrekening

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Portaaldepotrekening (voor lidstaten zonder PK-register)

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Nationale emissierechttegoedrekening (uitsluitend voor lidstaten met PK-registers)

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Neen

Neen

Ja

Neen

Neen

Neen

EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten

Neen

Neen

n.b.

Neen

n.b.

n.b.

Neen

Ja

Neen

Ja

Neen

Neen

Reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Neen

Ja

Neen

Neen

Ja

Neen

III.   Gebruikersrekeningen in het EU-register

Exploitanttegoedrekening

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Neen

Ja

Neen

Ja

Neen

Vliegtuigexploitanttegoedrekening

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Ja

Neen

Ja

Neen

Ja

Neen

Persoonstegoedrekening

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Neen

Neen

Ja

Neen

Ja

Neen

Handelsplatformtegoedrekening

Ja

Ja

n.b.

Ja

n.b.

n.b.

Neen

Neen

Ja

Neen

Ja

Neen

Verificateursrekening

Neen

Neen

n.b.

Neen

n.b.

n.b.

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen

Neen


BIJLAGE III

Informatie te verstrekken bij aanvragen voor het openen van PK-partijrekeningen en beheerdersrekeningen

1.

De in tabel III-1 bedoelde informatie.

Tabel III-1:   Rekeninggegevens voor alle rekeningen

 

A

B

C

D

E

F

Nr.

Rekeninggegevens

Verplicht of facultatief?

Type

Kan worden bijgewerkt?

Is goedkeuring van nationale administrateur nodig voor bijwerking?

Weergave op openbare website van EU-register?

1

Rekening-ID (per EU-register)

V

Vastgesteld

Neen

n.b.

Neen

2

Type rekening

V

Keuze

Neen

n.b.

Ja

3

Verbintenisperiode

V

Keuze

Neen

n.b.

Ja

4

Rekeninghouder-ID (per EU-register)

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

5

Naam rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

6

Rekeningidentificatiecode (per rekeninghouder)

V

Vrij

Ja

Neen

Neen

7

Adres rekeninghouder: land

V

Keuze

Ja

Ja

Ja

8

Adres rekeninghouder: regio of staat

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

9

Adres rekeninghouder: plaats

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

10

Adres rekeninghouder: postcode

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

11

Adres rekeninghouder: straat

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

12

Adres rekeninghouder: huisnr.

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

13

Bedrijfsregistratienr. of ID-nr. rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

14

Telefoon 1 rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Neen

Ja

15

Telefoon 2 rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Neen

Ja

16

E-mailadres rekeninghouder

V

Vrij

Ja

Neen

Ja

17

Geboortedatum (voor natuurlijke personen)

F

Vrij

Neen

n.b.

Neen

18

Geboorteplaats (voor natuurlijke personen)

F

Vrij

Neen

n.b.

Neen

19

Btw-registratienummer met landcode

F

Vrij

Ja

Ja

Neen

20

Datum opening rekening

V

Vastgesteld

Neen

n.b.

Ja

21

Datum afsluiting rekening

F

Vastgesteld

Ja

Ja

Ja

2.

De rekeningidentificatiecode dient uniek te zijn in het registersysteem.


BIJLAGE IV

Aan de nationale administrateur te verstrekken informatie over persoonstegoedrekeningen, handelsplatformrekeningen en verificateursrekeningen

1.

De in tabel III-1 bedoelde informatie. (De rekening-ID en de alfanumerieke identificatiecode dienen uniek te zijn in het registersysteem.)

2.

Bewijs dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, een open bankrekening heeft in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

3.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de natuurlijke persoon die de opening van de rekening aanvraagt. Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

een paspoort of identiteitskaart die is afgegeven door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

b)

een ander paspoort, dat door een EU-ambassade als geldig is gewaarmerkt.

4.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de rechtspersoon die de opening van de rekening aanvraagt. Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

het document waarin de rechtspersoon is vastgelegd;

b)

een document waaruit blijkt dat de rechtspersoon is geregistreerd.

