EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010R0080

Verordening (EU) nr. 80/2010 van de Commissie van 28 januari 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 718/2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

OJ L 25, 29.1.2010, p. 1–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Special edition in Croatian: Chapter 11 Volume 126 P. 161 - 169

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/80(1)/oj

29.1.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 25/1


VERORDENING (EU) Nr. 80/2010 VAN DE COMMISSIE

van 28 januari 2010

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 718/2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (1) (hierna de „IPA-verordening” genoemd), en met name op artikel 3, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (2) bevat gedetailleerde voorschriften voor de tenuitvoerlegging van de IPA-verordening.

(2)

De ervaring in de eerste jaren van de tenuitvoerlegging van de IPA-verordening heeft geleerd dat Verordening (EG) nr. 718/2007 op een beperkt aantal punten dient te worden herzien om enkele tegenstrijdigheden en verkeerde verwijzingen weg te nemen, de tekst van bepaalde artikelen te verduidelijken en een aantal bepalingen te wijzigen, zodat dit instrument coherenter, efficiënter en doeltreffender ten uitvoer kan worden gelegd.

(3)

Er dient meer duidelijkheid te komen over de gevallen waarin gemeenschappelijke bepalingen ondergeschikt zijn aan specifieke bepalingen in de verschillende IPA-afdelingen. De bepalingen inzake de evaluatie van de steun dienen in overeenstemming te worden gebracht met de vereisten van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3) en Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), waarbij dient te worden gezorgd voor een betere samenhang tussen de gemeenschappelijke bepalingen die voor alle IPA-afdelingen gelden en de specifieke bepalingen die op de afzonderlijke IPA-afdelingen van toepassing zijn.

(4)

In de specifieke bepalingen betreffende de afdeling omschakeling en institutionele opbouw dienen de bepalingen van de IPA-verordening beter terug te vinden te zijn, met name waar het gaat om steun aan de landen van bijlage I bij de IPA-verordening en de mogelijkheid om steun te programmeren door middel van meerjaren- en jaarprogramma’s. Met het oog op een coherente aanpak in de verschillende IPA-afdelingen dient tevens het maximum van de communautaire bijdrage bij investeringsactiviteiten te worden opgetrokken tot 85 % van de subsidiabele uitgaven, zodat het gelijk loopt met de herziene steunintensiteit voor investeringen die geldt voor de afdeling regionale ontwikkeling.

(5)

In de specifieke bepalingen van de afdeling grensoverschrijdende samenwerking, die betrekking hebben op grensoverschrijdende programma’s tussen begunstigde landen en lidstaten, lijkt het noodzakelijk de voorfinanciering die wordt betaald aan de instantie die door de deelnemende landen is aangewezen voor het ontvangen van de door de Commissie verrichte betalingen, aanzienlijk te verhogen.

(6)

Sommige van de specifieke bepalingen van de afdeling regionale ontwikkeling, de afdeling ontwikkeling van het menselijk potentieel en de afdeling plattelandsontwikkeling dienen beter te worden afgestemd op de regels voor de structuurfondsen, het Cohesiefonds en de regionale ontwikkelingsfondsen in de EU-lidstaten, waarvan zij de voorlopers zijn.

(7)

De in deze verordening vastgestelde bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het IPA-comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 718/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 8, lid 4, onder c), komt als volgt te luiden:

„c)

bepalingen betreffende het door het begunstigde land opstellen en regelmatig bijhouden van een routekaart met indicatieve ijkpunten en termijnen voor de overeenkomstig de artikelen 14 en 18 te verwezenlijken decentralisatie zonder controle vooraf door de Commissie; deze bepalingen moeten alleen worden opgesteld voor de afdelingen of programma’s waarvoor in het in artikel 14 bedoelde besluit van de Commissie houdende toekenning van beheersbevoegdheden is bepaald dat de Commissie controles vooraf verricht.”.

2)

Artikel 31 komt als volgt te luiden:

„Artikel 31

Specifieke instanties

Binnen het algemene kader dat gevormd wordt door de structuren en autoriteiten genoemd in artikel 21, kunnen de in artikel 28 beschreven functies worden gegroepeerd en toegewezen aan specifieke instanties binnen of buiten de aangewezen operationele structuren. Bij deze groepering en aanwijzing wordt de door Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 voorgeschreven scheiding van functies in acht genomen en erop toegezien dat de eindverantwoordelijkheid voor de in het genoemde artikel beschreven functies bij de aangewezen operationele structuur blijft liggen. Een dergelijke structuur wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst en moet worden erkend door de nationale ordonnateur; de beheersbevoegdheden moeten door de Commissie worden toegekend.”.