5.

Bewijsstukken ter staving van het adres van de permanente verblijfplaats van de rekeninghouder (natuurlijk persoon). Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

het krachtens punt 3 overgelegde identiteitsdocument, indien daarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld;

b)

enig ander door de regering verstrekt identiteitsdocument waarin het adres van de permanente verblijfplaats vermeld staat;

c)

indien het land van de permanente verblijfplaats geen identiteitsdocumenten verstrekt waarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld, een verklaring van de lokale autoriteiten waarin de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon wordt bevestigd;

d)

enig ander document dat in de lidstaat van de administrateur van de rekening gewoonlijk wordt aanvaard als bewijs van de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon.

6.

Bewijsstukken ter staving van het vestigingsadres van de rekeninghouder (rechtspersoon), indien deze niet duidelijk valt op te maken uit het overeenkomstig punt 4 overgelegde document.

7.

Documenten die krachtens de punten 3, 4 of 5 als bewijs zijn overgelegd en die verstrekt zijn door een regering buiten de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, moeten door een notaris als authentiek worden gewaarmerkt.

8.

De administrateur van de rekening kan verlangen dat de overgelegde documenten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in een taal die door de administrateur wordt aangeduid.

9.

In plaats van om papieren documenten te verzoeken, kan de administrateur van de rekening met behulp van elektronische mechanismen de overeenkomstig de punten 3, 4 en 5 over te leggen bewijsstukken controleren.


BIJLAGE V

Aan de nationale administrateur te verstrekken aanvullende informatie over handelsplatformtegoedrekeningen

1.

Een ondertekende verklaring van de bevoegde financiële autoriteiten van de lidstaat van de administrateur die de rekening opent, waarin wordt bevestigd dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt daartoe door die lidstaat is gemachtigd als vertegenwoordiger van een van de volgende entiteiten:

a)

een gereglementeerde markt als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 14, van de gewijzigde Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten;

b)

een multilaterale handelsfaciliteit als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 15, van de gewijzigde Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten;

c)

elke andere uitwisseling die een multilateraal systeem vormt dat wordt geëxploiteerd en/of beheerd door een marktexploitant, die meerdere koop- en verkoopintenties van derden met betrekking tot emissierechten of Kyoto-eenheden samenbrengt of het samenbrengen daarvan vergemakkelijkt, met inbegrip van een aanzuiverings- of vereffeningssysteem dat verantwoordelijk is voor de betaling en verlening van emissierechten en het beheer van zekerheden voor de desbetreffende gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit of enige ander uitwisseling.

Aan de nationale administrateur te verstrekken aanvullende informatie over verificateursrekeningen

2.

Een document waaruit blijkt dat de persoon die de opening van de rekening aanvraagt, als verificateur is geaccrediteerd in de lidstaat van de administrateur bij wie hij de opening van een rekening aanvraagt.


BIJLAGE VI

Basisvoorwaarden

Structuur en effect van de basisvoorwaarden

1.

De relatie tussen rekeninghouders en registeradministrateurs.

De verplichtingen van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger

2.

De verplichtingen van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger met betrekking tot beveiliging, gebruikersnamen, wachtwoorden en toegang tot de website van het register.

3.

De verplichting van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger om gegevens op de website van het register te plaatsen en te garanderen dat deze gegevens accuraat zijn.

4.

De verplichting van de rekeninghouder en de gemachtigde vertegenwoordiger om de gebruiksvoorwaarden van de website van het register na te leven.

De verplichtingen van de registeradministrateur

5.

De verplichting van de registeradministrateur om de instructies van de rekeninghouder uit te voeren.

6.

De verplichting van de registeradministrateur om de gegevens van de rekeninghouder te registeren.

7.

De verplichting van de registeradministrateur om de rekening te openen, bij te werken of af te sluiten overeenkomstig de bepalingen van de verordening.

Procesprocedures

8.

De bepalingen met betrekking tot de beëindiging en bevestiging van processen.

Betaling

9.

De voorwaarden betreffende door het register in rekening gebrachte vergoedingen voor het creëren en bijhouden van rekeningen.

Exploitatie van de website van het register

10.

De bepalingen met betrekking tot het recht van de registeradministrateur om veranderingen aan te brengen op de website van het register.

11.

De gebruiksvoorwaarden van de website van het register.

Garanties en schadevergoedingen

12.

Accuraatheid van de informatie.

13.

Bevoegdheid om processen te initiëren.

Aanpassing van deze basisvoorwaarden om rekening te houden met wijzigingen in de verordening of in de nationale wetgeving

Beveiliging en reacties op beveiligingsinbreuken

14.

Een indicatie dat alle verdachte berichten in verband met transacties door nationale administrateurs aan nationale rechtshandhavingsinstanties kunnen worden doorgegeven.

Geschillenregeling

15.

De bepalingen met betrekking tot geschillen tussen rekeninghouders.

Aansprakelijkheid

16.

De grenzen van de aansprakelijkheid van de registeradministrateur.

17.

De grenzen van de aansprakelijkheid van de rekeninghouder.

Rechten van derde partijen

Vertegenwoordiger, berichten en geldende wetgeving


BIJLAGE VII

Aan de nationale administrateur te verstrekken informatie over elke exploitanttegoedrekening

1.

De in tabel III-1 bedoelde informatie.

2.

Wat betreft de overeenkomstig tabel III-1 verstrekte gegevens wordt de exploitant van de installatie als rekeninghouder vermeld. De naam van de rekeninghouder dient identiek te zijn aan de naam van de natuurlijke of rechtspersoon die houder is van de desbetreffende broeikasgasemissievergunning.

3.

De in tabel VII-1 en VII-2 bedoelde informatie.

Tabel VII-1:   Rekeninggegevens voor exploitanttegoedrekeningen

 

A

B

C

D

E

F

Nr.

Rekeninggegevens

Verplicht of facultatief?

Type

Kan worden bijgewerkt?

Is goedkeuring van nationale administrateur nodig voor bijwerking?

Weergave op openbare website van EU-register?

1

ID installatie

V

Vastgesteld

Neen

Ja

2

ID vergunning

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

3

Datum inwerkingtreding vergunning

V

Vrij

Neen

Ja

4

Vervaldatum vergunning

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

5

Naam installatie

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

6

Activiteitstype installatie

V

Keuze

Ja

Ja

Ja

7

Adres installatie: land

V

Vastgesteld

Ja

Ja

Ja

8

Adres installatie: regio of staat

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

9

Adres installatie: plaats

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

10

Adres installatie: postcode

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

11

Adres installatie: straat

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

12

Adres installatie: huisnr.

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

13

Telefoon 1 installatie

V

Vrij

Ja

Neen

Ja

14

Telefoon 2 installatie

V

Vrij

Ja

Neen

Ja

15

E-mailadres installatie

V

Vrij

Ja

Neen

Ja

16

Moedermaatschappij

F

Vrij

Ja

Neen

Ja

17

Dochtermaatschappij

F

Vrij

Ja

Neen

Ja

18

EPRTR-identificatienummer

V

Vrij

Ja

Neen

Ja

19

Breedtegraad

F

Vrij

Ja

Neen

Ja

20

Lengtegraad

F

Vrij

Ja

Neen

Ja

Tabel VII-2:   Rekeninggegevens verificateur en contactpersoon

 

A

B

C

D

E

F

Nr.

Rekeninggegevens

Verplicht of facultatief?

Type

Kan worden bijgewerkt?

Is goedkeuring van nationale administrateur nodig voor bijwerking?

Weergave op openbare website van EU-register?