3)

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 komt de tweede alinea als volgt te luiden:

„Het uitschrijven van oproepen tot het indienen van voorstellen of aanbestedingen kan eveneens voor financiering in aanmerking komen voordat de beheersbevoegdheden zijn toegekend, doch na 1 januari 2007, indien de initiële toekenning van beheersbevoegdheden wordt verricht binnen de termijn die is vastgesteld in een voorbehoudsclausule die in de betrokken activiteiten, oproepen of aanbestedingsberichten is opgenomen en, behalve voor de afdeling plattelandsontwikkeling, mits de betrokken documenten tevoren door de Commissie zijn goedgekeurd. De betrokken oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen kunnen, afhankelijk van het besluit tot toekenning van beheersbevoegdheden, worden geannuleerd of gewijzigd.”;

b)

in lid 3 komt de inleidende zin als volgt te luiden:

„3.   Tenzij anders bepaald in de specifieke bepalingen van elke IPA-afdeling, komen de volgende uitgaven niet in aanmerking voor financiering uit hoofde van de IPA-verordening:”.

4)

Artikel 35, lid 3, tweede streepje, komt als volgt te luiden:

„—

de afdeling regionale ontwikkeling.”.

5)

Artikel 36 komt als volgt te luiden:

„Artikel 36

Eigendom van de rente

Alle rente die wordt ontvangen op afdelingsspecifieke eurorekeningen die door het nationale fonds worden geopend in het geval van gedecentraliseerd beheer, blijft eigendom van het begunstigde land. De renteopbrengsten van de financiering van een programma door de Gemeenschap worden uitsluitend voor het betrokken programma bestemd, aangezien die renteopbrengsten worden beschouwd als onderdeel van de middelen van het begunstigde land in de vorm van een nationale overheidsbijdrage, en worden bij de Commissie gedeclareerd op het tijdstip van de definitieve afsluiting van het programma.”.

6)

Artikel 37, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   „Voor alle activiteiten waarvoor in het kader van de diverse afdelingen van het IPA steun wordt ontvangen, dient een nationale en een communautaire bijdrage te worden geleverd, tenzij anders is bepaald in de specifieke bepalingen van elke IPA-afdeling.”.

7)

Artikel 40, lid 7, komt als volgt te luiden:

„7.   De bedragen die voorkomen in de door het begunstigde land voorgelegde programma’s, in gecertificeerde uitgavenstaten, in betalingsaanvragen en in uitgaven als vermeld in de uitvoeringsverslagen, luiden in euro. De begunstigde landen rekenen de uitgaven die in de nationale munteenheid zijn verricht om in euro aan de hand van de maandelijkse boekhoudkundige koers voor de euro die door de Commissie is vastgesteld voor de maand waarin de uitgave in de rekeningen van het nationale fonds of de betrokken operationele structuur is opgenomen, afhankelijk van het geval.”.

8)

Artikel 47, lid 1, derde streepje, komt als volgt te luiden:

„—

doorhaling van het eindsaldo van de vastlegging door de Commissie.”.

9)

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De nationale ordonnateur, van wie het in eerste instantie de taak is onregelmatigheden te onderzoeken, verricht de financiële aanpassingen die vereist zijn in verband met opgespoorde onregelmatigheden in activiteiten of programma’s, door de bijdrage van de Gemeenschap aan de betrokken activiteiten of programma’s geheel of gedeeltelijk te schrappen. De nationale ordonnateur houdt rekening met de aard en de ernst van de onregelmatigheden en met het financiële verlies voor de Gemeenschap.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   In geval van onregelmatigheden vordert de nationale ordonnateur de aan de eindbegunstigde uitbetaalde bijdrage van de Gemeenschap in overeenkomstig de nationale terugvorderingsprocedures.”.

10)

Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De in artikel 5 bedoelde indicatieve meerjarenplannen worden door de Commissie vooraf geëvalueerd.”;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Voor alle programma’s worden evaluaties vooraf, tussentijds en/of achteraf uitgevoerd, afhankelijk van het geval, overeenkomstig de specifieke bepalingen voor elke afdeling van het IPA in deel II van deze verordening en artikel 21 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002.”;

c)

de leden 5 en 6 worden geschrapt;

d)

lid 7 wordt vervangen door:

„7.   De resultaten van de evaluaties worden bij de programmerings- en uitvoeringscyclus in aanmerking genomen.”.

11)

Artikel 58, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   Bij gedecentraliseerd beheer stelt het begunstigde land binnen zes maanden na inwerkingtreding van de eerste financieringsovereenkomst in overleg met de nationale IPA-coördinator en de Commissie een IPA-comité van toezicht in, teneinde samenhang en coördinatie bij de uitvoering van de afdelingen van het IPA te waarborgen.”.