1

Verificateur

F

Keuze

Ja

Neen

Ja

 

Bedrijfsnaam

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

 

Bedrijfsafdeling

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

2

Contactpersoon binnen lidstaat: voornaam

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

3

Contactpersoon binnen lidstaat: achternaam

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

4

Adres contactpersoon: land

F

Vastgesteld

Ja

Neen

Ja (1)

5

Adres contactpersoon: regio of staat

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

6

Adres contactpersoon: plaats

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

7

Adres contactpersoon: postcode

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

8

Adres contactpersoon: straat

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

9

Adres contactpersoon: huisnr.

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

10

Telefoon 1 contactpersoon

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

11

Telefoon 2 contactpersoon

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

12

E-mailadres contactpersoon

F

Vrij

Ja

Neen

Ja (1)

4.

De naam van de installatie dient identiek te zijn aan de naam die wordt vermeld in de desbetreffende broeikasgasemissievergunning.


(1)  Deze punten worden niet weergegeven indien de rekeninghouder overeenkomstig artikel 75 verzoekt deze vertrouwelijk te houden.


BIJLAGE VIII

Aan de registeradministrateur te verstrekken informatie over elke vliegtuigexploitanttegoedrekening

1.

De in tabel III-1 en VII-2 bedoelde informatie.

2.

Wat betreft de overeenkomstig tabel III-1 verstrekte gegevens wordt de vliegtuigexploitant als rekeninghouder vermeld. De geregistreerde naam voor de rekeninghouder dient identiek te zijn aan de naam in het monitoringplan. Indien de naam in het monitoringplan verouderd is, wordt de naam in het register voor emissiehandel of de naam waarvan Eurocontrol zich bedient, gebruikt.

3.

De in tabel VIII-1 bedoelde informatie.

Tabel VIII-1:   Rekeninggegevens voor vliegtuigexploitanttegoedrekeningen

 

A

B

C

D

E

F

Nr.

Rekeninggegevens

Verplicht of facultatief?

Type

Kan worden bijgewerkt?

Is goedkeuring van nationale administrateur nodig voor bijwerking?

Weergave op openbare website van EU-register?

1

ID vliegtuigexploitant (toegekend door EU-register)

V

Vrij

Neen

Ja

2

Unieke code op grond van Verordening (EG) nr. 748/2009 van de Commissie

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

3

Roepnaam (ICAO-aanduiding)

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

4

ID monitoringplan

V

Vrij

Ja

Ja

Ja

5

Monitoringplan: eerste jaar operationeel

V

Vrij

Neen

Ja

6

Monitoringplan: vervaljaar

F

Vrij

Ja

Ja

Ja

4.

De roepnaam is de ICAO-aanduiding in vak 7 van het vluchtplan of, bij ontbreken daarvan, de registratiemarkering van het vliegtuig.


BIJLAGE IX

Aan de administrateur van de rekening te verstrekken informatie over gemachtigde vertegenwoordigers en extra gemachtigde vertegenwoordigers

Tabel IX-I:   Gegevens van gemachtigde vertegenwoordigers

 

A

B

C

D

E

F

Nr.

Rekeninggegevens

Verplicht of facultatief?

Type

Kan worden bijgewerkt?

Is goedkeuring van nationale administrateur nodig voor bijwerking?

Weergave op openbare website van EU-register?

1

ID persoon

V

Vrij

Neen

n.b.

Neen

2

Type gemachtigd vertegenwoordiger

V

Keuze

Ja

Neen

Ja

3

Voornaam

V

Vrij

Ja

Ja

Neen (1)

4

Achternaam

V

Vrij

Ja

Ja

Neen (1)

5

Titel

F

Vrij

Ja

Neen

Neen (1)

6

Functie

F

Vrij

Ja

Neen

Neen (1)

 

Bedrijfsnaam

F

Vrij

Ja

Neen

Neen (1)

 

Bedrijfsafdeling

F

Vrij

Ja

Neen

Neen (1)

7

Adres: land

V

Vastgesteld

Neen

n.b.