12)

Artikel 59, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   Het IPA-comité van toezicht wordt bijgestaan door sectorale comités van toezicht die overeenkomstig de specifieke bepalingen van deel II binnen zes maanden na de inwerkingtreding van de eerste financieringsovereenkomst in het kader van de afdelingen van het IPA worden ingesteld. De sectorale comités van toezicht zijn verbonden aan programma’s of afdelingen. Waar nuttig kunnen vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld erin zitting hebben.”.

13)

Artikel 60 komt als volgt te luiden:

„Artikel 60

Toezicht bij gecentraliseerd en gezamenlijk beheer

Bij gecentraliseerd beheer en gezamenlijk beheer kan de Commissie elke maatregel nemen die zij met het oog op het toezicht op de betrokken programma’s nodig acht. Bij gezamenlijk beheer kunnen deze maatregelen samen met de betrokken internationale organisatie of organisaties worden uitgevoerd. De nationale IPA-coördinator kan bij de toezichtsmaatregelen worden betrokken.”.

14)

Artikel 62, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   Bij gedecentraliseerd beheer zijn de operationele structuren verantwoordelijk voor het organiseren van de publicatie van de lijst van eindbegunstigden, de aanduiding van de activiteiten en het voor iedere activiteit toegewezen bedrag aan financiering van de Gemeenschap. De operationele structuren zien erop toe dat de eindbegunstigden wordt medegedeeld dat de aanvaarding van de financiering inhoudt dat zij ermee akkoord gaan dat hun naam op de lijst van eindbegunstigden wordt opgenomen. Persoonsgegevens op deze lijst worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5).

15)

In artikel 64 wordt aan het einde van lid 2 de volgende zin toegevoegd:

„Per geval kan de Commissie besluiten op de hierboven genoemde gebieden steun uit hoofde van deze afdeling te verlenen aan in bijlage I bij de IPA-verordening opgesomde begunstigde landen waaraan nog geen beheersbevoegdheden zijn toegekend in de zin van artikel 14.”.

16)

In artikel 66, lid 3, wordt het volgende punt toegevoegd:

„c)

kosten in verband met een bankgarantie of een vergelijkbare zekerheid die door de eindbegunstigde van een subsidie moet worden gesteld.”.

17)

In artikel 67, lid 2, komt „75 %” te luiden als „85 %” en „25 %” als „15 %”.

18)

In artikel 68 komt de inleidende zin als volgt te luiden:

„In beginsel wordt de steun in het kader van deze afdeling verleend in de vorm van:”.

19)

In artikel 69 komen de leden 1, 2 en 3 als volgt te luiden:

„1.   De nationale programma’s worden door de Commissie goedgekeurd op basis van voorstellen van het begunstigde land, op basis van de beginselen en prioriteiten van de indicatieve meerjarenplannen waarnaar wordt verwezen in artikel 5. In de voorstellen worden meer bepaald de zwaartepunten opgesomd voor het desbetreffende begunstigde land; hierin kunnen de gebieden waarop steun wordt verleend als bedoeld in artikel 64 zijn begrepen.

2.   De voorstellen van de begunstigde landen worden geselecteerd aan de hand van transparante procedures, waarbij de belanghebbenden worden geraadpleegd bij de formulering van de voorstellen.

3.   Elk jaar worden na overleg over de voorstellen tussen de Commissie en het begunstigde land, door het begunstigde land projectfiches bij de Commissie ingediend. In de projectfiches worden de zwaartepunten, de voorgenomen activiteiten en de gekozen uitvoeringsmethoden duidelijk aangegeven. De financieringsvoorstellen worden door de Commissie in het licht van de projectfiches voorbereid.”.

20)

Artikel 72, lid 3, komt als volgt te luiden:

„3.   De regionale programma’s bestrijken begunstigde landen in de westelijke Balkan. De programma’s beogen in het bijzonder de verzoening, wederopbouw en politieke samenwerking in de regio.”.

21)

Artikel 73, lid 3, komt als volgt te luiden:

„3.   Regionale en horizontale programma’s worden door de Commissie uitgevoerd op gecentraliseerde wijze of in gezamenlijk beheer met internationale organisaties als bedoeld in artikel 53 quinquies van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.”.

22)

Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt punt a) vervangen door:

„a)

de voorbereiding van de voorstellen als bedoeld in artikel 69 organiseren;”;

b)

in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

„De in artikel 28 bedoelde operationele structuur omvat een of meer uitvoerende agentschappen die binnen de nationale administratie van het begunstigde land en onder directe controle daarvan worden opgezet.”.

23)

Artikel 78 komt als volgt te luiden:

„Artikel 78

Uitvoeringsbeginselen bij deelname aan communautaire programma’s en agentschappen

Bij deelname aan communautaire programma’s en agentschappen wordt onder uitvoering verstaan de betaling aan de begroting van het programma en van het agentschap, van het deel van de financiële bijdrage van het begunstigde land dat uit hoofde van IPA wordt gefinancierd. De betaling geschiedt door het nationale fonds bij gedecentraliseerd beheer en door ministeries of andere betrokken overheidsorganen in de begunstigde landen bij gecentraliseerd beheer. In het laatste geval betaalt de Commissie geen voorfinanciering van de Gemeenschapsbijdrage.”.

24)

Artikel 82 komt als volgt te luiden:

„Artikel 82

Evaluatie

1.   Programma’s uit hoofde van de afdeling omschakeling en institutionele opbouw worden vooraf, tussentijds en/of achteraf geëvalueerd overeenkomstig artikel 57.

2.   Voor de toekenning van beheersbevoegdheden aan het begunstigde land worden alle evaluaties uitgevoerd door de Commissie.

Na de toekenning van beheersbevoegdheden is het begunstigde land verantwoordelijk voor het verrichten van tussentijdse evaluaties, afhankelijk van het geval, onverminderd het recht van de Commissie om indien nodig ad-hocevaluaties door te voeren.

De verantwoordelijkheid voor de evaluatie vooraf en achteraf berust ook na toekenning van de beheersbevoegdheden aan het begunstigde land bij de Commissie, onverminderd het recht van het begunstigde land om indien nodig dergelijke evaluaties te verrichten.

3.   Overeenkomstig artikel 22 van de IPA-verordening worden de desbetreffende evaluatieverslagen ter discussie aan het IPA-comité toegezonden.”.

25)

Artikel 86, lid 4, komt als volgt te luiden:

„4.   De afdeling grensoverschrijdende samenwerking kan eventueel ook steun verlenen aan de deelname van in aanmerking komende regio’s van de begunstigde landen aan transnationale en interregionale programma’s uit hoofde van de doelstelling inzake Europese territoriale samenwerking van het structuurfonds en aan multilaterale zeebekkenprogramma’s volgens Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad (6). De voorschriften voor deelname van de begunstigde landen aan de genoemde programma’s worden in de relevante programmadocumenten en/of financieringsovereenkomsten vastgesteld, afhankelijk van het geval.

26)

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt punt b) geschrapt;

b)

aan lid 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

„g)

aankoop van grond voor een bedrag van maximaal 10 % van de subsidiabele uitgaven voor de betrokken activiteit.”.

27)

Artikel 92 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 komt de tweede alinea als volgt te luiden:

„Indien het grensoverschrijdende programma wordt uitgevoerd uit hoofde van de overgangsregelingen van artikel 99, worden tussen de Commissie en elk van de begunstigde landen die aan het programma deelnemen, jaarlijkse of meerjarige financieringsovereenkomsten gesloten. Elke financieringsovereenkomst van dien aard dekt de bijdrage van de Gemeenschap voor het betrokken begunstigde land en jaar/de betrokken jaren, zoals vastgesteld in het financieringsplan als bedoeld in artikel 99, lid 2.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Voor grensoverschrijdende programma’s worden in verband met de in artikel 86, lid 1, onder b), vermelde samenwerking jaarlijkse of meerjarige financieringsovereenkomsten gesloten tussen de Commissie en elk van de begunstigde landen die aan het programma deelnemen, op basis van het besluit waarnaar in artikel 91, lid 6, wordt verwezen. Elke financieringsovereenkomst van dien aard dekt de bijdrage van de Gemeenschap voor het betrokken begunstigde land en jaar/de betrokken jaren, zoals vastgesteld in het financieringsplan als bedoeld in artikel 94, lid 2, tweede alinea.”.

28)

Artikel 94, lid 1, onder h), punt iii), komt als volgt te luiden:

„iii)

voor zover van toepassing, inlichtingen over de instantie die bevoegd is voor het ontvangen van de door de Commissie verrichte betalingen, en een of meer instanties die verantwoordelijk zijn voor het verrichten van de betalingen aan de eindbegunstigden;”.

29)

Artikel 95 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 komt de tweede alinea als volgt te luiden:

„De deelnemende landen kunnen ook gezamenlijke activiteiten buiten de oproep tot het indienen van voorstellen vaststellen. In dat geval wordt de gezamenlijke activiteit specifiek vermeld in het grensoverschrijdende programma of, indien dit overeenstemt met de prioriteiten of de maatregelen van het grensoverschrijdende programma, wordt de activiteit bij besluit van het gezamenlijke comité van toezicht als bedoeld in artikel 110 of in artikel 142 op om het even welk ogenblik na goedkeuring van het programma vastgesteld.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Voor programma’s inzake grensoverschrijdende samenwerking als bedoeld in artikel 86, lid 1, onder a), omvatten de geselecteerde programma’s eindbegunstigden voor ten minste een van de deelnemende lidstaten en een van de deelnemende begunstigde landen.”.