Neen (1)

8

Adres: regio of staat

F

Vrij

Ja

Ja

Neen (1)

9

Adres: plaats

V

Vrij

Ja

Ja

Neen (1)

10

Adres: postcode

V

Vrij

Ja

Ja

Neen (1)

11

Adres: straat

V

Vrij

Ja

Ja

Neen (1)

12

Adres: huisnummer

V

Vrij

Ja

Ja

Neen (1)

13

Telefoon 1

V

Vrij

Ja

Neen

Neen (1)

14

Telefoon 2

V

Vrij

Ja

Neen

Neen (1)

15

E-mailadres

V

Vrij

Ja

Neen

Neen

16

Geboortedatum

V

Vrij

Neen

n.b.

Neen

17

Geboorteplaats

V

Vrij

Neen

n.b.

Neen

18

Voorkeurstaal

F

Keuze

Ja

Neen

Neen

19

Vertrouwelijkheidsniveau

F

Keuze

Ja

Neen

Neen

20

Rechten van extra gemachtigde vertegenwoordigers

V

Meerkeuze

Ja

Neen

Neen

1.

De in tabel IX-1 bedoelde informatie.

2.

Een ondertekende verklaring van de rekeninghouder waarin hij aangeeft dat hij een bepaalde persoon als gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger wil voordragen, waarin bevestigd wordt dat de gemachtigde vertegenwoordiger of extra gemachtigde vertegenwoordiger het recht heeft namens de rekeninghouder transacties te initiëren en waarin eventuele beperkingen aan dat recht worden gesteld.

3.

Bewijsstukken ter staving van de identiteit van de voorgedragen persoon. Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

een paspoort of identiteitskaart die is afgegeven door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

b)

een ander paspoort, dat door een EU-ambassade als geldig is gewaarmerkt.

4.

Bewijsstukken ter staving van het adres van de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon. Een gewaarmerkte kopie van de volgende stukken kan als bewijs dienen:

a)

het krachtens punt 3 overgelegde identiteitsdocument, indien daarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld;

b)

enig ander door de regering verstrekt identiteitsdocument waarin het adres van de permanente verblijfplaats vermeld staat;

c)

indien het land van de permanente verblijfplaats geen identiteitsdocumenten verstrekt waarin het adres van de permanente verblijfplaats wordt vermeld, een verklaring van de lokale autoriteiten waarin de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon wordt bevestigd;

d)

enig ander document dat in de lidstaat van de administrateur van de rekening gewoonlijk wordt aanvaard als bewijs van de permanente verblijfplaats van de voorgedragen persoon.

5.

Documenten die krachtens punt 4 als bewijs zijn overgelegd en die verstrekt zijn door een regering buiten de Europese Economische Ruimte of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, moeten door een notaris als authentiek worden gewaarmerkt.

6.

De administrateur van de rekening kan verlangen dat de overgelegde documenten vergezeld gaan van een gewaarmerkte vertaling in een taal die door de registeradministrateur wordt aangeduid.

7.

In plaats van om papieren documenten te verzoeken, kan de administrateur van de rekening met behulp van elektronische mechanismen de overeenkomstig de punten 3 en 4 over te leggen bewijsstukken controleren.


(1)  Deze punten worden uitsluitend weergegeven indien de rekeninghouder overeenkomstig artikel 75 verzoekt deze openbaar te maken.


BIJLAGE X

Formaten voor het verstrekken van jaarlijkse emissiegegevens

1.

De emissiegegevens voor exploitanten bevatten de in tabel X-1 genoemde informatie.

Tabel X-1:   Emissiegegevens voor exploitanten

 

A

B

C

1

ID installatie

 

2

Verslagjaar

 

Uitstoot van broeikasgassen

 

in ton

in ton CO2-eq.

3

CO2-emissies

 

 

4

N2O-emissies

 

 

5

PFK-emissies

 

 

6

Totale emissies

Σ (C2 + C3 + C4)

2.