30)

Artikel 96 komt als volgt te luiden:

„Artikel 96

Verantwoordelijkheden van de eerstverantwoordelijke begunstigde en andere eindbegunstigden

1.   Voor programma’s inzake grensoverschrijdende samenwerking als bedoeld in artikel 86, lid 1, onder a), wijzen de eindbegunstigden van een activiteit onderling een eerstverantwoordelijke begunstigde aan alvorens zij het voorstel voor de activiteit indienen. De eerstverantwoordelijke begunstigde is gevestigd in een van de deelnemende landen en heeft de volgende taken:

a)

hij stelt de regelingen vast voor zijn betrekkingen met de eindbegunstigden die aan de activiteit deelnemen, en wel in de vorm van een overeenkomst waarin, onder meer, bepalingen zijn opgenomen die een goed financieel beheer van de aan de activiteit toegewezen middelen garanderen, met inbegrip van regelingen voor de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen;

b)

hij draagt zorg voor de tenuitvoerlegging van de volledige activiteit;

c)

hij is verantwoordelijk voor het doorgeven van de bijdrage van de Gemeenschap aan de eindbegunstigden die deelnemen aan de activiteit;

d)

hij ziet erop toe dat de uitgaven die door de aan de activiteit deelnemende eindbegunstigden zijn ingediend, zijn betaald voor de tenuitvoerlegging van de activiteit en in overeenstemming zijn met hetgeen door de aan de activiteit deelnemende eindbegunstigden onderling is overeengekomen;

e)

hij gaat na of de uitgaven die door de aan de activiteit deelnemende begunstigden zijn ingediend, zijn gevalideerd door de controleurs als bedoeld in artikel 108.

2.   Voor programma’s inzake grensoverschrijdende samenwerking als bedoeld in artikel 86, lid 1, onder a), die worden uitgevoerd uit hoofde van de overgangsregelingen van artikel 99:

a)

wijzen de eindbegunstigden van een activiteit in een deelnemend land onderling een eerstverantwoordelijke begunstigde aan alvorens zij het voorstel voor de activiteit indienen; De eerstverantwoordelijke begunstigde is gevestigd in een van de deelnemende lidstaten en is verantwoordelijk voor de punten a) tot en met e) van lid 1 voor dat deel van de activiteit dat in de lidstaten plaatsvindt;

b)

wijzen de eindbegunstigden van een activiteit in een deelnemend begunstigd land onderling een eerstverantwoordelijke begunstigde aan alvorens zij het voorstel voor de activiteit indienen; De eerstverantwoordelijke begunstigde is gevestigd in een van de deelnemende lidstaten en is verantwoordelijk voor de punten a) tot en met d) van lid 1 voor dat deel van de activiteit dat in de lidstaten plaatsvindt.

De eerstverantwoordelijke begunstigden van de deelnemende lidstaten en de begunstigde landen verzekeren een nauwe samenwerking voor de tenuitvoerlegging van de activiteit.

3.   Voor programma’s inzake grensoverschrijdende samenwerking als bedoeld in artikel 86, lid 1, onder b), wijzen de eindbegunstigden van een activiteit in elk deelnemend begunstigd land onderling een eerstverantwoordelijke eindbegunstigde aan alvorens zij het voorstel voor de activiteit indienen. De eerstverantwoordelijke begunstigde is gevestigd in een van de deelnemende lidstaten en is verantwoordelijk voor de punten a) tot en met d) van lid 1 voor dat deel van de activiteit dat in de lidstaten plaatsvindt.

De eerstverantwoordelijke begunstigden van de deelnemende begunstigde landen verzekeren een nauwe samenwerking voor de tenuitvoerlegging van de activiteit.

4.   Elke eindbegunstigde die aan de activiteit deelneemt, is verantwoordelijk voor onregelmatigheden in de uitgaven die hij heeft gedeclareerd.”.

31)

In artikel 97, lid 1, komt de tweede alinea als volgt te luiden:

„Op projectniveau kunnen in uitzonderlijke gevallen uitgaven buiten het gebied van het programma zoals bepaald in de eerste alinea, subsidiabel zijn, indien de doelstellingen van het project niet zouden kunnen worden verwezenlijkt zonder die uitgaven.”.

32)

Artikel 103, lid 1, onder c), komt als volgt te luiden:

„c)

gaat zij de regelmatigheid van de uitgaven na; de relevante bepalingen van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1828/2006 zijn hiertoe van overeenkomstige toepassing. De beheersautoriteit overtuigt zich ervan of de uitgaven van elke eindbegunstigde die deelneemt aan een activiteit, door de in artikel 108 bedoelde controleur zijn gevalideerd;”.

33)

In artikel 104 wordt punt g) vervangen door:

„g)

de Commissie uiterlijk op 31 maart van elk jaar een verklaring te sturen waarin voor elk zwaartepunt van het grensoverschrijdende programma het volgende wordt vastgesteld:

i)

de bedragen die op de in het voorgaande jaar ingediende uitgavenstaten zijn geschrapt naar aanleiding van de volledige of gedeeltelijke intrekking van de overheidsbijdrage voor een activiteit;

ii)

de ingevorderde bedragen die op de uitgavenstaten die het voorgaande jaar werden ingediend, in mindering zijn gebracht;

iii)

een overzicht van de op 31 december van het voorgaande jaar te innen bedragen, ingedeeld volgens het jaar waarin de terugvorderingsopdrachten werden afgegeven;

iv)

een lijst van de bedragen waarvoor in het voorgaande jaar is vastgesteld dat zij niet kunnen worden ingevorderd of waarvan niet wordt verwacht dat zij kunnen worden ingevorderd, ingedeeld volgens het jaar waarin de terugvorderingsopdrachten zijn afgegeven.

Voor de uitvoering van de punten i), ii), en iii), worden de aan de Commissie uit hoofde van artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1828/2006 medegedeelde totale bedragen in verband met onregelmatigheden, overeenkomstig artikel 138, lid 2, van onderhavige verordening, voor elk zwaartepunt verstrekt.

Voor de uitvoering van punt iv), wordt elk aan de Commissie uit hoofde van artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1828/2006 medegedeeld bedrag in verband met een onregelmatigheid, overeenkomstig artikel 138, lid 2, van onderhavige verordening, geïdentificeerd aan de hand van het aan die onregelmatigheid toegekende referentienummer of een andere passende methode.

Voor elk in punt iv) bedoeld bedrag geeft de certificeringsautoriteit aan of zij verlangt dat het aandeel van de Gemeenschap ten laste komt van de algemene begroting van de Europese Unie.

Indien de Commissie binnen één jaar na de datum van indiening van het overzicht niet verzoekt om de informatie voor de uitvoering van artikel 114, lid 2, van onderhavige verordening, de lidstaat niet schriftelijk in kennis stelt van haar voornemen om een onderzoek ten aanzien van dat bedrag te openen of de lidstaat niet verzoekt om de terugvorderingsprocedure voort te zetten, komt het aandeel van de Gemeenschap ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.

De termijn van één jaar geldt niet voor gevallen van vermoede of vastgestelde fraude.”.

34)

In artikel 105, lid 1, onder d), komt „31 december” te luiden als „31 maart”.

35)

Artikel 108, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   Elk deelnemend land zorgt ervoor dat de uitgaven door de controleurs kunnen worden gevalideerd binnen een periode van drie maanden na datum van indiening door eindbegunstigde bij de controleurs.”.

36)

Artikel 112 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1, tweede alinea, komt „31 december van het vierde jaar” te luiden als „31 maart van het vijfde jaar”;

b)

lid 2, onder b), punt i), komt als volgt te luiden:

„i)

de uitgaven die door de eindbegunstigde zijn betaald en zijn opgenomen in aan de beheersautoriteit toegezonden betalingsaanvragen en de daarmee overeenstemmende overheidsbijdrage;”.

37)

Artikel 115, lid 2, onder d), komt als volgt te luiden:

„d)

de procedures voor ontvangst, verificatie en validatie van de verzoeken tot terugbetaling van de eindbegunstigden, en de procedures voor de goedkeuring, uitvoering en boeking van betalingen;”.

38)

Artikel 121, lid 1, komt als volgt te luiden:

„1.   Voor de gunning van de opdrachten voor diensten, leveringen en werken gelden voor de procedures de bepalingen van hoofdstuk 3 van deel 2, titel IV van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en hoofdstuk 3, deel 2, titel III van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002, alsook Besluit C(2007) 2034 van de Commissie betreffende de voorschriften en procedures van toepassing op opdrachten voor diensten, leveringen en werken die worden gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen met het oog op de samenwerking met derde landen, met uitzondering van punt II.8.2.

Deze bepalingen zijn van toepassing op het hele gebied van het grensoverschrijdende programma, zowel op het grondgebied van de lidstaten als dat van de begunstigde landen.”.

39)

Artikel 124, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   Indien de bijdrage uit het EU-fonds wordt berekend onder verwijzing naar de overheidsuitgaven, heeft, wat betreft artikel 90, lid 2, informatie over andere uitgaven dan overheidsuitgaven geen invloed op het verschuldigde bedrag zoals berekend op basis van de betalingsaanvraag.”.