De emissiegegevens voor vliegtuigexploitanten bevatten de informatie als genoemd in de paragrafen 8 en 9 van hoofdstuk 8 in bijlage XIV bij Beschikking 2007/589/EG.

3.

Het elektronische formaat voor het verstrekken van emissiegegevens wordt beschreven in de in artikel 71 bedoelde technische en gegevensuitwisselingsspecificaties.


BIJLAGE XI

Tabel op basis van het nationale toewijzingsplan voor de periode 2008-2012

Rij nr.

Naam

Aantal hoofdstuk III-emissierechten

Invoer („r” staat voor „rij”)

 

Landcode van lidstaat

 

Handmatige invoer

1

Totale aantal emissierechten dat aan installaties moet worden verleend

 

Σ (r5 t/m r9, r12 t/m r16)

2

Totale aantal emissierechten in reserve

 

Handmatige invoer

3

 

Rekening-ID van installatie A

 

Handmatige invoer

4

 

Hoeveelheid toe te wijzen aan installatie A:

 

 

5

 

 

in jaar 2008

 

Handmatige invoer

6

 

 

in jaar 2009

 

Handmatige invoer

7

 

 

in jaar 2010

 

Handmatige invoer

8

 

 

in jaar 2011

 

Handmatige invoer

9

 

 

in jaar 2012

 

Handmatige invoer

10

 

Rekening-ID van installatie B

 

Handmatige invoer

11

 

Hoeveelheid toe te wijzen aan installatie B:

 

 

12

 

 

in jaar 2008

 

Handmatige invoer

13

 

 

in jaar 2009

 

Handmatige invoer

14

 

 

in jaar 2010

 

Handmatige invoer

15

 

 

in jaar 2011

 

Handmatige invoer

16

 

 

in jaar 2012

 

Handmatige invoer


BIJLAGE XII

EU-luchtvaarttoewijzingstabel voor de periode 2008-2012

Rij nr.

Naam

Aantal hoofdstuk II-emissierechten

Invoer („r” staat voor „rij”)

1

Hoeveelheid hoofdstuk II-emissierechten binnen de EU in 2012

 

Handmatige invoer

2

 

Nog toe te wijzen hoeveelheid in 2012

 

(r1 × 0,15) = Σ (r3, r4, r5)

3

 

 

door lidstaat 1:

 

Handmatige invoer

4

 

 

door lidstaat 2:

 

Handmatige invoer

5

 

 

door lidstaat n:

 

Handmatige invoer

6

 

Reeds toegewezen hoeveelheid voor 2012

 

(r1 – r2) = Σ (r7, r8, r9)

7

 

 

aan vliegtuigexploitant 1:

 

Handmatige invoer

8

 

 

aan vliegtuigexploitant 2:

 

Handmatige invoer

9

 

 

aan rekeninghouder n:

 

Handmatige invoer


BIJLAGE XIII

Rapportagevereisten van de centrale administrateur

Voor het publiek beschikbare informatie

1.

Het EUTL draagt er zorg voor dat voor elke rekening de volgende informatie op de openbare website van het EUTL wordt weergegeven:

a)

alle informatie die wordt aangeduid als „weergave op de openbare website van het EU-register” in de tabellen III-1, VII-1, VII-2, VIII-1 en IX-1. Deze informatie wordt elke 24 uur bijgewerkt;

b)

emissierechten toegewezen aan individuele rekeninghouders krachtens artikel 40 en artikel 41. Deze informatie wordt elke 24 uur bijgewerkt;

c)

de status van de rekening overeenkomstig artikel 9, lid 1. Deze informatie wordt elke 24 uur bijgewerkt;

d)