40)

Artikel 126 komt als volgt te luiden:

„Artikel 126

Volledigheid van de betalingen aan de eindbegunstigden

De bepalingen van artikel 40, lid 9, zijn van overeenkomstige toepassing.”.

41)

In artikel 127, lid 3, komt de tweede alinea als volgt te luiden:

Het bedrag wordt in euro omgezet aan de hand van de maandelijkse boekhoudkundige koers voor de euro van de Commissie in de maand waarin de uitgave door de eindbegunstigde wordt ingediend bij de controleurs als bedoeld in artikel 108. Deze boekhoudkundige wisselkoers wordt maandelijks langs elektronische weg door de Commissie bekendgemaakt.”.

42)

In artikel 128, lid 1, komt het bedrag van de voorfinanciering van „25 %” te luiden als „50 %”.

43)

Artikel 139 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 5, onder c), komt als volgt te luiden:

„c)

Voor het deel van het grensoverschrijdende programma dat betrekking heeft op het betrokken land, is het uitvoerende agentschap verantwoordelijk voor de aanbestedingen, contracten, betalingen, boekhouding en financiële verslaglegging met betrekking tot diensten, leveringen en werkzaamheden, en voor de contracten, betalingen, boekhouding en financiële verslaglegging met betrekking tot subsidies.”;

b)

lid 6 wordt vervangen door:

„6.   Bij centraal beheer worden de taken en verantwoordelijkheden van de operationele structuren vastgelegd in de desbetreffende grensoverschrijdende programma’s.”.

44)

Artikel 140, lid 1, onder a), komt als volgt te luiden:

„a)

goedkeuring van de selectiecriteria voor de activiteiten die gefinancierd worden uit hoofde van een grensoverschrijdend programma, met inbegrip van buiten een oproep tot het indienen van voorstellen vastgestelde activiteiten als bedoeld in artikel 95, lid 1;”.

45)

In artikel 141 komt de derde alinea als volgt te luiden:

„Bij gedecentraliseerd beheer kan de Commissie op elk moment alle evaluaties van de grensoverschrijdende programma’s uitvoeren die zij noodzakelijk acht.”.

46)

Artikel 148 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Naast de regels van artikel 34, lid 3, komt afschrijving van infrastructuur niet in aanmerking.”;

b)

het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

„3.   In afwijking van artikel 34, lid 3, kunnen exploitatiekosten, met inbegrip van huurkosten, uitsluitend voor de periode van de medefinanciering van de activiteit, in aanmerking komen.”.

47)

Artikel 149, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   De bijdrage van de Gemeenschap mag maximaal 85 % van de subsidiabele kosten op het niveau van het zwaartepunt bedragen.”.

48)

Artikel 150 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Met betrekking tot deze afdeling is een inkomstengenererend project een project waarvoor pretoetredingssteun wordt aangevraagd voor een investering in infrastructuur, die vervolgens inkomsten oplevert doordat de gebruikers betalen voor het gebruik of een project waarbij grond of gebouwen worden verkocht of verhuurd of andere diensten worden verricht tegen betaling.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Subsidiabele uitgaven voor inkomstengenererende projecten, die overeenkomstig artikel 149 als grondslag dienen voor de berekening van de bijdrage van de Gemeenschap, mogen niet hoger zijn dan de actuele waarde van de investeringskosten minus de actuele waarde van de netto-inkomsten van de investering over een bepaalde referentieperiode voor a) investeringen in infrastructuur; of b) andere projecten waarbij de inkomsten van tevoren objectief kunnen worden geraamd.”;

c)

het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

„5.   De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op:

a)

uit hoofde van deze afdeling medegefinancierde activiteiten waarvan de totale kosten 1 miljoen EUR of minder bedragen;

b)

inkomsten die tijdens de gehele economische levensduur van de medegefinancierde investeringen worden verkregen in het geval van investeringen in ondernemingen;

c)

inkomsten die worden gegenereerd in het kader van financieringsinstrumenten waarmee de toegang tot doorlopende financiering via risicokapitaal, lenings- en garantiefondsen wordt vergemakkelijkt.”.

49)

Aan artikel 152, lid 2, wordt het volgende punt d) toegevoegd:

„d)

kosten in verband met een bankgarantie of een vergelijkbare zekerheid die door de begunstigde van een subsidie moet worden gesteld.”.

50)

Artikel 156, lid 1, onder c), komt als volgt te luiden:

„c)

na de herziening van de meerjarige indicatieve planning,”.

51)

Aan artikel 160 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   Voor de afdeling regionale ontwikkeling kan bij de herziening van operationele programma’s als bedoeld in artikel 156, de in lid 3 van dit artikel bedoelde voorfinanciering worden verhoogd tot een maximum van 30 % van de bijdrage van de Gemeenschap voor de voorbije drie jaar.”.

52)

Artikel 167, lid 4, onder c), komt als volgt te luiden:

„c)

onderzoek van de resultaten van de uitvoering, met name de verwezenlijking van de voor elk zwaartepunt vastgestelde doelstellingen en maatregelen, en de in artikel 57 bedoelde tussentijdse evaluaties; deze controle wordt uitgevoerd op basis van de in artikel 155, lid 2, onder d), beschreven indicatoren.”.

53)

Artikel 181, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   De begunstigde landen stellen een opleidingsstrategie op voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde maatregelen. In deze strategie moeten de bestaande opleidingsstructuren kritisch worden beoordeeld en moeten de opleidingsbehoeften en -doelstellingen worden geanalyseerd. Ook moeten criteria worden vastgesteld voor de selectie van aanbieders van opleidingen. De opleidingsstrategie wordt beschreven in het programma.”.

54)

Artikel 182, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   Het sectorale comité van toezicht voor deze afdeling wordt geraadpleegd over de activiteiten op het gebied van technische bijstand. Het comité keurt jaarlijks een actieplan goed voor de tenuitvoerlegging van activiteiten op het gebied van technische bijstand.”.

55)

Artikel 184, lid 2, komt als volgt te luiden:

„2.   Elk programma bevat de volgende elementen:

a)

een gekwantificeerde beschrijving van de bestaande situatie waarin aandacht wordt besteed aan de onevenwichtigheden, lacunes en ontwikkelingsmogelijkheden, de belangrijkste resultaten van eerdere acties waarvoor communautaire of andere bilaterale of multilaterale steun werd verleend, de daarbij aangewende financiële middelen en de beschikbare evaluatieresultaten;

b)

een beschrijving van de nationale strategie voor plattelandsontwikkeling, op basis van een analyse van de huidige situatie op het platteland;

c)

een beschrijving van de strategische prioriteiten van het programma, op basis van de nationale strategie voor plattelandsontwikkeling en van een analyse van de betrokken sectoren, waarbij een beroep is gedaan op onafhankelijke deskundigen. Het programma moet ook gekwantificeerde doelstellingen bevatten, waarbij voor elk in artikel 171, lid 1, genoemd zwaartepunt de passende indicatoren voor controle en evaluatie worden beschreven;

d)

een toelichting bij de wijze waarop de algemene strategische aanpak en de sectorale strategieën zoals beschreven in de meerjarige indicatieve planning van het begunstigde land worden vertaald in concrete maatregelen binnen de afdeling plattelandsontwikkeling;

e)

een indicatief financieel overzicht van de financiële middelen die door het begunstigde land, door de Gemeenschap en eventueel door de particuliere sector beschikbaar worden gesteld voor elke maatregel voor plattelandsontwikkeling, alsmede het medefinancieringspercentage van de Europese Unie per zwaartepunt;

f)

een beschrijving van de uit artikel 171 gekozen maatregelen, onder vermelding van:

de eindbegunstigden,

het geografische toepassingsgebied,

de subsidiabiliteitscriteria,

de criteria voor de rangschikking van geselecteerde projecten,

indicatoren voor het toezicht,

gekwantificeerde streefcijferindicatoren;

g)

een beschrijving van de operationele structuur voor de uitvoering van het programma, met inbegrip van toezicht en evaluatie;

h)

de namen van de autoriteiten en organen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het programma;

i)

de resultaten van het overleg dat is gepleegd met en de regelingen die zijn getroffen voor de inschakeling van de relevante autoriteiten en organen en de relevante economische, sociale en milieupartners;

j)

de resultaten en aanbevelingen van de evaluatie vooraf van het programma, waaronder een beschrijving van het gevolg dat de begunstigde landen aan deze aanbevelingen hebben gegeven.”.

56)

In artikel 193, lid 1, komt de inleidende zin als volgt te luiden:

„1.   Binnen zes maanden na afloop van elk volledig kalenderjaar van de programma-uitvoering wordt het in artikel 61, lid 1, bedoelde sectorale jaarverslag ingediend bij de Commissie, de nationale IPA-coördinator en de nationale ordonnateur.”.

57)

In de bijlage komt punt 3, onder o), als volgt te luiden:

„o)

Scheiding van taken

ervoor zorgen dat de verschillende taken binnen een transactie door verschillende personeelsleden worden uitgevoerd om te zorgen voor een zekere mate van automatische kruiselingse controles.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 januari 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82.

(2)  PB L 170 van 29.6.2007, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.”.

(6)  PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1.”.


Top