het aantal ingeleverde emissierechten, ERU’s en CER’s overeenkomstig artikel 46 en de eenheid-ID van de ingeleverde ERU’s en CER’s. Het aantal emissierechten, ERU’s en CER’s dat in de periode van 1 januari tot en met 15 mei is ingeleverd, wordt pas na 15 mei weergegeven. In de periode van 15 mei tot en met 31 december wordt deze informatie elke 24 uur bijgewerkt;

e)

vanaf 1 april van het jaar (X+1), het cijfer van de geverifieerde emissies van de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie voor het jaar X, alsook de correcties daarop;

f)

een symbool en een verklaring die aangeven of de met de exploitanttegoedrekening verbonden installatie of vliegtuigexploitant op 30 april ten minste een even groot aantal Kyoto-eenheden of emissierechten heeft ingeleverd als haar/zijn emissies in alle afgelopen jaren. De weer te geven symbolen en verklaringen worden vermeld in tabel XIII-1. Het symbool wordt op 1 mei bijgewerkt en behalve de toevoeging van een „*” in gevallen als beschreven in rij 5 van tabel XIII-I blijft het onveranderd tot de volgende 1 mei.

Tabel XIII-1: Nalevingsverklaringen

Rij nr.

Nalevingsstatuscijfer volgens artikel 31

Zijn geverifieerde emissies voor het gehele afgelopen jaar geregistreerd?

Symbool

Verklaring

weer te geven op de openbare website van het EUTL

1

0 of een positief getal

Ja

A

„Het aantal op 30 april ingeleverde emissierechten en ERU's/CER's is groter dan of gelijk aan de geverifieerde emissies.”

2

een negatief getal

Ja

B

„Het aantal op 30 april ingeleverde emissierechten en ERU's/CER's is kleiner dan de geverifieerde emissies.”

3

elk getal

Neen

C

„Tot 30 april zijn voor het voorgaande jaar geen geverifieerde emissies ingevoerd.”

4

elk getal

Neen (omdat het inleveringsproces voor emissierechten en/of het proces voor de bijwerking van geverifieerde emissies voor het register van de lidstaat opgeschort was)

X

„De invoering van geverifieerde emissies en/of de inlevering van emissierechten was tot 30 april onmogelijk omdat het inleveringsproces voor emissierechten en/of het proces voor het bijwerken van geverifieerde emissies voor het register van de lidstaat opgeschort was.”

5

elk getal

Ja of neen (maar later bijgewerkt door de bevoegde autoriteit)

* [toegevoegd aan het oorspronkelijke symbool]

„De geverifieerde emissies zijn door de bevoegde autoriteit geraamd of gecorrigeerd.”

2.

Het EUTL draagt er zorg voor dat de volgende algemene informatie op de openbare website van het EUTL wordt weergegeven, en werkt deze elke 24 uur bij:

a)

de NAP-tabel van elke lidstaat, inclusief aanduidingen van correcties die overeenkomstig artikel 37 op de tabel zijn aangebracht;

b)

De EU-luchtvaarttoewijzingstabel, inclusief aanduidingen van correcties die overeenkomstig artikel 38 zijn aangebracht;

c)

alle overeenkomstig Beschikking 2006/780/EG van de Commissie (1) opgestelde reservetabellen;

d)

het totale aantal emissierechten, ERU’s en CER’s dat in het EU-register op alle gebruikersrekeningen op de dag voordien aanwezig was;

e)

een lijst met de eenheid-ID's van alle ingeleverde emissierechten, CER's en ERU's, met markering van de eenheden die van de rekening waarop zij waren ingeleverd, zijn overgebracht naar persoonstegoedrekeningen of exploitanttegoedrekeningen. In geval van CER’s en ERU’s worden projectnaam, land van oorsprong en project-ID eveneens weergegeven;

f)

een opsomming van het type Kyoto-eenheden anders dan CER’s en ERU’s dat aanwezig kan zijn op gebruikersrekeningen die overeenkomstig punt 1 van bijlage I door een specifieke nationale administrateur worden beheerd;

g)

het totale aantal CER’s en ERU’s dat exploitanten in iedere lidstaat voor elke periode kunnen gebruiken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG;

h)

de vergoedingen die overeenkomstig artikel 76 door de nationale administrateurs in rekening worden gebracht.

3.

Het EUTL draagt er zorg voor dat de volgende informatie op 30 april van elk jaar op zijn openbare website wordt weergegeven:

a)

het percentage van de in elke lidstaat voor het voorgaande kalenderjaar ingeleverde emissierechten, dat is ingeleverd vanaf de rekening waaraan zij werden toegewezen;

b)

het totaal van de voor het voorgaande kalenderjaar ingevoerde geverifieerde emissies per lidstaat als een percentage van het totaal van de geverifieerde emissies van het jaar daaraan voorafgaand;

c)

het percentage op de door een bepaalde lidstaat beheerde rekeningen, van het aantal en volume van alle transacties voor de overdracht van emissierechten en Kyoto-eenheden in het voorgaande kalenderjaar;

d)

het percentage op de door een bepaalde lidstaat beheerde rekeningen, van het aantal en volume van alle transacties voor de overdracht van emissierechten en Kyoto-eenheden in het voorgaande kalenderjaar tussen rekeningen die door verschillende lidstaten worden beheerd.

4.

Het EUTL draagt er zorg voor dat de volgende informatie over elke afgeronde en in het EUTL geregistreerde transactie op 1 januari van het vijfde jaar na de vastlegging van de informatie op de openbare website van het EUTL wordt weergegeven:

a)

de naam en ID van de rekeninghouder van de overdragende rekening;

b)

de naam en ID van de rekeninghouder van de verwervende rekening;

c)

emissierechten of Kyoto-eenheden waarop de transactie betrekking heeft, per eenheidsidentificatiecode;

d)

identificatiecode van de transactie;

e)

datum en tijdstip waarop de transactie is afgerond (Midden-Europese tijd);

f)

het type transactie.

Informatie beschikbaar voor rekeninghouders

5.

Het EU-register draagt er zorg voor dat op het gedeelte van de website van het EU-register dat uitsluitend voor de rekeninghouder toegankelijk is, de volgende informatie wordt weergegeven, en werkt deze onmiddellijk bij:

a)

de lopende tegoeden aan emissierechten en Kyoto-eenheden, met eenheidsidentificatiecodes;

b)

de lijst van voorgestelde transacties die door die rekeninghouder zijn geïnitieerd, met voor elke voorgestelde transactie de vermelding van:

i)

de elementen in punt 4;

ii)

de datum en het tijdstip waarop de transactie is voorgesteld (Midden-Europese tijd);

iii)

de huidige status van die voorgestelde transactie;

iv)

eventuele responscodes die na de door het register en het EUTL verrichte controles zijn teruggezonden;

c)

de lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden die door die rekening zijn verworven als gevolg van afgeronde transacties, met voor elke transactie de vermelding van de elementen in punt 4;

d)

de lijst van emissierechten of Kyoto-eenheden die uit die rekening zijn overgedragen als gevolg van afgeronde transacties, met voor elke transactie de vermelding van de elementen in punt 4.

Informatie beschikbaar voor nationale administrateurs

6.

Het EU-register draagt er zorg voor dat op het gedeelte van de website van het EU-register dat uitsluitend voor nationale administrateurs toegankelijk is, de volgende informatie wordt weergegeven:

a)

het actuele saldo en het transactieoverzicht van de centrale ETS-aanzuiveringsrekening, de portaaldepotrekening, de EU-rekening voor de afschrijving van emissierechten en de reserverekening voor de inlevering van luchtvaartemissierechten;

b)

de rekeninghouders en gemachtigde vertegenwoordigers voor wie de toegang tot een rekening in het EU-register overeenkomstig artikel 27 door een nationale administrateur is opgeschort.


(1)  PB L 316 van 16.11.2006, blz. 12.


Top